Hendrik de Boer () was een onderwijzer die les heeft gegeven aan de openbare lagere school te Oud-Lutten.


Al in augustus 1840 werd gecorrespondeerd over de benoeming van Hendrik de Boer tot schoolmeester in Oud Lutten. In een brief van 31 augustus schreef de burgemeester aan de schoolopziener:

“… het merendeel der voornaamste ingezetenen van Lutten hebben mij dringend verzogt De Boer niet voor onderwijzer voor hunne school voor te dragen, daar zij vrezen dat hij, uit hoofde zijner borstkwaal en verdere daarbij komende ziekelijke omstandigheden, niet in staat zal zijn voortdurend onderwijs te kunnen geven, voornamelijk bij den winter, wanneer de school buitengewoon druk bezogt word. Ik heb gemeend hieraan gehoor te moeten geven, wijl ik van de ziekelijke omstandigheden van De boer geïnformeerd ben. Ook wilde ik de ingezetenen niet gaarne eenen onderwijzer tegen hunnen zin opdringen. Reden waarom den raad besloten heeft voor de gemelde school S. Swartsenburg voor te dragen, waarop mede de keuze der ingezetenen van Luten is gevallen …”

Toch werden de wensen van de Lutter ingezetenen en van de burgemeester niet gehonoreerd. Hendrik de Boer werd bij besluit van 14 oktober 1840 autorisatie verleend om de onderwijzersplaats te Lutten in te vullen. Hij voldeed in principe niet aan de daaraan gestelde eisen, maar de minister van binnenlandse zaken gaf hem vrijstelling. Hij bezat op dat moment de tweede rang en woonde te Dedemsvaart. Hij werd op 6 november aangesteld en tien dagen later aanvaardde hij zijn functie. De school was daarvoor provisioneel waargenomen door Jan Hendrik Vennink, vroeger hulponderwijzer aan de school te Heino.