Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, d.d. 1784-06-10:
Ik Barend van Borne, van wegens hooger overigheid verwalter Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificere; dat voor mij en keurnooten, die waren secret. J. van Riemsdijk en Everd Goorhuis, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Hendrik Harmsen Koning, woonachtig te Baelder, en deszelfs huisvrouw Janna Klifmans, tutore marito, en verklaarden voor eene summa van koopspenningen, die den eersten met den laatsten van dien aan hun comparanten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de bestendigste forma rechtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan Jan Willemsen Schuur en deszelfs huisvrouw Hillegien Reints hun comparanten eigendommelijke katerstede het Engberts genaamd en gelegen te Baelder, herkomstig uit het erve Poerink en bestaande in een huis en gaarden t’eindens en te weêrzijden van het huis gelegen, met het daaronder gehorende zogenaamde Wernersgaardentje, tezaamen groot ongeveer negen of tien schepels land, midsgaders een daarbij gelegen dagwerk hooijland en een vierde deel van een waare uit het voornoemde erve Poerink in de markte van Hardenberg en Baelder; en zulks met hun recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, zijnde het huis bezwaard met vuurstedegeld, en de gaardens en het hooijland vrij allodiaal goed, vrij van tiende en tot nog toe ook van verpondinge en contributie; zoo en in diervoegen als zulks door hun van de comparanten, ingevolge koopbrief van dato den 18 augustij 1782, is aangekocht. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende, en de voornoemde koopers en betaalers Jan Willemsen Schuur en deszelfs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende: met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan wachten en waaren voor alle evictie en opspraake als na Landrechte. Des ten oirkonde is deze door mij verw. Scholtus voornoemd met de comparanten eigenhandig getekend en met mijn zegel bekrachtigd, en voorts door mij voor de comparanten op hun verzoek, omdat zij geene zegels en hadden ook bezegeld. Actum Hardenbergh den 10 junij 1700 vierentachtig.

Vrijwillig rechterlijk archief Schoutambt Hardenberg, d.d. 1787-10-09:
Coram Judice, verw. Scholtus pr. J.G. Pruim. Keurn.: de heeren A. de Munnik en bmr. F. van Munster. Erschenen Hendrik Koning en Egbert van Linge in plaats van zijnen wijlen vader Jan van Linge als mombaaren over de minderjaarige kinderen van wijlen Hendrik Hendriks en Geesjen Herms in leven ehelieden op ’t Engberts te Baelder, exhiberende zij comparanten alhier in juditio een staat van ontvangst en uitgave door hun, en speciaal door den eersten comparant, voor gezeide hunne pupillen gedaan. Met verzoek dat denzelven, na gedaane examinatie, ten prothocolle moge worden geregistreerd, om te strekken als na rechten. Quod conceditur. In fidem, J.G. Pruim. Luidenden den voorengem. staat van ontvangst en uitgave door Hendrik Koning en wijlen Jan Egberts van Linge als mombaaren over Harmina Hendriks tot Baelder, voor gezeide haare pupille gedaan.

  Ontvangst  
1780-09-08 is bij het doen der momboir-rekeninge bevonden, dat toen bij Hend. Koning in cassa bleef 90:18:14
1780-03-10 van Hend. Jonkhans te Wijlen voor negentien schaapen van wijlen Hend. Engberts ad f. 3,- het stuk 57:00:00
1780-05-06 van de buuren voor de boer-kanne op de begraafnisse van Hend. Engberts 04:10:00
  voor verkochte rogge en boekweite van wijlen den heer verwalter scholtus Van Riemsdijk ontvangen:  
1780-08-05 voor verkochte rogge 30:11:00
1781-07-21 voor verkochte rogge 59:08:00
1781-09-13 voor verkochte boekweite 12:15:00
1782-08-08 voor verkochte rogge 22:04:00
1782-08-08 voor verkochte boekweite 33:17:00
1783-08-08 voor verkochte rogge 37:13:00
  voor huur van de Schollen-maate ontvangen:  
1781-07-02 van Gerrit Hutten 5 jaar huure 22:00:00
1781-07-02 ontvange voor huur over 1780 04:10:00
1781-07-02 voor huur over 1781 04:10:00
1782-07-02 voor huur over 1782 04:10:00
1783-07-02 een jaar huur 04:10:00
  en voor huur van de Scholle-maat naar den Asschert:  
1781 voor huur over 1781 04:00:00
1782 ad idem 04:00:00
1783 ad idem 04:00:00
  voorts voor huur van een stukje haverland achter ’t Holt:  
1781 voor huur over 1781 02:15:00
1782 ad idem 02:15:00
1783 ad idem 02:15:00
  dus bedraagd den ontvangst geheel 409:01:14

 

  Uitgave  
1780-04-25 aan de Diaconie van Hardenbergh, c.q. 50:00:00
1780-04-25 voor 6 schepel rogge tot groevenbrood 06:12:00
1780-04-25 A. ter Steeg voor buschuit 01:02:00
1780-05-04 an D. Santman voor geleverde waaren, na aftrek der daarop geleverde boter c.q. 02:19:00
1780-05-04 an J.H. Zweers voor geleverde waaren, na aftrek der daarop geleverde boter c.q. 05:07:08
1780-05-08 an J. Adolfs, pagter van den 50 penn., wegens versterf van Hend. Engberts, c.q. 70:00:00
  en verders uitgegeven:  
1780-01-25 voor schatting van ’t Holterstukke 01:14:00
1780-10-05 an Hermina Engberts gegeven 06:00:00
1780-12-04 an dezelve 05:00:00
1781-01-25 de schattinge aan J. van Linge 04:16:08
1781-01-25 voor schattinge van ’t Holterstukke 01:14:00
1781-05-05 voor weeveloon van een stukje linnen 02:16:00
1781-06-08 an J. van Linge voor schattinge en aan Hermina gegeven 05:02:08
1782-01-25 voor ’t schattinge van ’t Holterstukke 01:16:00
1782-01-26 voor schattinge aan J. van Linge 04:12:00
1782-01-26 an Hermina gegeven 02:00:00
1782-07-29 an dezelve gegeven 02:07:00
1783-01-25 an J. van Linge voor schattinge, alsmede van ’t Holterstukke 09:10:00
1784-01-25 voor ½ jaar schatting van ’t Holterstukke 00:18:00
1784-01-25 voor schattinge aan J. van Linge 05:07:00
  aan bmr. Van Borne:  
1783-05-07 an bmr. Van Borne op rekening betaald, c.q. 36:14:00
1786-11-16 nog aan denzelven betaald, c.q. 24:10:00
  blijvende toen nog aan dezelve schuldig negen en dertig guldens  
  aan dr. R. Sandberg:  
1781-06-03 voor een lheen-winning 18:18:00
1781-09-25 voor een zilvere beugel etc. 27:10:00
1781-09-25 an Rathsman voor maedicijnen 01:08:00
  dus bedraagd de uitgave geheel 298:13:08
  dewelke afgegtrokken van voorenstaanden ontvangst ad 409:01:14
  bevind men dus dat Hend. Koning in cassa houd 110:08:06
  zegge: eenhonderd tien guldens, agt stuivers en zes penningen.  

Waarop erschenen Harmina Hendriks, als door ’t overlijden van haaren broeder en zuster Hendrik Hendriks en Fennegien Hendriks, alnu voorenstaande administratie van ontvangst en uitgave alleen aangaande, zijnde tans meerderjaarig en ter dezer zaake geadsisteerd met haaren oom Jan Klinge als haaren verzochten en geadmitteerden mombaar; verklaarende zij comparante de geheele administratie door voorz. haare mombaaren gedaan, nagezien en geëxamineerd te hebben, en dezelve in allen deele te approberen en goed te keuren, en dezelven van hunne mombaarschap te ontslaan, met dankzegginge voor de genomene moeite haarentwegen gedaan. Met verzoek dat de bovengemelde f. 110-08-06 benevens de papieren die haar zijn competerende, door gem. haare mombaaren aan haar mogen worden overgegeven. Waarna de gem. momboiren aan voorz. Harmina Hendriks alle de papieren in juditio hebben overgegeven. Zullende ook de voorz. f. 110:08:06 ten eersten tegens quitantie worden overgeteld, of daarvoor behoorlijke securiteit gegeven worden. Verzoekende zij comparanten dat dezen ten prothocolle moge worden geregistreerd, en  hiervan aan de mombaaren en voorz. Hermina Hendriks ieder een extract worden uitgereikt, om te strekken als na rechten. Quod conceditur, in fidem, J.G. Pruim.