Op 9 mei 1823 verscheen notaris Van Riemsdijk op het erfjen het Timmermans, numero 7, te Diffelen. Hij deed dat op verzoek van Albert Timmerman, weduwnaar en boedelhouder van wijlen Geesjen Slotman, wonende op het voormelde erfjen, in naam als vader en voogd van zijn drie minderjarige kinderen Hendrikjen, Aaltjen en Jan Herman Timmerman. Herm Hendrik Timmerman (voormaals Slotman), eveneens wonende in huisnummer 7, was toeziend voogd. Die dag maakte de notaris een boedelinventaris op. Tot de vaste goederen (onroerende goederen) behoorde het erfjen het Timmermans, bestaande uit deszelfs behuizinge en landerijen als het Boschstukjen, de Arendstukken, de Drentsche Akker, het Rollenstukjen, het Ganzestuk, het Dijkstukje, de Weert, de Bende en de Kelderweide met een-vierde whaardeel in de markte van Diffelen (aktenr. 287).
Notaris Antoni van Riemsdijk registreerde op 5 mei 1827 een hypotheekakte op verzoek van Albert Timmerman (voormaals Braakman), weduwnaar van Geesjen Slotman en hertrouwd aan Geertjen Alberts. Hij had 300 gulden geleend van Gerrit Crull, koopman, wonend op den Beld of Nijberg in de graafschap Bentheim. Tot onderpand stelde hij onder meer het woonhuis numero 7 van het erfjen het Timmermans te Diffelen, hetgeen door hem bewoond en gebruikt wordt, hebbende zuidoostelijk de Steege en het erfjen van Albert Hilberink, ten zuiden het erve Nijmeijer en ten noorden het erfjen het Koks (aktenr. 638).
Albert Teunisz. Braakman was afkomstig uit Junne. Hij was op 12 mei 1805 te Heemse getrouwd met Geesjen Timmerman (ook Slotman genoemd). Zij was op 3 maart 1822 te Diffelen overleden, waarna Albert op 10 mei 1823 te Heemse hertrouwde met Geertje Alberts uit Ommen.
Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve Timmerman, gelegen op den Grooten Esch, vermeld als eigendom van landbouwer Albert Timmerman. De boerderij staat op legger 359 als sectie I-224.

Legger 359/12: Sectie I-224. Huis en erf.
Notaris Aeyelts Averink begon op 6 maart 1841 met de inzate voor de publieke veiling van het plaatsjen het Timmermans, sectie I-224, met o.a. stukken zaailand genaamd het Rollenstukjen en den Drentschen Akker (aktenr. 23). Op 20 maart volgde de definitieve veiling (aktenr. 25). Willem Meulman bleek de hoogste bieder op de boerderij en werd de koop voor 450 gulden gegund.
Legger 227a/3: Eigendom van landbouwer Willem Meuleman en consorten. In 1852 verkoop. Over op:
Legger 1100/1: Eigendom van Egbert Krumer of Kruimer en echtgenote Hendrikjen Heijink. Zij waren op 14 februari 1850 getrouwd te Heemse. Egbert was daarvoor getrouwd geweest met Truite Stoeten, maar zij was op 27-jarige leeftijd gestorven. Na het overlijden van Egbert werden zijn kinderen eigenaar van ’t Timmermans. Huisnr. F-14 en F-15.

In 1900 boedelscheiding. Over op:
Legger 5776/2: Eigendom van Hendrik Jan Kruimer (zie register van overschrijving hypotheken, deel 450, nr. 84). In 1901 verkoop. Over op:
Legger 5858/1: Eigendom van Hendrik Jan Stegeman en echtgenote Zwaantje Brink, de eigenaren en bewoners van ’t naastgelegen erve Schutte. In 1901 sloop. Over op:
Legger 5858/3: Sectie I-224. Erf. In 1902 verkoop en sloop. Over op:

Legger 5858/4: Nieuwe sectie I-1336. Weiland.