Op 31 mei 1775 vond de overdracht plaats van het erve en goed Volkerink te Heemse, door F.A. Baron van Ittersum, rentmeester van Sibculo, de Albergen, etc., etc., in kwaliteit als last en autorisatie hebbende van zijn edele mogende heren Gedeputeerde Staten van deze provincie volgens alhier getoonde resolutie van 22 november 1774, aan Isaac Reinder baron van Raesfelt en zijn ehegemalinne Clara Feyoena baronnesse van Raesfelt geboren baronnesse van Sijtzama, heer en vrouwe van Heemse. Het erve Volkerink was op 20 november 1762 binnen Zwolle bij publieke verkoping door Baron van Raesfelt van de provincie gekocht.

Notaris Antoni van Riemsdijk verbleef op 29 maart 1820 op het erve het Schreurs, numero 58, te Heemse. Hij was er op verzoek van Evert Bouwhuis, weduwnaar en boedelhouder van Geertjen Geertman (vroeger echtgenote van Gerrit Bolks), landbouwer op ’t erve het Schreurs. Van Riemsdijk maakte die dag een boedelinventaris op. Daaruit blijkt dat Evert en erfgenamen eigenaren waren van de katerstede het Kamer-Albers te Heemse en verschillende landerijen en een vierde whaardeel in de gemene marke van Heemse en Collendoorn (aktenr. 143).
Veertien dagen later, op 13 april, werd door dezelfde notaris de akte van huwelijkse voorwaarden opgesteld tussen bruidegom Evert Bouwhuis, wonend op ’t Schreurs, en bruid Evertjen Veldsink, wonend op ’t erve Veldsink te Heemse (aktenr. 148).
Op 12 december 1820 hield notaris Antoni van Riemsdijk een boedelinventarisatie op den Huize Heemse, no. 56, te Heemse, op verzoek van de hoogwelgeboren heer jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, weduwnaar en boedelhouder van wijlen de hoogwelgeboren vrouwe Maria Clara gravinne van Rechteren, lid van de Ridderschap dezer provincie en breedgeërfde, domiciliërende op den Huize Heemse, zo voor zichzelven uit hoofde der gemeenschap van goederen tusschen zijn hoogwelgeborene en deszelfs wijlen ehevrouwe bestaan hebbende en als derzelver mede-erfgenaam voor een-vierde gedeelte haarer nalatenschap en als vruchtgebruiker van een ander vierde gedeelte derzelve, krachtens haar testamentaire dispositie op den 2 februari 1813 gepasseerd, als in naam en kwaliteit van vader en wettigen voogd van Willem Jan Petrus van Foreest, student in de rechten aan de Hooge School te Utrecht, oud 20 jaaren, Nannette van Foreest, oud 15 jaaren, Christina Louisa van Foreest, oud 13 jaaren, Theodora Sophia van Foreest (oud 9 jaaren) en Christina Ebella Cornelia van Foreest (oud 7 jaaren), deszelfs minderjarige kinderen. Tot de vele onroerende goederen behoorde het erve ’t Schreurs, te Heemse gelegen, ten zuiden den tuin over de weg en ten oosten van en aan het Freulen-boschjen, bestaande in deszelfs behuizinge, schuur en schapeschot. Evert Bouwhuis bemeijerde (pachtte) het erf (aktenr. 240).
Op de oudste kadastrale kaart, anno 1832, komt ’t Schreurs voor onder sectie B-1172 (op legger 101) ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse.

Op 23 februari 1838 hield notaris Antoni van Riemsdijk een openbare verkoop van roerende goederen, op verzoek van Evert Bouwhuis, landbouwer op ’t erve Schreurs. Evert was in eerste huwelijk getrouwd geweest met Geertjen Geertman, maar na haar jong overlijden was hij op 14 april 1820 hertrouwd met Evertjen Veldsink (aktenr. 1283).
Legger 101/497. Sectie B-1172. Huis, erf en schuur. In 1845 over op:
Legger 769/89: Eigendom van Dirk Lammers (rentenier te Den Haag) en jonkheer Jacob van Foreest van Heemse (en mede-eigenaren).
Op 20 maart 1851 begon notaris Swam uit Gramsbergen met de eerste inzate van de openbare veiling van onroerend goed van jonkheer Jacob van Foreest, waaronder een-zevende gedeelte van het erve het Volkerink of Schreurs. Het ging als 27e kavel onder de veilinghamer. Op 28 april volgde de definitieve veiling. Koopman Mozes Simon Frankfort uit Meppel bleek met 1000 gulden de hoogste bieder (aktenr. 1740).
Legger 963/76: Eigendom van jonkvrouwe Theodora Sophia van Foreest van Heemse en echtgenoot Jan Arent baron van Ittersum. Vruchtgebruiker: jonkheer Jacob van Foreest van Heemse (zie algemeen register der hypotheken, deel 80, nr. 5). In 1855 publieke verkoop.

In 1855 werd de havezate Heemse geveild. Onderdeel van de veiling van de nagelaten bezittingen van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse was ’t Schreurs. In de veilingsakte lezen we:
Negenenvijftigste perceel: Een huis en erf, het Schreurs genaamd, staande en gelegen te Heemse voormeld, met de daarbij gelegen tuin, tezamen groot twintig roeden, kadastraal bekend onder sectie B numeros 1172 en 1171. Onder dit perceel is niet begrepen de opstal van de daarop staande schuur. De premie van inzate van dit perceel beloopt drie gulden.
Legger 1382/15: Eigendom van Evert Schonekamp, landbouwer te Holtheme. Hij was op 1 april 1842 te Gramsbergen getrouwd met Egberdina Waterink. Uit zijn eerste huwelijk met Jennigjen Waterink waren zes kinderen geboren (onder wie twee levenloos). Uit zijn tweede huwelijk werden nog eens acht kinderen geboren (onder wie vier levenloos). Huisnr. A-89. In 1876 boedelscheiding. Over op:
Legger 3601/2: Eigendom van Gerrit Jan Schonekamp en Jennigjen Gerrits (zie register van overschrijving hypotheken, deel 268, nr. 72). Zij waren op 23 mei 1873 getrouwd te Heemse. Gerrit Jan Schonekamp overleed op 26 juni 1885 te Heemse. Zijn weduwe, Jennigjen Gerrits, hertrouwde op 2 mei 1890 te Heemse met Gerrit Jan Nijhuis uit Diffelen. In 1898 stichting. Over op:
Legger 3601/48: Huis, schuur, stookhuis en erf. In 1899 vereniging van percelen. Over op:

Legger 3601/49: Nieuwe sectie B-5988. Huis, schuren, hooi- en bouwland. In 1913 sloop en herbouw. Over op:
Legger 3601/68: In 1913 redres. Over op:


Legger 3601/70: Nieuwe sectie B-6658. Huis, schuren en bouwland. In 1923 boedelscheiding. Over op:
Legger 8850/34: Eigendom van Evert Jan Hendrik Schonekamp (ongehuwd) en Gerrit Veurink en echtgenote Janna Gerritdina Nijhuis (dochter van Gerrit Jan Nijhuis en Jennigjen Gerrits). In 1927 stichting. Over op:
Legger 8850/43: In 1929 boedelscheiding. Over op:
Legger 8475/33: Eigendom van Gerrit Veurink Hzn. en echtgenote Janna Gerritdina Nijhuis. Zij waren op 17 oktober 1913 te Heemse getrouwd. In 1930 stichting. Over op:
Legger 8475/45: Huis, schuren en bouwland.

In 1939 vereniging van artikelen. Over op:
Legger 6240/102: Eigendom van Gerrit Veurink en Janna Gerritdina Nijhuis. In 1939 verbouw (vergroten woonkamer). Over op:
Legger 6240/113: In 1948 gedeeltelijke sloping. Over op:
Legger 6240/128: Schuren en bouwland. In 1948 nieuwbouw boerderij. Over op:
Legger 6240/130: In 1950 vereniging van percelen (samengevoegd met B-6657, zijnde twee huizen, schuren, bouw- en weiland). Over op:

Legger 6240/131: Nieuwe sectie B-7563. Twee huizen, schuren, bouw- en weiland. In 1957 stichting. Over op:
Legger 6240/133: In 1963 stichting en splitsing. Over op:
Legger 6240/135: Drie huizen, schuren en erf. In 1963 boedelscheiding. Over op:

Legger 13809/17: Nieuwe sectie B-7756. Huis, schuren, gras- en bouwland op de Heemser Es. Eigendom van Gerrit Jan Veurink (geb. 11-08-1924). In 1981 opgegaan in de ruilverkaveling.
Nu geadresseerd: Rheezerweg 42.