In ’t vrijwillig rechterlijk archief van ’t voormalige schoutambt Hardenberg vinden we een akte, gedateerd 3 juni 1793. Die akte, verleden door verwalter schout G.J. Crull, beschrijft de overdracht van een katerplaats genaamd Klooster Assen, met alle de daaronder behorende landerijen, bestaande in huis, gaarden, hooijland en veenen, als onder de marke van Aane gelegen, alsmede een-achtste part van een drift- en plaggenwaare. De katerstede was verkocht door Geert Stroeve en echtgenote Griete Stroeve, Hendrik Beltman en echtgenote Janna Beltman, Jan Klumper en echtgenote Griete Klumpers, en Hendrik Bosman en echtgenote Jenne Bosman, allen landbouwers te Holthone. Zij droegen de katerstede over aan Egbert Klooster en echtgenote Fennegien Warmink te Ane.

Op 8 juli 1793, dus een maand later, lieten Egbert Klooster en Fennegien Warmink een hypotheekakte registreren door dezelfde plaatsvervangend schout. Zij hadden 450 gulden geleend van de heer L. Rietberg te Zwolle. Als onderpand stelden ze hun eigendommelijke katerplaatse genaamd Klooster-Assen, gelegen te Aane.