In het zgn. register van de 50e penning van verkopingen en collaterale successiën staat bij 18 juni 1732:
De heer capitain W.D. van der Merwede van mevrouw Van Sijtzama aengekoft volgens aengevinge het halve Riddermansplaetsien te Ane gelegen, voor f. 150,-

In het vrijwillig rechterlijk archief van het Schoutambt Hardenberg vinden we deze akte van huwelijkse voorwaarden, gedateerd 12 januari 1782:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere hier mede dat voor mij en keurnoten, die waren Hendrik Kamphuis en Hend. Schuldink, persoonlijk in den gerigte gecompareerd en erschenen is Jannegien Geertsen, zijnde zij comparant wel ziekelijk na den lighame, dog haar verstand en oordeel vollenkomen hebbende, ten minsten voor zoveel aan ons uitterlijk gebleek; zijnde zij comparante in dezen geadsisteerd met Gerrit Gooris als haren verzogten en toegelaten momboir; en verklaarde zij comparante uit overweginge van de zekerheid des doods en de onzekerheid der uure van dien, geresolveerd te wezen om bij dezen te willen maken en op te rigten haar testament en vrije onbedwongene uitterste wille over alle haere goederen, zoo zij bij haar overlijden zal komen na te laten; en daartoe dan tredende. 

Zoo verklaarde zij testatrice Jannegien Geertsen voornoemd, met haar gemelde momboir zijnde geadsisteerd, bij dezen op de allerplegtigste maniere te institueren en te nomineren tot haare enige en universele erfgenamen haar neev Harmen Harmsen en deszelvs huisvrouw Stientien Gerritsen, woonagtig op het Riddermans alhier te Ane (bij wien zij testatrice thans woonagtig is) of bij derzelver vooroverlijden als dan haare kind of kinderen; om na het overlijden van haar testatrice alle hare na te latene goederen, actien en crediten, geene uitgezonderd, in vollen eigendom te erven en te profiteren.

Alle het voorschrevene de testatrice voornoemd duidelijk zijnde voorgelezen, en haar afgevraagd of dit zodanig was haar enige vrije en onbedwongene uitterste wille, zo heeft zij daarop geandwoord Jae; willende en begerende dat dezelve na haar overlijden effect moge sorteren, hetzij als testament, codicil, gifte ter zaake des doods ofte onder de levende, zoals best na de regten dezer landen zal kunnen of mogen bestaan, ofschook ook alle vereischte solemniteiten hierin niet mogten zijn geobserveerd. In kennisse der waarheid, is dezen door mij verw. Scholtus, met de testatrice Jannegien Geertsen en derzelver momboir getekend, en door mij gezegeld, en omdat zij lieden geen zegels en hadden zo hebbe op haar verzoek dezen voor haar allen met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Ane in ’t Schoutampt van den Hardenbergh den 12 januarij 1700 twee en tachentigh.

Harmen Harmsen en Stijntje Gerrits Ridderman waren op 17 mei 1778 getrouwd in de kerk te Hardenberg. Na het overlijden van Harmen, hertrouwde Stijntje in december 1792 te Emlichheim met weduwnaar Hendrik Jansz. Hekman.

Het archief van de voormalige gemeente Gramsbergen bevat een missive van de percepteur (ontvanger) Jetzo van Voss te Hardenberg aan de maire (burgemeester) van Gramsbergen inzake opgave van wijzigingen in de lijst van de belastingaanslagen. Daarin staat dat ’t erve Riddermans eigendom was van Antoni van Riemsdijk te Hardenberg en niet van de weduwe Van Riemsdijk te Gramsbergen.