Op 1 augustus 1818 registreerde notaris Antoni van Riemsdijk de overdrachtsakte waarbij Hendrik Jan Meijerink en echtgenote Hermina Snijders voor 1000 gulden hun eigendommelijke katerstede op den Blaauwenkamp aan Hendrik Altena en echtgenote Hendrikjen Snijders (aktenr. 144).

Notaris Antoni van Riemsdijk verleed op 19 augustus 1819 een hypotheekakte op verzoek van Hendrik Altena en echtgenote Hendrikjen Snijders. Zij hadden 1200 guldens geleend van mejuffrouw Jennegien Egberdina Rustenberg, weduwe van oud-burgemeester Rutger Santman. Als onderpand stelden ze huneigendommelijke katerstede op den Blaauwenkamp te Baalder, bestaande uit derzelver behuizinge en ongeveer een en een halve morgen zaai-, hooi-, groen- en veldgrond, alles staande en gelegen in deszelfs bevreedinge aan en ten zuiden den weg na Gramsbergen, hebbende het gemeene veld ten oosten, de landen van Seine Blaauwkamp ten zuiden en de zgn. Baalderbeek ten westen, alsmede een-agtste whaardeel in de gemeene markte van Hardenbergh en Baalder (aktenr. 89).

In het archief van de stad Hardenberg is een fraaie figuratieve kaart bewaard gebleven, gedateerd 13 december 1831, van het gebied tussen Hardenberg en Gramsbergen (meer specifiek van Baalder en Loozen). Daarop staat ook het Altena’s vermeld:

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve vermeld als eigendom van landbouwer Hendrik Altena en echtgenote Hendrikjen Snijders.  De boerderij staat op legger 4 als sectie C-396.

Fragment van oorspronkelijk minuutplan, anno 1832.

Op 20 december 1851 verleed notaris Swam te Gramsbergen een hypotheekakte, op verzoek van Hendrik Altena en echtgenote Hendrikjen Snijders. Zij verklaarden 1450 gulden te hebben geleend van en schuldig te zijn aan Aleida Bosch, weduwe van Jan Santman Rutgerszoon. Als onderpand verbonden ze hun katerstede, staande en gelegen op den Blaauwenkamp, sectie C-396 (aktenr. 1821).

Notaris Van der Muelen registreerde op 13 december 1853 een hypotheekakte (nr. 38) op verzoek van landbouwer Hendrik Altena en echtgenote Hendrikje Snijders. Zij verklaarden 1500 gulden schuldig te zijn aan landbouwer Gerrit Jan Altena te Baalder. Tot onderpand stelden ze eene katerstede, gelegen op den Blaauwenkamp in de buurtschap Baalder, bestaande in een huis met zaai-, hooi-, groen- en veldgrond, tezamen groot twee bunders, vijfendertig roeden en zestig ellen.

Legger 4/3: Sectie C-396. Huis en erf. In 1862 hermeting. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1862.

Legger 4/6: Nieuwe sectie C-624. Huis en erf. Huisnr. H-1. Op 7 juli 1877 verleed notaris J.G. Troost te Heemse de akte van boedelscheiding tussen landbouwer Gerrit Jan Altena, Jan Hendrik Pullen, Hendrik Pullen, Hendrik Jan Pullen en Hermannes Pullen. Tot de onroerende goederen behoorden het huis en erf te Baalder op sectie C-624 (aktenr. 794). Over op:
Legger 2185/15: Eigendom van Gerrit Jan Altena en echtgenote Jennegien Vedelaar (zie register van overschrijving hypotheken, deel 276, nr. 3). Zij zijn op 8 april 1843 getrouwd te Heemse.

Fragment van kadastraal minuutplan, anno 1880.

In 1886 boedelscheiding. Over op:
Legger 4598/3: Eigendom van Evert Altena en echtgenote Geesjen Hankamp (zie register van overschrijving hypotheken, deel 345, nr. 88). Zij zijn op 15 september 1882 getrouwd te Heemse. In 1887 verkoop. Over op:
Legger 4563/3: Eigendom van Frederik Gerrit Boerrigter, landbouwer te stad Hardenberg (zie register van overschrijving hypotheken, deel 350, nr. 29). Huis en erf, met bouw- en grasland. In 1888 sloop. Over op:
Legger 4563/11: Erf. In 1889 sloping. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1889.

Legger 4563/12: Nieuwe sectie C-933. Bouwland.

Tegenwoordig moeten we het verdwenen erf situeren ten zuiden van de kerk ‘Het Morgenlicht’, langs het fietspad van de Gramsbergerweg.