Op 29 december 1818 registreerde notaris Antoni van Riemsdijk een akte van boedelverdeling of boedelscheiding op verzoek van Fennegien Slotman, landbouwersche, wonende op ’t erve het Slotmans, nr. 27 te Baalder, en op verzoek van Annegien Reints, weduwe en boedelhoudersche van wijlen Engbert Dobbemans of Jansen, ook woonachtig op ’t Slotmans. Gezamenlijk waren ze de erfgenamen van de nalatenschap van hun broer, oom en oud-oom Harmen Engberts Slotman (in leven landbouwer op ’t erve Slotmans en aldaar ongehuwd overleden in 1789). De nalatenschap bestond o.a. uit het woonhuis en schuur met derzelver gronden en wheeren, staande en gelegen onder numero 27 te Baalder op het vanouds bekende erve het Slotmans, met de daartoe gehorende begraafplaats op het kerkhoff te Hardenbergh ter waarde van 650 guldens, een halve whaare in de gemene markte van Hardenbergh en Baalder ad 150 gulden en verschillende landerijen te Baalder. Ook de katerstede het Alenhuis met den gaarden, groot een-twaalfde morgen, was hun eigendom en had een waarde van 200 gulden (aktenr. 192).

Dezelfde notaris verleed op 29 januari 1819 opnieuw een akte op verzoek van Fennegien Slotman. Zij was gezond van lichaam en ziel (aldus de notaris) en ze liet die dag haar testament registreren. Daarin bepaalde ze dat al haar voorgaande testamenten geroyeerd werden. Ze legateerde 250 gulden aan haar neef Lucas Reints en Fennegien Hankamp, wonende op den Toeslag onder de Steede Hardenbergh. Verder stelde ze tot universeel erfgenaam haar neef Jan Hendrik Reints en vrouwe Zwaantjen Kelder, landbouwers, bij haar inwonende (aktenr. 9).