Schout J.G. Pruim verleed op 18 februari 1797 een akte op verzoek van Rutger Welleweerd en echtgenote Truite Geertman, woonachtig op ’t Geertmans te Brucht. Zij verklaarden 200 carolyguldens schuldig te zijn aan Derk Jan Meijerink en echtgenote Jennegien Holtink te Bergentheim. Tot onderpand stelden ze hun dagwerk hooiland, genaamd de Westermaate, gelegen tussen de Langekampen en de Bruchtermarsch. Rutger en Truite waren op 26 juni 1794 getrouwd te Hardenberg. Op 3 april 1798 werd hun zoontje Gerrit gedoopt in de kerk te Hardenberg.

In de Overijsselsche courant van 15 oktober 1830 werd de a.s. openbare verkoop aangekondigd van o.a. het erve het Geertmans te Brucht.

De veiling werd verricht door notaris Antoni van Riemsdijk. Uit de bewaard gebleven protocollen weten we dat het hier ging om de veiling van onroerende goederen die het gezamenlijk bezit waren van gemeenteontvanger Jacobus van Riemsdijk en zijn halfzusje Johanna Wilhelmina Christina Führmann. Zij was gehuwd met Ernst Friedrich Meijeringh in de graafschap Bentheim. Jacobus van Riemsdijk woonde in Stad Hardenberg en was gehuwd met Margaretha Elisabeth Schuurman. Jacobus’ moeder Johanna Elisabeth van Riemsdijk was twee keer getrouwd geweest (met Johannes Wilhelmus van Riemsdijk en met Johann Wilhelm Führmann). Uit beide huwelijken was een kind geboren die de volwassen leeftijd bereikte en zodoende moest haar nalatenschap worden verdeeld tussen de twee. Om de boedelscheiding tot een goed eind te brengen, werd het onroerend goed bij opbod verkocht.

Het woonhuis van het erve Geertman, gequoteerd numero 11, met deszelfs grond en wheere, ging als tweede kavel onder de veilinghamer. Bij dit perceel hoorde de verplichting tot overvaart der markegenoten over de rivier de Vecht. Dat strekte zich ook uit tot jaarlijks gewoon onderhoud van de daartoe gehorende markten-schuit en gereedschappen. Op 18 oktober 1830 werd het Geertmans bij afslag gemijnd door Berend Balderhaar voor 1800 gulden. Hem werd de koop gegund en zo werd hij de nieuwe eigenaar van ’t erve (aktenr. 909, scan 13).

Op 15 april 1831 vond een openbare verkoop plaats van allerhande roerende goederen. Notaris Van Riemsdijk hanteerde de veilinghamer op verzoek van landbouwer Jan ter Wijlen, op het erve Geertmans (aktenr. 933, scan 31).

Bij de aanvang van het kadaster in 1832 werd ’t Geertmans, gelegen op de Bruchter Esch, geregistreerd onder sectie F no. 144 op legger 293 en nog ten name van ontvanger Jacobus van Riemsdijk (en mede-eigenaren) te stad Hardenberg. Kennelijk was de administratie nog niet up-to-date, want eind 1830 was ’t al eigendom geworden van Berend Balderhaar. Deze in Duits Wielen woonachtige grootgrondbezitter verpachtte het erve aan Jan ter Wijlen.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 293/17: Huis en erf. Sectie F-144. Over op:
Legger 9a/15: Eigendom van Berend Balderhaar, landbouwer te Brucht. Huis en erf. Sectie F-144.

Kadastrale hulpkaart, anno 1877. Sectie F-1469.
Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880. Sectie F-1469.

Legger 2459/40: Sectie F-1469. Eigendom van Harm Roelofs. Huisnr. B-7. In 1880 verkoop. Over op:
Legger 4033/9: Eigendom van Gerrit Jan Hansman en echtgenote Lubbertha Stoeten (zie register van overschrijving hypotheken, deel 297, nr. 47). Zij waren op 4 oktober 1872 getrouwd te Heemse. Gerrit Jan Hansman overleed op 11 november 1886 te Brucht, waarna zijn weduwe op 23 februari 1888 te Heemse hertrouwde met Hermannus Veltink uit Collendoornerveen. Huisnr. B-7. Sectie F-1469. Huis en erf. In 1907 hermeting. Over op:
Legger 4033/14: Huis en erf op de Bruchter Esch. Sectie F-2290. In 1909 successie. Over op:
Legger 6912/10: Eigendom van Lambert Veltink (21/32e deel), Jan Hendrik Veltink (7/32e deel), Hendrik Jan van ’t Laar (1/16e deel) en Gerrit Jan van ’t Laar (1/16e deel). In 1910 boedelscheiding. Over op:
Legger 6946/19: Eigendom van Lambert Veltink (zie register van overschrijving hypotheken, deel 542, nr. 62). In 1912 verkoop. Over op:
Legger 7098/8: Huis en erf. Huisnr. B-28. Eigendom van Jan Hendrik Veltink (zie register van overschrijving hypotheken, deel 564, nr. 166). In 1918 sloop. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1918.

Legger 7098/28: Grasland.  In 1919 ruiling met buurman Richterink. Over op: 5584/89.