Bij de aanvang van het kadaster in 1832 werd ’t Holt, gelegen op de Bruchter Esch, geregistreerd onder sectie F-234 op legger 336 ten name van landbouwer Jan Stegeman Hzn.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 336/4: Sectie F-234. Huis en erf. In 1846 over op:
Legger 773/1: Eigendom van Jan Niezink, landbouwer te Brucht.

In het archief van notaris Willem Swam te Gramsbergen vinden we op 20 december 1860 dat ’t Holt bij opbod werd verkocht in opdracht van Jan Nijzink. De katerstede bestond uit een woonhuis en schuurtje, met grond en wheere, staande en gelegen op ’t Holt te Brucht, kadastraal bekend in sectie F nummer 234, ter grootte van vier roeden en dertig ellen, met de grond achter het huis. Het perceel werd verkocht aan Jan Hendrik Nijsink voor f. 260 (aktenr. 2675).

Legger 1847/1: Eigendom van Jan Hendrik Nijzink en kinderen (zie hulpregister no. 4 hypotheken, deel 16, nr. 2879). Jan Hendrik Nijsink was op 3 mei 1827 te Heemse getrouwd met Fennigje Jansen, maar zij was al op 22 april 1835 te Brucht overleden. Daarna was Jan Hendrik op 22 april 1837 hertrouwd met zijn schoonzusje Jantje Jansen. Huisnr. B-12.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

In 1917 successie. Over op:
Legger 7906/1: Eigendom van de kinderen van Jan Hendrik Langejans en Jennichjen Nijsink. Zij waren op 24 augustus 1861 getrouwd te Heemse. Beiden waren al gestorven. Hendrik Jan op 15 april 1902 en Jennichjen op 11 januari 1908. Hun kinderen werden zodoende gezamenlijk eigenaar van ’t Holt. In 1922 volgde sloop. Over op:
Legger 7906/8: Erf. In 1939 verkoop. Over op:
Legger 10948/1: Eigendom van Hendrik Jan Langejans en Hermina Odink. Zij waren op 23 april 1908 getrouwd te Heemse. In 1940 volgde ruiling. Over op:
Legger 5584/110: Eigendom van Hendrik Richterink, landbouwer op ’t erve Rigterink te Brucht. De boerderij ’t Holt lag even ten westen van de huidige Hardenbergerweg 18.