Bij de aanvang van de kadastrale registratie, anno 1832, werd de katerstede geregistreerd onder sectie B-246a ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse. Op de oudste kaart werd het boerderijtje ingetekend, maar zonder erfnaam erbij vermeld…

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

De katerstede aan den Collendoornervoort was in 1834 bij de onderhandse scheiding en verdeling van de boedel en nalatenschap van Jacobs eerste echtgenote, Maria Clara gravin van Rechteren, volledig in zijn bezit gekomen.

Op 10 december 1839 verleed notaris Antoni van Riemsdijk twee testamentaire akten op verzoek van Jennigjen Ems en echtgenoot Gerrit Seinen te Collendoorn. Ze benoemden elkaar daarin over en weer tot universeel erfgenaam (aktenr. 1372 en 1373).

Op 16 juni 1840 verleed notaris Swam te Gramsbergen een verkoopakte van de openbare verkoop van een aantal erven in Heemserveen en Collendoorn. Een ervan betrof de katerstede aan den Collendoornervoort, wordende bemeijerd door Gerrit Seinen, bestaande in deszelfs behuizinge, grond en wheere, bekend bij het kadaster als huis en erf onder sectie B numero 246a. De hoogwelgeboren heer jonkheer Jacob van Foreest van Heemse had de katerstede verkocht. Gerrit Seinen was de nieuwe eigenaar geworden. 

Gerrit Seinen was op 26 april 1834 te Heemse getrouwd met Aaltjen Schutte uit Anevelde. Zij overleed op jonge leeftijd, waarna Gerrit op 29 april 1836 hertrouwde met Jennigjen Ems uit ’t Duitse Laar.

Notaris Willem Swam verleed op 17 juli 1841 een hypotheekakte op verzoek van Gerrit Seinen. Deze verklaarde 1550 gulden schuldig te zijn aan Jennegien Rustenberg, de weduwe van Derk Santman Janszoon. Als onderpand voor de lening en de daarover verschuldigde rente verbond hij de katerstede aan den Collendoornervoor, wordende door hem zelven bewoond (aktenr. 999).

Legger 577/2: Eigendom van landbouwer Gerrit Seinen en echtgenote Jennigjen Ems. Huisnr. L-5. In 1880 successie. Over op:
Legger 4099/2: Eigendom van ongehuwde zoon Albert Seinen (1838-1902).

Notaris Gerard de Meyier verleed op 19 april 1880 een testament op verzoek van landbouwer Albert Seinen te Collendoorn. Deze herriep al zijn eerder gemaakte uiterste wilsbeschikkingen en legateerde vervolgens de hem toebehorende boerenplaats te Collendoorn aan zijn neef Jan Seinen, landbouwer, thans nog wonende te Bergentheim, en echtgenote, zijn behuwd-nicht Gesina Bolks (aktenr. 252).

In 1881 verkoop. Over op:
Legger 4160/2: Eigendom van Jan Seinen en echtgenote Gesina Bolks. Zij zijn op 4 mei 1864 getrouwd in Heemse. In 1884 sloping en nieuwbouw op naastgelegen perceel B-246. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1884. Het oude boerderijtje is afgebroken. Iets ten noorden ervan is nieuwbouw gerealiseerd.

Legger 4160/23: Nieuwe sectie B-5617. Huis, schuur en erf in de zgn. Toeslagen. In 1890 verval vrijdom. Over op:
Legger 4160/25: In 1913 bijbouw en vereniging. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1913.

Legger 4160/28: Nieuwe sectie B-6591. Huis, schuur en bouwland. In 1918 successie. Over op:

Carte-de-visite van Hermannus Seinen (1866-1946) en Judegien Hazelaar (1870-1944).

Legger 5495/19: Eigendom van Hermannus Seinen en echtgenote Judegien Hazelaar. Zij zijn op 22 mei 1896 getrouwd te Heemse. In 1927 stichting. Over op:
Legger 5495/26: Huis, schuur, stookhuis en bouwland. In 1942 verbouw. Over op:
Legger 5495/31: In 1945 boedelscheiding. Over op:
Legger 11453/12: Eigendom van Janna Seinen (helft) en Hendrikje Seinen, weduwe van Albert Lubertus Odink (helft). In 1946 opgenomen in ruilverkaveling. Over op:
Legger 11453/21: Nieuwe sectie O-352. Boerderij, erf en tuin. In 1955 boedelscheiding. Over op:
Legger 12623/3: Eigendom van Hendrikje Seinen, weduwe van Albert Lubertus Odink. In 1957 stichting. Over op:
Legger 12623/5: In 1962 verbouw. Over op:
Legger 12623/6: In 1966 verkoop. Over op:
Legger 14681/3: Eigendom van Frederik Gerrit Odink (geb. 23-04-1934) aan de Havezateweg 12.