In het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutambt Hardenberg vinden we een akte, gedateerd 10 juni 1729 waarbij rentmeester Jacobus van Riemsdijk en zijn vrouw Johanna Reiners te Gramsbergen een hypotheek vestigden voor een bedrag van 1000 gulden. Zij hadden het geld geleend van Aleida van Borne. Tot onderpand stelden ze drie mud zaailand en de oude huisplaats, de brink en de koeweiden van het erve Saalkamp in Den Velde: 
Ick Arnold Voltelen, wegens Ridderschap en Steden de Staten van Overijssel, Scholtus van den Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, doe hiermede cond en certificere dat voor mij en keurnoten, als waeren Jan Boerink, koster, en Jan Wigbolts, parsonelijk erschenen sijn de rentm(eeste)r Jacobus van Riemsdijck en sijn huisvrouw Johanna Reiners, tutore marito, welke bekenden wegens opgenomene en wel ontfangene penningen opregt en deugdelijk schuldigh te wesen aen juffr. Aleijda van Borne, eene capitale somma van eenduijsent car(oly) guldens, die sij comparanten beloofden en bij desen aennemen jaarlijx en alle jaeren tot de aflosse toe te sullen verinteressen met vier en een halve gulden van ijder hondert gerekent, sijnde also 45 gulden, sullende de eerste verschijndagh hiervan komen te vallen op den 1 meij 1730 en so continueren tot de aflosse toe, welke aflosse en weeropbrenginge van gem(elt) capitael ad 1000 gulden sal mogen en moeten geschieden, nadat een half jaar voor de verschijndagh hiervan de opsage door de eene ofte andere kante sal sijn geschiet. Tot securiteit en nakominge deses, so verbinden en stelden sij comparanten daarvoor tot een generael onderpant haere parsonen en goederen, geene uitgesondert, en wel tot een speciael hijpotheecq en onderpant haer drie mudde sailant uit het Zaelkamps, beneffens dannogh de oude huisstede en brink etc., alsmede de coeweijden van ’t voorn(oemde) Zaelkamps, alle gelegen in de buirschap ten Velde onder desen Ed(elen) Gerigte in haere bekende bepalinge gelegen, om alles bij misbetalinge so van capitael als renten daaraen kost en schadeloos te kunnen en mogen verhalen, belovende wijders so nodig betere vestenisse te sullen passeren. Des ten oirconde en sonder arg ofte list hebbe ik Scholtus voornoemt desen geteikent en gezegelt, gelijk sulks mede van de comparanten is gedaan. Actum Gramsbergen den 10 junij 1729. Sijnde desen geschreven op francijn, waaraen is hangende mijn groot zegel, gedruckt in roden wassche, aen een francijnen steert.

In de kantlijn van die akte staat: Het hierneven staande capitaal ad 1000 guldens is op den 1 meij 1750 weder afgelost en betaalt, en de originele brief hiervan is door de erfgen(amen) van wijlen juffr. A. van Borne an de rentgever weer terugge gelangt, van welke ik ben versogt desen te roijeren. Actum Heemse den 15 maij 1750. Arnold Voltelen, Scholtus.

De volgende akte in het vrijwillig rechterlijk archief, waarin gesproken wordt over het erve Zaalkamp te Den Velde, is gedateerd 19 juli 1776:
Ik Barend van Borne, van wegens hoger overigheid, gesubsitueerde verw. scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere dat voor mij en keurnoten, die waren pr. J. van Riemsdijk en Arend Ophof, persoonlijk in den Gerigte gecompareerd en erschenen is de weleerwaarde heer Statius van Riemsdijk, rustend leeraar der gemeinte van Ootmarssen (Ootmarsum); en verklarende de heer comparant voor hem selvs en namens sijne gesamentlijke kinderen, voor een somma van coopspenningen, bedragende tweehonderd car. guldens, die op heden aan hem heer comparant ten genoegen sijn voldaan en betaald, met teruggevinge van een obligatie van tweehonderd guldens door de heer comparant en wijlen desselvs ehevrouw Hermanna Reiners op den 25 october 1759 opgenomen en aan haar verstrekt, bij desen in de bestendigste forma landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan desselvs neev de verwalter Scholtus Jacobus van Riemsdijk en sijn ehevrouw Clara van Riemsdijk geboren Stolte twee dagwerken hooijland, gelegen in de Veldenermaaden onder de boerschap Den Velde in dit Schoutampt, sijnde oorspronkelijk uit het erve Zaalkamp en mandeling met twee gelijke dagwerken aan gem. verw. Scholtus J. van riemsdijk toebehorende; wesende voorts allodiaal goed en met haar regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten, so van heerenschattingen als anders daarop staande, soo en in diervoegen als deselve aan hem heer comparant en sijne kinderen in eigendom hebben toebehoord. Doende de heer comparant voor hem slevs en namens sijne kinderen daarvan bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, hem en sijne kinderen daarvan also ontervende en de gemelde copers en betalers de verw. Scholtus J. van riemsdijk met desselvs ehevrouw en erfgenamen daar wederom aanervende; belovende de heer comparant voor hem selvs en namens sijne kinderen ook deze cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen voor alle evictie en opsprake als na Landregte behoord. In kennisse der waarheid is desen door mij gesubstitueerde verw. Scholtus voornoemd, met de heer comparant voor hem selvs en namens sijne kinderen getekend en gezegeld. Actum Hardenbergh den 19 julij 1700 ses en seventigh.

Vervolgens treffen we deze akte aan in het vrijwillig rechterlijk archief, d.d. 5 juli 1785:
Ik J.G. Pruim, van wegens hooger overheid verw. Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificere dat voor mij en keurnooten, die waren de oud-bmr. D.J. Rustenberg en Gerrit Nijman, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Gerrit Schuurman en deszelfs huisvrouw Fennegien Schuurman, tutore marito, woonachtig ten Velde. En verklaarden zij comparanten voor eene summa van koopspenningen die aan haar ten genoegen door de koopers zijn voldaan met tot derzelver laste te neemen van alzoodanige capitaale summa groot tweeduizend carolij guldens en de daarop verlopene renten ad driehonderd en vijftig guldens en tien stuivers, als Lambertus Rietberg en deszelfs ehevrouw woonächtig te Zwolle (ingevolge gerichtlijke hijpothecatie en obligatie op de hieronder gespecificeerde parcelen landerijen gevestigd) van haar comparanten zijn competerende, bij dezen in de beste en bestendigste forma landrechtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Jan Roelofs, woonachtig te Radewijk, en Albertus Schoonekamp, woonächtig te Holtheme, de volgende parceelen landerijen: als het erve Zaal-kamp met den brink, en het houtgewas daaromstaande, Gerritsstukke bij den Slingenberg gelegen, vijf dagwerken hooijland in het Eggen-Goor, en een stukjen zaaijland daarbij leggende op Konings-kamp, groot ongeveer tien spind lands, en het Plaggen-Slag in het Holthemerbroek bij het erve Zaalkamp gehorende; voorts hun comparanten woonhuis met den daaraan gelegenen gaarden: en voorts alles met zoodanig recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, als daarbij is gehorende. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende, en de voornoemde Jan Roelofs en Albertus Schonekamp en derzelver erfgenamen daar wederom aanërvende; met belofte om ook deze cessie en overdragt ten allen tijden te zullen staan, wachten en waaren voor alle evictie en opspraake als na Landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik verw. Scholtus voorn. deze benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd, en ze voorts ook voor de comparanten, omdat dezelve geene zegels en hadden, op  derzelver verzoek met mijn kleine zegel gezegeld. Actum Hardenbergh den 5 julij 1700 vijfentachtig.