Fragment van kaart van N. ten Wolde, met vermelding van ’t Jagershuis, anno 1791.

Op 12 december 1820 hield notaris Antoni van Riemsdijk een boedelinventarisatie op den Huize Heemse, no. 56, te Heemse, op verzoek van de hoogwelgeboren heer jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, weduwnaar en boedelhouder van wijlen de hoogwelgeboren vrouwe Maria Clara gravinne van Rechteren, lid van de Ridderschap dezer provincie en breedgeërfde, domiciliërende op den Huize Heemse, zo voor zichzelven uit hoofde der gemeenschap van goederen tusschen zijn hoogwelgeborene en deszelfs wijlen ehevrouwe bestaan hebbende en als derzelver mede-erfgenaam voor een-vierde gedeelte haarer nalatenschap en als vruchtgebruiker van een ander vierde gedeelte derzelve, krachtens haar testamentaire dispositie op den 2 februari 1813 gepasseerd, als in naam en kwaliteit van vader en wettigen voogd van Willem Jan Petrus van Foreest, student in de rechten aan de Hooge School te Utrecht, oud 20 jaaren, Nannette van Foreest, oud 15 jaaren, Christina Louisa van Foreest, oud 13 jaaren, Theodora Sophia van Foreest (oud 9 jaaren) en Christina Ebella Cornelia van Foreest (oud 7 jaaren), deszelfs minderjarige kinderen. Tot de vele onroerende goederen behoorde de katerstede het Jagers, te Heemse gelegen, ten zuiden aan het Bosch of de Plantagie liggende, hebbende katerstede het Nijkamp ten westen en bestaande in derzelver behuizinge numero 60… (aktenr. 240, scan 16).

In 1827 werd ’t Jagers waarschijnlijk bewoond door jager Hermen Heersmink en echtgenote Willemina Buitendijk.

Bij de aanvang van het kadaster in 1832 werd het Jagers in Heemse geregistreerd onder sectie B no. 1130 op legger 101 ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 101/458: Sectie B-1130. Huis en erf. In 1845 verkoop. Over op:
Legger 769/58: Eigendom van Dirk Lammers, rentenier te ‘s-Gravenhage. Vruchtgebruiker was jonkheer Jacob van Foreest van Heemse en mede-eigenaren.

In 1855 werd de havezate Heemse geveild. Onderdeel van de veiling van de nagelaten bezittingen van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse was het huis ’t Jagers. In de veilingsakte lezen we:

Het negentiende perceel: Een huis en erf met bouw- en weiland, het Jagers genaamd, gelegen te Heemse voormeld, tezamen groot een bunder, vierennegentig roeden, twintig ellen, kadastraal bekend onder sectie B numeros 1130, 1129 en 1131. De premie van inzate van dit perceel is bepaald op twee gulden. Over op:

Legger 1250/4: Eigendom van jonkvrouwe Theodora Sophia van Foreest van Heemse, echtgenote van Jan Arent baron van Ittersum (en mede-eigenaren). In 1856 publieke verkoop. Over op:
Legger 489/103: Eigendom van Isaac Antonij van Roijen, advocaat en notaris te Zwolle. In 1856 vereniging van percelen. Over op:
Legger 1433/80: Eigendom van mr. Isaac Antonie van Roijen, commissaris des konings te Groningen. In 1866 afbraak en vereniging. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1866.

Legger 1433/186: Nieuwe sectie B-4669. Weiland. In 1869 boedelscheiding. Over op:
Legger 2894/8: Eigendom van mr. Jan Hermannus van Roijen, advocaat en notaris te Zwolle (en mede-eigenaar). Later eigendom van Anna Aleida van Engelen, weduwe van J.H. van Roijen, en van mr. Stephanus Jacobus van Roijen (beiden voor de helft).

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880.

In 1887 verkoop. Over op:
Legger 3079/79: Eigendom van Egbert Schutte en echtgenote Jennegien Beuker. Zij lieten op ’t naastgelegen perceel in 1913 een nieuwe boerderij bouwen dat nog bestaat. Het is geadresseerd aan de Oude Rheezerweg 1 in Heemse.