In het Statenarchief (toegang 0003.1, inv.nr. 3021) wordt deze taxatiestaat bewaard, opgesteld door schout Aernolt Voltelen en Jan Fredericks d’Olde, betreffende het erve Velsink, gelegen in het Carspel van den Hardenberg, boerschap Heemse. Het erve behoorde onder het rentambt van Sibculo en Albergen. Uit de inventarisatie blijkt dat de bijbehorende landerijen prachtige veldnamen droegen als de Viskoele, den Voerelink, het Steenstuk, het Sumpel en den Kalseboom.

Taxatie van ’t Velsink, anno 1719.

In 1791 werd de havezate Heemse ‘in kaart gebracht’ door tekenaar N. ten Wolde. Zijn tekeningen zijn bewaard gebleven in het Drents Archief. Op een ervan staat ook ’t Velsink ingetekend.

Fragment van kaart van N. ten Wolde, anno 1791.

In 1820 werd ’t erve Veldsink in Heemse bij opbod verkocht door notaris Antoni van Riemsdijk in opdracht van eigenaar landbouwer Lubbertus Bosman, genaamd Veldsink. Lubbertus was in 1772 geboren op ’t erve Bosman in Radewijk. Hij was op 17 oktober 1800 te Heemse getrouwd met erfdochter Hendrikjen Veldsink. Hij trouwde bij haar in op ’t Veldsink en nam de erfnaam aan. Daar ook werden hun kinderen geboren tussen 1802 en 1821.

Overijsselsche Courant, 18 juli 1820.

Op 13 juli 1820 vond de eerste veiling of ‘inzate’ plaats. Kavel numero 1 betrof het woonhuis op het erve Veldsink te Heemse, numero 54, met grond en wheere en daartoe gehorende volle begraafplaats op het kerkhoff en een-vierde waardeel in de gemene markte van Heemse en Collendoorn c.a. De notariële akte van de definitieve veiling werd geschreven op 20 juli 1820. De eerste en vijfentwintigste kavel werd gezamenlijk gekocht door Jan Bruins, griffier bij ’t Vredegerecht te Hardenberg. Hij betaalde er 3701,25 voor (aktenr. 195 en 199).

Het echtpaar Veldsink verhuisde vervolgens van Heemse naar ’t ouderlijk erf van Lubbertus, het Bosman in Radewijk.

Op de eerste kadastrale kaart, anno 1832, staat ’t erve Velsink ingetekend als sectie B-1198, gelegen tussen het huis van de havezate Heemse en de boerderij van ’t erve Geerts. Het erve was eigendom van vrederechter Jan Bruins te Heemse.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1832.

Op 11 november 1833 verleed notaris Swam te Gramsbergen een hypothecaire akte (aktenr. 536), waarin Jan Bruins, vrederechter van ’t kanton Hardenberg, wonende te Heemse, verklaarde 1000 guldens schuldig te zijn aan Harmen Hendrik Quae, landbouwer te Holtheme. Als onderpand stelde hij ’t erve Veldsink in Heemse. Het erve bestond uit een woonhuis, met de ten zuiden en zuidwesten gelegen gaarden ter grootte van ca. drie roeden en drieëndertig ellen, met de daarbij behorende kamp zaailand ‘den Berg’ genaamd ter grootte van een bunder, vierendertig roeden en veertig ellen. Het Veldsink werd op dat moment bemeijerd (gepacht) door Hendrik Lenters en echtgenote Jennigjen Gerrits. Zij waren op 16 april 1824 getrouwd in Heemse.

Vijf jaar later, op 19 november 1838, werd de hypotheekakte alweer geroyeerd door notaris Swam: Voor ons compareerde Harmen Hendrik Quae, landbouwer wonende te Holtheeme, gemeente Gramsbergen voorschreven, zijnde aan ons notaris volkomen bekendt. Dewelke verklaarde te consenteeren in de vernietiging der hypothecaire inschriptie van het erve Veldsink genaamd, leggende te Heemse in de gemeente Ambt Hardenbergh, kanton Ommen voorschreven, bestaande uit een woonhuis met de ten zuiden en zuidwesten gelegenen gaarden, groot ongeveer drie roeden en dertig ellen, met den hiertoe gehorenden kamp zaaijland, den Berg genaamd, groot een bunder, vierendertig roeden en veertig ellen, beland aan de zuid en zuidwestzijde de landen van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse en ten oosten de algemeene rijweg, in voegen als thans wordt bemeijerdt door Hendrik Lenters aldaar op den tienden januarij eenduizend agthonderd vierendertig in de registers van hypotheken in het arrondissement Deventer onder deel agtendertig, numero elf, ten zijnen voordeele genomen, tegens Jan Bruins, destijds vrederechter des kantons Hardenbergh, woonagtig te Heemse voorschreven, thans kantonsrechter te Enschede en mede aldaar wonende, tot zekerheid eener kapitale somme van eenduizend guldens, krachtens akte van obligatie gepasseerdt voor ons notaris in dato elfden november eenduizend agthonderd drie en dertig, den negentienden daaraanvolgende behoorlijk te Ommen geregistreerdt. Authoriseerende alzo den heer bewaarder der hypotheeken in het arrondissement Deventer voorschreven tot het royeeren van opgemelde inschriptie van voorschreven vaste goederen van het genoemde erve Veldsink, met verzoek daarvan akte af te geven, waarmede hij ten allen tijde wel en wettig zal zijn gedechargeerd. Waarvan akte. Gedaan en gepasseerdt ten onzen kantore ter stede Gramsbergen voormeld, op heden den negentienden der maand november eenduizend agthonderd agt en dertig… (aktenr. 807)

Legger 62/30: Eigendom van vrederechter Jan Bruins. Sectie B-1198. Huis en erf. In 1838 ruiling.

Op 5 december 1838 verleed notaris Antoni van Riemsdijk een hypotheekakte op verzoek van Hendrik Lenters Janszoon en echtgenote Jennechien Everts of Gerrits. Zij hadden 1500 guldens geleend van Johanna Rustenberg, weduwe van Derk Santman Janszoon, logementhoudersche te stad Hardenberg. Als onderpand gold een gedeelte van het erve het Veldsink te Heemse, door hun zelve bewoond en gebruikt wordende, te weten: het woonhuis gecoteerd numero 54 aldaar, met deszelfs grond en wheere, staande en liggende aan de zogenaamde Grote-Steege, tegenover het erve het Luggerts of Arnink en ten zuiden van dat het Geerts of Warmink geheeten, van welk laatste door eene andere steeg uitlopende na den zogenaamden Brand, is afgescheiden; op de kadastrale plans sectie B als huis en erf onder numero 1198 voorkomende, ter grootte van drie roeden en dertig ellen, mitsgaders met de daartoe gehorende begraafplaats op het kerkhof of de grafplaats te Heemse (aktenr. 1327).

Legger 510/2: Eigendom van Hendrik Lenters en echtgenote Jennechien Everts of Gerrits, landbouwers te Heemse. In 1841 verkoop voor f. 1.600,- Over op:

In het archief van de voormalige gemeente Ambt Hardenberg (toegang 005, inv.nr. 1449) bevindt zich deze brief, gericht aan de Gouverneur van Overijssel, gedateerd 3 mei 1841:
In voldoening aan uwer excellenties missive van den 23 der vorige maand, waarbij ten fine van berigt en consideratien in onze handen wordt gesteld een rekwest van afgescheidenen in het Ambt Hardenbergh, verzoekende om als eene gemeente te worden toegelaten, hebben wij de eer met terugzending van stukken te dienen. Dat de rekwestranten en onderteekenaren zich hebben afgescheiden van het hervormd kerkgenootschap, om reden hen daartoe moverende, en allen zijn wonende in deze gemeente en daarom verzoeken, als eene christelijke afgescheidene gemeente in de burgerlijke maatschappij te worden erkend en toegelaten. Dat zij tot eventuele uitoefening van hunnen eeredienst in het dorp Heemse hebben aangekocht een woonhuis, het Veldsink genaamd, sectie B no. 1198, hetwelk behoorlijk ingerigt, daartoe zeer geschikt en groot genoeg is voor eene gemeente van slechts 57 zielen, welke mogelijk nog met een twintigtal zal worden vermeerderd uit de gemeente Stad Hardenbergh en Gramsbergen. Zijnde dit woonhuis ongeveer 230 ellen afstands verwijderd van het kerkgebouw te Heemse en wat betreft deszelfs ligging behoeft men voor geen hinder in de uitoefening van den godsdienst in dat kerkgebouw of stoornis der publieke orde en veiligheid te duchten. Dat de verklaring, nevens het rekwest gevoegd, en gevorderd bij Z.M. besluit van den 9 januari l.l. is afgegeven door den burgemeester dezer gemeente op verzoek van de gezamenlijke rekwestranten. Dat echter door hun niet schijnen te zijn overgelegd de bijlagen vermeld onder letters a, c en d, zoodat wij omtrent deze stukken niet kunnen berigten of zij op den duur het bepaalde bij lid c wel zullen nakomen, moet de tijd leeren, daar er onder alle de rekwestranten slechts twaalf personen gevonden worden welke als gegoed kunnen worden beschouwd, terwijl al de overigen tot de mindergegoeden stand zijn behorende en mogelijk weinig of niet tot de kosten van hunnen eeredienst en verzorging hunner behoeftigen kunnen bijdragen. Dat voor zoverre wij zijn geïnformeerd, hebben de rekwestranten tot hunnen leeraar beroepen een zeker persoon wonende te Vriezenveen, welke het bedrijf van kleedermaker uitoefent, en zich in eenige weken tijds heeft bekwaam gemaakt voor deze zijne gewigtige betrekking. Dat alle rekwestranten bij ons bekend zijn als lieden, staande ter goeder naam en faam en daar het niet te voorzien is dat zij tot het genootschap waarvan zij zich hebben afgescheiden, zullen wederkeren, zoo nemen wij de vrijheid U te verzoeken het gedaan verzoek goedgunstig te ondersteunen.

Legger 598/2: Eigendom van Hendrik Timmerman en echtgenote Hendrikjen Hannink, landbouwers te Rheeze. In 1841 splitsing. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1842.

Legger 598/3: Nieuwe sectie B-1577. Kerkhuis. In 1847 stichting. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1868.
Kadastrale veldwerkkaart.

Legger 598/7: Nieuwe sectie B-4781. Kerk en erf. In 1872 rectificatie. Over op:
Legger 3161/2: Eigendom van de christelijk gereformeerde gemeente te Heemse (zie hulpregister no. 4 hypotheken, deel 26, nr. 716). Sectie B-4781. Kerk en erf. In 1873 terreinverandering. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1873.

Legger 3161/7: Nieuwe sectie B-5112. Kerk en erf. Huisnr. A-85. In 1903 verkl. Over op:
Legger 6193/8: Eigendom van de gereformeerde kerk te Heemse (zie register van overschrijving hypotheken, deel 482 nr. 64).

Overijsselsche en Zwolsche Courant, 19 februari 1903.

Op 7 maart 1903 meldde het Salland’s Volksblad:
Bij de aanbesteding van den kerkbouw voor de Geref. Kerk te Heemse, werden de volgende biljetten ingeleverd: H. Danser te Meppel f. 9963. H.H. Koers te Wierden f. 9775, E. van Antwerpen te Meppel f. 9750, G.F. Miskotte te Meppel f. 9182, E. en G.J. Hamhuis te Heemse f. 8949, Gebr. Diphoorn te De Krim f. 8860, H. Reinink te Balkbrug f. 8880, J.B. Hof te Steenwijkerwold f. 8850, B. Kip te Avereest f. 8700, Wever en Wijnands te Musselkanaal f. 8674 en K.A. Hakkert te Avereest f. 8546.

Het Salland’s Volksblad meldde op 14 maart 1903:
Heemse. Naar wij vernemen is de bouw der nieuwe kerk voor de Gereformeerde Kerk (A) gegund aan den laagsten inschrijver, de heer K.A. Hakkert te Avereest. Het zal ongetwijfeld een aanwinst voor onze plaats zijn. Het oude gebouw zal aanvankelijk grootendeels blijven staan.

In mei 1903 was het muurwerk al op orde en werd begonnen met het aanbrengen van de kapconstructie. Begin juni was de vlag in top. In augustus werd het oude kerkgebouw te koop aangeboden.

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant meldde op 17 november van dat jaar:
Heemse, 15 Nov. Naar we met zekerheid vernemen, zal de nieuwe Gereformeerde kerk alhier op Woensdag namiddag 25 dezer worden ingewijd. Het ruime en sierlijke gebouw, ’t welk naast het oude, bouwvallige kerkje is geplaatst, doet den aannemer, den heer K. A. Hakkert van Dedemsvaart, alle eer aan.

Het Salland’s Volksblad van 28 november 1903 meldde:
Heemse. Woensdagnamiddag werd het nieuwe bedehuis der Geref. Kerk A alhier in gebruik genomen. Ds. Doekes sprak over Ps. 27:4. Ter inleiding herinnerde spreker der gemeente aan de 70 jaren ballingschap van het volk Israëls in Babylon en daarnaast aan het bijna 70 jaren vertoeven in het oude kerkgebouw. Hartelijk dank werd gebracht aan allen die hadden medegewerkt aan de voltooiing van het fraaie kerkgebouw. Ten laatste betrad ds. Goris van De Krim den kansel, die aangename herinneringen ten gehoore bracht betreffende het oude kerkgebouw en wees op vroegere dienaren.

Links het restant van de oude kerk: de vroegere boerderij van ’t erve Veldsink. Daarnaast de in 1903 gebouwde gereformeerde kerk.

Legger 6193/11: In 1906 stichting, splitsing en sloop. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1905.

Legger 6193/12: Nieuwe sectie B-6253. Kerk. In 1911 bijbouw. In 1930 uitbreiding/verbouw kerkgebouw. Nieuwe sectie B-6519.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1921.

In 1936 bijbouw vergaderlokaal achter kerk aan bestaande vergaderzaal. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1911.

Legger 6193/14: Door dading vanaf 1948 eigendom van de gereformeerde kerk onderhoudende art. 31 te Heemse (zie register van overschrijving hypotheken, deel 928, nr. 16). In 1962 hermeting. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1962.

Legger 6193/30: Nieuwe sectie B-7685. Kerk, tuin, 2 huizen, pastorie en bergplaats. In 1965 uitbreiding. Over op:
Legger 6193/31: Kerk, pastorie, 2 huizen, school, bergplaats, tuin, rijwielstalling. In 1968 stichting. Over op:
Legger 6193/37: Kerk, pastorie en 3 huizen. In 1969 vereniging van percelen. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1969.

Legger 6193/39: Nieuwe sectie B-8226. Kerk, pastorie, noodschool, speelplaats, huis, garage, tuin aan de Weidebuurt. In 1972 ruiling. Over op:
Legger 6193/43: Nieuwe sectie B-8512. Kerk, pastorie, verenigingsgebouw, noodschool, speelplaats, huis, garage, tuin en erf. In 1980 sloop en nieuwbouw. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1981.

Legger 6193/45: Verenigingsgebouw, kerk, erf, huis, pastorie, garage en huis aan de Weidebuurt.