In het vrijwillig rechterlijk archief van ’t voormalige schoutambt Hardenberg vinden we deze akte, gedateerd 7 februari 1776, waaruit blijkt dat het Kuipers werd bewoond door de pachter Hendrik Roelofs en zijn vrouw Harmtien Coertsen:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere hiermede dat voor mij en keurnoten die waren pr. J. van Riemsdijk en Willem Jansen, persoonlijk in den Gerigte gecompareerd en erschen sijn Hendrik Roelofs en sijn huisvrouw Harmtien Coertsen, tutore marito, thans woonagtig op ’t Cuipers in de Meene; en verklaarden sij comparanten wegens opgenomene en aan haar verstrekte penningen, opregt en deugdelijk schuldig te wesen aan de weleerwaarde heer Rutgerus Mazier, rustend leeraar der gemeinte van Gramsbergen, en desselvs ehevrouw juffrouw Johanna Hendrina van Dijk, woonagtig te Zwolle, een capitale summa van vierhonderd car. guldens ad twintig stuiv. het stuk, zegge 400 guldens. Aannemende en belovende sij comparanten deselve jaarlijx en alle jaren tot de aflosse toe (dewelke na voorgegane loskondiginge ofte opsage van de eene of andere zijde van een half jaar voor den verschijndag sal kunnen, mogen en moeten geschieden) te sullen verrenten met drie en een halve gelijke guldens van ieder honderd gerekend; edog de interesse jaarlijx binnen drie maanden na den verschijndag voldoende, alsdan tegens drie percents; zullende het eerste jaar interesse hiervan wesen vervallen op den eersten november 1700 ses en seventigh, en so vervolgens tot de aflosse continueren. Verklarende sij comparanten, onder renuntiatie van alle exceptien die desen mogten contrariëren, daarvoor niet alleen tot een generaal verband te verbinden haare personen en goederen, geene uitgesonderd, maar ook bij desen tot een speciaal hijpotheecq en onderpand daarvoor te verbinden en te stellen haar comparanten eigendommelijke allodiale vier opgaande veenakkers, naast elkanderen, met de oostzijde aan Harm Timmerman en met de westzijde aan Hend. Benen, op ’t Anerveen gelegen, met het daar bij gehorned regt van drift- en plaggewhaere, so als te samen door haar comparanten uit het erve Hoeberts tot Ane is aangekogt. En dan nog haar comparanten eigendommelijke eene opgaande veeneakker met de oostzijde aan Hend. van Tarel en met de westzijde aan Will. Loshaar, mede op ’t Anerveen onder dit Schoutampt gelegen; ten einde om in geval van onverhoopte misbetalinge, so van capitaal als renten, als dan het voorn. capitaal van vierhonderd guldens met de onbetaalde interessen daaraan ten allen tijden cost en schadeloos te kunnen en mogen verhalen. In kennisse der waarheid is desen door mij verw. Scholtus voornoemd, met de comparanten getekend en door mij gezegeld en omdat sij comparanten geen zegels en hadden, so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh, den 7 februarij 1700 ses en seventigh.
De volgende akte over het Kuipers wordt ook bewaard in het vrijwillig rechterlijk archief, gedateerd 12 augustus 1788:
Ik J.G. Pruim, van weegens hooger overheid verw. Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe kond en certificere: dat voor mij en keurnooten, die waren de heer burgemr. J. Muller en Hend. Baerslag, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn, Hendrik Haberts, woonächtig op de Klokhenne en deszelvs huisvrouwe Geesjen ter Haar, tuture marito; en Lambert Haberts, woonächtig te Gramsbergen en deszelvs huisvouw Geesjen Hulsebosch, tutore marito. En verklaarden zij comparanten, voor eene summa van koopspenningen die den eersten met den laatsten van dien, aan hun comparanten ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma Landrechtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Roelof Meilink en deszelvs huisvrouw Janna Tibert, het erve Kuipers, kenlijk gelegen in de Meene, bestaande in het woonhuis en schuure, met een gaarden achter de schuure, en een gaarden achter Beenengaarden gelegen, langs den Heerenweg; voorts vier mudden zaaijland op Leenerskamp; twee mudden zaaijland, Jagersland genaamd; een half mudde lands t’eindens den voorz. gaarden langs den Heerenweg; een mudde lands, genaamd het Leege kampjen; één half mudde land langs Jagersland; een en een half mudde land op de kampen tegens den gem. gaarden; één en een vierde mudden lands langs de Steege, Wunnemansland genaamd; voorts het recht van inweiding voor zes oude ganzen en een gent, op de Holthoner Segge; één halve plaggen- en driftwhaare in de markte van Aane; één dagwerk hooijland, het Goor genaamd; zeven koeweiden gelegen op de Vechte; zeven dagwerk hooijland in de Meene; twee dagwerken hooijland en de Paardenweide, genaamd het Wunnemans, bij voorz. huis gelegen; twee en een half dagwerk op de Haandrik; een en een half akker turf-veen in de Rode Schans; twee hoekjes turfveen in ’t Bruineveld, en een hoekjen turf-veene in het Ennevelder veene, alle tezaamen in dit Schoutampt onder Aane, Holtheeme en Ennevelde gelegen. Ende zulks alles met zijn rechten en gerechtigheden, raad en onraad, lusten en lasten van dien als daarbij en aan zijn gehorende. Doende zij comparanten daarvan bij dezen afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde; hun en hunne erfgenaamen daarvan ontërvende bij dezen, en de voorn. koopers en betaalers Roelof Meilink en deszelvs huisvrouw en erfgenaamen daar wederom aanërvende; met belofte om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en whaaren voor alle evictie en opspraake als naar Landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik verw. Scholtus voornoemd, deze benevens de comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd; en ze voorts ook voor de comparanten, omdat dezelven geene zegels en hadden, op derzelver verzoek met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum te Gramsbergen den 12 augustij 1700 achtentachtigh.
In 1832 was het huis en erf eigendom van Roelof Meijlink, weduwnaar van Janna Tiebert. Zij waren op 8 mei 1782 getrouwd te Gramsbergen. We vinden het erf in 1832 in de zgn. ‘Geer en Meene Esch’ in sectie C no. 276 op legger nr. 304. Het erf is nu geadresseerd aan De Meene 1.
304/10: Sectie C-276. Huis en erf. Roelof Meijlink overleed op 10 december 1833 in de Meene. Het Kuipers ging daarna over op zijn erfgenamen. In 1861 gedeeltelijke onteigening. Over op:
1106/16: Eigendom van kleinzoon Jan Harm Meilink en mede-eigenaren. Jan Harm trouwde op 6 juni 1862 te Gramsbergen met Aaltjen Waaijman.
Op 18 juli 1863 verleed notaris Swam te Gramsbergen een transportakte op verzoek van landbouwer Jan Hendrik Meilink. Deze verklaarde verschillende onroerende goederen voor 7000 gulden te hebben verkocht aan zijn broer Jan Harmen Meilink en diens echtgenote Aaltjen Waaijman in de Meene, waaronder het huis, met erf en schuur op sectie C-276. De onroerende goederen waren afkomstig van hun wijlen ouders Jan Meilink en Aaltjen Reurink (aktenr. 2885).
1459/15: Eigendom van de minderjarige Johanna Meilink, dochter van Jan Harm en Aaltjen (zie hulpregister hypotheken deel 175, nr. 116). Jan Harm Meilink was slechts 33 jaar oud toen hij op 10 september 1865 stierf. Huisnr. B-91. Huis en erf met schuur. Aaltjen Waaijman hertrouwde op 18 september 1873 te Gramsbergen met Gerrit Willem Altena uit Lutten. In 1888 bijbouw. Over op:
1459/35: Nieuwe sectie C-1244. Huis, schuren en erf. In 1892 boedelscheiding. Over op:
2587/20: Eigendom van Gerrit Willem Altena en Aaltjen Waaijman (voor de helft), Hendrik Slingenberg en echtgenote Johanna Meilink (voor 1/8ste), Gerrit Jan Lambers en Johanna Harmina Altena (voor 1/8ste), Jan Drenten en Geesjen Altena (voor 1/8ste) en Lambert Jan Roelof Altena en Johanna Drenten (voor 1/8ste) (zie register van overschrijving hypotheken, deel 386, nr. 95). In 1913 boedelscheiding. Over op:
3790/17: Eigendom van Lambert Jan Roelof Altena en Johanna Drenten (zie register van overschrijving hypotheken, deel 574, nr. 142). Zij waren op 13 juni 1912 getrouwd te Gramsbergen. In 1920 stichting. Over op:
3790/25: In 1928 verbouw. Over op:
3790/35: Twee huizen, schuren en weiland. In 1932 stichting. Over op:
3790/36: Twee huizen, schuren en weiland. In 1953 stichting. Over op:
3790/39: Twee huizen, schuren en weiland. In 1954 stichting. Over op:
3790/40: Nieuwe sectie C-1885. Huis, schuren, bouw- en weiland. Opgenomen in de ruilverkaveling. Nieuwe sectie: H-108, gelegen aan de Teunisbrugweg (later straatnaam gewijzigd in De Meene).