Schout J.G. Pruim registreerde op 26 december 1796 een hypotheekakte op verzoek van Hendrik Lambert Wijgmink. Hij verklaarde 50 carolyguldens schuldig te zijn aan Berend van der Veen op ’t Lijsen te Bergentheim. Tot een speciaal onderpand stelde hij het erve Boers op den Merjenberg.

Op 12 april 1811 registreerde G.J. Crull, griffier van ’t Vredegerecht te Hardenberg, een akte van huwelijkse voorwaarden tussen Albertus Wilpshaar en Hillegien Wiegmink. Daarin werd o.a. bepaald dat bij de huwelijksvoltrekking meteen de helft van de eigendommen van de moeder van de bruid, weduwe Janna Wiegmink-Boers, zou overgaan op het bruidspaar.

Op 6 april 1822 registreerde notaris Antoni van Riemsdijk de testamenten van Hillechien Wijchmink en echtgenoot Albertus Wilpshaar, wonende in huisnr. 22 op den Mariënberg. Zij benoemden elkaar, over en weer, tot universeel erfgenaam (aktenr. 168 en 69, scan 276 en 275). Albertus en Hillechien waren op 3 mei 1811 getrouwd te Hardenberg. Albertus was afkomstig uit Holtheme en Hillechien uit Bergentheim.

Notaris Antoni van Riemsdijk verscheen op 14 mei 1828 ten huize van Albertus Wilpshaar, wonende op den Mariënbergh ter buurtschap Bergentheim (numero 22). Albertus fungeerde in naam en kwaliteit als curator over de vacante of onbeheerde boedel en nalatenschap van Roelof Jan van Deventer, in leven commies te voet bij ’s Rijks belastingen, gestationeerd op den Mariënberg en aldaar ten woonhuize van Wilpshaar overleden op 19 november 1827. Albertus Wilpshaar was tot curator benoemd bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Deventer op 9 april 1828. Notaris Van Riemsdijk maakte die dag een boedelinventaris op. Zo registreerde hij o.a. de aanwezigheid van een vurenhouten koffer, twee petten, een paar laarzen, een pistool, een karabijn met zijn bajonet, een paar bretellen, een cravatte, een roodlederen portefeuille, een scheerdoosje, een scheerriem en een genever-vlesje (aktenr. 713, scan 159).

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 is ’t Boers eigendom van landbouwer Albertus Wilpshaar en echtgenote Hillegien Wiegmink. Het werd geregistreerd op legger nr. 414 als sectie H-353. 

Fragment van oorspronkelijk minuutplan, anno 1832.

Legger 414/21: Sectie H-353. Huis en erf. In 1841 werd een huis bijgebouwd, naast de grote boerderij. Over op legger 414/24 en 414/25.

Kadastrale hulpkaart, anno 1842 (sectie H-427 en H-428).

Legger 414/24: Nieuwe sectie H-427. Huis en erf.

Op 20 februari 1852 verleed notaris Willem Swam de testamenten van Albertus Wilpshaar en echtgenote Hillechien Wiechmink op den Mariënberg. Zij legateerden hun resp. erfdeel aan hun nicht Hendrikjen Waterink, die bij hen inwoonde. Het betrof de behuizinge, met grond en wheere, aan de zuidzijde van de boerderij het Boers (aktenr. 1842).

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 2 april 1852.

Op 14 april 1852 begon notaris Swam met de openbare inzate. Het eerste kavel betrof het erve het Boers, staande en gelegen op den Mariënberg, bestaande in een huis met deszelfs grond en wheere, benevens het daarbij gelegene schapenschot, kadastraal bekend in sectie H-427 als huis en erf. Het eerste kavel werd ingezet door landbouwer Harmen Bouwhuis te Bergentheim voor 950 gulden. Veertien dagen later, bij de definitieve toewijzing, hoogde landbouwer Egbert Kampherbeek uit Baalder met 50 gulden. Vervolgens in de gecombineerde veiling, werd het eerste kavel, met een heleboel overige kavels, gemijnd door Egbert Kampherbeek voor 5.876 gulden. Deze verklaarde vervolgens de percelen te hebben gekocht voor de halfscheid voor zijn schoonzoon Gerrit Jan Bokking, landbouwer te Brucht (aktenr. 1861 en 1872).

Over op legger 792/9.
Legger 414/25: Nieuwe sectie H-428. Huis en erf. In 1854 verkoop (notaris Swam, aktenr. 2122). Over op legger 1204/6.

Legger 792/9: Eigendom van Gerrit Jan Bokking en echtgenote Jennegien Kampherbeek, landbouwers te Brucht. Zij zijn op 12 mei 1848 getrouwd te Heemse.

Op 29 april 1856 verleed notaris Swam uit Gramsbergen een hypotheekakte op verzoek van landbouwer Gerrit Jan Bokking. Deze verklaarde 1000 gulden schuldig te zijn aan zadelmaker Jan Hesterus Aleidanus Kramer te Coevorden. Als onderpand voor de lening en de verschuldigde rente verbond hij zijn onroerende goederen, waaronder de boerderij op sectie H-427 (aktenr. 2353).

Notaris Willem Swam verleed op 26 januari 1863 een hypotheekakte op verzoek van landbouwer Gerrit Jan Bokking te Bergentheim. Deze verklaarde 700 gulden te hebben geleend van landbouwer Harmen Roelofs in Brucht. Als onderpand voor de lening en de daarover verschuldigde rente stelde hij verschillende onroerende goederen, waaronder de boerderij op ’t Boers, sectie H-427 (aktenr. 2832)

In 1868 verkoop. Over op:
Legger 906/36: Eigendom van Jan Hesselink, landbouwer te Mariënberg (zie register van overschrijving hypotheken, deel 209, nr. 102). In 1868 afgebrand.

De twintigste juni 1868 is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de buurtschap Mariënberg. De Overijsselsche Courant meldde vier dagen later:
Ambt Hardenberg, 21 junij. Gisteren morgen omstreeks tien uur ontstond er op den Mariënberg in deze gemeente een hevige brand, waardoor vier woonhuizen, vier schuren, een schapenhok en een hooiberg de prooi der vlammen werden, en vier koeijen, vier kalveren, vijf varkens en een paard zijn omgekomen. Ook het grootste gedeelte der inboedels werd door het vuur vernield, alsmede eene aanzienlijke hoeveelheid gedorscht koren en ongeveer 27.000 ponden nieuw gewonnen hooi. De gebouwen waren alle en de inboedels met uitzondering van een, tegen brandschade verzekerd. De oorzaak is niet bekend.

Burgemeester H.N. van Roijen schreef op 21 juni aan de Commissaris van de Koning:
Ik heb de eer u mede te deelen dat er gisteren voormiddag te 10 uren ongeveer brand is uitgebroken ten huize van G.J. Lenters of ten huize van Gerrit Jan Bokking, beide landbouwers, wonende in het gehucht Mariënberg, huizen die elkander belenden. Toen de brand ontdekt werd, stonden die beide perceelen in volle vlam. Het vuur deelde zich mede aan eene schuur van genoemde Lenters, en vervolgens aan eene schuur van Jan Hesselink, aan diens hooiberg, woonhuis, afzonderlijk staande schuur en schapenhok, en vervolgens aan het woonhuis en schuur van Jan Snel, in het geheel zijn er derhalve te Mariënberg verbrand vier woonhuizen, vier schuren, een hooiberg en een schapenhok, zoodat het geheele gehucht eene prooi der vlammen is geworden. Het gehucht ligt op circa anderhalf uur afstand van Heemse. Des namiddags te een ure kreeg ik berigt van de brand en toen ik ter plaatse kwam, lag alles reeds in asch. De landbouwer G.J. Lenters was afwezig en heeft diens huisvrouw niets van den inboedel en het vee dat zich in het huis bevond, kunnen redden. Vier koeijen, drie kalveren en drie varkens kwamen in het huis van Lenters om. In het huis van Bokking bevond zich een oud paard dat, niet op kunnende staan, mede verbrand is. Ten nadeele van Jan Hesselink zijn verbrand een kalf en twee varkens, alsmede bijna den geheelen inboedel, alsook eene nog al aanzienlijke hoeveelheid gedorscht koren en ongeveer 27.000 ponden nieuw gewonnen hooi. De molenaar J. Snel heeft zijne geheelen inboedel kunnen redden. De gebouwen en inboedels zijn alle tegen brandschade verzekerd, met uitzondering van den inboedel van Hesselink, evenwel niet in evenredigheid.

Kadastrale hulpkaart, anno 1868. Alle opstallen zijn geamoveerd na de grote brand… (sectie H-945).

Legger 1204/6: Sectie H-428. Huis en erf. Eigendom van landbouwer Gerrit Jan Lenters en echtgenote Hendrikje Waterink. In 1868 afgebrand. Over op:
Legger 1204/17: Sectie H-946. Erf. In 1869 stichting nieuwe boerderij. Over op:

Kadastrale minuutkaart, anno 1869. De drie boerderijen zijn herrezen, maar niet op dezelfde locatie. ’t Boers werd iets meer naar het zuidoosten herbouwd op het voormalige perceel sectie H-735.

Legger 1204/19: Sectie H-1003. Huis, erf en schuur. Eigendom van landbouwer Gerrit Jan Lenters en echtgenote Hendrikjen Waterink. In 1876 verkoop.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 13 maart 1876.

Over op:
Legger 3593/8: Eigendom van landbouwer Jan Waterink en zoon Jan Hendrik Waterink, beiden te Diffelen. Zij waren afkomstig van het erve Den Pol te Mariënberg. Dat lieten ze nog datzelfde jaar 1876 afbreken… De familie Waterink heeft nog altijd de bijnaam Pols.

Jan Hendrik Waterink trouwde op 3 mei 1877 te Heemse met Egberdina Vrijlink uit Diffelen.

Kadastrale minuutkaart, anno 1880.
Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880 (sectie H-1003). De boerderij op ’t Boers is niet herbouwd op hetzelfde perceel…

In 1883 verkoop. Over op:
Legger 4364/8: Sectie H-1003. Huis, erf en schuur. Eigendom van landbouwer Jan Hendrik Waterink en consorten Gerrit, Evert en Evert Jan Waterink. Huisnr. C-42. In 1899 vereniging van artikelen. Over op:
Legger 4363/32: Eigendom van landbouwer Jan Hendrik Waterink en consorten Gerrit, Evert en Evert Jan Waterink. Huisnr. C-42. In 1909 herbouw boerderij en vereniging. Over op:

De nieuwe boerderij, met de muurankers 1909 op de voorgevel.

Legger 4363/48: In 1910 redresboeking. Over op:
Legger 6964/11: Eigendom van landbouwer Jan Hendrik Waterink en consort Evert Jan Waterink. Huisnr. C-42. In 1910 sloop, stichting en hermeting. Over op:

Kadastrale veldwerkkaart, mei 1910 (sectie H-2253).

Legger 6964/14: Nieuwe sectie H-2253. Huis, schuren, bouwland en grasgrond. In 1924 successie. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1913 (sectie H-2253).

Legger 6754/12: Eigendom van landbouwer Evert Jan Waterink (geb. 10-08-1878) en echtgenote Hendrikje Slotman te Mariënberg C-30. Zij zijn op 27 april 1900 getrouwd te Heemse. In 1930 splitsing. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1930 (sectie H-2858).

Legger 9794/1: Nieuwe sectie H-2858. Huis, schuur, bouw- en weiland. Eigendom van landbouwer Evert Jan Waterink. In 1936 vereniging en redreskaart. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1936 (sectie H-3043).

Legger 9794/2: Nieuwe sectie H-3043. Huis, schuur, erf, bouw- en weiland. In 1942 verkoop deel van perceel. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, januari 1942 (sectie H-3305).

Legger 9794/3: Sectie H-3305. Huis, erf, schuur, bouw- en weiland. In 1951 verkoop deel van perceel, vereniging van percelen en stichting. Over op:

Kadastrale hulpkaart, mei 1951 (sectie H-3474).

Legger 9794/4: Nieuwe sectie H-3474. Huis, schuren, bouw- en weiland. In 1955 verbouw en in 1960 verkoop deel van perceel. Over op:
Legger 9794/6: Nieuwe sectie H-3751. Huis, schuren, bouw- en weiland. In 1961 hermeting en in 1964 stichting. In 1969 verkoop. Over op:
Legger 15328/1: Eigendom van Derk Jan Vinke en echtgenote Hendrikje Waterink. In 1980 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:

Kadastrale veldwerkkaart, 13 mei 1974 (sectie AC-218).

Legger 19999/1: Nieuwe sectie AC-218. Huis, schuren, erf en cultuurland aan de Oudeweg 26. Eigendom van landbouwer Derk Jan Vinke en echtgenote Hendrikje Waterink.