Archieven: 2015-08-31

Toen, op 31 augustus 1928: de Opel komt naar Hardenberg.

Het Sallands Volksblad van 31 augustus 1928 meldde:
“Heemse. De firma Oostenbrink en Lägers is agenture geworden van de wijdvermaarde Opel-automobielen en rijwielen. ’t Rayon dezer agenture strekt zich uit over het noordoosten van Overijssel en het zuiden van Drenthe. ’t Mag als bekend verondersteld worden dat de Opel-fabriek de grootste in de Duitsche automobielindustrie is…”


Toen, op 24 augustus 1815: koningsfeest in Hardenberg.

Koning Willem I.

De ‘Overijsselsche Courant’ van 1 september 1815 deed uitgebreid verslag van de eerste Koningsdag in Hardenberg. Koning Willem 1, geboren als Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau (Den Haag, 24 augustus 1772 – Berlijn, 12 december 1843) was de eerste Koning der Nederlanden uit het huis Oranje-Nassau. Op 16 maart 1815 had hij zichzelf uitgeroepen tot koning der Verenigde Nederlanden.

“Hardenbergh, den 24 augustus. Heden vierden de ingezetenen dezer gemeente den verjaardag van Z.M. Willem den Eersten, koning der Nederlanden, hunnen geëerbiedigden en geliefden Souverein.

In den vroegen morgen kondigden het uitsteken van Nationale en Oranje vlaggen uit de publieke gebouwen, het luiden der klokken en het doen van salvoschoten, zoo van voor het gemeentehuis, als van de naburige huizen Heemse en Welgelegen, de festiviteiten van den dag aan, en werden wij alle tot gepaste deelneming in dezen hier door opgewekt. Om 10 uren inspecteerde de heer Lt. Colonel van Foreest van Heemse de drie eerste, in deze gemeente te huis hoorende, compagnieën Landstorm van het bataillon Hardenbergh en Gramsbergen, en, na dat deze inspectie geëindigd was, ontving mijnheer de burgemeester Van Riemsdijk ten gemeentehuize de felicitatiën wegens deze heugelijke gebeurtenis van de onderscheidene authoriteiten en beambten in deze gemeente aanwezig.

Des achtermiddags om 3 uren exerceerden de voorzegde compagnieën in het vuur en werd vervolgens naar de schijf geschoten, waarmede de prijs, bestaande in een zilveren zak-horologie, werd behaald door Egbert Haamberg, landbouwer uit de buurtschap Baalder en fusilier in de 1e der voorzegde drie compagnieën, aan wien denzelven door mijn heer de burgemeester bij eene korte aanspraak in den daartoe geformeerden kring werd overhandigd.

Des avonds gaf mijnheer de burgemeester een, na de locale omstandigheden ingerigt, bal op het geilumineerd gemeentehuis, waarop zich de van hier en elders genoodden, waaronder de heeren officieren van welgemelden Landstorm benevens hunne vrouwen en familiën zeer vergenoegd tot aan den volgenden morgen vervrolijkten; zijnde inmiddels de onderofficieren en manschappen, tot de voorzegde compagnieën behoorende, door de heeren officieren elders behoorlijk onthaald geworden.

Vaandel van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm.

In alles straalde de beste geestdrift voor onzen geeerbiedigden en geliefden Koning door, die in dezen geenzins door het minder gunstige weder werd verflaauwd, maar veeleer versterkt, daar alles onveranderlijk gestemd was om dezen dag Vorst- en vaderlandlievend te vieren.

Voor de dames was op het exercitieveld eene ruime tent opgeslagen, die mevrouwe Van Gramsbergen te dien einde wel aan mijn heer den burgemeester had willen leenen, en waarin bij tusschenpoozen Neêrlands aloude volkslied, met dat der Britten, door de voor het bal bestemde muzijkanten werd gespeeld en beide door herhaald vreugdegeroep van ‘Hoezee! vivat de Koning! vivat Oranje!’ afgewisseld.


Toen, op 19 augustus 1749: het testament van Hendrik Tielen uit Ane.

In het vrijwillig rechterlijk archief van het Schoutambt Hardenberg is deze akte, gedateerd 19 augustus 1749, bewaard gebleven:
“Ick Arnold Voltelen, wegens hoger overigheid in der tijd Scholtus van den Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere dat voor mij en keurnoten als waren Roelof Jansen en Egbert Stegeman, versogt sijn ten huise van Hendrik Telen tot Ane, alwaar wij Hendrik Telen de oude vonden te bed leggen, sijnde eenigsints siekelijk na den lichame, maar sijn oordeel en verstand so vele men uitterlijk konde vermerken, vollenkomen hebbende.

Dewelke verklaarde uit overweginge van de sekerheid des doots en de onsekere uire van dien, geresolveert te sijn bij desen te willen maken en oprigten sijn testament en vrije uitterste wille over de goederen so hij bij desselfs overlijden sal komen natelaten.

Komende dan tot sijne vrije dispositie soo verklaarde hij testator voornoemt bij desen te nomineren en te institueren tot sijn eenige en universele erfgename Jan Hendrik Teelen, soon van sijn neef Hendrik Teelen, om alle sijne natelatene goederen so meubile als immeubile, waar onder mede de leengoederen, specialijk so hij testator op den 2 maert of den 14 april 1710 uit het erve Wolbink, anders Woelderdink of Loshaar, gelegen tot Ane, heeft aangekoft, en waarvan is beleent geweest op den 1 julij 1719 van de heer dr. Crans als leenverwalter van den huise Werkeren, en waarover de approbatie van dese gemelte leengoederen wegens dese sijne dispositie aan de leenkamer van den huise Werkeren sal werden behoorlijk versogt; verders nog actien en crediten, niets uitgesondert, of wat name ook mogten hebben, allene sal erven, genieten en profiteren.

Al het voorschrevene de testator voornoemt seer duidelijk hebbende voorgelesen en afgevraagt of sodanig niet was sijn eenige vrije uitterste wille, so heeft hij daarop geantwoord van JA, willende en begerende dat dese na sijn overlijden effect moge sorteren, hetsij als testament, codicil, gifte ter sake des doots ofte onder de levende, hoe dat sulks best sal kunnen en mogen bestaan, ofschoon alle solemniteiten in regte nodig daarin niet mogten sijn geobserveert.

In waarheids oirconde hebbe ik scholtus voornoemt, dese getekent en gesegelt en omdat de testator niet schrijven kan, so heeft hij Roelof Jansen versogt desen voor hem te teikenen en mij versogt desen voor hem met mijn klein segel te besegelen. Actum Ane, den 19 augustus 1749.”


Foto: Hardenberg Klepperstad.

Vanaf de zomer van 1979 worden jaarlijkse vele activiteiten georganiseerd in de stad onder de noemer ‘Hardenberg Klepperstad’. Burgemeester Van Splunder was de eerste die de ’toeristiche’ klepperman officieel installeerde. Klepperman Jans Schutte is sindsdien opgevolgd door Hendrik Jan Moeken, Jan Zweers, Jan Odink en Gerrit Pullen.

Nu het toeristenseizoen bijna weer ten einde is, leek het ons aardig om een aantal foto’s te tonen van Klepperstad-activiteiten. Door de jaren heen zijn er nogal wat geweest. Wat dacht u van het omstreden ‘zwientie tikken’, het kampioenschap ‘bierkrat stapelen’ of een ‘ouderwetse’ eiermarkt op de Eiermarkt. Natuurlijk is het ballonnenfestival en standwerkersconcours er nog altijd en is er ook weer een taptoe te bewonderen. Kijk met ons mee en wellicht ziet u nog bekenden op de foto’s. Dan horen we het natuurlijk graag!


Toen, op 17 augustus 1853: veiling erve Niezink in Brucht.

De Provinciale en Overijsselsche en Zwolsche Courant van 12 augustus 1853:

“W. Swam, notaris te Gramsbergen, is voornemens om op woensdag den 17 augustus 1853, des voordemiddags om 10 uren, ten huize van B.W. Stulen, kastelein te Hardenbergh, publiek te doen inzetten, en 14 dagen later aldaar erflijk verkoopen:

“Eene boerderij, het Nijzinks genaamd, in de buurtschap Brucht, gemeente Ambt Hardenbergh, bestaande in een huis met ongeveer 3 bunders, 82 roeden en 90 ellen bouwland, en 2 bunders hooiland met een vierde van een vol whaars aandeel in de heide-, weide- en veengronden der marke van Brucht, waarvan de grootte voor dit aandeel bedraagt p.m. 19 bunders, wordende doorsneden met het uitgebakende kanaal uit de Vecht naar dat door Dalmsholte van de Overijsselsche Kanaal Maatschappij.”

Het Nijzink of Niesink was een van de vanouds gewaarde erven in de marke Brucht. Op de oudste kadastrale kaart (zie uitsnede) stond het in 1832 vermeld als ’t Niesink en was het bekend onder sectie F nr. 112. Het erve was indertijd eigendom van Hannes Niesink en echtgenote Aaltjen Hilverdink. Zij waren op 6 maart 1804 getrouwd in de kerk in Hardenberg. In het huwelijksregister staat aangetekend:

“Hannes Nijsink, weduwenaar van Elisabeth Derksz, geboortig van en woonachtigh te Brucht, zoon van Jan Nijsink en Aaltjen Hendriks, en Aaltjen Hilverdink, j.d. geboortig te Diffelen, doch tans woonachtigh te Bergentheim, dochter van Albert Hilverdink en Catharina Maria Dannebroek, op 6 maart 1804 ten Hardenbergh gecopuleerd”

Hannes was twee jaar eerder, op 30 april 1802, getrouwd met Elisabeth Derks, maar zij is al vrij snel na het huwelijk gestorven…

Anno 2015 is het erve Nijzink te vinden aan de Hardenbergerweg no. 34 en 36 in Brucht. Dat wordt onder andere mooi inzichtelijk gemaakt met behulp van de website ‘watwaswaar.nl’ (zie bijgaand kaartje).