Archieven: 2015-09-24

Toen, op 24 september 1959: herontdekking stadsmuur.

Op 24 september 1959 werden voor het eerst restanten van de oude stadsmuur van Hardenberg gevonden tijdens de verbouw en uitbreiding van het postkantoor. De landelijke krant ‘De Waarheid’ schreef daarover:
“Bij bouwwerkzaamheden te Hardenberg is men gestuit op een oude stadsmuur, die vermoedelijk in de 13de eeuw gebouwd is. Deze muur is samengesteld uit blokken ijzeroer, dat zich vooral in vroegere eeuwen nog in verscheidene stukken grond rondom de stad bevond.

Het was bekend, dat men vroeger deze grondstof veel gebruikte voor funderingen, maar deze vondsten laten zien, dat het materiaal in die eeuwen ook keurig behouwen is geweest, iets wat men tot nog toe in de geschiedenis van de stad nog niet had aangetroffen. Het gemeentebestuur en de plaatselijke oudheidkamer hebben de aandacht van de hogere autoriteiten voor deze zaak gevraagd, waarbij een onderzoek werd ingesteld door leden van het Rijksbodeminstituut. De heer Dijkstra heeft een onderzoek ingesteld namens Monumentenzorg.

Naar aanleiding van het laatste onderzoek is met de aannemer overeengekomen, dat de oude muur nog enkele dagen ongerept zal blijven, in afwachting van nadere instructies van overheidswege. Bij de muur zijn tal van geraamten en historische voorwerpen gevonden.

Het ligt in het voornemen, het postkantoor, dat wegens de ontwikkeling van Stad Hardenberg een uitbreiding nodig heeft, in de richting van de gevonden muur te vergroten. Om te beginnen wil men het kantoor voorzien van een grote kelderruimte. Bij dat werk stuitte men nu op de oude muur, die ongeveer drie meter beneden de normale grondslag ligt. De fundering is ongeveer anderhalve meter breed. De vrij regelmatig gehakte oerbrokken zijn gemetseld in een mengsel van kalk en zand.”

Op 27 november van datzelfde jaar schreef De Tijd:
“De onderhandelingen tussen de ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Verkeer en Waterstaat, over de mogelijkheid van behoud van de meer dan zeven eeuwen oude stadsmuur van Hardenberg, zijn nu beëindigd. Het resultaat is, dat het rijk aan de gemeente Hardenberg een verder gedeelte van het terrein, dat aanvankelijk ook voor uitbreiding van het postkantoor bestemd was, aan de gemeente Hardenberg zal afstaan. Met het materiaal van het reeds gevonden muurgedeelte zal dan het zich verderop bevindende gedeelte door de rijksdienst voor monumentenzorg worden gerestaureerd. Hardenberg zal dus in de toekomst kunnen bogen op een uniek historisch monument.”


Toen, op 23 september 1892: huwelijk Herbers_Timmerman

Op zich geen spectaculaire gebeurtenis, maar op 23 september 1892 werd het huwelijk voltrokken tussen Frederik Herbers en Hermina Timmermans. Wat het bijzonder maakt, is dat er nog een foto bewaard gebleven is van dit echtpaar.

De foto is een zogenaamde ‘carte-de-visite’, gemaakt door fotograaf Bieseman uit Zwolle. De carte de visite is een type foto die vooral in de 19de eeuw werd gebruikt, met een standaard formaat van 6 x 8,5 centimeter, gedrukt op karton.

Frederik Herbers was op 11 maart 1865 geboren op ’t Kökkenjans in Brucht en zijn echtgenote was op 3 juli 1869 geboren op het oude erve Schöttink in Bergentheim).

Bent u zelf nog in het bezit van oude cartes-de-visite? Wij horen het graag!


Toen, op 22 september 1910: een pagaai-tocht.

De Goessche Courant van 22 september 1910, vandaag precies 115 jaar geleden, schreef:
“Uit Hasselt meldt men aan de Zwolsche Courant:
Maandagavond is hier van Hardenberg langs de Vecht aangekomen de heer Hermann W. Lantz van Stockholm met zijn kano Butterfly. De heer Lantz is medewerker van drie Zweedsche sportbladen: de Nordiskt Idrottslite, de Svenska Seglaren en de Segling, en doet in die kwaliteit een pagaai-tocht door Europa. Van hier gaat hij over de Zuiderzee naar Amsterdam en vervolgens over Rotterdam, Antwerpen, Brussel en Parijs naar Marseille. Van daar over Genua door Noord-Italië naar Venetië. Hij zet zijn tocht voort door de Adriatische Zee over Athene en Constantinopel tot den mond van de Don, dan langs een kanaal naar de Wolga en vervolgens naar Sint Petersburg terug naar zijn punt van uitgang.

De Butterfly is lang 4.56, breed 0.90 m. en gaat diep 25 cm. De heer Lantz verklaart nooit ‘onder dak’ te slapen. Hij neemt zijn nachtrust of in zijn kano of in een slaapzak aan den oever of het strand.”


Toen, op 21 september 1821: verkoop havezate Gramsbergen.

Huis Gramsbergen

De Overijsselsche Courant van 21 september 1821 meldt:
De erfgenamen van wijlen den Hoogwelgeboren vrouwe J.G le Chastelain, douairière baronesse van Coeverden, in leven vrouwe van Gramsbergen, zijn voornemens om op maandag den 24 september 1821, des voordemiddags ten 10 uren ten huize van den kastelein J. Odink Dz. op den Rustenbergh te Heemse, in de gemeente het Schoutambt Hardenbergh, door den notaris A. van Riemsdijk, resideerende ter Steede Hardenbergh, publiek en bij perceelen te doen inzetten, en om 3 weken daarna, maandag den 15 october aanvolgende ter zelfder uure en plaatse erflijk bij parceelen of in massa aan de meestbiedende te doen verkopen:
De riddermatige havezathe en goed Gramsbergen, liggende aan de steede van dien naam, kanton Hardenbergh, kwartier van Salland, provincie Overijssel, ten zuiden de rivier de Vecht, op 1 uur afstands van de Steede Hardenbergh voormeld, 2 uuren van de Stad Coevorden en 1/2 uur van het dorp Laerwoud in de Graafschap Bentheim, koningrijk Hanover, en bestaande uit deszelfs hechte en sterke, zeer logeable en allezints voor een zomer- en winter-verblijf geschikte, heeren-huizinge en bouwhuizen met koetshuis en stallingen, gestoeltens en grafkelder in de kerk te Gramsbergen, tuinen met exquisite vruchtbomen, goudvisch-kom en vijvers, wandelingen en dreeven, zo met opgaande boomen als met akkermaalshout beplant, bouw- en gaardenlanden, groen-, weide en hooijlanden (waaronder den zogenaamden Steen, leggende aan de rivier direct achter de behuizinge en weidende ’s jaarlijks 65 a 70 stuks koebeesten) turfgrond, en de erven en plantagien Den Slingenberg, de Kooij en het Zuidermans, tezaamen (de afzonderlijke bouwlanden in de Veldinger- en Lozer Eschen hier onder begreepen), voorts met deszelfs heerlijke en andere rechten, zo van jacht (deeze meede in een gedeelte der opgemelde Graafschap Bentheim) en visscherije, als collatie enz., mitsgaders met onderscheidene grond- en andere pachten, recognitien en diensten, deeze havezathe jaarlijks aankomende en verschuldigd; van al het welk tevens met de verkoops-conditien 8 dagen voor de inzate eene naauwkeurige staat op den Rustenberg voorschreven ter leezing zal worden voorgelegd, terwijl inmiddels des ook de begeerd wordende informatien te bekomen zijn op den huize Gramsbergen voorschreven, mitsgaders bij den Hoogwelgeboren heer jonkheer J. van Foreest van Heemse op den Huize Heemse en bij den notaris Van Riemsdijk te Hardenbergh voornoemd.


Toen, op 16 september 1868: aanbesteding bouw pastorie Heemse.

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 26 augustus 1868 bevatte deze advertentie:

Prentbriefkaart van de Wheeme (fotograaf C. Sanders te Coevorden), uitgegeven door J.H. Bosch te Hardenberg, anno 1911.

“Aanbesteding. Op woensdag 16 september 1868, des voormiddags te 10 ure, zullen de architecten W. en F.C. Koch, ten huize van H. Kampman te Heemse, namens het Collegie van Kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente te Heemse, publiek aanbesteden: Het bouwen eener pastorie te Heemse. De teekeningen zullen van zaterdag 5 september e.k. tot den dag der aanbesteding bij Kampman ter inzage liggen, terwijl van af dien dag de gedrukte bestekken tegen betaling van 50 cent per exemplaar te verkrijgen zijn bij de architecten te Zwolle.”

De aanbesteding volgde en de uitslag ervan haalde ook de krant. Op 18 september schreef men: “Heemse, 16 sept. Heden had alhier de aanbesteding plaats van het bouwen eener nieuwe pastorie. Daarvoor waren 8 inschrijvingsbiljetten ingeleverd. De laagste was H. Hamhuis Azn. alhier voor de som van fl. 6200. De hoogste, De Bruin te Vaassen voor fl. 8530.”

De pastorie werd gebouwd door de firma Hamhuis, zoals deze er heden ten dage nog altijd staat aan het Kerkpad 1 in Heemse. De vroegere hervormde pastorie wordt nu gebruikt als kantoor van Schuldink Advocaten. Het pand is sinds 2002 een gemeentelijk monument. De volledige geschiedenis van ‘de oude pastorie’ is beschreven in het door onze stichting uitgegeven boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ (pag. 298-301).

Op 8 april 1869 werd ‘de eerste steen’ gelegd door de toenmalige predikant Antoon Piper. Hij en zijn gezin zouden ook de eerste bewoners zijn van de nieuw gebouwde pastorie.