Archieven: 2015-11-30

Toen, op 30 november 1899: doodslag in Lutten.

De ‘Zierikzeesche Courant’ van 30 november 1899 schreef:
“Men meldt uit Ambt Hardenberg aan de Zwolsche Courant:
Zondag 19 dezer vervoegden zich in de herberg van P. te Lutten eenige opgewonden jongelieden, die den herbergier met messen te lijf wilden. Deze nam, om zich te verweren, een pook, en gaf daarmede een der bezoekers, zekeren S., een slag op ’t hoofd. In ’t eerst was deze wonde niet erg, doch later zwol het hoofd zoodanig op, dat S. naar het ziekenhuis te Zwolle werd vervoerd, waar hij deze week is overleden.”

Het slachtoffer betrof de 22-jarige Derk Smit. In de akten van de burgerlijke stand lezen we dat hij overleed op 25 november 1899 in Zwolle. Hij was de jongste zoon van beroepsvisser Gerrit Smit en Jentjen Sloothaak.

Ook de krant ‘Het nieuws van den dag’ besteedde aandacht aan het voorval:
“Te Lutten bij Hardenberg drongen eenige dagen geleden een paar door den drank benevelde jongelieden de tapperij van Plasman binnen en wilden den herbergier met messen te lijf. De herbergier verweerde zich met een pook en gaf daarmede zekeren Smit zulk een hevigen slag op het hoofd dat de schedel verbrijseld werd en de gewonde gisteren in het ziekenhuis te Zwolle is overleden.”

Het nieuwsblad ‘De Tijd’ meldde echter dat het de zoon van de herbergier was die de klap uitdeelde:
“Een aanslag. Op zaterdag 18 dezer kwam Dirk Smit, oud 23 jaar, wonende te Gramsbergen, met zijn broeder en een meisje van de laatste tram te Dedemsvaart. Onderweg hebben zij den kastelein Plasman te Lutten aan den Dedemsvaart, die zijn logement reeds gesloten had doch het licht nog had branden, opgeklopt. De oudste der beide Smits heeft toen een glas bier gekocht en leeggedronken en Dirk Smit heeft, na even in de gelagkamer te zijn geweest, die verlaten. Dirk is toen achtervolgd geworden door den zoon van Plasman, die hem inhaalde en eenige slagen op het achterhoofd toebracht. Tot en met dinsdag heeft Dirk zijn gewone werkzaamheden verricht, doch woensdag is hij thuis gebleven daar zijn toestand toen plotseling zeer zorgwekkend werd. Hij werd naar het Sophia-ziekenhuis te Zwolle gebracht, alwaar hij zaterdag is overleden.”

De herberg van Plasman was in de periode 1900-1910 bekend onder het huisnummer P-86 te Lutten. Het zou gestaan hebben aan de huidige Dedemsvaartseweg, zo’n honderd meter ten westen van de kruising met de Zwartedijk. Mocht iemand nog meer informatie hebben, of een oude foto waarop de tapperij staat afgebeeld, dan houden we ons aanbevolen.


Toen, op 28 november 1867: aanbesteding bouw 3 nieuwe scholen.

Op 28 november 1867 werd de aanbesteding gehouden voor ‘het daarstellen’ van drie nieuwe schoolgebouwen, namelijk in Heemse, Baalder en Oud-Lutten. De drie panden waren ontworpen door de bekende architectenbroers W. en F.C. Koch uit Zwolle. De aanbesteding vond plaats in het logement van H. Kampman in Heemse en werd gehouden in opdracht van het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg.

De bouw werd gegund aan de laagste inschrijvers, resp. aannemer G.J. Averdijk te Heemse (bouw school Heemse) voor f. 3850, aannemer W. Korvinus te Dedemsvaart (bouw school Lutten) voor f. 3555 en aannemer A.J. Woltersom te Coevorden (bouw school Baalder) voor f. 3490.

De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) van 2 september 1868 schreef:
“Ambt Hardenberg, 30 augustus. Als een bewijs dat men zich in deze gemeente nogal geldelijke opofferingen voor het onderwijs getroost, dient dat in drie buurtschappen nieuwe scholen worden gebouwd, die spoedig gereed zullen zijn. Intusschen is het te bejammeren, dat vele landbouwers hunne kinderen liever de koeijen laten hoeden, dan hen naar de school te zenden…”

De drie scholen in Lutten, Heemse en Baalder hadden, niet verwonderlijk, in de basis hetzelfde ontwerp. Een fraaie overeenkomst tonen de rosetvensters in de topgevel van de drie schoolgebouwen.

De schoolgebouwen in Heemse en Baalder zijn decennia geleden al afgebroken. Enkel het schooltje in Oud-Lutten staat er nog, zij het niet meer in de oude glorie. Het pand wordt daar al vele jaren gebruikt als dorpshuis.


Toen, op 26 november 1915: in het Salland’s Volksblad.

Het Salland’s Volksblad van 26 november 1915 schreef over Koningin Wilhelmina. Zij was een kwart eeuw vorst van Nederland.

Verder werd bericht dat bij de Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij vijf nieuwe locomotieven waren gearriveerd. Met de nieuwe locs kon een snelheid worden bereikt van wel 45 kilometer per uur! Voor de ingezetenen van Stad en Ambt Hardenberg ‘is dit zeker een blijde tijding. Meermalen is gevraagd om meer en geregelder verbinding, maar de directeur moest telkens op de verzoeken afwijzend beschikking, omdat er niet genoeg locomotieven waren’.

De gebroeders D. en M. Bromet adverteerden:
“Wij koopen koehuiden, kalfsvellen, schapevellen, geitevellen, bunsings, etc. tegen de hoogste prijzen à contant”.

E. Amsink en Joh. Koeslag lieten weten dat zij de St. Nicolaas Etage gereed hadden en nodigden iedereen uit voor een bezoek. Bij Koeslag kon je terecht voor de ‘bekende heerlijke boterletters en gevuld Sint Nicolaas; dagelijksch versch’.

Notaris Zwamborn liet weten dat hij binnenkort een huis en erf, bouw- en weiland in Radewijk zou veilen bij café Geugies in Baalder (nu Zaal Mulder). Het huis wat bij opbod zou worden verkocht, was van de ‘erven H. Rigterink c.s.’, maar werd verhuurd aan Klinkien.

A.A. Oostenbrink in Heemse adverteerde: “Een cape voor uw kind naar school, een cape voor u op de fiets, is geen weelde, maar een uitstekend middel om u voor kouvatten te vrijwaren. Ge koopt ze bij ons!”.

En het was de tijd van ’t jaar. Herfstig, koud en nat. Daarom liet drogisterij firma J.H. Bosch weten: ‘Hoest, heeschheid, keelpijn, worden spoedig genezen door het gebruik van ANGA-bonbons. Bij tijdig gebruik, voorkomt men het vastzetten van koude op de borst. In doozen van 30 en 60 cent, verkrijgbaar bij apotheek en drogisten. Te Hardenberg bij firma J.H. Bosch”.

En mocht die advertentie niet voldoende in het oog springen, dan had de drogist er nog een voor de lezers: “Geen lastiger pijn dan hoofdpijn. Uit welke oorzaken deze ook mag voortkomen, zij geneest vlug en volkomen door Mijnhardt’s hoofdpijntabletten. In kokers van 45 cent, verkrijgbaar bij firma J.H. Bosch”.

Tenslotte meldde de krant dat de vereeniging ‘Landbouwbelangen’ een algemene vergadering had gehouden ten huize van de heer Koeslag: ‘Het eerste punt van behandeling was het oprichten van eene bibliotheek. Als middel om daartoe spoediger te komen, werd voorgesteld de contributie van 50 cent op 1 gulden te brengen. Dit voorstel werd aangenomen.


Toen, op 24 november 1890: Opsporing Verzocht!

De Leeuwarder Courant van 24 november 1890 bevatte dit bericht in het kader van ‘Opsporing Verzocht’:
“De Commissaris van politie te Arnhem verzoekt aanhouding en opzending van Hendrik Peters, geb. 2 febr. 1866 te Ambt Hardenberg, laatst woonachtig te Dedemsvaart, lang 1.66 meter, haar en wenkbrauwen bruin, voorhoofd hoog, oogen blauw, neus spits, baard geschoren, aangezicht ovaal, kleur gezond. Hij was te Arnhem in het huis van bewaring in voorlopig arrest en is daaruit ontvlucht in gevangeniskleeding.”

Deze Hendrik Peters was inderdaad geboren in Ambt Hardenberg en wel in de buurtschap Mariënberg. Hij was een zoon van landbouwer Albert Peters en Geesje Kampman. Zijn ouders kregen maar liefst zeventien (!) kinderen, waarvan Hendrik de oudste was.

Drie weken later, op 11 november 1890, meldde een andere kracht dat de voortvluchtige Peters weer in de kraag was gevat:
“Dinsdagavond is naar het huis van bewaring te Arnhem overgebracht: Hendrik Peters, die den 12den November j.l., in gevangeniskleeding, uit dat huis, waar hij in voorarrest verbleef, ontvlucht was. Hij was te Amsterdam door de politie aangehouden en naar Arnhem overgebracht.”

Hendrik Peters zou bijna een kwart eeuw later, op 14 augustus 1913, ongehuwd verlijden in Rotterdam.


Zoekplaatje: familie Loor te gast bij…

Deze fraaie foto is gemaakt door wijlen ds. E.J. Loor in Heemse, tussen 1955 en 1965. De boterhammen, beschuiten, kaas, jam, Rinse appelstroop en een pot met pindakaas staan op tafel. De dominee heeft zijn plaats aan de keukentafel even verlaten om dit plaatje te kunnen schieten.

We zien zeker drie kinderen van de predikant en mevrouw Loor-Met zit geheel links met het kleine meisje op schoot. Herkent u anderen op deze foto? Weet u in welke boerenkeuken de familie Loor te gast was? We horen het heel graag!