Toen, op 05 november 1821: veiling van ’t Seinen op ’t Holt.
Op 5 november 1821 vond de openbare veiling plaats van de katerstede het Seinen op het Holt, indertijd bekend als huisnummer 18, met de daarbij behorende begraafplaats op het kerkhof van Hardenberg.
In het notarieel archief van Antoni van Riemsdijk is de akte bewaard gebleven betreffende deze verkoop en in de Overijsselse Courant van 26 oktober werd de veiling aangekondigd:
“A. van Riemsdijk, openbaar notaris, resideerende ter steede Hardenbergh, gemeente en kanton van dien naam […], daartoe, zo verre de minderjarige meede-eigenaaren betreft, geauthoriseerd bij vonnis van de Regtbank van Eersten Aanleg, zitting houdende te Deventer, van den 3 october 1821 […] is voornemens om ten huize van den kastelein J. Odink Dz. op den Rustenberg te Heemse, in de gemeente het Schoutambt Hardenbergh, ten verzoeke van Jan Lenneps, weduwenaar en boedelhouder van wijlen Hendrikjen Grendelman (vroeger echtgenote en weduwe van wijlen Jan Seinen), landbouwer van beroep, wonende op het Holt te Collendoorn in de gemeente het Schoutambt Hardenbergh voorzeid, – van Gerrit Jan Seinen, insgelijks landbouwer aldaar wonende, – van Jan Dieters, weduwenaar en boedelhouder van wijlen Geesjen Seinen, landbouwer, wonende te Brucht; zo voor zichzelven als in naam en kwaliteit van vader en voogd over Hendrik Jan Dieters en van Hendrik Jan Seinen, visscher van beroep, wonende ter steede Hardenbergh voorzeid, en van Gerrit Grendelman, landbouwer, wonende te Bergentheim, in naam en kwaliteit van voogden over de minderjarigen Hermiena Seinen en Gerrit Seinen, in tegenwoordigheid van Hendrik Jan Seinen voormeld, als toeziende voogd over Hendrik Jan Dieters voornoemd, en ten overstaan van het Vredegericht deezes Kantons, publiek bij inzate te veilen, […] erflijk aan de meestbiedenden te worden verkogt:
De katerstede het Seinen, liggende op het Holt voormeld en bestaande uit derzelver behuizinge no. 18, met grond en where en begraafplaats op het kerkhoff te Hardenbergh, – gaardenland, – zaailand op het Eschjen ten westen de behuizinge, – dito aldaar de Lubbarten Stukken, – zaai- en groenland de Huissteede, – groenland de Bleeke, hooiland het Garstenmaatjen c.a.”
De katerstede, of keuterplaats, het Seinen op ’t Holt lag net ten noorden van een grote meander van de rivier de Vecht in de buurtschap Collendoorn. Echter kerkelijk behoorde het tot Hardenberg en vandaar dat de eigenaren ervan ook recht hadden op een grafplaats op het kerkhof van Hardenberg en niet in Heemse.
Het Seinen werd voor het eerst in 1832, bij de invoering van het kadaster, op een kaart vermeld. Het was toen bekend als sectie B no. 473, genaamd Holtseinen, en eigendom van Hendrik Bouwhuis. Kennelijk is de katerstede in 1821 bij de openbare veiling verkocht aan de familie Bouwhuis. Nog altijd wordt het plekje bewoond door deze familie. Echter anno 2015 is het geadresseerd aan Het Holt nummer 3 in Hardenberg.