Archieven: 2016-12-05

Toen, op 05 december 1928: opening slagerij Boerema op de Brink.

Op 5 december 1928 opende Richte Boerema zijn nieuwe slagerij op de Brink in Heemse. Enkele maanden eerder, op 15 augustus, was de bouw van een burgerwoning, winkel en varkensslagerij aanbesteed. Die aanbesteding vond plaats in het koffiehuis van Zweers aan de Markt. Van de acht inschrijvers bleek aannemer G. Zweers & Zn. de laagste en hem werd de bouw gegund. Het pand was het laatst geadresseerd aan De Brink 13, maar werd dit voorjaar gesloopt.

vishandel Dolfijn
Winkel van slager Boerema op de Brink, later vishandel ‘Dolfijn’.

Op 5 december 1928 opende Richte Boerema zijn nieuwe slagerij op de Brink in Heemse. Enkele maanden eerder, op 15 augustus, was de bouw van een burgerwoning, winkel en varkensslagerij aanbesteed. Die aanbesteding vond plaats in het koffiehuis van Zweers aan de Markt. Van de acht inschrijvers bleek aannemer G. Zweers & Zn. de laagste en hem werd de bouw gegund. Het pand was het laatst geadresseerd aan De Brink 13, maar werd dit voorjaar gesloopt.

advertentie slager Boerema op De Brink
In 1939 liet Boerema deze advertentie plaatsen: “Voor de a.s. feestdagen, groote voorraad rund-, varkens- en chaapvleesch, fijne en grove, versche en gerookte worst. Prima kwaliteit, in alle prijzen. Aanbevelend, slagerij Boerema, Heemse (De Brink).”

In 1962 werd de slagerswinkel van Boerema overgenomen door slager J.K. Reinink. Op 31 maart 1977 opende in het pand de ‘Versmarkt’, waarin Hommes vleeshal en groentehal Rink een onderkomen hadden. Vanaf 11 juli 1991 zou het gebruikt worden door slager Ackermann en vanaf december dat jaar door slager Brinkman.


Toen, op 03 december 1939: revolvers zijn geen speelgoed!


Op 3 december 1939 gebeurde in Bergentheim een noodlottig ongeluk. Zelfs de Vlissingse Courant berichtte erover:
“Zondagavond is te Bergentheim de achttienjarige Annie Bent, dochter van het hoofd der Nederlandsch Hervormde school, door een schot uit een dienstrevolver van den sergeant Van E. gedood. Het ongeluk gebeurde toen de sergeant het meisje op haar verzoek de werking van het wapen verklaarde. Het lijk is voor sectie naar het ziekenhuis te Hardenberg gebracht. Van E. is in de Marechausseekazerne in verzekerde bewaring gesteld”.

Antonia Everdina Johanna (Annie) Bent was geboren op 24 juni 1921 in Gendringen. Ze was een dochter van hoofdonderwijzer Hendrik Johan Bent en Johanna Georgine Sytsema.

Ook in het bewaard gebleven ”Register van verzonden sterftetafelkaarten” wordt van haar dood gewag gemaakt: Doodsoorzaak: schot door vuurwapen. Tijdens de mobilisatie uit het pistool van een in Bergentheim gelegerd militair.

In De Vechtstreek van 9 december schreef men:
“Donderdagmiddag werd te Bergentheim ter aarde besteld het stoffelijk overschot van Annie Bent, de achttienjarige dochter van den heer Bent, hoofd der Hervormde School, welk meisje zondagavond op zoo tragische wijze door groote roekeloosheid om het leven kwam. Het meisje was met een vriendin op bezoek bij den 23-jarigen sergeant Van E. te Bergentheim, die ook veel bij haar ouders aan huis kwam. Tijdens dit bezoek heeft de sergeant zijn pistool voor den dag gehaald en dit spelenderwijs op de meisjes gericht. Eensklaps ging het pistool af en de kogel trof het meisje Bent in den linkerschouder. Er werd een slagader getroffen, zoodat het slachtoffer reeds na enkele ogenblikken den geest gaf. Het lijk werd vervoerd naar de Röpcke-Zweersstichting te Hardenberg, terwijl de sergeant in arrest werd gesteld en de militaire autoriteiten een onderzoek instelden”.

Volgens het boek ‘Nederlandse vuurwapens Landmacht/Luchtvaartafdeling’ was het Nederlandse leger tussen 1926 en 1940 standaard uitgerust met het FN Browning pistool (dus geen revolver). Het Nederlandse Departement van Oorlog gaf in 1925 opdracht voor levering van deze pistolen (pistool M 25). Bij het Nederlandse leger waren ook nog meerdere, oudere vuistvuurwapens in gebruik tijdens de mobilisatie en de meidagen 1940. Met welk wapen het ongeluk precies is gebeurd, is dus moeilijk te zeggen…


Toen, op 02 december 1940: ‘Molengoot’ in gebruik genomen.

Op maandag 2 december 1940 werd het nieuw gebouwde werkkamp op ‘De Haar’ bij Heemse in gebruik genomen, aldus de Zwolsche Courant. Die dag namen 192 werklozen uit Den Haag en Rotterdam hun intrek in de barakken. Zij zouden te werk gesteld worden in de ontginnen in Ambt Hardenberg.

Het kamp op ‘De Haar’, later ‘Kamp Molengoot’ was opgericht als werkkamp voor arbeiders die vanuit de Rijksdienst voor de Werkverruiming, kortweg werkverschaffing, spit- en graafwerk verrichtten voor de Heidemij. Tot begin januari 1942 hebben werkeloze Nederlanders in het kamp gewoond. Zij moesten helpen bij het graven van het afwateringskanaal de Molengoot.


Toen, op 01 december 1965: opening Oostloorn.

Op woensdag 1 december 1965 werd het bejaardencentrum Oostloorn te Heemse officieel geopend door staatssecretaris Egas.
Het Salland’s Volksblad berichtte daags erna:
“Wiegen de dromer’s gedachten werden werkelijkheid in “Oostloorn”. In tegenwoordigheid van zeer vele genodigden heeft – tijdens guur weer – staatssecretaris Egas woensdag het bejaardencentrum Oostloorn officieel geopend door onthulling van de naam, nadat eerst in hotel Koeslag een samenkomst was gehouden, waar de heer G. Jonker als voorzitter der stichting een begroetingswoord uitsprak. Hij zei daarin dat zich in deze stichting de samenwerking van diverse kerken presenteert.

Staatssecretaris Egas van het Ministerie voor Cultuur, recreatie en maatschappelijk werk begon zijn rede met een verwijzing naar het boek ‘Oostloorn’. De naam van dit bejaardencentrum tekent de bereidheid voor anderen iets te zijn en is een symbool van de nieuwe tijd, waarin men vele dingen gemeen heeft. Zware tijden liggen achter velen van u; vooral in het boerenbestaan was het moeilijk. Nu heeft de industrie een belangrijke plaats gekregen. Vroeger werden de grootouders geëerd in het gezin, maar de jeugd wil meer vrijheid en past zich thans minder bij hen aan als toen. Verder wees hij erop dat de bejaarden respect en eerbied verdienen, aandacht en liefde nodig hebben. Laat ze zolang mogelijk in eigen huis wonen, maar laat ze niet eenzaam zijn. Ze hebben behoefte aan contact met anderen en in dit tehuis kunnen ze dat krijgen en ook kunnen ze daar lezen en praten met elkaar.

In bussen en auto’s werden vervolgens allen naar het bejaardencentrum gebracht, waar ieder zich kon overtuigen van de keurige inrichting van dit gebouw. Een zeer ontroerend moment was, toen de heer V.d. Pot met een toespraak een groot portret van ds. Ulfers aanbood, waarvan er maar één bestaat, gemaakt in de tijd toen zijn schoonvader het boek schreef. Ieder was daardoor zeer getroffen”.