Archieven: 2016-12-11

Met dank aan… (II).


In deze nieuwe serie ‘met dank aan’ willen we graag inzendingen van onze volgers laten zien. De foto’s zijn dus eigendom van particulieren die ze belangeloos aan onze stichting ter beschikking hebben gesteld. De tweede in deze serie is opnieuw een foto uit de omvangrijke collectie van mw. Schut die we onlangs mochten scannen.

Jongedames op de fiets, medio jaren ’30 van de vorige eeuw. Op de achterzijde van de foto lezen we: v.l.n.r.: onbekend, Willy Feddes (mogelijk Willemke Aaltje Feddes, geb. 1917), Diny van der Vinne (mogelijk Kasperdina van der Vinne, geb. 1917), Henny n.n., Diny Nijzink (Egberdina Hillegonda Nijzink, geb. 1916), Antje van der Meulen, Bien van der Hoeven (mogelijk Jacobina Elisabeth van der Hoeven, geb. 1916) en juffr. n.n. De foto is gemaakt ter hoogte van het muldershuis op De Brink in Heemse (nu De Brink 42).


Historische bijdrage (6): Holtermanskamp.


Vandaag presenteren we u onze zesde digitale historische bijdrage. Naast het schrijven, samenstellen en publiceren van boekwerken, heeft het bestuur van de Stichting Historische Projecten besloten om af en toe een kant-en-klaar historisch verhaal te presenteren. Zo’n bijdrage is te groot om ‘even’ hier op Facebook te plaatsen. Vandaar dat we het als PDF-bestand op onze website www.historischeprojecten.nl hebben geplaatst.


De eerste bijdrage ging over de geschiedenis van het vroegere ‘Jachthuis’ in Lutten; de tweede over het ‘Jugendstilpand’ op de hoek van de Voorstraat en de Kruissteeg, de derde over Garagebedrijf De Jong, de vierde over de Landbouwwinterschool op de Brink in Heemse en de vijfde over de voormalige jeugdherberg ’t Weidehuis in Heemse.
Deze keer gaat het over de Holtermanskamp aan de Gramsbergerweg. We beschrijven de geschiedenis van het pand dat op de nominatie staat om binnenkort te worden gesloopt. We wensen u veel plezier bij het lezen en houden ons aanbevolen voor uw reacties!
“De geschiedenis herhaalt zich. Opnieuw staat een markant pand in Hardenberg op de nominatie om gesloopt te worden. Deze keer gaat het om een object zonder formele monumentenstatus. Er zijn dus geen mogelijkheden om protest aan te tekenen bij de gemeente. De bedoeling van de particulier is sloop van zijn woning annex praktijkruimte om daarna nieuwbouw te plegen. Omdat wij het bijzonder betreuren dat het pand Holtermanskamp zal moeten wijken voor nieuwbouw, willen we in deze bijdrage aandacht schenken aan de geschiedenis van de riante woning aan de Gramsbergerweg nummer 14.
Zie voor deze bijdrage: De Holtermanskamp


Met dank aan… (I)


In deze nieuwe serie ‘met dank aan’ willen we graag inzendingen van onze volgers laten zien. De foto’s zijn dus eigendom van particulieren die ze belangeloos aan onze stichting ter beschikking hebben gesteld. Vandaag is dat een foto uit de collectie van mw. Schut in Assen.

Deze mooie oude foto toont de jongedames Frouktje Nijzink-Greven (geb. 04-11-1894), Jantina Roeloffina Eefting (geb. 05-05-1895) en Berendina Nijzink-Eefting (geb. 28-04-1893).

Op ons verzoek hebben Jannie Luisman-de Jonge en Hennie Reinders de foto van hun vakkundig commentaar voorzien:

“Henny Reinders en ik kennen de dames niet, maar ze dragen de Sallandse mutsen met de gouden mutsenbellen opzij. Het haar strak achterover gekamd. Katholieke vrouwen droegen de scheiding in het midden. Om de hals dragen de meisjes een gekleurd zijden doekje (het duukie). Het sieraad dat de dames op de borst dragen heet een ‘slotje’. Verder dragen ze een rok en jak met ‘schootje’. Meestal zwart, maar wel naar de laatste mode. Met fluweel afgezet en mooi bewerkt met stiksels. Ze droegen nl. mooie schorten met banden van een glanzende stof, vaak van zijde, aan de voorzijde gestrikt. Ze wisten best wat mooi was!”


Toen, op 06 december 1933: opening smederij Runhaar in Radewijk.

In De Vechtstreek van 2 december 1933 werd deze advertentie geplaatst:
“Ondergeteekende maakt aan het geachte publiek van Radewijk en omstreken bekend, dat hij a.s. woensdag 6 december zijn smederij in hoef-, grof- en kachelwerk wenst te openen. J.H. Runhaar, smederij, Radewijk. Tevens autogeen lasschen.”

De (voormalige) smederij aan de Radewijkerweg nummer 8 is dus in het jaar 1933 gebouwd. Dat gebeurde op initiatief van bakker Derk Willem Runhaar (de vader van de smid), op een stukje grond naast het ouderlijk huis en de winkel/bakkerij. In een tijd van depressie, waarin er voor smidsknechten niet veel meer te doen was, wilde hij zijn zoon een vliegende start geven bij het opzetten van zijn eigen smederij.

Voordat hij ‘veur zichzulf’ begon, had de smid meer dan zeven jaren gewerkt als leerling. Hij was 14 jaar oud toen hij in 1925 voor twee dubbeltjes per week begon bij smid Brunink in Heemse. Bij zijn vertrek, na vijf jaar hard werken, verdiende hij vier guldens per week. Om meer ervaring op te doen, werkte hij daarna twee jaar bij smid Gaasbeek in Zweeloo, waar hij zijn latere vrouw Johanna Hidding leerde kennen. De slechte tijden aan het begin van de jaren dertig en verhevigde concurrentie zorgden ervoor dat hij bij Gaasbeek moest vertrekken. Lang heeft Jan Hendrik niet zonder werk gezeten; hij kon direct aan de slag bij smid Moerman in Dedemsvaart, waar hij verkozen werd uit 82 sollicitanten! Die keuze kwam voornamelijk tot stand op voorspraak van zijn vorige bazen. Zij wisten dat Jan Hendrik hard werkte, prettig met de mensen omging en goudeerlijk was – kwaliteiten die hem later veel klanten hebben bezorgd.

Ondanks de concurrentie met neef Borneman – volgens de verhalen kon dat er soms fel aan toe gaan – gingen de zaken van begin af aan goed. De smidskwaliteiten, aangevuld met een goed stuk ondernemerschap en het feit dat hij altijd in Roke had gewoond, zorgden ervoor dat er voldoende brood op de plank lag voor het gezin Runhaar, dat uiteindelijk bestond uit vader, moeder en elf kinderen. Als een echt ondernemer moest de smid de nodige risico’s nemen. Zo was hij als een van de weinige smeden in de wijde omtrek bereid om machines die hem goed leken in voorraad te nemen, voorraden die hij vrijwel altijd ook snel weer kwijt was. In een van zijn beste jaren verkocht hij 26 grasmachines van een nieuw Frans merk, dat zo goed beviel dat de klanten vanuit de verre omtrek bij hem kwamen.
Op een gegeven moment ging het allemaal een beetje minder, de tractoren verdrongen het paard zodat het hoefbeslag terugliep, en ook begonnen de boeren steeds meer zelf te lassen. Als antwoord daarop startte de smid in de loop van de tijd andere activiteiten op, zoals het verkopen en repareren van fietsen en kachels, en het verkopen van kolen en gas. Verder exploiteerde hij vanaf 1959 een benzinepomp en begon hij kort daarna met de verkoop van melkmachines en onderdelen daarvan.

Smid Jan Hendrik Runhaar overleed op 87-jarige leeftijd, op 4 februari 1999 in Oostloorn. (Bron: Het Boek van Roke)

Zoon Jan Hendrik Runhaar, geboren op 16 september 1911 in Radewijk, had genoeg ervaring. Hij heeft de smederij op zijn eigen aanwijzingen laten bouwen door bouwbedrijf Ekkelenkamp voor een bedrag van 600 gulden. Veel van de inventaris, gereedschappen en verdere benodigdheden werden tweedehands door de smid aangekocht. Jammer genoeg was dit niet mogelijk met het duurste stuk gereedschap, het aambeeld, dat nieuw moest worden aangeschaft voor een prijs van maar liefst tachtig gulden.
Terugkijkend op zijn jeugd vertelde de smid – in een in 1997 gehouden interview – dat het eigenlijk al lange tijd had vast gestaan dat hij smid zou worden. De hoofdreden was wel dat zijn grootvader en naamgever Hendrik Jan Borneman ook smid van beroep was. Dat hij zich in Radewijk wilde vestigen, was ook nagenoeg zeker: ten eerste omdat hij hier als echte Rokenaar een goede boterham dacht te kunnen verdienen en ten tweede had hij in zijn jeugd de oude smid Hamberg – die zelf geen kinderen had die hem wilden opvolgen – altijd beloofd om in diens voetsporen te treden, en hij was nu eenmaal een man die zijn woord hield.