Toen, op 31 januari 1992: boom geplant bij school.

De lokale krant ‘De Noordoosthoek’ van 27 januari 1961 wijdde een mooie bijdrage aan het op handen zijnde 50-jarig huwelijksfeest van het echtpaar Klooster-van Hemmen. Omdat dat inmiddels ook alweer een halve eeuw geleden is, leek het ons leuk om het hier integraal over te nemen:
“Toen meester Klooster in oud Hardenberg kwam…
Nu de heer en mevrouw Klooster 50 jaar getrouwd zijn, voelen ze zich uitnemend thuis in stad Hardenberg. De vitale bruidegom is 83 jaar en zijn bruid bracht het tot 78. Samen met hun vijftal, dat met een schoonzoon en een schoondochter vermeerderde en vijf kleinkinderen, denken ze op 31 jan. het gouden huwelijksfeest te vieren. Dat betekent dat ze dan ook 50 jaar lang inwoners van stad Hardenberg zijn geweest. De bruid kwam uit Haren, het elitedorp van de provincie Groningen en de bruidegom uit Delfzijl. De stap vanuit dat hoge noorden naar de oude Saksische stad Hardenberg, die er in die jaren nog niet zo erg fortuinlijk uitzag, was wel een grote stap en het was helemaal geen wonder dat ze graag eens een fietstochtje maakten naar het nabije De Krim, waar meester Fleurke woonde, die altijd een vriend van meester Klooster is gebleven. Daar woonde ook de familie Smeenk, Leenders en anderen, waarmede nog familierelaties werden onderhouden.
Toch is het bruidspaar met dat stad Hardenberg samengegroeid. Wanneer de ouden van dagen van de gereformeerde kerk van Hardenberg hun maandelijkse samenkomsten houden, dan is het nog vaak de heer Klooster die naar voren stapt met een aardige bijdrage. Interessant is het om meester Klooster te horen vertellen over dat Hardenberg van 50 jaar geleden. De kinderkopjes in de Voorstraat, maar ook de gevolgen van het feit dat al de zakenmensen van Hardenberg koeien plachten te houden. Die werden dan ’s morgens naar de Marsch gedirigeerd en ’s avonds weer thuis gebracht. En in al die straten lieten de dieren hun visitekaartjes achter. Er was zelfs nog een mestvaalt in de Voorstraat… 50 jaar geleden!
Maar toen was er ook al woningnood. Een tijdlang heeft het jonge onderwijzerspaar zich moeten behelpen met een woning in de Voorstraat die niet zo heel erg geschikt was. Later kwamen de woningen aan de Gramsbergerweg en de eerste die klaar kwam, was voor meester Klooster. Genoeglijk is het daar, samen met hun dochter die de oude dag tot een zonnige maakt. Velen zullen zich de tijd nog weten te herinneren dat de heer Klooster redacteur van deze krant was. Dan maakte hij ook de raadsverslagen. Men genoot daarvan.
Het werk als onderwijzer aan de chr. nat. school te Hardenberg heeft de heer Klooster altijd met heel veel genoegen verricht. Maar toen had men niet die mooie scholen van tegenwoordig. En of dat nu allemaal zo nodig is. De heer Klooster heeft daar vrede mee, wanneer men de school maar volledig ten dienste laat komen van het kind, dat daar onderwijs in ontvangt. Blij en dankbaar gaan de heer en mevrouw Klooster-Hemmen hun gouden feest tegemoet.”
Jan Klooster was op 31 januari 1911 te Haren getrouwd met Jantje van Hemmen. Meester Klooster overleed op 89-jarige leeftijd, op 3 oktober 1966. Zijn weduwe stierf op 19 april 1974. Beiden liggen begraven op de begraafplaats aan de Bruchterweg in Hardenberg.
Op 30 januari 1848 werd de nieuwe kerk van de hervormde gemeente te Hardenberg plechtig ingewijd. Die nieuwe kerk was gebouwd op min of meer dezelfde locatie als haar voorganger. Die voorganger, een uit de late Middeleeuwen daterend bouwwerk, was bouwvallig geworden en afgebroken. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant wijdde een artikel aan de plechtigheid in Hardenberg:
“Op den 30sten januarij jl. werd de nieuwe hervormde kerk te Hardenbergh, door den leeraar der gemeente, den weleerwaarde zeer geleerde heer L. Bosch, plegtig ingewijd, naar aanleiding van 1 Koningen 8 vers 63, en daarvan: “Also hebben sij het huijs des Heeren ingewijd”. Vele predikanten uit naburige gemeenten, en eene ontzettende menigte toehoorders waren daarbij tegenwoordig. De algemeen geachte leeraar hield over de zoo even aangehaalde woorden eene ernstige en belangrijke feestrede, en was in hartelijke taal de dankbare tolk zijner gemeente, toen hij gewaagde van de hulp door velen gebragt, om zulk een sierlijk en ruim kerkgebouw voor de uitoefening der openbare eredienst te stichten.
Zijn eerwaarde bragt hulde aan Z.M. onzen geëerbiedigden koning, aan de sijnode, aan den Grave van Rechteren, voormalig gouverneur van Overijssel, aan heeren Gedeputeerde Staten dier provincie, aan wijlen den heer G. Luttenberg enz., en herdacht in treffende woorden den onlangs afgestorven burgemeester der stad, de heer Pluijm, die met zoo veel ijver tot den opbouw der kerk medewerkte, maar de inwijding daarvan niet mogt beleven. Ook de heeren kerkvoogden, en met name hun president, de heer Lampe, de opzichters, de heren Weijs en Koeslag, de ontwerper van het plan des gebouws, Baarslag van Dalfsen, de aannemer de heer Trooster van Zwolle, en de heeren Meppelink en De Blecourt van Koevorden, welke laatsten de gestoelten hebben geleverd, ontvingen ’s redenaars dankbetuiging.
Zoo werd het nieuwe kerkgebouw van Hardenberg – gesticht op de grondslagen van het oude, in de 14de eeuw door Johann van Arkel, bisschop van Utrecht daargesteld – aan de dienst des Heeren toegeheiligd. Gods zegen ruste op dit heiligdom, en op den dienaar die daarin voor de eerste maal de blijde boodschap verkondigde! Heeft hij vele jaren woorden van troost en vermaning tot de gemeente gesproken, in de kerk die nu slechts in de herinnering bestaat – heeft de invloed daarvan gewis bij velen ten goede gewerkt – God spare hem tot in lengte van dagen, opdat hij ook, in het nu ingewijde gebouw, menigen bedrukte, troost – menige zwakke, kracht geve, door hen te wijzen op eene Voorzienigheid die alles bestuurt, en op een beter vaderland waar droefheid nog scheiding zijn zal’.
In deze nieuwe serie willen we stilstaan bij alom bekende bedrijven, middenstanders en beroepen in Hardenberg en omgeving. Vandaag iets over de geschiedenis van kapper Eikendal.
Wouter Eikendal, geboren in 1903 in Apeldoorn, trouwde in 1924 in Zwolle met Margaretha Jochemina Jansen. Nog datzelfde jaar vestigde het jonge stel zich in Hardenberg, alwaar Wouter aan de slag ging als kapper. Eind 1924 werd hun zoontje Johannes geboren, maar in september 1927 stierf Margaretha, slechts 22 jaar oud. Wouter zou een jaar later hertrouwen met Berendina Linde uit Avereest. Uit dit huwelijk werden de kinderen Christina Wilhelmina (1929) en Peter (1933) geboren. Beiden in Stad Hardenberg. Het huwelijk tussen Wouter en Berendina liep echter op de klippen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, in 1944, werd hun echtscheiding uitgesproken. Kort erna hertrouwde Wouter met Trijntje Glazenborg uit het Groningse Wedde. Met haar kreeg hij ook twee kinderen: Gerrit Antonie (1946) en Hindrik Wouter (1952).
Coiffeur Wouter Eikendal begon zijn werkzaamheden aan de Fortuinstraat, maar in 1930 verhuisde hij zijn zaak naar het naastgelegen pand dat eigendom was van F.H. Zweers. De voormalige kapsalon werd vervolgens ingericht tot kruidenierszaak van de heer F. Pullen. Wouter Eikendal adverteerde toen:
“Dames! Laat u knippen, onduleeren en haarwasschen in een 1ste klas zaak met vakkundige bediening! Aparte ingang voor dames- en heerensalon. W. Eikendal, Fortuinstraat, Hardenberg.”
Na het pand twee jaren gehuurd te hebben, kon Eikendal het onderhands voor f. 6200 kopen van Zweers. Vanaf 1934 was kapsalon Eikendal, Fortuinstraat A-116, ook telefonisch bereikbaar en wel onder nummer 86. Men kon overigens bij Eikendal ook terecht voor allerhande rookwaren.
Dat kapper Eikendal probeerde de ontwikkelingen in zijn vak zo goed mogelijk te volgen, mag onder andere blijken uit de advertentie in 1960 na een bezoek aan Parijs, de modestad van Europa:
“Dames attentie! Door een persoonlijk bezoek aan Parijs zijn wij in staat U de NIEUWSTE haarlijnmode te verzorgen.”
In 1977 nam zoon Gerrit Antonie de zaak van zijn ouders over. Onderstaand artikel werd in augustus 1980 geplaatst in het Noord-Oosten:
“De bekende kapsalon Eikendal te Hardenberg is uitgegroeid tot een bedrijf met 8 dameskapstoelen, terwijl nog 2 stoelen beschikbaar zijn gebleven voor de heren, die een goed gestileerde haarverzorging wensen. Want scheren, zoals in vroegere jaren met helpers erbij op de zaterdagmiddag, is er niet meer bij. Het is voornamelijk de verzorging van de dames, die tegenwoordig de aandacht van veel kappers vraagt.
Gerrit en Dorrie Eikendal hebben hun bedrijf grondig laten vernieuwen en voor de opening vader Eikendal gevraagd om de officiële daad te verrichten. Dat deed de heer Eikendal graag. Langer dan vijftig jaar geleden is hij hier begonnen en samen met zijn vrouw heeft hij er voor gezorgd, dat zijn bedrijf een uitnemende naam kreeg. Zelfs in de vernieuwing zijn ze samen lange tijd meegegaan, waarbij mevr. Eikendal zich bekwaamde in de verzorging van de dameskapsels. Ze hebben daar nu een punt achtergezet. Een punt? Nou ja, wanneer er een klant is, die zijn haar nog graag eens verzorgd ziet door vader Eikendal, die nu met zijn vrouw tegenover ’t bedrijf woont, dan wipt hij nog graag eens de straat over om te helpen, maar verder… de jongeren moeten het nu maar doen en het is hun toevertrouwd. Gerrit behaalde zijn diploma’s aan de vakschool te Almelo en Dorrie? Die was daar al eerder klaar mee en toen ze ook nog kwam werken in de zaak werd het – maar dat weten we niet – misschien wel een liefde op het eerste gezicht.
’t Is anders dan vroeger. Toen ik hier begon had ik er een paar jongens bij die f. 4 per week verdienden. Nou ja, ze hadden de kost erbij, maar het was toch allemaal erg zuinig. ’t Is mij een keer overkomen dat ik in die zuinige tijd een wissel niet op tijd kon betalen. Wat schaamde ik mij daar diep voor, zegt de eervoelige vader Eikendal. Nu draait dat daar allemaal florissant op die bekende plaats aan de Fortuinstraat.”
Het Salland’s Volksblad van 21 januari 1910 meldde:
“Gramsbergen. Gisteren (donderdag) had alhier een ongeluk plaats dat betrekkelijk goed is afgelopen. Als oude gewoonte bestaat hier nog het schieten bij trouwplechtigheden. Bij die gelegenheid werden nu ook schoten gelost en werd een meisje dat op straat liep in de voet getroffen, terwijl bij Krikke door de ruiten werd geschoten, waarbij een kabinet nog iets beschadigd werd. ’t Ware derhalve wenschelijk om ongelukken te voorkomen dat deze oude gebruiken werden afgeschaft”.
De registers van de burgerlijke stand tonen aan dat dit gebeurde tijdens de huwelijksvoltrekking tussen caféhouder Berend Kamphuis en Lamberta Alberdina Snel. Zij traden op 20 januari 1910 in het huwelijk in het gemeentehuis van Gramsbergen.