Archieven: 2017-07-31

Toen, op 31 juli 1960: de eerste ‘Ronde van Hardenberg’.

0731_Oosteinde
Deze foto zal genomen zijn op een later evenement, gezien het nieuwe pand van Fikse.

Op 31 juli 1960 werd in Hardenberg de allereerste ‘Ronde van Hardenberg’ verreden, een wielerwedstrijd over 80 kilometer. In een stromende regen reed Anne Koopmans uit het Friese Jubbega in dik 2 uur als eerste over de streep. Bijna altijd plaatsen wij een toepasselijke foto bij onze historische berichten, maar deze keer is dat niet gelukt. In ons omvangrijk beeldarchief hebben we niets kunnen vinden van deze ‘happening’. Daarom ook onze oproep. Zijn er nog foto’s bewaard gebleven van deze eerste Ronde van Hardenberg? We horen het heel graag!
De Leeuwarder Courant deed verslag:
“Koopmans uit Jubbega won in Hardenberg. Opnieuw hebben enkele noordelijke renners buiten de provinciale grenzen fraaie successen geboekt. Vooral Arme Koopmans uit Jubbega kwam tot een opmerkelijke zege in de ronde van Hardenberg. In de eindsprint klopte hij o.m. de oostelijke cracks Jurry Dokter, Bert Boom en Korrie Niemeijer. Ondanks de voortdurende regenval, kenmerkte deze ronde zich in een bijzonder levendige strijd. Dat kwam voornamelijk door uitlooppogingen van Gerrit Lentelink, Jurry Dokter, Bert Boom en de noordelijke kampioen Roel Hendriks. De Drent reed voortreffelijk en werd tot een van de favorieten beschouwd. Een val in de slotfase schakelde hem echter uit voor de eindsprint. Door het vrij bochtige parcours slaagde niemand erin een beslissende voorsprong te nemen. Een twintigtal renners hadden een kopgroep gevormd en hieruit zou de eindsprint de beslissing moeten brengen. Een zware opgave voor de jury, omdat de rugnummers door de modder besmeurd waren en het daarom wel bijzonder moeilijk was de juiste klassering op te maken. Bij die klassering kwam men dan ook niet verder dan de eerste negen. De overige werden ex aequo opgenomen. De uitslag werd: 1. A. Koopmans, Jubbega de 80 km. in 2 uur 3 min. 10 sec; 2. J. Dokter, Enschede; 3. J. Franssen, Halfweg”.
Het Sallands Volksblad kon natuurlijk niet achterblijven en schreef:
“Eerste wielerwedstrijd werd groot succes. Voor het eerst werd zaterdagmiddag in Hardenberg een wielerwedstrijd gehouden, waarvoor buitengewoon grote belangstelling bestond. Ondanks de stromende regen hadden zich enige duizenden om het prachtig gelegen parcours opgesteld om getuige te zijn van dit wielerfestijn. De verwachtingen waren hoog gespannen, omdat het programma renners vermeldde die op wielergebied wel iets in de melk te brokkelen hebben. De organisatie was in handen van de wielersportvereniging De Peddelaars te Hoogeveen, in samenwerking met de handelsvereniging Hardenberg en de VVV Hardenberg, onder auspiciën van de KNWU”.


Toen, op 29 juli 1967: monument ‘Slag bij Ane’ onthuld.

0729_slag_bij_Ane

Op 29 juli 1967 werd in Ane een monument onthuld. Dat monument staat er nog altijd aan de Anerveenseweg. Het is gemaakt van een aantal grote zwerfstenen en herinnert aan de welbekende ‘Slag bij Ane’ die op 1 augustus 1227 in dit gebied plaats vond.

0729_slag_bij_Ane4

Het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ meldde twee dagen later:
“Precies 740 jaar en 2 dagen na de Slag bij Ane is een eenvoudig monument onthuld ter nagedachtenis aan al die vrij Drentse boeren die op 27 juli 1227 het leven lieten voor de vrijheid van de Olde Lantschap. Een plechtige onthulling door mr. dr. H. P. Schaap, procureur te Zierikzee, is het zaterdagmiddag in Ane niet geworden. Het geheel werd ontsierd door het gemotoriseerde verkeer dat voor deze gebeurtenis in het hartje van het dorp door de politie niet werd omgeleid. Op voorstel van de voorzitter van het initiatief-comité, ds. H. van Lunzen uit Odoorn, werd de plechtigheid – om aan te tonen dat men niet tot de extreme regionalisten behoorde – besloten met het zingen van het Wilhelmus.

0729_slag_bij_Ane2

Op 27 juli 1227, de dag van Sint Panthaleon, bracht ’n legertje vrije Drentse boeren gewapend met hooivorken en dorsvlegels onder aanvoering van ridder Rudolf van Coevorden een vernietigende slag toe aan het sterke leger van bisschop Otto II, die zijn Utrechtse hegemonie in Drenthe wilde versterken en (zijn) christelijke leer in het barbaarse Drenthe wilde verstevigen. De Drentse helden van 1227 zijn dan na 740 jaar geëerd met een monument, dat aan de rand van het vroegere slagveld De Mommenriete is verrezen.

Op de bronzen plaat van het gedenkteken, die door mr. dr. Schaap werd onthuld door de Drentse vlag te verwijderen, staat geschreven „Zie vocht’n ok veur oenze vrijheid”. Dr. Schaap uit Zierikzee, die voor de onthulling een samenvatting gaf van het historisch gebeuren, wees er op dat de initiatiefnemers van bepaalde zijde zijn tegengewerkt en ook zijn bespot. Men noemde het onzinnig om een onbeduidende boerenopstand, iets uit de Middeleeuwen, aan de vergetelheid te ontrukken. “Wij zijn geen extreme regionalisten, geen chauvinistische provincialisten en ook geen achteromkijkende karbouwen, zoals men ons heeft aangewreven”, aldus de man die in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1954 in een wetenschappelijk artikel nog weer eens de aandacht had gevestigd op de belangrijkheid van de slag bij Ane. “Het was geen onbeduidende veldslag, maar het was een treffen, waarbij voor het eerst in de geschiedenis een legertje voetvolk een leger van ridders een grote nederlaag bezorgde. Drenthe zou wanneer de strijd was verloren niet hebben bestaan en Assen zou er niet zijn geweest”, riep hij uit. Het ontstaan van Assen is, aldus dr. Schaap, een direct gevolg van de Slag bij Ane. “Hoeveel heeft Assen aan de kosten van dit monument bijgedragen? Ik weet het niet en ik wil het ook niet weten.” Dr. mr. H.P. Schaap, oud-griffier van het kantongerecht te Assen, onthulde het Drentse vrijheidsbeeld”.

0729_slag_bij_Ane3

Toen, op 29 juli 1854: nachtvorst is de hondsdagen.

0801_boekweit
In 1854 viel de nacht van vrijdag op zaterdag op 28-29 juli.


In het Algemeen Handelsblad van 1 augustus 1854 lazen we:
“Hardenbergh. Heeft de boekweit onlangs veel geleden door de hitte, – zonderling contrast der natuur! – in den nacht van vrijdag op zaturdag jl. is aan dit aanvankelijk zoo veel belovend product, op uren ver in dezen omtrek, een gevoelige slag toegebragt door… de vorst. Vreemd verschijnsel in de hondsdagen, doch helaas, ’t is maar al te waar!
Onderscheidene berigten en mededeelingen van verschillenden kant bevestigen het, dat er zelfs vele akkers worden aangetroffen, waarop de bloeijende vrucht totaal zwart is gevroren. Dit bemerkt men hoofdzakelijk bij de laagstaande boekweit. Enkele stukken aardappelen en boonen hebben mede veel letsel gekregen.
In gemelden nacht is tevens een vreemd luchtverschijnsel waargenomen. Bij het nederdalen van eenen zwaren kouden en natten mist scheen het noordelijk gedeelte van den horizont den ganschen nacht als door den dageraad verlicht, alhoewel het zuiden eene ondoordringbare duisternis vertoonde, terwijl de gezigtsorganen der waarnemers om circa 12 ure plotseling als het ware verblind werden door eenen schitterenden vuurstraal in het N.O., welke zich slechts een oogenblik vertoonde en alstoen in dezelfde rigting verdween, de nachtelijke aanschouwers in stomme verbazing latende. Opmerkelijk is het, dat er in gemelden nacht op die hoogte (onder Lutten) buitengewoon veel zoogenaamde verschietende sterren zijn waargenomen…


Toen, in juli 1941: tegen oude traditie gezondigd.

0725_slager

Notabene in de Nieuwe Venlosche Courant werd in 1941 dit bijzondere artikel geplaatst:

“In de maand juli van dit jaar werd er te Hardenberg een boerenvoortvaring publiek verkocht. Hieronder waren ook eenige koeien waarin een Almelosche slager wel zin had. Dus trok hij met zijn knecht naar Hardenberg en probeerde de koeien machtig te worden. Evenwel bood een ander meer dan ze den slager waard waren, zoodat de ander de koeien kreeg toegewezen. Toen de koop een feit was, stapte de gelukkige kooper naar den slager toe en vroeg dezen op zeer onheusche toon waarom deze de koeien, zooals dat heet, zoo hoog opgejaagd had. Verbaasd vroeg de slager om nadere inlichtingen en uit een verklaring, op ruzietoon geuit, bleek hem toen dat deze verkoop gehouden werd om tot een boedelscheiding te kunnen komen tusschen vader en kinderen en het lag in de bedoeling dat de vader de voortvaring zou terugkoopen, natuurlijk tegen een geringe prijs, zoodat hij zou kunnen voort boeren en de andere erfgenamen hun deel van de erfenis zouden kunnen opstrijken. Deze methode wordt hier onder de landelijke bevolking veel gevolgd en spruit meestal voort uit een geschil tusschen de erfgenamen onderling en geen enkele Sallander zal het in zijn hoofd halen om dan mede op te bieden bij zoodanige verkoop. De slager evenwel had dit niet geweten en hij bezwoer met dure eeden, dat hij er niet aan gedacht zou hebben om te bieden, als hij het geweten had. De kooper der koeien, de 82-jarige V. was en bleef zeer vergramd en gaf den slager op een gegeven moment een zeer gevoelige trap in de lies.

Wedren om zijn leven.
Toen hierop een aantal toeschouwers eveneens aanstalten maakte zich in ’t geschil te mengen, met de kennelijke bedoeling den slager in het kanaal te gooien, ging deze er hals over kop tusschen uit en kwam niet eerder tot stilstand dan bij de marechausseekazerne. Het slot van het liedje was dat de 82-jarige V., wegens mishandeling voor den politierechter moest terechtstaan. Hij was evenwel niet verschenen. De slager, W. de R. te Almelo, diste een spannend verhaal op van zijn wedervaren in Hardenberg.

Politierechter: ‘En wist u niet dat het een verkoop voor boedelscheiding was?’ Getuige: ‘Nee meneer, ik had vooraf den notaris nog gevraagd. Later toen de heibel kwam, was hij echter eensklaps verdwenen’. Getuige’s verhaal bereikte een climax toen het op het punt der eigenlijke mishandeling kwam. Hij kreeg een schop en toen begonnen de omstanders op te dringen en er werd gemompeld van ‘gooi hem in het kanaal, dan kan ie verzuipen’. Getuige zette toen zijn historisch geworden wedren om het leven in. Eenmaal keek hij achterom, doch wat hij zag, gaf hem geen aanleiding zijn vaart te matigen. Integendeel, hij verhoogde deze zoo mogelijk nog, want achter hem draafden een 40 à 50 Hardenbergers en een half versmachte reiziger in de woestijn kan niet blijder zijn geweest bij het gezicht van een oase dan getuige, toen hij de marechausseekazerne in het vizier kreeg en daar zijn veege lijf kon bergen. ‘Ik kom nooit in Hardenberg weer’, besluit getuige zijn spannend relaas. Getuige’s knecht komt deze verklaring bevestigen, waarop de officier, verdachte’s leeftijd en moeilijke financiële omstandigheden in aanmerking nemend, een geldboete van acht gulden vraagt. De politierechter maakte er tien gulden van”.


Toen, op 24 juli 1964: officiële opening zwembad De Krim.

0724_zwembad_De_Krim

Op vrijdagmiddag 24 juli 1964, ’s middags om 3 uur, werd het nieuwe zwembad van De Krim officieel geopend door Commissaris van de Koningin in Overijssel jonkheer mr. O.F.A.H. van Nispen tot Pannerden. Al weigerde het startschot eerst af te gaan, de ‘raad’ met hoge zijden en zwart pak, startte vanuit het aldaar opgerichte ‘gemeentehuis’ om een koele duik te nemen in het prachtige bad dat De Krim rijk was geworden. Talrijke genodigden en bezoekers maakten deze gebeurtenis bij uitstekend zomerweer mee.

Het zwembad, gelegen op een terrein dat de gemeente pachtte van aardappelmeelfabriek Onder Ons, was een week eerder al in gebruik genomen, omdat het mooie zomerweer daar aanleiding toe gaf. De heer Jadema uit Groningen was benoemd tot badmeester.