Het Sallands Volksblad van 1 september 1911:
“Slagharen. ‘Het leven is een damp, de dood wenkt ieder uur’. Dit woord van den Psalmist werd zaterdagavond 26 aug. weer bevestigd toen op de tramlijn Hardenberg-Hoogeveen een treurig ongeluk plaats vond. De arbeider H. Seinen, wonende te Slagharen, raakte aldaar onder de tram. De locomotief greep hem en hij werd geheel verbrijzeld, zoodat de dood onmiddellijk intrad. Men kan zich de ontsteltenis, zoowel van het trampersoneel als die der toeschouwers voorstellen, maar temeer die van het diepbedroefde gezin van den ongelukkige, toen de droeve mare gehoord werd dat Seinen op zo’n noodlottige wijze om het leven was gekomen.
Het verminkte lijk werd naar het kerkhof te Lutten vervoerd, waar het ’s nachts om 3 uur aankwam en in het lijkenhuisje werd gezet. Wat al rampen en ongelukken die door de stoom veroorzaakt worden en vreselijk is het als er dan een menschenleven te betreuren valt, zooals ook hier het geval is. Men zij zooveel mogelijk op zijn hoede en gedenke steeds het woord: Gedenk te sterven.”
Het slachtoffer was Hendrik Seinen. Hij was op 26 december 1864 geboren in Linde en op de dag van het ongeluk dus 46 jaren oud. Hij was in 1897 in Zuidwolde getrouwd met Hendrikje Strijker en samen hadden ze twee kinderen gekregen: Femmigje en Albert. Het navrante is dat het zoontje 10 dagen voor het ongeval van zijn vader was gestorven, op 3-jarige leeftijd. Je zou voorzichtig kunnen concluderen dat de rouwende vader zo afgeleid was dat hij de tram nimmer heeft zien aankomen. Maar de Nieuwe Tilburgsche Courant schreef op 29 augustus:
“De tijdelijke wegwerker aan den straatweg Slagharen-Hoogeveen, de veertigjarige Seinen, die aan doofheid leed, is zaterdagavond, even voorbij Slagharen (Ambt-Hardenberg) bij een bocht in den straatweg door de stoomtram gegrepen en overreden, toen hij juist de rails wilde oversteken. Hij was onmiddellijk een lijk.”
Het Nieuwsblad van het Noorden schreef een dag eerder al:
“Op den Belt in de buurtschap Slagharen, juist op de bocht van den weg, is zaterdagnamiddag ongeveer 4 uur door de stoomtram de wegwerker H. Seinen overreden. De man, die wat doof was, heeft vermoedelijk de tram niet hooren aankomen, werd vreeselijk verminkt en was onmiddellijk een lijk. Hij laat een vrouw met twee kinderen onverzorgd achter.”
De tramlijn Hoogeveen-Slagharen werd met ingang van 1 november 1932 opgeheven voor het personenvervoer. Nog enkele jaren zou het vrachtvervoer gebruik maken van de lijn.