Toen, op 01 juni 1945: een brief van Simon Blein.

Op 1 juni 1945 werd deze brief geschreven. De steller, Simon Blein (geb. 09-04-1912 stad Hardenberg), was de enige jood uit Hardenberg die de holocaust overleefde. Kort na terugkomst uit het concentratiekamp schreef hij:


Deze foto toont de joodse familie Blein. De foto is gemaakt toen David Blein (geb. 18-05-1882 Gramsbergen, ovl. 14-05-1943 Sobibor) en zijn vrouw Regina Hoogstraal (geb. 18-10-1883 Uithuizen, ovl. 14-05-1943 Sobibor) 35 jaar getrouwd waren (op 4 oktober 1941).

Achter: Simon Blein (geb. 09-04-1912 Stad Hardenberg) met zijn verloofde Geertje Paulina Philipson (geb. 13-02-1912 Dedemsvaart). Zij trouwden op 3 september 1942 in Kamp Westerbork. Rechts: Hartog Simon (Harry) Blein (geb. 11-11-1909 Stad Hardenberg) met zijn vrouw Johanna Zilverberg (geb. 28-04-1908 Coevorden). Voor: hun dochtertje Regina Bertha (Ginie) Blein (geb. 19-12-1938 Stad Hardenberg). Ze woonden aan de Markt 6 in Hardenberg.

Hardenberg, 1 juni ’45
Lieve familie,
Daar er eindelijk weer gelegenheid is, jullie te schrijven; neem ik zoo gauw mogelijk de gelegenheid aan, daar jullie natuurlijk naar nieuws snakken.
Hopelijk ontvangen jullie dit schrijven in goede gezondheid.
Helaas kan ik niet veel goeds schrijven. Jullie zijn ongetwijfeld op de hoogte van de vreeselijke jodenvervolgingen die hier plaats vonden en die milioenen slachtoffers eischten. Onze familie werd zeer zwaar getroffen. Hopenlijk kan ik binnenkort wat betere berichten melden, doch doordat het postverkeer hier nog niet volkomen geregeld is en daar er nog steeds menschen terugkomen, kan ik nog niet met zekerheid zeggen dat er nog niets van onze groote familie terug is. Al onze familie is naar Duitschland, respectivelijk Polen getransporteerd. De één wat vroeger, de ander wat later, doch allen zijn uit ons dierbare landje verdwenen. Tot nu toe ben ik de enigste van de geheele familie die terug is gekeerd en één van de zeer weinigen. Helaas kan ik niet geen hoop hebben dat zelfs maar één van mijn lieve ouders, vrouw, schoonzusters of de kleine Ginie terug zal keeren. Op Harry heb ik een zeer zeer kleine hoop, maar het is bijna onmogelijk. In het kort zal ik jullie enkele dingen beschrijven. Nu heb ik er nog geen lust toe, later wil ik eventueel wel uitvoeriger schrijven.


Fragment van bewaard gebleven brief van Simon Blein (bron: Joods Historisch Museum).

In ’41 wou ik naar Engeland dienst nemen in het leger doch mislukten de pogingen daar te komen. Daarom ging ik illegaal door België, Frankrijk naar onbezet Frankrijk. Ik verzorgde daar papieren voor Amerika, wat 9 maanden duurde. Die tijd maakte ik nuttig door joden over te brengen uit België naar vrije gebieden. Een week voor het vertrek door Spanje naar … kwam ik te weten dat uit Holland zelfs oude menschen, vrouwen en kinderen werden gedeporteerd. Ik besloot een poging te wagen. Greet Philipson (met wie ik verloofd was), Annie, oude … en vrouw, benevens een vijftal andere menschen in veiligheid te brengen. De poging mislukte helaas en Greet, Annie en ik werden gevangen genomen. Wij werden overgebracht naar het doorgangskamp Westerbork, waar Greet en ik trouwden, daar wij meenden bij elkaar te kunnen blijven. Vier dagen later werden wij gedeporteerd en de volgende dag reeds gescheiden. Ik heb nadien niets meer van haar vernomen.

Ik ben daarna in 3 jaar tijds in diverse dwangarbeidslagers en concentratiekampen geweest. Het laatst in Buchenwald waar wij op 11 april door de Amerikanen werden bevrijd. Op 26 mei keerde ik in Hardenberg terug. Ouders, broer, schoonzuster en Gini bleken ca mei ’43 gedeporteerd te zijn. Moeder had o.a. ook een brief voor jullie bij bevriende buren achtergelaten, welke ik hierbij sluit. Gezondheidsredenen laten niet toe dat ik de eerste maanden weer in zaken ga. Een dezer dagen schrijf ik een uitvoeriger brief. Schrijven jullie zoo spoedig mogelijk terug? Jullie zijn tot nu toe mijn eenigste familie.