Archieven: 2019-09-27

Toen, op 27 september 1963: ingebruikname gerenoveerde Stephanuskerk.

Hervormde kerk Voorstraat, Stephanuskerk

Het Noord-Oosten van 27 september 1963 schreef:

“Rustiger, sfeervoller en intiemer, noemde ds. Loor uit Heemse de vernieuwde hervormde kerk van Hardenberg, toen hij als afgevaardigde van de classis Zwolle en de ring Hardenberg zijn gelukwensen aanbood. Daarmee is heel kernachtig naar voren gebracht wat hier is tot stand gekomen. De oude hervormde kerk zag er rommelig uit. Nu is dat interieur herschapen tot een smaakvol geheel. Het machtige, fraaie orgel is onveranderd op dezelfde plaats gebleven en men heeft de mooie nieuwe kansel in de gegeven omstandigheden wel de beste plaats gegeven, die hier te vinden was: onder dit orgel. De ene galerij moest nu wel verdwijnen, maar het geheel van het kerkinterieur is er buitengewoon veel door verbeterd. De fraaie blanke banken zitten heel gemakkelijk en al is het aantal zitplaatsen door deze restauratie dan iets verminderd, het kerkinterieur zelve is kostelijk verbeterd. Wanneer de groei van Hardenberg’s bevolking blijft aanhouden, dan zal men in de toekomst toch niet ontkomen aan de noodzakelijke bouw van nieuwe kerken in de grote wooncentra’s. Het kerkinterieur wordt electrisch verwarmd en wanneer in bepaalde omstandigheden ruimte tekort dreigt, dan kan men de uitschuifbare zittingen van de banken nog benutten.

Die uitschuifbare zittingen moesten tijdens de openingsavond direct al even in gebruik worden genomen. De kerk was tjokvol. Kerkeraden van verschillende kerken uit de omgeving toonden met hun predikanten hun meeleven, terwijl het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door burgemeester De Goede, gemeentesecretaris Jonker en de wethouders Valkman en Meierink. De heer Z. Middendorp sprak een kort openingswoord als president-kerkvoogd. Hij vertelde nog hoe dringend nodig de vernieuwing van dit kerkgebouw wel was. Het werd in 1849 zo gebouwd en vroeg dringend om vernieuwing en verbetering. Dankzij de grote offervaardigheid konden deze plannen worden verwezenlijkt, waarbij de algemene medewerking, ook van het gemeentebestuur, met waardering genoemd kon worden. Spreker droeg formeel het gerestaureerde kerkgebouw over aan ds. Ybema als voorzitter van de kerkeraad.

Namens de kerkeraad aanvaardde ds. Ybema een fraaie knielbank als kerkeraadsgeschenk. Aty Sickman bood in samenwerking met Gerard Volkers een fraai doopvont aan namens de hervormde jeugd. Jeugdouderling Wolbink bood symbolisch een bescheiden kruis aan in de hoop, dat dit eenmaal vervangen zou worden door een groter kruis in de kerk. Mevrouw Huizing had een treffende toespraak namens de vrouwenverenigingen. Zij bood daarbij drie kerkkleden aan, welker kleuren aangepast zullen zijn bij de verschillende kerktijden. Van de aannemers werd in dank een fraaie electrische klok aanvaard.”

Meer informatie vind u op onze website in de rubriek ‘Oude huisplaatsen’.

Reactie van Cor Alberts:
Het orgel was in 1954 gerestaureerd en het had daarbij een rugwerk gekregen. Dit is in 1983 weer verwijderd. Wat het orgel betreft geeft uw foto dus geen goed beeld van de toestand in 1963.

Toen, op 26 september 1945: jonker Van Ittersum gestorven.

Willem Christiaan Theodoor baron van Ittersum.


Op 26 september 1945 overleed Willem Christiaan Theodoor baron van Ittersum, indertijd in de volksmond ‘het jonkertje’ of ‘het foutje jonkertje’ genaamd.
Willem Christiaan Theodoor was de tweede zoon van de burgemeester van Ambt Hardenberg, Willem baron van Ittersum. Hij was geboren op 28 januari 1885 in het landhuis Welgelegen in Heemse en daar groeide hij op. Hij volgde niet zijn vaders voetsporen, maar studeerde en werd belastingconsulent.

Eerst werkte hij van 1907 tot 1910 als schrijver in algemene dienst van de Rijksverzekeringsbank. In 1910 was hij betrokken bij de oprichting van een lokale afdeling van de O.L.M. (Overijsselsche Landbouw Maatschappij), maar ook behaalde hij in dat jaar met zijn Ierse Setter een eerste en tweede prijs op de Internationale Tweedaagsche Hondententoonstelling in Almelo. In 1912 werd Van Ittersum aangesteld tot assistent-agent van de Rijksverzekeringsbank voor de gemeenten Ambt en Stad Hardenberg en Gramsbergen. Vervolgens behartigde hij met zijn ‘Adviesbureau voor Belastingen’ vele belangen en zaken van grote boeren in de omgeving van Hardenberg.

Persoonskaart Van Ittersum, wonend Heemse A86.

Willem Christiaan Thedoor (verder: Willem) trouwde op 28 april 1916 in Amsterdam met predikantsdochter Clasina Elisabeth Lütge en met haar betrok hij de nieuwe villa aan de Scholtensdijk (nu nr. 5) die in zijn opdracht was gebouwd, schuin tegenover het ouderlijk huis. Het nieuwe pand kreeg de naam ‘Landhuis Heemse’.

Landhuis Heemse.


Willem was een nazaat van de oude adel van Heemse. Zijn bet-bet-overgrootmoeder was Clara Feyoena baronesse van Raesfelt-van Sytzama en hij was geïnteresseerd in de regionale geschiedenis. In 1917 werd hij bij koninklijk besluit benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van de plaatselijke commissie voor de ongevallenverzekering te Stad Hardenberg. In 1922 werd hij lid van de Vereeniging voor Overijsselsch regt en Geschiedenis. Daarnaast was hij ook sociaal-maatschappelijk betrokken. Zo werd hij in 1928 gekozen tot president-kerkvoogd van de hervormde kerk Heemse. In de zomer van 1934 was hij mede-oprichter en werd hij voorzitter van de plaatselijke afdeling van de Vereeniging tot Bevordering van Vreemdelingenverkeer (V.V.V.) en bestuurslid van de plaatselijke jeugdherberg ’t Weidehuis.

De heer W.C.Th. baron van Ittersum te Hardenberg, die benoemd is tot algemeen voorzitter van den Nederlandschen Imkerbond.

In 1938 werd hij benoemd tot algemeen voorzitter van de Nederlandschen Imkerbond. Verder werd hij in 1938 gehuldigd als bondsofficial (consul) van de landelijke A.N.W.B., omdat hij 25 jaren achtereen zonder onderbreking in functie was geweest. Bij hem kon men ook ‘afrijden’ voor het rijbewijs.
Begin 1940 stelde hij als erfmarkerichter de goed bewaarde, zeer oude markeboeken van Heemse & Collendoorn ter beschikking voor onderzoek. Later zouden de boeken worden overgedragen aan het Rijksarchief, waar ze nog altijd worden bewaard. Het oudste markeboek dateert uit 1551!

Emeritus predikant Jan Slotman schreef enkele jaren geleden over zijn vroegere buurman:
“In de jaren dertig werd Van Ittersum NSB’er, dat wil zeggen hij werd zoals zovelen lid van de Nationaal Socialistische Beweging. Ook de Heemser baron keek met jaloerse blikken naar wat er in Duitsland onder leiding van de sterke man Adolf Hitler gebeurde: de economie kwam tot bloei, de werkloosheid verdween, autobanen werden aangelegd en een sterk leger werd opgebouwd. De baron bleef echter NSB’er toen duidelijk werd dat Hitler oorlog wilde en dat ook Nederland daardoor gevaar liep. Hij zei tegen buren: “Jullie worden op een morgen wakker en dan zijn jullie geen Nederlanders meer maar Duitsers”. Die morgen brak aan op 10 mei 1940. De eerste Duitse soldaten in het dorp begroette hij met de Hitlergroet, ‘Heil Hitler!’ en hij wees hen de weg naar Zwolle, tot verbijstering van zijn buren.

Buren in Heemse poseren de boog, gemaakt t.g.v. van de 50ste verjaardag van koningin Wilhelmina.


De laatste keer dat ik onze adellijke buurman heb gezien, was na de bevrijding in april 1945, kort na zijn arrestatie. Ik liep in Hardenberg bij de Marechausseekazerne en zag toen de bus passeren waarin een stel ex-NSB’ers werd afgevoerd naar het interneringskamp te Ommen. Ik zie de baron nog zo zitten. Hij keek door het raam, in mijn richting. Of hij mij zag en herkende, weet ik niet. Hij is helaas aan paratyfus overleden in de ziekenafdeling van het Ommerkamp te Hessum, gelegen tussen de Tolhuisweg en het spoor bij Dalfsen. Naderhand is hij postuum veroordeeld om zijn oorlogsverleden. De straf viel, geloof ik, nogal mee.”


Toen, op 25 september 1851: de arme diligence-conducteur.

diligence

In het archief van de voormalige gemeente Stad Hardenberg is een afschrift bewaard gebleven van deze brief die op 25 september 1851 werd verzonden aan Burgemeester en Wethouders van de stad Zwolle:
“Wij hebben de eer u mede te delen dat sedert het voorjaar van 1848 in deze gemeente woonachtig is Harm Dommerholt, met vrouw en vier kinderen, komende uit Zwolle, waar hij vroeger steeds gewoond heeft en geruimen tijd als koetsier en jager dienstbaar is geweest bij den voormaligen heer Gouverneur Graaf van Rechteren.

Gemelde Dommerholt, sedert zijne komst alhier als conducteur bij de diligence geplaatst welks 3 maal ’s weeks van hier naar Zwolle vice versa rijdt, kan van de verdiensten welke hem dat bedrijf opleveren, onmogelijk bestaan en wordt dan ook naar wij vernamen, door de voerlieden welke aan die diligence-onderneming verbonden zijn, door middel van aalmoezen en verstrekking van levensmiddelen buiten zijn gewone tractement staande gehouden. Het is dus niet te verwonderen dat het gezin van meergemelden Dommerholt in zeer armoedige omstandigheden verkeert. Hoewel tot heden toe nog geene openbare ondersteuning ontvangen hebbende, zoo is toch de gemeente ten zijnen behoeve in voorschot wegens schoolgelden en schoolbehoeften voor drie schoolpligtige kinderen, waarvoor over de jaren 1849 en 1850 telkens f. 10,20 dus tezamen f. 20,40 door den gemeenteontvanger aan den schoolonderwijzer is betaald geworden, en welke kosten voor onderwijs onmogelijk van Dommerholt, noch geheel noch gedeeltelijk, terug zijn te krijgen. Daar het aanwenden van dwangmiddelen slechts verhooging van kosten zoude veroorzaaken en verder tot niets zoude leiden, zoo nemen wij de vrijheid de aangewende kosten aan het onderstandsdomicilie (de stad Zwolle) in rekening te brengen daar de gemeente Stad Hardenbergh die te dezen opzigte geheel vreemd is aan Dommerholt toch niet met dusdanige kosten van verpleging kan worden belast. Indien Harm Dommerholt die te Zwolle laatstelijk in den zoogenaamden Vijfhoek moet gewoond hebben, niet genoegzaam bij u bekend is, zullen wij de eer hebben een staat van inlichtingen in te zenden.”

Op 15 oktober kreeg men uit Zwolle antwoord op dit verzoek. De hervormde diaconie was van mening dat ze de gedeclareerde kosten niet hoefden te betalen, aangezien er geen sprake was van verplegingskosten. Verder deelde men mee dat men geenszins van plan was in het onderhoud van het gezin Dommerholt te voorzien. Op dit schrijven werd met potlood geschreven: “Aan de raadsleden G. Nijman en D. Zweers medegedeeld. Hebben op zich genomen te zullen bewerken dat Dommerholt bijtijds zijn ontslag krijgt als conducteur, daar hij zich toch niet zonder buitengewone hulp kan redden.”

Het is niet bekend of Dommerholt daadwerkelijk zijn ontslag heeft gekregen, maar wel weten we dat hij nog even in de gemeente Stad Hardenberg is blijven wonen. Eind 1853 lukte het hem om als laagste inschrijver de openbare verpachting te winnen van de brugwachterswoning aan ’t Haantje. Voor 80 gulden per jaar kon hij het huisje huren en mocht hij de brug- en sluisgelden ter plekke incasseren. Harm Dommerholt stierf op 3 augustus 1882 in Ane, ruim een week nadat zijn vrouw Zwaantje Vos was overleden…


Toen, op 18 september 1958: boerenstrijd.

In 1958 liep een geschil tussen 427 Hardenberger boeren en de Zuivelfabriek Salland zo hoog op, dat de arcadische strijd voor de rechtbank in Almelo werd gebracht.

De Volkskrant schreef er op 18 september een groot artikel over:
https://resolver.kb.nl/resolve…

Deze foto toont het ‘bestuur’ van die zgn. ‘Vrije Boeren’. Zittend v.l.n.r.: Kampherbeek, G. Wolbink, Gerritsen, A. Waterink en G. Stroeve, maar kent u de overige namen? We horen ’t graag!

Toen, op 18 september 1362: stadsrechten Hardenberg.

akte. van Stadsrechten Hardenberg, 1362.
Het oudste archiefstuk in Hardenberg is de Akte van Stadsrechten. De perkamenten giftbrief, die in Zwolle werd geschreven, is vele jaren zoek geweest. Aan het eind van de jaren ’20 van de vorige eeuw werd het fraaie document terug gevonden in een oude lessenaar op het stadhuis. Het document zelf is redelijk tot goed bewaard gebleven, maar het oorspronkelijk groot uithangend zegel van de bisschop in rode is helaas verloren gegaan.

In 1362, op de zondag na St. Lambertusdag (18 september) verleende bisschop Jan van Arkel stadsrechten aan Hardenberg. De stad Hardenberg was ontstaan bij een kasteel dat bisschop Willebrand van Oldenburg omstreeks 1227 oprichtte als bolwerk tegen de naburige Drenten. Daar vestigden zich langzamerhand de bewoners van de nabijgelegen stad Nijenstede, dat al heel lang stedelijke rechten bezat.

Op 5 februari 1327 had Jan III van Diest, bisschop van Utrecht, de privileges aan de inwoners van Nijenstede bevestigd en beperkte aanvullingen hierop gegeven, vooral gericht op vrijwaring van onrechtmatige schatting. Hoogstwaarschijnlijk bezat Nijenstede de stadsrechten al voor 1227.

De letterlijke transcriptie van het eerste deel van de Akte van Stadsrechten:

Wi Johan bi der ghenaden goeds bisscop tutrecht. Doen te weten allen den ghenen die desen brief zullen sien oft horen lesen. Dat wi om oerbaer onser kerken van utrecht ende om roeste, ende beschermenesse ons lants ene veste ghetimmert hebben ten Herdenberch.
Ende hebben alsulc vriheit ende stat recht als onse voervadere Bisscope Tutrecht dien god ghenedich si tot Niensteden ghegheven ende gheleghet hadden, vernuwet ende verleghet ten Herdenberch binnen der veste voerscreven.
Ende gheven voer ons ende voer onse nacomelinghe bisscope Tutrecht, allen den burgheren die binnen den Herdenberch nu wonachtich zijn, oft namaels wonen zullen inder tijt, al recht ende vriheit also als onse stat van zwolle van onsen voervaderen, ende van ons heeft, mit anders sulken punten als hier na bescreven staet.

In dit eerste gedeelte van de privilegebrief lezen we dat bisschop Johan van Arkel laat weten dat hij ter bescherming van ons land het kasteel Hardenberg heeft laten bouwen.
Dat hij de oude stadsrechten van Nijenstede vernieuwd en verlegd naar dit kasteel.
Dat van nu af aan de inwoners van deze nieuwe stad Hardenberg dezelfde vrijheden hebben als die van de stad Zwolle, met wijzigingen op enkele punten.

In de zestiende eeuw heeft men een afschrift laten vervaardigen van de akte van Stadsrechten.

Een transcriptie (werkelijke weergave in leesbare letters) kunt u hier nalezen.