Archieven: 2019-12-21

Toen, op 21 december 1888: diefstal van turf.

Van een veenderij van H. Berends, onder Ambt Hardenberg, werd op 1 november 1888 eenige turf weggenomen door een 15-jarige jongen uit Slagharen. Deze had zich daarover heden voor de rechtbank te verantwoorden. Tot zijn verontschuldiging voerde hij aan dat het slechts kluiten en brokken waren die op den grond verspreid lagen; dat zij thuis niets te branden hadden; dat hij niet wist dat het verboden was kluiten weg te nemen enz.
’t O. M., van oordeel dat hij met oordeel des onderscheids had gehandeld, vroeg echter zijn veroordeeling tot 10 dagen gevangenisstraf. Een andere jongen uit Slagharen moest voor ’t zelfde feit terecht staan, maar was niet verschenen. Tegen hem werd bij verstek 3 weken gevangenis geeischt. Deze beklaagde was reeds een vorig jaar wegens een dergelijk feit veroordeeld.


Toen, op 23 december 1965: opening fotozaak Nijhoff.

“Voor de familie Nijhoff te Vriezenveen was zaterdag jl. eindelijk de dag aangebroken, dat hun nieuwe fotozaak in een der winkels van de bijna voltooide winkelgalerij aan de Europaweg – reeds in 1963 door hen gekocht – kon worden geopend.

Men had daar reikhalzend naar uitgezien. Jarenlang had men namelijk onderdak gehad in de winkel van de familie C.H. Makkinga, die voor een klein deel en met één etage voor de fotografie was ingeruimd, terwijl daarachter een ruimte was voor atelier. Menig bruidspaar is daar in vol ornaat vereeuwigd en menig pasfotootje gemaakt. Men moest echter klanten bedienen in dezelfde winkel als waar de klanten van Makkinga werden geholpen. Bovendien was men voor reportage’s enz. vaak afwezig en dan hielpen de Makkinga’s met alles wat ze maar konden. Als men dan nog weet dat de ene telefoon boven, in de woonkamer der familie Makkinga was aangebracht, begrijpt men onder hoe moeilijke omstandigheden door beide families gewerkt moest worden. Het is dan ook zeker vermeldingswaard dat men elkaar zo lang heeft verdragen en geholpen, zodat trots alles de zaken goed gingen!

Maar nu was dan het nieuwe pand gereed. Reeds een maand lang woonden de filiaalhouders in Vriezenveen bij de familie Nijhoff in. Nu kon de familie Nijhoff het filiaal verlaten en naar Hardenberg verhuizen. Op originele wijze had de opening plaats van de negen meter brede winkel en wel door de 94-jarige Luuks Zweers, de oudste inwoner der gemeente en hun vroegere overbuurman.

In de prachtig ingerichte en gezellige winkel vergat men al gauw de trieste regen buiten, die de gehele dag neerviel. Er waren bloemstukken, glaasjes wijn en sigaren en vooral ook een pracht van allerlei soorten fototoestellen. Met een der modernste typen, een Polaroid, werd ononderbroken gedemonstreerd en menigeen kon meteen een kant-klare foto gratis meenemen. Zo heerste er een vrolijke stemming. Ook burgemeester en mevrouw Slot behoorden tot de bezoekers die de familie Nijhoff kwamen gelukwensen.

Achter de winkel is een ruimte voor atelier aangebracht, zodat de enorme winkel in tweeën gesplitst is. Bruidsparen kunnen nu vlak bij het gemeentehuis een foto laten maken en voor reportages is de heer Nijhoff dicht bij het plein. Niettegenstaande ’t gure weer kwamen toch velen een kijkje nemen en de eigenaar gelukwensen. De nieuwe winkel is weer een sieraad voor onze stad!”

In 1969 werd de winkel van Nijhoff aan de Europastraat 13 overgenomen door Foto de Boer uit Coevorden.


Toen, op 16 december 1921: koster Smink.

Het Salland’s Volksblad van 16 december 1921 meldde:
“De heer Harm Smink die ruim 50 jaar de hervormde gemeente als koster diende, heeft met ingang van 1 januari als zoodanig bedankt; ook hoopt hij dan zijn werk als doodgraver en klokluider neer te leggen. Zijn zoon Gerrit Smink is als zodanig in zijn plaats benoemd.”

Schoenmaker Gerrit Smink was geboren op 16 september 1882 te Lutten aan de Dedemsvaart en op 5 november van dat jaar gedoopt in de hervormde kerk. Hij trouwde in 1908 met kleermakersdochter Geertruida Diek.

Toen Geertruida Smink-Diek in 1966 overleed, schreef de krant:
“Wat hebben ze daar lang gewoond in dat oude huis tussen pastorie en school. Eerst was daar vader Harm Smink die het kosterswerk verzorgde en tevens het kerkhof in orde hield en de graven dolf. Wat stond zo’n oude wroeter in de aarde daar dan vaak schijnbaar onbewogen midden tussen veel leed en ellende! In de tijd van de Spaanse Griep, wanneer hij dag aan dag weer nieuwe graven moest delven, dan zette hij schijnbaar even gewoon zijn werk voort als in de jaren dat slechts een paar ouderen werden bijgezet. Er was bij de Sminks zo’n opmerkelijke toewijding voor hun vak. Zoon Gerrit Smink trouwde met kleermakersdochter Geertruida Diek. Samen hadden ze die zorg voor de kerk en de belangen daar omheen. als het dan in de winter koud werd, dan werden de rood gloeiende kooltjes, die men gedurende de week reeds in de doofpot had bewaard, in de testen gebracht en tientallen stoven kwamen hun gevaarlijke werk in de kerk verrichten. Maar mevrouw Smink is niet oud geworden en mevr. Smink-Diek zette toen haar werk als kosteres voort, samen met haar enige dochter. Je verdiende daar maar een klein gedeelte van een boterham mee, maar het waren toch inkomsten die in die jaren moeilijk gemist konden worden. Een zonnige tijd heeft ze gehad, toen haar dochter trouwde met de heer H. van Faassen en die samen haar zo recht vriendelijk in hun gezinnetje bleven verzorgen.”

De kleermakerij van Gerrit Smink was gevestigd aan de Anerweg-Noord 36 in Lutten. In 1933 had hij daar een nieuwe kleermakerswerkplaats laten bouwen. Gerrit overleed echter al op jonge leeftijd. Hij was 54 jaar oud, toen hij stierf in het ziekenhuis in Zwolle, op 22 november 1936.


Toen, op 14 december 1968: uitslaande brand in Lutten.

Deze foto – en veel meer – vindt u terug in ons boek ‘Toen geluk nog heel gewoon was’, deel 2.

Op 14 december 1968 vond er een grote brand plaats in het garagebedrijf en de woning van de familie Polman aan de Dedemsvaartseweg-Noord 56 in Lutten. Johannes Jaspers had het pand in 1935 laten bouwen en vestigde er een garage- en installatiebedrijf. De brand verwoestte een groot deel van het pand. Bij de herbouw werd het kenmerkende mansardedak vervangen door een plat dak en de gevels werden wit gepleisterd.

Op de voorgrond is de boerderij van de familie Veldhoen te zien en op de achtergrond het welbekende bouwwerk en gemeentelijk monument, de uit 1932 daterende watertoren. De oorzaak van de brand was vermoedelijk een ontplofte oliekachel. Een drietal auto’s die in de garage stonden, gingen in vlammen op.


Toen, op 13 december 1798: onderwijs in Rheeze.

anno 1798

“Aan ’t Intermediair administratif Bestuur van ’t voormalig gewest Overijssel! De ondergetekenden, de eerste als markenrichter en de anderen als ingezetenen der boerschap Reeze in ’t Schoutämpt Hardenbergh gelegen, neemen de vrijheid Uw L(iede)n eerbiedst voor te dragen:

handtekeningen van inwoners van Rheeze.

Hoe dat de ingezetenen van Reeze (waarvan veelen meêr dan een half uur gaans van den school in ’t kerkdorp Heemse, waaronder zij gehoren, gelegen zijnde) niet in staat zijn om hunne jonge kinderen, anders bekwaam om dezelve, de school nabij zijnde, ter school te kunnen doen gaan, na Heemse ten dien einde te kunnen afzenden, ten ware zij die nog jonge kindertjes, die zichzelven nog in geenen deele voor de menigvuldige ongelukken die hun op zulk eenen langen schoolweg overkomen kunnen, weten te hoeden, daar aan alle dagen wilden exponeren, en zich dus zo lange die van ’t school niet weder te huis te rug gekeerd zijn, alle oogenblikken hunne harten door vrees en zorgen, daarover willen doen beklemmen.

En vermids aan zoveele boerschappen onder ’t Schoutämpt van den Hardenbergh, die ruim zo na en zelvs veel nader aan de schoolen ten Hardenbergh en Heemse gelegen zijn, als deze boerschap Reeze waarin de remonstranten woonen, van ’s landswegen een jaarlijksch tractement voor eenen schoolmeester toegelegd is, en daar remonstranten of wel de boerschap Reeze, even zo wel en niets minder als die andere boerschappen aan wien zodanig tractement is toegelegd, hunne of haar aandeel dragen in de gehevene ’s landsmiddelen, zo vermenen zij remonstranten, daar dezelvde reden voor hun aanwezig zijn, als welke ten dien opzichte voor die andere boerschappen pleiteden, ook eene billijke aanspraak te mogen maken op een van ’s landswegen aan hunne boerschap toe te leggen tractement voor eenen aan te stellen schoolmeester. En waarom zij dan (bezeffende het wezentlijke niet welke daarin voor hunne kinderen, zo wel als voor die van anderen, gelgen is om van hunne vroege jeugd af aan, in ’t zo noodzaaklijk lezen, schrijven enz. te worden onderwezen, te rade geworden zijn, zich tot Uw L(iede)n te wenden, eerbiedigst verzoekende:

Dat Gij L(iede)n aan de boerschap Reeze in gelijkheid van andere boerschappen in voorz(eid) Schoutämpt, van ’s landswegen moogt toeleggen een jaarlijksch tractement van vijfentwintig guldens, voor eenen door hun aan te stellenen schoolmeester.

Ofte etc., ’t welk doende.
C.L. Graef van Rechteren, als markenrigter.”