Archieven: 2020-01-03

Toen, op 03 januari 1955: kleuterschool geopend in Welgelegen.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 0107_kleuterschool_Welgelegen.jpg
Foto dateert van rond 1960. Helemaal vooraan zit Jennie Schuldink. Rechts daarvan zit Fenna Schutte, met daarnaast Jennie Post, gevolgd door Liesbeth Wiskerke. Naast Liesbeth staat juffrouw Johanna Francina (Ans) Visscher. Links van de juf zit Albert Berenst met gevouwen handjes.

Op 3 januari 1955 werd de kleuterschool in ‘Huize Welgelegen’ geopend. Het Salland’s Volksblad schreef enkele dagen later:

Een groot aantal dames en heren had maandagavond de kou getrotseerd om aanwezig te zijn bij de officiële opening van de chr. kleuterschool, welke tijdelijk is ondergebracht in ‘Welgelegen’. Weinig zal de oude douairière, die als oudste inwoonster dezer gemeente overleed, vermoed hebben dat na haar heengaan deze villa onderdak zou bieden juist aan de allerkleinsten: een zuigelingenbureau, een kleuterschool…

Nog maar kort geleden kwamen de plannen op, nl. op het Oranjefeest te Heemse, zo vertelde ons de algemeen adjuncte mevr. Blok. Mevrouw Blok had mevr. Overeem hierover aangeklampt en kan dus de ‘geestelijke moeder’ van de kleuterschool worden genoemd. De volgende morgen heeft men direct mevr. Kampherbeek opgebled, waarna deze dames met jeugdige voortvarendheid de zaak op poten hebben gezet. Er werden al spoedig meer dan vijftig kinderen opgegeven, zodat er nu al een tekort aan ruimte is en men heeft laten afvallen wie straks naar de gewone school moeten.

0103_kleuterschool

De Vechtstreek van 7 januari 1955 meldde dat het voormalige ‘Scholtehoes’ in Heemse voortaan ook een kleuterschool herbergde.

Na het overlijden van de laatste barones, was het landhuis Welgelegen in 1953 verkocht aan de Nederlands Hervormde gemeente in Heemse. Het pand werd gebruikt als locatie voor kerkelijke vergaderingen en catechisatielessen, maar ook werden gedeelten ervan verhuurd. Zo vond de Oudheidkamer op de bovenverdieping een onderdak.


Toen, op 03 januari 1762: doopboek van ds. Walraven.


Op 3 januari 1762 begon de nieuw bevestigde predikant van Hardenberg, C.H. Walraven, aan de eerste inschrijving in een, toen, fonkelnieuw doopboek. In zijn prachtig handschrift meldde hij dat hij het oude doopboek had ontvangen van de weduwe van de vorige predikant. Dat oude boek was kennelijk in een halve eeuw volgeschreven. Het is nog altijd het oudste doopboek van Hardenberg, beginnend in 1708, het rampjaar waarin de grote brand nagenoeg heel Hardenberg in de as legde. Het nieuwe doopboek begint aldus:

“Aantekenings-Boek der gedoopte kinderen, geboren binnen den Hardenberg, of in het Karspel, met aan-wijzinge van hunne namen, den tijd des doops en derzelver vaders en moeder, zoals die zijn opgegeven; van mij C.H. Walraven (tot herder en leraar der gemeente van den Hardenberg, door den weleerw. heer ds. Wilh. Stolte, predik. te Heemse, met oplegging der handen door ds. Antonius Stolte, emerit. predik. te Heemse; Lucas de Vries, pr. te Ommen; Rutgerus Mazier, pr. te Gramsbergen en Wilh. Stolte, pr. te Heemse, op den 3 januarij 1762 in den h(eilige) dienst bevestigd) met het aanvaarden van mijnen dienst toegesteld, als een vervolg van het doop-boek, beginnende met het jaar 1708 den 3 octob. en eindigende met den 26 decemb. 1761; hetgeen mij door de weduwe van Jan Jelle ter Poorten, voor mij laatste predikant aan deze plaats, was toegezonden”.


Toen, op 02 januari 1976: grafschennis op kerkhof Nijenstede.

Het Noord-Oosten van 2 januari 1976 schreef:
“Grafschennis op oude kerkhof in Hardenberg. Graf verzetsheld Hardenbergerveld vreselijk geschonden. Op de achtste maart van het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog, 1945, werd J.H. Prenger uit het Hardenbergerveld gefusilleerd door de Duitsers. Hij was een van de 117 mensen die bij de Woeste Hoeve nabij Apeldoorn werden doodgeschoten. Zijn stoffelijk overschot werd begraven op het oude kerkhof in Hardenberg, aan de Stationsstraat. Ruim dertig jaar na zijn dood heeft een onverlaat zijn weduwe diep geschokt door zijn grafsteen te vernielen. Met een stukje beton dat werd afgebroken van een naburig graf werd de plaat met de naam van de verzetsheld zo beschadigd dat hij onleesbaar werd.

De weduwe Prenger gaat elke maand naar het graf van haar man om er bloemen te leggen. De laatste keer kwam ze ontdaan van het kerkhof terug. Zodra ze de vernielingen zag is ze teruggegaan. ‘Ik was zo teleurgesteld, ik was helemaal verslagen’, vertelt ze. ‘De volgende dag ben ik er weer naar toe gegaan en toen zag ik dat een van de betonnen versieringen van een ander graf was afgebroken. Daar is het vast mee gebeurd’. Het is een volslagen raadsel wat het motief van de grafschenner kan zijn geweest. Op de steen stond vermeld dat Prenger verzetsheld is geweest en als zodanig is gesneuveld tijdens de oorlog. Het graf bestond uit een liggend geheel met in het midden een plaat met ondermeer de naam van de begravene.

Het echtpaar Prenger was in 1929 getrouwd en woonde op een boerderij in het Hardenbergerveld. Op een gegeven moment kwamen de Duitsers er achter dat er in die boerderij een geheime zender was. Bij een plotselinge overval werden diverse verzetsmensen gearresteerd (ondermeer een tiental uit Bergentheim); de boerderij werd in brand gestoken. Mevrouw Prenger heeft ook nog tien dagen in het Huis van Bewaring gezeten. De mannen uit Bergentheim werden op 2 maart in Varseveld gefusilleerd, voor Prenger en 116 anderen voltrok het dramatisch gebeuren zich bij de Woeste Hoeve, waar telkens een groepje van twintig mannen naar buiten moest om neergeschoten te worden.

Behalve de geheime zender zorgden Prenger en andere verzetsmensen ervoor dat Engelse piloten terugkwamen naar hun vaderland, om van daaruit de strijd weer aan te vatten. Verschillende Engelse piloten liggen ook begraven op het kerkhof in Hardenberg. Na de oorlog was het de gewoonte dat het 4-mei-comité elk jaar de graven van de oorlogsslachtoffers langs ging ter herdenking. Twintig jaar na het beëindigen van de oorlog is men daarmee gestopt. De namen van de gesneuvelden staan nu vermeld in het torentje op het Stephanusplein. Op de grafsteen stond ook dat de steen op 3 mei geschonken is door alle verenigingen van Hardenberg en omgeving. Mevrouw Bruins van het 4-mei comité heeft haast geen woorden om uitdrukking te geven aan haar verontwaardiging over de grafschennis.”
zie onze website: http://www.historischeprojecten.nl/kerkhof/zerken/zerk_o_p/prenger_janhendrik.htm