Archieven: 2020-07-23

Toen, op 23 juli 1881: Van Rheeze naar Chicago.

Op 23 juli 1881 werd door de arrondissementsrechtbank te Zwolle het faillissement uitgesproken over Gerrit Jan Wieldraaijer te Rheeze. Wieldraaijer was winkelier aldaar, maar kon de touwtjes niet meer aan elkaar knopen nadat zijn woonhuis, inboedel en aanwezige winkelgoederen drie maanden ervoor, op 15 april, door een allesverwoestende brand verloren waren gegaan…

Wieldraaijer was op 15 december 1878 met attestatie van Nijverdal in Rheeze komen wonen. Hij was in 1848 geboren in Hellendoorn, behoorde tot de Christelijk Afgescheiden gemeente, was gehuwd met de Friesin Femmigje Kuiper en had met haar in Hellendoorn twee zoontjes gekregen: Herman en Jan. In Rheeze was in 1880 hun zoon Jacob geboren.

Saillant detail is dat Wieldraaijer met zijn gezin twee dagen na de uitspraak over het faillissement de oude buurtschap aan de Vecht verliet en z’n heil zocht in Michigan in de Verenigde Staten van Amerika. Hij emigreerde en liet z’n boeltje in Rheeze de boel. Of dit nog geleid heeft tot verdere rechtszaken is op dit moment niet bekend. Gerrit John Wieldraayer overleed in december 1927 in Chicago, op 78-jarige leeftijd. Zijn nazaten zouden de ingewikkelde Nederlandse achternaam wijzigen in ‘Wheeler’…

Meer informatie over de emigratie, vooral naar Noord-Amerika, zie onze website:


Toen, op 22 juli 1867: Kerk voor christelijk afgescheidenen.

Op 22 juli 1867 werd de ‘eerste steen’ gelegd voor een galerij aan de christelijk afgescheiden kerk in Heemse. Ds. Jodocus Freerks Petersen mocht die plechtigheid verrichten. Hij stond van 1866 tot 1869 in Heemse.

Meer over deze geschiedenis leest u in een speciale bijdrage op onze website onder ‘Publicaties.’

De eerste gereformeerde kerk in Heemse was oorspronkelijk de boerderij van ’t oude erve Veldsink. De geschiedenis van ’t Veldsink en de gereformeerde kerk leest u ook op onze website in de rubriek ‘Oude huisplaatsen’.


Toen, op 22 juli 1955: dokter Van Maanen geëerd.

De foto toont huisarts Gerrit van Maanen en echtgenote Johanna Hendrika Rijks. Zij waren op 23 oktober 1890 gehuwd in Renkum. Gerrit van Maanen overleed op 15 april 1938, eveneens in Renkum. Hij werd begraven op de nieuwe algemene begraafplaats te Oosterbeek.

De Vechtstreek van 22 juli 1955 meldde:
“Dr. Van Maanen uit Gramsbergen wordt geëerd op de E-55 te Rotterdam. Dr. Gerrit van Maanen, die van 10 november 1890 tot 25 oktober 1927 zijn praktijk uitoefende in Gramsbergen, De Krim en de Duitse grensgebieden, moet een beminnelijk mens zijn geweest. Een typische plattelandsdokter die in de gehele streek werd geacht en geëerd. Een gemoedelijk man die dagelijks met zijn koetsje door de omgeving reed om zijn patiënten te bezoeken.

Hoeveel zieken hij in de loop van de 37 jaar, dat hij in Gramsbergen praktiseerde, geholpen heeft, zal wel niemand kunnen zeggen. In Gramsbergen vertegenwoordigde hij met de dominee en de bovenmeester de wetenschap. Men zag tegen hem op, omdat hij zoveel meer wist dan de gemiddelde Overijsselaar. Hij bezocht de boeren op hun grote hofsteden en de arbeiders in hun kleine woningen en voor ieder had hij een goed woord. Zo was dr. Gerrit van Maanen. Zijn koetsje staat nu ergens op de E-55 in de schaduw van de kabelbaan. Vlak bij het paviljoen van de Volksgezondheid. Wie de moderne Amerikaanse auto’s ziet waarmede de heren medici tegenwoordig hun patiënten afrijden, zal zich maar nauwelijks kunnen voorstellen dat er een tijd is geweest dat ‘meneer de dokter’ met een koetsje urenlange ritten maakte…”

De nationale energiemanifestatie ‘E55’ was de grootste tentoonstelling tot dan toe in Nederland, georganiseerd door de gemeente Rotterdam. Het werd bezocht door meer dan drie miljoen bezoekers.

Vele jaren eerder, in 1925, vierde huisarts Van Maanen zijn 35-jarig jubileum. De Vechtstreek schreef toen:
“Gramsbergen. Naar wij vernemen zal het 24 november 35 jaar geleden zijn dat onze algemeen hooggeachte dokter G. van Maanen de praktijk aanvaardde. Ongetwijfeld zal niemand achter willen blijven om mede te werken aan een waardige herdenking.”

Tijdens dat jubileum ontving dokter Van Maanen een piano, een gouden horloge met ketting en een sierlijk album. Aan ’t eind dankte de dokter in ’t bijzonder mevrouw Van Ruiten, omdat zij vanaf het begin bij hem in dienst was en nog altijd haar plichten vervulde als werkvrouw bij de familie. Twee jaar later, in oktober 1927, stopte Van Maanen zijn praktijk in Gramsbergen en verliet de gemeente om zich samen met zijn vrouw te vestigen in de gemeente Renkum.

reactie Wim Hulsebosch:
Aan een aantal zaken kon de dokter mogelijk niet veel doen. De medische wetenschap schreed voort. Alleen van eigen risico, zorgmijders, pyamadagen en zorgkosten had de goede dokter geen kennis. Hij kwam, indien nodig ‘ s nachts. Zijn baan was niet van ” nine to five”, maar was een roeping, daarin bijgestaan door zijn echtgenote. Prachtige foto!


Toen, op 21 juli 1955: Treinbotsing Bergentheim.

Dit bericht werd op 21 juli 1955 uitgesproken op de landelijke radiozenders tijdens het nieuws:

Vanmorgen in alle vroegte, om 20 over 6, zijn bij het station Bergentheim in het noordoosten van Overijssel twee treinen met elkaar in botsing gekomen. Het waren een olietrein met bestemming Pernis en de eerste reizigerstrein van Zwolle naar Emmen. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. De personentrein, een diesel, werd vrij ernstig beschadigd. Iets over achten was het baanvak weer vrij.

Het dagblad ‘Het Parool’ schreef een dag later:
BERGENTHEIM, Vrijdag. — De treinbotsing op het station te Bergentheim gistermorgen is te wijten aan het onwel worden van de machinist W. uit Hengelo, die de olietrein bestuurde. Doordat hij flauw viel liet hij de zgn. dodemansknop los, de kruk die treinbestuurders steeds ingedrukt moeten houden onder het rijden. Door dat loslaten slaan de remmen aan, maar de remweg van de lange trein liep in dit geval voorbij een onveilig sein. Zo kwam de olietrein op het spoor van de personentrein terecht. Van de zijde van de Nederlandse Spoorwegen vernemen wij, dat de betrokken machinist reeds drie weken geleden last had van duizelingen; in strijd met de voorschriften had hij verzuimd hiervan bij zijn chef melding te maken. NS-employé’s in dergelijke functies zijn in het bezit van een controlekaart, waarop zij bij ziekte of verwonding direct een aantekening moeten plaatsen en zich daarna onverwijld met hun directe chef in verbinding moeten stellen. Deze bepaalt dan in hoeverre het gewenst is, de betrokkene direct uit de dienst te nemen en hem haar een arts te sturen. Vanzelfsprekend laten de Nederlandse Spoorwegen niemand op een locomotief werken die over duizelingen klaagt, aldus de NS-persdienst. De machinist W. doet momenteel geen dienst; de spoorwegen onderzoeken het geval..


Toen, op 17 juli 1807: het kerkorgel van Clara Feyoena.

Op 17 juli 1807, werd in de Witte- of Lambertuskerk in Heemse een heus kerkorgel in gebruik genomen. Die dag werd het orgel voor het eerst bespeeld door de ‘Examinator, den weleerwaarde heer P.A. Schultz, rector te Bentheim’.

Het door Georg Hein Quellhorst gebouwde orgel was geschonken door de Vrouwe van Heemse: Clara Feyoena baronesse van Raesfelt, geboren van Sytzama.

Kort voor haar dood had zij het kerkorgel aan ‘het witte kerkje’ geschonken, waarop ze liet schrijven: ‘Gegeven uit liefde voor den godsdienst, 17 juli 1807’. In het vroegere protestantse maandblad ‘Boekzaal der Geleerde Wereld’ vinden we hierover het volgende:

‘Heemse, den 24 Junij (1807). Dit orgel is op een edelmoedige en weldadige wijs, uit liefde en opluistering voor den Godsdienst, tot verfraaijing van ons Bedehuis, als mede tot verbetering van het gemeenschappelijk Psalm- en Evangeliegezang, door de Hoog Welgeb. Vrouw Baronesse Douarière C.F. van Raesfelt, geboren van Sytzama, en vrouw van Heemse, aan onze kerk geschonken; gemaakt door den, in dit vak doorkundigen G.H. Qeulhorst, orgelmaker te Nieuwenhuis, in het Graafschap Bentheim’.

orgel in witte- of lambertuskerk

Het Quelhorst-orgel werd ruim een eeuw later, in 1917, verkocht aan de kerk in Pesse en is tegenwoordig eigendom van de hervormde kerk in Lochem. Clara Feyoena stierf enkele maanden later, op 1 september 1807.