Archieven: 2021-02-28

Toen, op 23 februari 2021: nieuwe straatnamen in de Marslanden.

Het college van B&W van de gem. Hardenberg heeft jl. dinsdag ons voorstel tot vaststelling van een viertal nieuwe straatnamen in het plangebied Marshoogte overgenomen. Dat betekent dat er nieuwe woningen gebouwd gaan worden aan de:1. Markerichter (oranje gearceerd);2. Holtsprake (blauw gearceerd);3. Cedule (paars gearceerd);4. Waardeel (groen gearceerd).In het collegevoorstel lezen we:”In het uitbreidingsplan Marshoogte te Hardenberg moet voor een aantal straten een naam worden vastgesteld. Het gaat om 4 nieuwe straatnamen. Er is contact geweest met de Stichting HistorischeProjecten en Plaatselijk Belang Collendoorn. De 4 voorgestelde namen zijn aangedragen door de Stichting Historische Projecten en het Plaatselijk Belang Collendoorn heeft aangegeven akkoord tegaan. Ook de straatnamencommissie kan zich vinden in deze namenDe voorgestelde namen voor de Marshoogte hebben alle betrekking op het thema Marke: Markerichter = de voorzitter en dagelijks bestuurder van de marke.Holtsprake = de bijeenkomst van erfgenamen in de marke.Cedule = het oudste markeboek (cedule) van Heemse en Collendoorn dateert uit 1526.Waardeel = de naam voor de eenheid van aandelen in een marke”.


Toen, op 11 januari 1973: de ‘vrije boeren’ in Hardenberg.

Burgemeester Hardenberg: „En toch wordt het afgebroken” Vrije boeren smeren vakantiehuisje onder mest om sloop te voorkomen

De Volkskrant, van 11 januari 1973:
“Honderd boeren uit Hardenberg en wijde omgeving hebben woensdagmorgen de wacht betrokken rond een zomerhuisje van een collega uit Hardenberg, dat op last van de gemeente moet worden afgebroken. Het was zonder de vereiste toestemming gebouwd. De plaatselijke autoriteiten – die woensdag tot afbraak wilden overgaan – houden zich voorlopig op de achtergrond. Onder de protesterende boeren bevinden zich enkele tientallen uit Hollandscheveld, waar jaren geleden een conflict van een landbouwer met het landbouwschap tot een ontruiming leidde en tot botsingen tussen boeren en politiemannen. „
Vrije boer” Jonkeren heeft barricades op zijn terrein opgesteld, die bedekt zijn met gier. Ook het omstreden huisje is ruimschoots ermee begoten om het de slopers in de stank moeilijk te maken. Vorig jaar heeft boer Jonkeren al een vergeefse strijd gevoerd: toen liet de gemeente een voorganger van dit huisje op zijn kosten afbreken. Nu had het bestuur van Hardenberg hem tot woensdag de kans gegeven zelf tot het sloopwerk over te gaan”.

De gier rondom het huisje maakt toegang vrijwel onmogelijk.

Tubantia, van 18 januari 1973:
Beschermd door tien Enschedese leden van de Mobiele eenheid Overijssel, twee hondengeleiders en leden van het Hardenbergse politiekorps, heeft vanmorgen een ploeg slopers van de gemeente het zomerhuisje van vrije boer J.H. Jonkeren in de buurtschap Collendoorn binnen een half uur gesloopt. Aangezien men verwacht dat de heer Jonkeren in de loop van de dag steun zal krijgen van vrije boeren uit de omgeving, is de ME-brigade in Hardenberg gebleven.
De sloop van het zomerhuisje, dat volgens de gemeente illegaal staat, werd geleid door burgemeester L.A. van Splunder. Om acht uur vanmorgen arriveerde men bij het huisje dat met behulp van een bulldozer werd afgebroken.
“We konden niets meer doen. Alles werd door politie voorzien van karabijnen afgezet. Het was zelfs te laat om de vrije boeren te waarschuwen. Binnen een half uur was het huisje, inclusief de fundering, tegen de grond gewerkt”, aldus een schoondochter van de heer Jonkeren die op dat moment overleg pleegde met de in allerijl naar Collendoorn gekomen vrije boeren.
Aanvankelijk was de sloop, zoals gemeld, voor 10 januari bevolen. Tientallen vrije boeren hadden zich toen in Collendoorn verzameld om een eventuele sloopactie van de zijde van de gemeente Hardenberg te verhinderen. Het huisje is toen onder de gier gespoten evenals de omgeving, terwijl de toegangsweg met een boom werd geblokkeerd. Men had de gier gebruikt om als een soort afweermiddel te dienen. Het zomerhuisje was aanvankelijk een noodwoning, die in 1953 met toestemming van de gemeente was gebouwd. Nadat de bewoners in 1969 waren vertrokken, is er zonder vergunning een zomerhuisje van gemaakt. De gemeente had slechts toestemming gegeven voor een schuur. De heer Jonkeren weigerde echter de daarvoor benodigde sloopwerkzaamheden uit te voeren. Het vorige jaar werd de heer Jonkeren opgedragen het huisje voor 1 november te slopen. Toen dat niet gebeurde, heeft de gemeente het gedaan, hetgeen f 800 kostte, welk bedrag nog op de heer Jonkeren zal worden verhaald. Van de sloopmaterialen bouwde de heer Jonkeren met behulp van de vrije boeren een nieuw huisje, dat voor 10 januari moest worden afgebroken. „We hebben ons 10 januari van de provocerende houding van de vrije boeren die onder meer dreigend door Hardenberg reden, niets aangetrokken. We vonden het beter toen niet te gaan. We hebben een beter tijdstip afgewacht en dat was vanmorgen”, aldus een ambtenaar van Hardenberg.

De eigenaar van het huisje, de heer Jonkeren.

Nederlands Dagblad, van 19 januari 1973:
“Het illegaal gebouwde huisje van de 72-jarige boer H. Jonkeren in de buurtschap Collendoorn is gisteren afgebroken. „Maar ik zal blijven strijden, al kost het me mijn hele boerderij”, was het commentaar van de heer Jonkeren. Onder leiding van burgemeester mr. L. A. van Splunder van Hardenberg en met bescherming van 50 man politie werd de actie uitgevoerd, nadat een ultimatum dat de heer Jonkeren was gesteld, vorige week woensdag was verstreken. Het puin van het huisje werd met een bulldozer opzij geschoven. Dit was nodig omdat vrije boeren vorige week het huisje en omgeving met gier hadden overdekt. De vrije boeren beraden zich nu over hardere acties. Er werd gesuggereerd het huis van de burgemeester of van de GPV-wethouder W. Berenst in brand te steken. „Er is benzine genoeg”, zeiden enige vrije boeren.Het handelde hier om ‘vrije boer’ Jan Hendrik Jonkeren, op het oude Poffers aan de Venneweg 7.


Toen, op 27 november 1914: kerstpakketten voor infanteristen.

De groepsfoto is opgenomen in de eind 1999 verschenen publicatie ‘Het boek van Roke’: “Grenswacht tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), bij het bakhuis van het erve Tackman. Dit bakhuis is in 1914 gebouwd. Op de foto zien we Nederlandse grenswachten en commiezen (toen nog in burgerkleding).

Het Salland’s Volksblad van 27 november 1914 plaatste o.a. een ingezonden brief van U.P. Cavaljé, burgemeester van Avereest:
“Beleefd verzoek ik U mij voor het volgende een plaats in uw blad te willen verleenen. De heer commandant van de 2de compagnie 9e bataljon Landweer-Infanterie deelde mij mede het plan te hebben opgevat om voor de manschappen dier compagnie, waarvan verscheidene afkomstig zijn uit deze gemeenten en die de Kerstdagen waarschijnlijk aan de Belgische grens, op voorpostendienst zijnde, zullen moeten doorbrengen, een kerstboom op te richten en hun geschenken uit te reiken. Hij riep voor de volvoering van zijn plan mijn medewerking in en sprak de overtuiging uit dat zijn beroep weerklank zal vinden in de harten van de ingezetenen. Gaarne betuig ik, het plan om aan de militairen eene kerstgave te schenken, van harte toe te juichen. Laten wij bedenken, dat zij die voor de veiligheid van ons land aan de grenzen staan, en daar ver van gezin, huis en haard zulk een moeilijken tijd doormaken, zich daar bevinden ’ten onzen behoeve’, wakende voor de belangen van ons Nederlanders, die thans nog de zegeningen van den vrede genieten.”

Vele dienstplichtigen waren in 1914 opgeroepen voor de mobilisatie. De Grote Oorlog was uitgebroken. Gelukkig kon Nederland buiten schot blijven, maar de landsgrenzen moesten wel voortdurend worden bewaakt.

De foto toont Berend Woertel (1887-1925), eveneens uit Radewijk.

Bezit u zelf oude foto’s van familieleden in militair kostuum, dan horen wij het graag.


Toen, op 21 november 1852: de nieuwe kerk in Avereest.

Toen, op 21 november…Op 21 november 1852 vond de officiële inwijding en ingebruikname plaats van de nieuwe hervormde kerk te (Oud-)Avereest. Het kerkje is aangewezen als rijksmonument en heeft daarom, terecht, in 2008 een plek gekregen in het door ons uitgegeven boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’.

23 Nov. De nieuwgebouwde kerk te Avereest, is zondag jl. door den leeraar dier gemeente, Ds. de Koning, met eene voortreffelijke en indrukwekkende ređe ingewijd, naar aanleiding van Hebr. 10: 25. In de vorige week bad er met de klok dezer kerk, een zonderling voorval plaats. Juist loen er een lijkwagen voorbij de kerk reed, vielen tegelijk twee hamers van de klok naar beneden op den grond; althans zoo wordt mij medegedeeld door een geacht inwoner dezer plaats die zondag de plegtigheid der ipwijding heeft bijgewoond.

De geschiedenis van de kerk, mooie foto’s en kaartmateriaal, vindt u op onze website.


Foto: de Hessenweg te Heemse.

Deze zeer oude foto toont de Hessenweg in Heemse. Het plaatje zal waarschijnlijk weinig herinneringen meer oproepen. Toch is er, met enige toelichting, misschien nog herkenning.

De foto is gemaakt ter hoogte van Hessenweg 9, het vroegere Stationskoffiehuis van de familie Kampman. Ten zuiden van de weg is enkel nog land, nu staan daar allemaal huizen. Naast de weg zien we de rails van de Dedemsvaartsche Stoomtramweg Maatschappij (DSM) liggen. Hoog opgaand geboomte flankeert de oude Hessenweg.

Rechts de zijgevel van het pand van Kampman. Daar waar de net geklede dames lopen, is een klein steegje tussen Kampman en het aangrenzende perceel.

De tweede foto toont een uitsnede van precies dat gedeelte. Boven het hoofd van een van de dames is een uithangbordje te zien en – met goede wil – valt daarop te lezen: ‘G. Breukelman, schoenmaker’.Zie daar de schoenmakerij van Gerrit Breukelman. Gerrit was geboren op 19 april 1882 in Heemse, als zoon van Hendrik Brokelman (Breukelman) en Klaziena Reinders. Gerrit was in 1910 getrouwd met Johanna Philippina Vera uit Groningen, dochter van een zeematroos. Gerrits jongere broer Egbert zou later ook in Heemse een schoenmakerij bezitten. Hij woonde en werkte vanuit het welbekende oude pandje dat afgebroken moest worden ten faveure van de Rabobank.Reeds op 20-jarige leeftijd was Gerrit Breukelman zelfstandig schoenmaker in Heemse. Dat blijkt o.a. uit een advertentie in het Salland’s Volksblad van 6 december 1902. In april 1920 liet hij zijn clientèle via de krant weten dat hij was verhuisd van Heemse naar het huis van de weduwe Nijzink op de Brink.Daarmee hebben we ‘onze’ foto weten te dateren. Deze moet in ieder geval gemaakt zijn vóór 1920, want op de foto is Breukelman nog gevestigd op zijn oude plekje.