Archieven: 2021-02-07

Toen, op 07 februari 2021: winter is coming…

Deze foto’s tonen beelden van weleer. Het is een selectie uit onze eigen omvangrijke fotocollectie, aangevuld met drie prachtige beelden uit de beeldbank van de Historische Vereniging Hardenberg (waarvoor dank!)

We zouden het geweldig vinden als u uw eigen ‘schaatsfoto’s’ aan deze serie wilt toevoegen. U kunt ons mailen: historischeprojecten@gmail.com of u kunt reageren op dit bericht…


Toen, op 06 februari 1898: wonderdokter Rusken.

Toen, op 6 februari…

De Texelsche Courant van 6 februari 1898 schreef:
“Heksengeloof. Naar de Asser Courant verneemt, is door de brigadier der marechaussee ten huize van S. aan het Noordscheschut te Hoogeveen een onderzoek ingesteld naar aanleiding van een staaltje van heksengeloof aldaar.

De brigadier vernam van de vrouw des huizes dat de duivelbanner, zekere Rusken wonende te of bij Ambt Hardenberg, bij zijn onderzoek een groote flesch, geheel gevuld met vocht, had achtergelaten, waarvan het behekste kind viermaal daags een lepel vol moest innemen. Geld ervoor had de man niet gevraagd en had zij hem dan ook niet gegeven. In ’t volle vertrouwen op de geneeskracht van de zoogenaamde medicijn, had de moeder dan ook reeds onderscheidene malen het kind daarvan toegediend. Zij kon dan ook noode van de flesch scheiden, die echter door den brigadier in beslag is genomen als overtuigingsstuk bij het op te maken proces-verbaal.”

De in het krantenbericht vermelde ‘zekere Rusken’ zal Bernard Heinrich Rusken of diens zoon Frans Rusken zijn geweest. Bernard Heinrichs vader, Jan Frans Heinrich Rusken, was vanuit het Duitse Hebelermeer naar Radewijk gekomen. Daar had hij in 1856 op de openbare veiling het erve Mas, met huis, erf en een tiental bunders land gekocht. Sindsdien woonde de familie Rusken in Radewijk aan de beek. Van de opvolgende generaties Rusken is bekend dat zij wonderdokters waren, maar ook duivelbanners en wijd en zijd daarom bekendheid genoten.

Frans Rusken was een kop groter dan de meeste Rokenaren. Hij was bekend om zijn schranderheid en was een vlotte prater, maar vertelde beslist niet meer dan hij kwijt wilde. Als wonderdokter verwierf Frans grote faam. De mensen bezochten hem thuis of op marktdagen in Coevorden. Men kreeg dan een kruidendrankje of zalf tegen reuma of eczeem. In het laatste geval kreeg men een potje rode en witte zalf. Vele mensen hielp hij van de kwaal af. Ook met rugklachten was je bij Frans aan het goede adres.

In Slagharen werd hij eens bij een geval van ‘spit in de rug’ gehaald. De patiënt lag in bed en kon zich nauwelijks bewegen. Nadat Frans de zalf had aangebracht beval hij de boer om op te staan. Rusken heeft de man letterlijk uit bed gepraat. Even later stond de boer weer op de deel en kon hij de koeien weer voeren…


Toen, op 03 februari 1940: over schaatsen op de Vecht!

In de krant ‘Het Vaderland’ van 3 februari 1940 meldde men:

De Vecht ter hoogte van de huidige Prins Bernardbrug met zicht op de Vechtbrug. Rechts het zgn. Slat en links de Achterbrink.

“Wat bijna nooit gebeurt zag men thans. Op de altijd gevaarlijke Vecht wordt al dagen achtereen schaatsen gereden zonder dat er een ongeluk is gebeurd. Er zit ca. 28 cm ijs in. Een vrachtauto met zand beladen is er over gereden, een novum in Hardenbergs historie. De Chr. Landbouwwinterscbool is al eenige dagen gesloten, omdat er niet voldoende cursisten aanwezig zijn. De Chr. ULO-school had een dag vakantie omdat de stookolie van de verwarming opgebruikt was. Een chauffeur raakte midden in den nacht op den weg Ommen-Hardenberg ingesneeuwd, zoodat omwonenden uit het bed geklopt moesten worden om hulp. Het verkeer was gisteren in nog ernstiger mate belemmerd…”

Een andere krant, namelijk ‘De Vijf Rivieren – Nieuwe Gorinchemse Courant’ meldde diezelfde dag:

“Hardenberg. De winter laat zich ook in deze streken van het land geducht gelden. Konden veertien dagen geleden de auto’s onmogelijk over de met sneeuwduinen bedekte wegen de dorpelingen halen voor den kerkdienst, althans uit de veraf gelegen buurtschappen, thans zijn deze nog meer van de buitenwereld afgesloten. Op den weg naar Radewijk moesten zes auto’s het opgeven en kwam een in een sloot terecht. Des avonds werd zelfs in het meer bewoonde Heemse de weg bijna onberijdbaar door opgehoopte sneeuwduinen. De weg naar Lutten, voor veertien dagen nog vrij goed, alleen hier en daar met hooge sneeuwwallen versperd, is thans voor het verkeer afgesloten. De bus van de E.D.S. rijdt niet meer. De postauto kon er bij nacht niet doorkomen en is halverwege teruggekeerd om van Lutten naar Coevorden te rijden, zoodat Hardenberg dien morgen van post verstoken was”.