Archieven: 2021-03-11

Toen, op 11 maart 1903: familie Oostenbrink.

We zien het winkel- annex woonhuis van de familie Oostenbrink aan de Hessenweg in Heemse, zoals het eruit zag in de jaren ’30 van de vorige eeuw. Het pand bestaat nog, maar heeft nu een compleet andere verschijning. Nu is het geadresseerd aan de Hessenweg nr. 27 en in gebruik als ‘Je Eigen Kraam’.

In deze serie ‘met dank aan’ willen we graag inzendingen van onze volgers laten zien. De foto’s zijn dus eigendom van particulieren die ze belangeloos aan onze stichting ter beschikking hebben gesteld. Vandaag tonen we een foto die ons is toegezonden door William en Tony Oostenbrink uit Edmonton in Canada.

Volgens het bouwvergunningenarchief van de voormalige gemeente Ambt Hardenberg is in 1941 toestemming gegeven voor een grootschalige verbouw en renovatie van het woon-/winkelhuis ten name van manufacturier Jacob Oostenbrink.

Jacob was geboren op 11 maart 1903 in Heemse als kind van Albertus Anthony Oostenbrink en Lutje Padding. Hij was in 1927 in Hoogeveen getrouwd met Antien Louissen. Samen kregen ze zes kinderen: Jantina (1930), Albertus Anthony (1933), Willem Louis (1934), Lucy Annie (1936), Annie Margrietha (1940) en Jan Bernhard (1942).

In oktober 1928 hadden Jacob en Antien de ‘kleinhandel in manufacturen’ overgenomen van Jacobs vader. Deze ging van zijn oude dag genieten en verhuisde naar het landhuis ‘het Seinen’.

In de zomer van 1951 zouden Jacob en Antien met hun kinderen emigreren naar Canada om zich te vestigen in Coaldale in de provincie Alberta, een goede 200 kilometer ten zuiden van Calgary. Jacob Oostenbrink overleed in 1971, maar zijn weduwe pas in 2004. Ze was meer dan honderd jaar oud geworden.

Hun zoon Willem Louis (William) liet ons nog weten:
“The renovations, I believe, took place in 1939 and consisted of the addition of the warehouse shown at the far left. The first floor of the warehouse consisted of an addition to the store for display of furniture and expansion of the clothing section. The upper floors of the building were for storage of furniture but included an atelier for the seamstress to design and sew custom lady dresses. Going back to the picture the middle section was untouched except for upgrading the family room and the spacious central hallway which had a curving staircase leading to the bedrooms and upstairs bathroom. To the right was the official living room. To the left was a large kitchen with an entry hall which contained a bathroom. My dad even added central heating to the building. Not shown there was on the left a garage with front half dedicated to washing clothing. It contained a stove for “cooking” clothes. In september 1944, during “dolle dinsdag” when the allies were stopped at the Rhine river, my dad got unwanted attention when he hung a Dutch flag from the tree shown in the front. Not shown is a flower garden. The three bedrooms on the front and the store were all part of the renovation. In total there were 6 bedrooms. This picture brought back good memories. I kept my pigeons and birds on the “zolder” of the garage and washing section”.


Monumentje alstublieft: de kerk van Heemse.

Het oudste monument in de gemeente Hardenberg is zonder twijfel de Witte of Lambertuskerk aan de Scholtensdijk in Heemse. Dit gebouw is al meer dan acht eeuwen oud. In ons boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ is de geschiedenis van de kerk uitvoerig beschreven.

Deze historie hebben we nu ook op onze website gepubliceerd, voorzien van vele prachtige foto’s. We nodigen u daarom graag uit voor een online bezoek aan Hardenbergs oudste gebouw:

https://www.historischeprojecten.nl/geheugenvanhardenberg/oude-huisplaatsen/

Deze fraaie kleurendia maakte ds. Loor op 2 juni 1965 in Heemse. Op de achtergrond de Witte- of Lambertuskerk, maar welke oude boerderij is rechts zichtbaar en waarom hangt links aan de voorgevel van ’t huis een witte vlag met rood kruis? We horen ’t graag…


Toen, op 21 april 1701: hypotheek verstrekt.

Portret in ovalen lijst van kapitein Pico Galenus baron van Sytzama (1661-1727)

Op 21 april 1701 werd onderstaande hypothecaire akte verleden door schout Johan Molckenbour op landgoed Huize Blankenhemert in Heemserveen. De hoogwelgeboren Pico Galenus baron van Sytzama en zijn vrouw Johanna Judit Blanckvoort hadden geld geleend van de dames Potcamps. Het ging om maar liefst 2500 carolusguldens. Als onderpand stelden ze hun negen dagwerken hooiland (het Hag), acht dagwerken (het Gagel), drie dagwerken (de Klokkebuul), de erven Egberts en Wolters in Rheeze en een stuk hooiland (de Brandehege).

“Ick, Johan Molckenbour met commissie van sijn konincklijcke majesteijt van Groot-Brittannien als erfstadthouder van de provintie Overijssel, indertijd Scholtus van den Herdenbergh, Heemse en Gramsberge, doe condt en certificere hiermede dat voor mij en naebenoemde cuernoten in den Gerighte erschenen sijn de welgeboren heer Pico Galenus van Sytzama en desselfs eheliefste vrouw Johanna Judit Blanckvoort, tutore marito, verclaerende wegens opgenomene en ter noege ontfangene penningen, opreght en deughdelijck schuldigh te weesen aen juffrouwen Antonia en Engelina Potcamps, de somma van tweeduisent en vijfhondert caroliguldens, deselve jaerlijcks belovende te verinteressen met ses percento met wanneer binnen drie maanden nae de verschijndagh de betalinge geschiet met vijf parcente sullen kunnen bestaan, waer van het eerste jaer interesse alsoo sal komen te verschijnen op den 23 april 1702 en soo voorts van jaer tot jaer, ter tijt van de aflosse van gedaghte capitaal toe, welcke sal kunnen en moeten geschieden wanneer daer van de loshoudinge een vierendeel jaers voor de verschijndagh aan de een of andere sijde sal sijn geschiet. Stellende sij heer en vrouw comparanten voor gedaghte capitaal en interessen tot een speciaal hypotheecq en onderpant hunne nae gespecificeerde goederen als negen daghwerck hoijlant het Hagh genaempt, aght dagwerck het Gagel genaempt, drie daghwerck de Klockebuil genaempt, het erve Egberts tot Reese, het erve Wolters tot Rese en het hoijlant de Brandehege, alles in desen carspel van den Herdenbergh gelegen. De jaerlijckse paghten en opkomsten van dien ter concurrenter somme van de jaerlijckse interessen aan de creditricen cederende en overdraegende.
Daer dit aldus geschiede waren met mij Scholtus aen en over als cuernoten Jan Everts en Albert Dercks. Sonder argh of list en in waerheijts oirconde is desen van mij Scholtus gesegelt en geteijkent, neffens de onderteijkeninge en pitscappen van de welgeboren heer Pico Galenus van Sijtsama en mevrouw Janna Judit Blanckvoort.
Actum op Blanckenhemert op den 21 april 1701.”

Het vrijwillig rechterlijk archief van het Schoutambt Hardenberg wordt al decennia lang bewaard in het rijksarchief in Zwolle (HCO). Rechterlijke instellingen van vóór 1811 hadden verschillende competenties. Grofweg waren de rechtskringen verdeeld in kringen met een lage jurisdictie en kringen met een hoge jurisdictie. Rechtskringen met de hoge jurisdictie hadden de bevoegdheid om misdaden waarop lijf- en onterende straffen stonden te behandelen. Deze competentie, waarbij tot maximaal de doodstraf mocht worden uitgesproken, noemt men de criminele rechtspraak. Rechtskringen die onder de lage jurisdictie vielen, beperkten zich alleen tot de twee andere competenties: de vrijwillige rechtspraak en de civiele rechtspraak.

De civiele rechtspraak wordt ook wel aangeduid als voluntaire rechtspraak. Bij deze rechtspraak gaat het om de registratie en afgifte van akten die particulieren op vrijwillige basis aan een gerecht voorlegden of van haar werden verlangd. Het zijn zaken die we vandaag de dag bij de notaris laten passeren. Daarom wordt deze categorie soms ook aangeduid als “oud-notarieel archief”. De soort akten die we bij de vrijwillige rechtszaak aantreffen zijn bijvoorbeeld: borgstellingen, schuldbekentenissen, huwelijkse voorwaarden, (herroeping van) testamenten, vestiging en overdracht van renten, donaties, verkoop en transporten, morgengaven, volmachtstellingen, boedelscheidingen en boedelinventarissen, vidimussen en attestaties de vita. Het is met name deze zeer uitgebreide categorie die veel informatie geeft over onze voorouders, hun bezittingen en doen en laten.


Toen, op 10 maart 1931, ziekenfonds “Helpt Elkander” te De Krim.

Een foto van het bestuur van het Ziekenfonds „Helpt elkander” te De Krim, dat op 10 Maart zijn 40-jarig bestaan herdacht. Staande v.l.n.r. A. Woltman, B. Timmer en H. Kohrman, zittend J. Strijker, G. Hajenius, K. Staverman (voorz.), R. Kohrman en R. v. d. Hoek.

Op 10 maart 1931 herdacht het bestuur van het Ziekenfonds “Helpt Elkander” te De Krim het 40-jarig bestaan. Deze foto werd bij die gelegenheid genomen en afgedrukt in het geïllustreerd weekblad “Van Eigen Erf”.


Toen, op 13 maart 1963: dominee Loor uit Heemse.

0313_Loor

Deze prachtige kleurendia is gemaakt op 13 maart 1963. We zien de Heemser predikant E.J. Loor. Hij heeft een haas bij de oren gevat. Het was een oud gebruik dat de dominee van zijn gemeenteleden zgn. ‘emolumenten’ ontving, een aanvulling op zijn traktement. Het meisje met de blauwe capuchon en de witte sjaal op de voorgrond is waarschijnlijk zijn dochtertje Arja Loor. De jongen met de oranje sjaal is Piet Mullers, een zoon van de chirurg Mullers die destijds woonde op huize Nijenstede. Ds. Loor is afgebeeld met zijn onafscheidelijke hoed. In die tijd was dat nog redelijk gangbaar. Groette hij een bekende op straat, dan werd de hoed even gelicht.