Toen, op 08 april 1943: het Achterhuis in Hardenberg.
Helaas is er in Hardenberg weinig archief bewaard gebleven van de oorlogsperiode 1940-1945. De NSB-burgemeester Overbeek heeft waarschijnlijk veel archief vernietigd. Gelukkig is het waardevolle archief van de Marechausseebrigade Hardenberg wel bewaard gebleven. In dat archief vonden we een brief, gedateerd 8 april 1943. We laten de inhoud ervan hierna volledig volgen, om een goed beeld te geven van de impact.
“Aan de heer onderluitenant/afdelingscommandant der marechaussee te Hardenberg. Naar aanleiding van een gerucht, dat na het vrijwillig vertrek van de joodsche familie Bromet, wonende te Hardenberg, nog een lid der familie als verstekeling in de woning was achtergebleven, hebben wij, Gerrit Jan van den Berg en Arie Johannes van ’t Prinsenhof, wachtmeesters der marechaussee te Hardenberg, op last van den Groepscommandant, in de woning van den jood Bromet, welke geheel was verlaten en afgesloten een onderzoek ingesteld en in een vaste kast, die van binnen was afgesloten, aangetroffen: Philip Bromet, geboren te Hardenberg op 14 februari 1886, Nederlander, gescheiden, wonende te Stationsstraat nr. B/83 te Hardenberg. Toen Bromet ontdekt werd, zag hij nog kans om met een scheermesje in zijn pols te snijden, hetgeen hem echter niet is gelukt. Hevig bloedend is Bromet naar het ziekenhuis te Hardenberg gebracht, daar verbonden, en verder op last van de Sicherheitspolizei te Enschede, overgebracht naar Zwolle en opgesloten in het Huis van Bewaring. Het is aan te nemen dat Bromet van plan is zich van het leven te beroven”.
Het briefje van de wachtmeesters Van den Berg en Van ’t Prinsenhof is veelzeggend… Philip Bromet woonde aan de Stationsstraat B83 (nu nummer 17), samen met zijn drie broers Marcus, Asser en Meijer. Zij waren kinderen van David Bromet en Sara Cantor. Philip was de jongste. Volgens mededelingen heeft hij vroeger een tijdje in Duitsland gewoond, maar het is niet bekend of hij daar getrouwd is geweest. Verder werd hij op 19 mei 1923 ‘afgeschreven’ naar de gemeente Nijmegen. Daar dreef hij toen al enkele maanden op eigen naam een winkel in damesconfectie, eerst aan de Van Broeckhuijsenstraat 20 en later aan de Lange Burchtstraat 36. Zijn zus Threse Bromet woonde ook in Nijmegen, met haar man Isidor Leviticus.
Op 28 augustus 1930 werd Philip weer ingeschreven bij de gemeente Stad Hardenberg, komende uit België. Zijn winkel in Nijmegen bleef echter nog even open, want op 31 maart 1931 adverteerde hij:
“Totale uitverkoop wegens beëindiging der huur. Onze geheele voorraad elegante damesconfectie, bestaande uit complets, mantels, mantelcostumes, japonnen, blouses, wordt totaal uitverkocht. Alles voor spotprijzen. Ph. Bromet, Lange Burchtstraat 36.”
Volgens de persoonskaart (zie afbeelding) werd Philip op 19 mei 1943 ‘afgeschreven’ naar het centraal bevolkingsregister in Den Haag. Hij was op 30 april omgebracht in het vernietigingskamp Sobibor, oud 57 jaar…
reactie Teun Smit:
Dit geeft een heel klein detail uit een tragedie die zijn weerga niet kent in de moderne tijd. De meeste joden werden tot wanhoop gedreven, ook in de Mediene. Zo ook deze familie. Er wordt geschreven dat de familie Bromet vrijwillig is vertrokken. Dit is natuurlijk grote onzin. De familie was gedwongen tot vertrek omdat van Duitse zijde zeer dwingend verordonneerd werd dat alle nog in o.a. de provincie Overijssel verblijvende joden zich uiterlijk 6 april 1943 moesten melden in Kamp Vught. Dit is hen heel duidelijk verstaan gegeven door de gemeentelijke autoriteit. De joden waren verplicht om voor vertrek hun woningen behoorlijk af te sluiten en de sleutels af te geven op het politiebureau. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking berustte bij de politiegezagsdrager. De burgemeester diende omtrent het verloop van de verwijderingsactie, zoals die officieel heette, de opdrachtgever in te lichten. In dit geval de gewestelijke politiepresident te Arnhem. Het lijkt erop dat de Hardenbergse politieautoriteiten de taak heel serieus hebben opgevat. En… er is sprake van een gerucht! Of was het verraad? De poging tot zelfdoding spreekt boekdelen van de ellende waarin de man zich bevond. Het komt niet zo naar voren in de verslaglegging, eerder het tegendeel. Dit document geeft wel een detail prijs van hoe de jodenvervolging in de provincie werd vorm gegeven…