Archieven: 2021-07-10

Toen, op 09 juli 1892: een waarheid als een koe…

Dit gedicht werd afgedrukt in de Dedemsvaartsche Courant van 9 juli 1892. Niets nieuws onder de zon…:

‘T IS MAAR EEN BOER.

’t Is maar een boer! zoo hoort men dikwerf spreken, zelfs in deez’ tijd, die zoo verlicht vaak heet;
’t Is maar een boer! Het zijn niet altijd leeken, die wanen, dat een boer bijna niets weet.
De dwaas toch meent, dat boeren niets beteek’nen, want zonder hen was het hier slecht gesteld.
’t Is maar een boer, die van den vroegen morgen tot ’s avonds laat zijn vreedzaam werk verricht;
’t Is maar een boer, die voor zooveel moet zorgen, aan wien wij allen zooveel zijn verplicht.
’t Is maar een boer, die ook voor stedelingen, het koren teelt, waarmede zij zich voên;
Zijn arbeid schenkt ons tal van nutte dingen, wat zouden wij wel zonder boeren doen?
’t Is maar een boer! doch staat hij niet ver boven een ieder, die dat zegt op schampren toon?
Een kloeke boer verdient, dat wij hem loven; zijn arbeid spant van menig werk de kroon;
Wie ge ook moogt zijn, wilt staâg de boeren eeren, zij zorgen toch voor heel de maatschappij.
Het past ons dus de boeren te waardeeren, van dwazen waan en van vooroordeel vrij.


Toen, op 07 juli 1926: gouden bruidspaar Veurink-Lamberink

Deze foto werd afgedrukt in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 13 juli 1926. De foto was een kleine week ervoor, op 7 juli, gemaakt ter gelegenheid van de viering van het 50-jarig huwelijk van Gerrit Veurink en Zwaantjen Lamberink uit Heemserveen.

Op 7 juli 1926 herdacht het echtpaar Gerrit Veurink en Zwaantje Lamberink, wonend op ’t Heemserveen, dat ze vijftig jaar in de echt verbonden waren. Destijds, in 1876, was hun huwelijk gesloten in het gemeentehuis van Ambt Hardenberg te Heemse. Hun huwelijk was gezegend met 9 kinderen, vijf zoons en vier dochters. Op de foto zien we Gerrit (Gait) Veurink met een ‘zieden pet’ op het hoofd, terwijl z’n vrouw Zwaantie een witte strookse muts draagt. Gerrit was op 3 oktober 1851 geboren in Rheeze. Zijn echtgenote op 10 oktober 1856 in Heemse.


Toen, op 04 juli 1877: bliksem legt molen Radewijk in as.

molen Radewijk

Het Algemeen Handelsblad van 7 juli 1877 schreef erover:
“Bij Gramsbergen, is dienzelfden morgen de bliksem te Radewijk in een korenmolen geslagen, die molen is totaal afgebrand; aan blusschen viel niet te denken. Het aanwezige koren is nog grootendeels gered. Het perceel was tegen brandschade verzekerd.”

De molen op de zogenaamde ‘Hanekamps-kamp’ in Radewijk was indertijd eigendom van de familie Van Houselt. De oprichter ervan, Jan Antonie van Houselt, was in december 1868 verdronken in het Overijssels Kanaal toen hij terug kwam van een bezoek aan de gezellige Gramsberger kermis. Hij was slechts 35 jaar geworden. De molen werd daarop verhuurd of verpacht aan verschillende molenaren. Zo was Albertus Bos de molenaar tussen 1872 en 1877, het jaar waarin de molen afbrandde.

Met het verzekeringsgeld werd een andere molen aangekocht. Het was de uit 1771 daterende oliemolen van de familie Draaier uit Oosterhesselen. Deze achtkante beltmolen werd in Radewijk weer opgebouwd en deed vervolgens dienst als korenmolen. In de registers van de aangifte op de grondbelasting is te vinden dat de nieuwe molen op 17 december 1877 in gebruik werd gesteld, net op tijd om de Radewijkers voor kerst te voorzien van broodmeel…

Meer over de geschiedenis van korenmolen Windlust leest u in ons boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ en op onze website.

molen Radewijk

Deze molen is uniek. Het heeft vanouds deels een belt, deels een stelling en is daardoor moeilijk in te delen in het vaderlandse molenbezit.

molen Radewijk