Archieven: 2022-02-28

Toen, op 28 februari 1840: het interieur van de kerk te Gramsbergen vernieuwd.

Op 28 februari 1840 begon notaris Willem Swam te Gramsbergen met de openbare aanbesteding voor het vernieuwen van het inwendige van het kerkgebouw ter stede Gramsbergen. Hij deed dat in opdracht van de kerkvoogden.

Overijsselsche courant, 25 februari 1840.

Het bestek is in het notarieel archief bewaard gebleven:

Artikel 1:
De aannemer zal, nadat hem de oude banken zullen zijn opgeruimd, de vloer opgenomen en de grond met zand zal zijn verhoogd, de Bentheimer steenen doen kanthouwen en weder effen leggen, tot welk laatste hem kosteloos de nodige handlangers zullen ten dienste staan, en daarna volgens de tekening leveren vijftien vrouwenbanken in het midden der kerk, van vier duims greene deelen, met twee duims vurehouten paneelen, behoorlijk en naar den eisch in elkanderen gewerkt, aan ieder bank twee greenehouten paneelen deuren, halfrond aflopende […] Wijders zal aan ieder bank een lessenaar, van bovenaf schuins aflopende, gemaakt worden van één twee palms breede en en drie duims dikke plank, voor de oplegging der (kerk)boeken, ieder met aanbrenging van een vier duims breede lat, behoorlijk met een kraal beschaafd, tot voorkoming van het afglijden derzelven
.

Artikel 2:
De aannemer zal vanaf de beide deuren van weerkanten aan de muren tot aan het doophek volgens de tekening moeten maken en leveren twee rijen banken voor de mannen, hoog één el uit de vlakke grond en naar evenredigheid de agtersten, op vier eikenhouten ribben van twaalf en twaalf duim c.s.


Artikel 3:
De aannemer zal de tegenswoordige predikstoel, zoo ook het klankbord, verplaatsen boven in de kerke op de aan te wijzene plaats, vijfentwintig duim van de muur, hetwelk hij met een vijf duims dikke eiken plank (wagenschot) zal aanvullen […] Vervolgens zal de aannemer in het klankbord moeten maken eene ronde opening tot plaatsing van eene Engelsche lamp […] en verders zal de aannemer regts en naast de predikstoel naar den eisch moeten maken een pultrum voor de voorzanger.


Verder was de aannemer verplicht om een gaanderij aan te brengen, met daarop vier rijen losse kerkbanken die van voren naar achteren schuin opliepen. De aannemer was ook gehouden om de gemaakte banken, preekstoel, gaanderij, trappen, pilasters en zolders behoorlijk met goede olieverf te gronden en te verven: de preekstoel en bord licht gladhout kleur, de kerkbanken rood mahoniehouten kleur, de zolders blauw en de pilasters gemarmerd. Tenslotte was de aannemer gehouden om het werk uiterlijk op 1 juli van datzelfde jaar op te leveren.

Aannemer en timmerman Wolter Scheerman uit Coevorden was bereid het timmerwerk voor 1250 gulden aan te nemen en huisschilder Hendrik Kremer uit ’t Laar wilde voor 190 gulden wel verantwoordelijk worden voor het schilderwerk. Echter, toen zowel het timmerwerk als het schilderwerk in combinatie nogmaals in veiling werd gebracht, ging aannemer Johannes de Blécourt uit Coevorden er met de winst vandoor. Hij nam het werk aan voor een totaalbedrag van 1205 gulden.


Toen, op 27 februari 1683: charter inzake de halve Heinen Gooren te Baalder.

Deze gecancelleerde (doorgehaalde) oorkonde is op 27 februari 1683 gepasseerd door de toenmalige schout van Hardenberg, Thomas Huete. Middels dit charter bekrachtigde hij de verkoop van een losrente van vijf Carolyguldens per jaar, gaande uit een half huis de halven Heinen Gooren te Baalder, door de echtelieden Berent Hendricks en Gesien Alberts aan de echtelieden Arent Gerrits en Geertien Derks. De andere helft was verpand aan de stad Hardenberg. De oorkonde, met twee uithangende lakzegels, is bewaard gebleven in het archief van de stad Hardenberg.


Toen op 26 februari 1913: H.H. Weitkamp wordt burgemeester.

Op 26 februari 1913 werd Herman Heinrich Weitkamp geïnstalleerd als burgemeester van de gemeente Ambt Hardenberg. Hij was de opvolger van Willem Hendrik de Chalmot die op 6 december 1912 was overleden in Huize Nijenstede. Weitkamp was, op speciaal verzoek van de ingezetenen, bij Koninklijk Besluit van 12 februari benoemd tot nieuwe eerste burger van de grote plattelandsgemeente.

Burgemeester Weitkamp was op 15 juni 1869 geboren te Stad Hardenberg en op 7 oktober 1891 te Ambt Hardenberg getrouwd met Hendrikje Bolks uit Heemse. Zijn installatietoespraak luidde als volgt:

Mijne heeren, thans geroepen zijnde het bestuur der gemeente Ambt Hardenberg te aanvaarden, gevoel ik diep de plichten die op mij rusten. En, ware het niet, dat ik reeds ruim 5 jaren, als jongste wethouder, die dagelijks op het gemeentehuis verkeerde, in het belang der gemeente medegearbeid had en zoodoende veel van haar belangen kende, zou ik wellicht niet tot het staan naar deze betrekking gekomen zijn. Moed gaf het mij echter om daartoe over te gaan, toen bijna algemeen stemmen onder u opgingen, die mij er toe aanspoorden. Moed geeft dit mij thans voor de toekomst, nu we voor het feit staan, dat die wensch vervuld werd. Want heeren, dit weet ik, dat door mij op uw medewerking kan gerekend worden, dat gij mij ’t vertrouwen zult schenken, ’t welk ik van u allen, als jongste wethouder genoot, waarvoor ik u intusschen mijn welgemeenden dank betuig. Van harte hoop en wensch ik, dat dit vertrouwen nimmer geschokt worde. De onpartijdigheid betrachtende, een ieder in zijn inzichten respecteerende, zal alles van mijnentwege gedaan worden om de gelukkige en aangename samenwerking te bestendigen, die onzen raad kenmerkte, tijdens het voorzitterschap van onzen hooggeachten, ons zoo onverwacht ontnomen vriend en burgemeester De Chalmot, wien ik in deze oogenblikken met weemoed gedenk. Ik beloof te zullen streven naar datgene, wat tot nut, heil on vooruitgang der gemeente Ambt Hardenberg kan strekken. Met ernst verzoek ik u mij in dien arbeid te willen steunen en mij uw goeden raad en medewerking te willen verleenen en uw goedwilligheid te betoonen aan hem, die het leiden uwer vergadering vreemd is.


Toen, op 25 februari 1875: jong meisje verdronken te Loozen.

Op 25 februari 1875 verdronk de 15-jarige Jacoba Arnolda Schutte in het Overijssels Kanaal onder Loozen. Zij was een dochter van grofsmid Hendrikus Schutte en Magteltje Karsten uit Stad Hardenberg. Wat was er gebeurd?

De krant Le courrier de la Meuse (de krant van de Maas) schreef op 2 maart 1875:
Hardenberg. Vendredi dernier, quatre jeunes filles de cette commune voulant revenir de Gramsbergen par le canal d’Overyssel tombèrent dans I’eau, la glacé s’étant rompue sous leurs pieds. Trois d’entre elles furent sauvées mais la quatrième, une jeune fille de quinze ans, fut noyée.

Hardenberg. Afgelopen vrijdag zakten enkele jonge meisjes uit deze gemeente, die uit Gramsbergen over het Overijssels Kanaal terug wilden keren, door het ijs. Drie van hen werden gered, maar de vierde, een vijftienjarig meisje, verdronk.

Jacoba Arnolda Schutte werd op 2 maart 1875 begraven op het kerkhof Nijenstede in Hardenberg, zoals blijkt uit het inkomstenregister van de hervormde diaconie.


Toen, op 24 februari 1825: in het kraambed gestorven.

Op 24 februari 1825 overleed Margaretha Sophia van Munster, de echtgenote van commies te paard Lephert Santman te stad Hardenberg. Margaretha Sophia was slechts 31 jaar oud toen ze in het kraambed overleed. Een week later werd onderstaande emotionele rouwadvertentie afgedrukt in de Overijsselsche courant.

Registratie van de doop van de op 2 september 1793 geboren Margrieta Sophia van Munster.