Archieven: 2022-03-09

Toen, op 9 maart 1858: het geheime testament van Quae.

Op 9 maart 1858 werd door notaris Swam in Gramsbergen een testament geregistreerd op verzoek van Harm Hendrik Quae uit Holtheme. De testator voelde kennelijk zijn einde naderen, want hij overleed exact een week later, op 16 maart.

Op zich is een testament niet bijzonder. Er zijn vele bewaard gebleven in de notariële archieven. Echter het geheime testament van Harm Hendrik werd in een gesloten enveloppe aangeboden aan de notaris en was, zo schrijft Swam, door een ander geschreven, maar door den comparant eigenhandig getekend. We vermoeden dat buurman Jan Hendrik Leemgraven het testament heeft geschreven. Hij heeft de enveloppe namelijk ook gepitsierd (verzegeld) door drie rode zegels met zijn cachet, bestaande uit zijn initialen J H L en een met een pijl doorboord hart.

Dat met een pijl doorboorde hart heeft ongetwijfeld een relatie met zijn verloofde Dina Eekenhorst. Jan Hendrik en Dina trouwden namelijk op 12 maart 1858, drie dagen na het verlijden van het testament en vier dagen voor het overlijden van de testator…

Het zegel in rode was van Jan Hendrik Leemgraven (1829-1895) uit Holtheme (met dank aan Collectie Overijssel)

Harm Hendrik Quae was geboren in ’t Duitse Bramhar in ’t kreis Bawinkel en op 30 augustus 1820 getrouwd met Anna Maria Aleida Adams genaamd Scholten. Zij was de weduwe van Martinus Henricus Wilhelmus Antonius Mittendorff en zij hadden gewoon op de boerderij de Vilsterborg.

In het testament bepaalde Harm Hendrik dat een legaat van 500 gulden zou vererven op Hendrika Willemina Leemgraven. Ook Willemina Nijzink, de weduwe van Warse Leemgraven, ontving een legaat van 500 gulden. Tenslotte werd Hendrika Willemina Leemgraven ook aangewezen als universeel erfgenaam van al zijn bezittingen, onder de voorwaarde dat zij dan de kosten van zijn begrafenis en de successiekosten voor haar rekening zou nemen.


Toen, op 07 maart 1962: opening metaalbedrijf De Boer.

Op woensdag 7 maart 1962, vandaag precies zestig jaar geleden, vond de officiële openingshandeling plaats van het nieuwe metaalbedrijf De Boer in Hardenberg. De opening werd verricht door burgemeester De Goede. Het Twentsch dagblad Tubantia besteedde er de volgende dag aandacht aan:

Burgemeester H. J. de Goede van Hardenberg heeft gistermiddag op het industrieterrein in zijn gemeente de nieuwe fabriek van De Boer Technische Metaalprodukten voor geopend verklaard. Precies vijftien jaar nadat dit metaalbedrijf in een bescheiden houten schuurtje aan de Adamsweg te Hengelo haar bestaan begon, is de uit haar latere behuizing aan de Binnenhavenstraat gegroeide fabriek gisteren officieel gestart met haar verdere ontplooiing in Hardenberg. Dat dit toeleveringsbedrijf Hengelo heeft verlaten, komt voornamelijk door personeelsgebrek, terwijl de gemeente Hardenberg de vestiging van De Boer binnen haar grondgebied onder meer gestimuleerd heeft door een terrein ter beschikking te stellen tien keer zo groot als de 1000 m2 aan de Binnenhavenstraat te Hengelo. Veertig man personeel heeft thans in Hardenberg de beschikking over een ruim opgezette en modern ingerichte fabriek.

Burgemeester De Goede wenste het bedrijf geluk met het derde lustrum en sprak de hoop uit dat de nieuwe fabriek vele bloeiende jaren tegemoet zal gaan. Spreker wees erop dat de opening van het bedrijf samenviel met de viering van de „Dag van Europa”. „Hardenberg ligt aan een niet door iedereen ontdekte Europese verkeersader Amsterdam-Noord Duitsland”, aldus de burgemeester, die een pleidooi hield voor drastische modernisering van het Nederlandse wegennet. „Wij zijn blij met de vestiging van uw bedrijf in Hardenberg. Het draagt er toe bij onze welvaart te verzekeren en onze groeiende agrarische bevolking in de toekomst bestaansmogelijkheden te geven. Voor Hardenberg en voor u is dit „De dag van De Boer”. Hopelijk zal uw bedrijf net zo goed in deze gemeente passen als de precisieschroeven in de moeren, die u onder meer vervaardigt”, zei de burgemeester, die daarna het bedrijf officieel voor geopend verklaarde. Directeur U. de Boer sprak de wens uit dat de fabriek zou aarden in de nog wat vreemde omgeving. „Wij trachten bij te blijven in de steeds toenemende specialisatie op de Europese markt”, aldus de directeur, die de genodigden daarop uitnodigde het bedrijf te bezichtigen. Daarna recipieerde de directie in de fraaie kantine van de nieuwe fabriek.

Opmerkelijk is dat in de onmiddellijke nabijheid van het metaalbedrijf De Boer in Hardenberg een tweede fabriek die uit Hengelo stamt in aanbouw is, namelijk de NV Bejah. Dit bedrijf van de heer B. Jansema uit Hengelo is destijds ook wegens personeelsgebrek uit Hengelo vertrokken naar Tubbergen, maar wordt thans groter opgezet in Hardenberg. Het pand van De Boer aan de Binnenhavenstraat te Hengelo wordt door het bedrijf nog in reserve gehouden om er in de toekomst eventueel een gedeelte van de productie te hervatten.


Toen, op 06 maart 1891: ziekenfonds ‘Helpt Elkander” opgericht.

Op 6 maart 1891 vond de oprichtingsvergadering plaats van het Ziekenfonds ‘Helpt Elkander’ te De Krim. Twee van de initiatiefnemers waren de heren Geele Edzes Tuik (1862-1948) en Albertus Bunskoeke (1869-1952).

Na de oorlog ging het ziekenfonds verder als spaarfonds. Tijdens de 57e jaarvergadering (in 1948) werd het fonds vanwege financiële moeilijkheden opgeheven…


Toen, op 5 maart 1806: diploma van de onderwijzer.

0305_schoolmeester Gerrits


Op 5 maart 1806 werd dit ‘diploma’ afgegeven aan schoolmeester Hendrikus Gerrits. Het kattenbelletje, want veel meer is het niet, werd op die dag verstrekt door het Departementaal Schoolbestuur van Overijssel.

Hendrikus Gerrits, geboortig en woonachtig in Heemse, gaf al vanaf 1801 les in het kleine éénklassige schooltje in Holthone. Hij was op 6 oktober van dat jaar door schout Jan Godfried Pruim benoemd als opvolger van Berend Rave die een week eerder vrijwillig afstand van die functie had gedaan.

Hendrikus was eigenlijk helemaal niet geschikt om les te geven. Dat blijkt klip en klaar uit het ‘diploma’, waarin staat: dat dezelve weinig aanleg heeft tot den post van onderwijzer der jeugd en vrij onkundig is. Kennelijk was er geen betere kandidaat voor handen en derhalve besloot de commissie hem schoorvoetend een magere voldoende te geven. Echter, bij de minste of geringste klacht van de districtsschoolopziener, zou Gerrits opnieuw examen moeten doen!

Dit zegt veel over hoe het onderwijs op het platteland er vroeger bij stond. De uitgestrektheid van het schoutambt Hardenberg maakte dat de kindertjes uit de buurtschappen óf ver moesten lopen naar een school in Heemse, Gramsbergen of Hardenberg, óf ze hadden het ‘geluk’ dat ze dichtbij huis les kregen in een vaak klein en provisorisch ingericht schoollokaaltje. De onderwijzers die in de buurtschappen les gaven, waren vaak tot die functie ‘veroordeeld’, omdat ze bijvoorbeeld lichamelijk zwak waren en niet in staat waren zware arbeid te verrichten. In de scholen op het platteland werd alleen les gegeven in de periode van ‘Martinij tot Paaschen’, oftewel alleen tijdens de wintermaanden.


Toen, op 2 maart 2006: de carillontoren.

Deze foto is gemaakt op 2 maart 2006. Het was die dag koud, maar helder weer. Er was wat sneeuw gevallen, zoals te zien is op deze afbeelding van de carillontoren op het Stephanusplein in Hardenberg.

Deze carillontoren heeft van 1963 tot 2009 het stadsbeeld van Hardenberg gesierd. Op 22 mei 2007 verleende de gemeente Hardenberg zichzelf een sloopvergunning, benodigd om zowel het gemeentehuis als de carillontoren te kunnen afbreken. De sloop was nodig om ruimte te creëren voor de bouw van een nieuw raadhuis. Ruim veertig jaren lang hebben beide dienst gedaan. De bouw van de carillontoren was onlosmakelijk verbonden met de bouw van een nieuw raadhuis voor de gemeente Hardenberg. Het gemeentehuis en de precies 25 meter hoge klokkentoren waren ontworpen door de Zwolse architect H. Mastenbroek. In 1958 was er voor het eerst sprake van een bij het nieuwe gemeentehuis te bouwen ’toren’. Die zou ook benut kunnen worden voor het drogen van de brandspuitslangen. Zover kwam het echter niet. Aanvankelijk zou de klokkentoren alleen, zoals het woord al zegt, een klok bevatten. Het moest een wijzerplaat worden met een verlichte tijdsaanduiding. Voor de toren en de aanleg van een deels er omheen gelegen vijver, stelde de gemeenteraad een krediet van 105.000 gulden beschikbaar. Timmer- en aannemersbedrijf Gebr. Dijkhuis uit Hardenberg werd bij aanbesteding het bouwen van gemeentehuis, politiebureau én klokkentoren gegund.

Op initiatief van de afdeling Hardenberg van de Federatie Vrijwillige Vrouwelijke Hulpverlening werd een inzameling gehouden om de bevolking in staat te stellen aan het gemeentebestuur, ter gelegenheid van de opening van het nieuwe raadhuis, een carillon aan te bieden. De presidente van de afdeling, mevrouw C. de Goede-Mom, was de echtgenote van de toenmalige burgemeester van Hardenberg, Jacobus Hendrik de Goede. Inwoners van Lutten wensten echter geen geld te geven zolang zij nog verstoken bleven van een goede riolering. Hun credo luidde: Zolang Lutten nog schijt op de ton, betalen wij niet voor het carillon!

Het carillon werd geleverd door Van Bergen’s Carillon-, torenluidklokken- en torenuurwerkenfabriek uit Heiligerlee. Het bestond uit dertien klokken, waarvan de grootste een diameter van 40 centimeter had en de kleinste 20 centimeter. De eerste vier verzen die gespeeld werden, waren: Gelukkig is het land; O Heer, die daar des Hemels tenten spreidt; Hollands vlag, gij zijt mijn glorie en Wilt heden nu treden. In november 1963 werden sinterklaasliedjes ten hore gebracht als: Zie ginds komt de stoomboot, Hoor wie klopt daar kinderen en O, kom er eens kijken en rond de kerstdagen speelden de liederen: Stille nacht en Nu zijt wellekome.

Het plaatselijk comité ‘4 mei herdenking Hardenberg-Heemse’ kreeg in 1965 toestemming van het gemeentebestuur om aan de klokkentoren een bronzen gedenkplaat te bevestigen met de tekst 10 mei 1940 – 5 mei 1945 Hardenberg … opdat wij hen niet vergeten. Onder de plaat werd een vitrine geplaatst. Daarin werd een opengeslagen boek gelegd, met vermelding van de namen van alle slachtoffers van de oorlog en bezetting uit de gemeente Hardenberg in de jaren 1940-1945. De bronzen plaat en de vitrine werden rechts naast de deur en onder de luifel aangebracht.

Op 19 oktober 2009 viel de klokkentoren ter aarde…