Archieven: 2022-04-16

Toen, op 16 april 1969: burgemeester Van Splunder geïnstalleerd.

Dit groepsportret is gemaakt op 16 april 1969. We zien de heer Van Splunder, diens echtgenote, hun drie kinderen en anderen op het bordes van het gemeentehuis aan het Stephanusplein, gemaakt ter gelegenheid van Van Splunders installatie tot burgemeester van Hardenberg. De toen 8 jaar oude jongste zoon, Paul van Splunder, liet ons recent weten dat hij nog weet dat het die dag vrij koud was. Desondanks droeg hij toch een korte broek…


Toen, op 16 april 1941: benoeming bmr. Van Oorschot.

Per 16 april 1941 werd mr. Johannes Albertus Mathijs van Oorschot benoemd tot burgemeester van de gemeente Ambt Hardenberg. Dit besluit was genomen door de secretaris-generaal van het departement van Binnenlandse Zaken. De nieuw benoemde burgemeester zou ook worden belast met de waarneming van het burgemeesterschap van de gemeente Stad Hardenberg tot aan de geplande samenvoeging van de gemeenten per 1 mei 1941. De installatie van de nieuwe burgemeester vond plaats op 22 april.

De nieuw benoemde burgemeester was op 15 april 1893 geboren te Stad Hardenberg. Tot zijn zesde jaar woonde hij daar. Toen werd zijn vader, Gerrit van Oorschot, die deurwaarder was te Hardenberg, als zodanig in Kampen benoemd. Burgemeester Van Oorschot heeft dus zijn schoolopleiding te Kampen genoten. Eerst bezocht hij er de lagere school, later het gymnasium. Na het eindexamen ging hij in Utrecht rechten studeren. Gedurende de mobilisatie van 1914 tot 1918 werd deze studie onderbroken. In 1922 was hij afgestudeerd. Toen vestigde mr. Van Oorschot zich in Steenwijk als advocaat en procureur. Hij was er vervolgens plaatsvervangend kantonrechter en leraar in de staatsinrichting en staatshuishoudkunde aan de Rijks Hogere Burger School.

Van Steenwijk uit werd hij benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Lemmer en waarnemend ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Heerenveen. Toen deze kantongerechten in 1934 werden opgeheven, vestigde mr. Van Oorschot zich wederom als advocaat, nu te Apeldoorn. Hij nam er actief deel aan het verenigingsleven. In 1939 volgde vervolgens zijn benoeming tot rijksinspecteur voor het verkeer te Leeuwarden en op 15 juni 1940 zijn overplaatsing als zodanig naar Zwolle.

Het Twentsch dagblad Tubantia van 23 april 1941 meldde:
Gisteren werd de nieuwe burgemeester van Hardenberg, Van Oorschot geïnstalleerd. V.l.n.r.: Mr. J.A.M. van Oorschot met echtgenote en dochter, A.P.R.C. baron van der Borch van Verwolde (burgemeester van Holten), de burgemeester van Hellendoorn Ed. C. Witschey, de burgemeester van Gramsbergen mr. S.W.A. baron van Voerst van Lynden en de burgemeester van Ommen C.E.W. Nering Bögel.


Toen, op 09 april 1870: een ‘geslaagerde’ mop.

Het Nieuwsblad van Roermond (en enkele andere kranten in Nederland) meldde op 9 april 1870:
Dezer dagen wilde een landbouwer in de omstreken van Hardenberg aan een slager een kalf verkoopen, doch kon het over den prijs niet eens met hem worden, vermits de verkooper het kalf veel zwaarder schatte dan de kooper. Na lang talmen en bieden, zeide de slager 45 ponden voor niets te willen hebben en voor elk pond meer gewigt 6 guldens te willen betalen. Dit aanbod beviel den landbouwer. Hij nam het aan. Het kalf werd direct geslagt en gewogen, en had de zwaarte van 44 ponden, zoodat de slager het kalf voor niets mede nam...

koeien melken

Helaas vertelt het verhaal niet wie die landbouwer en die slager waren, maar het blijft een leuk verhaal…


Toen, op 07 april 1924: niemand weet hoe laat het is.

Tijdens het Interbellum, de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, gingen meer en meer Europese landen over tot het invoeren van de ‘zomertijd’. In de zomer komt de zon zo vroeg op dat het al licht is terwijl de meeste mensen nog slapen. Door de klok te verzetten lijkt de zon later op te komen en weer onder te gaan. Hierdoor is het ’s morgens langer donker, en blijft het ’s avonds juist langer licht. De periode van daglicht komt zo beter overeen met de periode waarin de meeste mensen wakker zijn.

klok

Dat men de invoering van de zomertijd niet landelijk regelde, blijkt wel uit het volgende. Het Amersfoortsch Dagblad van 7 april 1924 schreef:

Stad- en Ambt Hardenberg, twee gemeenten wier grenzen zeer uiteenloopen, hebben ieder een afzonderlijke tijdregeling. Stad Hardenberg regelt zich naar den zomertijd, terwijl Ambt Hardenberg bij raadsbesluit besliste den zonnetijd te handhaven. De hierdoor ontstane moeilijkheden, vooral ten opzichte van tram- en treinverkeer en posterijen, zijn legio, te meer daar een groot deel van Ambt Hardenberg in bovengenoemde gevalen op Stad Hardenberg is aangewezen. Thans worden in Ambt Hardenberg handteekeningen verzameld voor een adres aan den raad tot intrekking van bedoeld raadsbesluit.

Drie dagen eerder al schreef ons ‘eigen’ Salland’s Volksblad over deze kwestie:
In Ambt Hardenberg heeft de raad besloten niet met den zomertijd mee te gaan. Men heeft de klokken niet verzet. ’t Is bij ’t oude gebleven. De zomertijd, zoo is beweerd, is voor de gezondheid der kinderen schadelijk. Ze gaan lang niet tijdig genoeg te bed, krijgen geen voldoenden slaap. Hoe ze het maken in Noorwegen en Zweden, waar men ’s zomers zeer lange dagen heeft, weet ik niet, maar men zal zeggen, daar is niets tegen te doen. De klokkenverzetterij geeft daar niet, om de kinderen op tijd in het bed te krijgen. Voor sommige gezinnen is het lastig, dat er met tweeërlei tijd gerekend moet worden. Kinderen, die op een school gaan in Hardenberg, moeten met den zomertijd rekenen. Nu zijn er gezinnen, waarvan Jan, zal ik maar zeggen in Hardenberg schoolgaat en Piet op een school in het Ambt. ’t Is voor de huismoeders lastig met het eten, maar ze zullen er wel wat op vinden, huismoeders zijn vindingrijk, dat het voor het eene of het andere kind geen schadelijke gevolgen heeft, dat er met tweeërlei tijdrekening gerekend moet worden. De minister heeft een commissie benoemd om te onderzoeken of het al of niet voordeelig is den zomertijd te hebben.

boerenplaatsje

Een mooi voorbeeld is bovenstaande advertentie. Notaris Zwamborn kondigt daarin de veiling aan van een boerenplaatsje in Lutten en een stuk hooiland in de Schans. De veiling werd gehouden op 4 juni 1924 in café Blaauwkamp, en wel om half acht ’s avonds (zomertijd).