Kopieboek van de uitgaande brieven van het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg

1 januari 1872 t/m 21 december 1872

Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
101-01-1872Berigt dat erin het afgeloopen kwartaal op mijn last geen
vreemdelingen over de grenzen des Rijks zijn uitgeleid geworden, noch binnen
deze gemeente hebben verkeerd.
Procureur-generaal fungerend directeur der Rijkspolitie
201-01-1872Mededeeling dat erin het afgeloopen kwartaal geene veranderingen
in het kader der officieren hebben plaats gehad.
Commissaris des Konings
301-01-1872Presentielijst vergaderingen van zetters. In voldoening aan
Uw besluit d.d. 1 november 1870, 5eafd., nr. 3597/3270, prov.blad,
nr. 44, heb ik de eer U hiernevens te doen toekomen, de presenteilijst voor
de vergaderingen van het collegie van zetters voor ’s rijks directe belastingen,
over 1871.
Commissaris des Konings
403-01-1872Inzending pensioenacte van G.J. AverinkBetaalmeester te Zwolle
503-01-1872Lager onderwijs. Naar aanleiding van hetgeen was vervat in
Uw besluit van 16 november jl., 2eafd., nr. 4141/2755, hebben
wij de eer de teekeningen enz. der te stichten school te Bergentheim gewijzigd
overeenkomstig de bemerkingen van den heer hoofdingenieur der waterstaat
en den heer inspecteur van het lager onderwijs terug te zenden.
Gedeputeerde Staten.
604-01-1872Nationale militie. In voldoening aan art. 26 der wet op de
nationale militie heb ik de eer U hierbij te doen geworden het inschrijvingsregister
der ligting voor de nationale militie van 1872, benevens de daaruit opgemaakte
alphabetische naamlijst in duplo. Voor zoover is na te gaan zijn er geen
ingeschrevenen overleden.
Commissaris des Konings
705-01-1872Diligencediensten. In voldoening aan Uw besluit d.d. 17 januari
1856, prov.blad nr. 9, hebben wij de eer te berigten dat er in deze gemeente
geene kantoren van diligencediensten zijn gevestigd, doch dat er twee diligences
deze gemeente dagelijksch passeren van het station Dedemsvaart naar Hardenberg
vice versa; dezelve passeren deze gemeente des morgens circa acht uur en
des namiddags een uur van Hardenbergh naar Dedemsvaart, des namiddags circa
vier uur en des avonds negen uur van Dedemsvaart naar Hardenbergh, behalve
des zondags wanneer die van ’s morgens acht en ’s namiddags vier uur niet
rijdt, en des vrijdags wanneer die van een uur ’s namiddags alhier ’s morgens
circa vijf ure doorrijdt.
Gedeputeerde Staten.
805-01-1872Landverhuizing. In voldoening aan Uw besluit d.d. 28 december
1847, prov.blad nr. 103, hebben wij de eer te berigten dat gedurende het
jaar 1871 uit deze gemeente geene landverhuizing heeft plaats gehad.
Commissaris des Konings
905-01-1872Afgekondigde verordeningen. In voldoening aan Uw besluit d.d.
3 februari 1853, prov.blad nr. 16, hebben wij de eer te berigten dat er
in het afgeloopen jaar voor ons eene verordening is afgekondigd, tegen wier
overtreding straf is bedreigd, en wel tegen de uitbreiding der pokziekte
en het schoolgaan van kinderen die niet gevaccineerd zijn. De afkondiging
heeft plaatsgehad op den 26 maart 1871.
Gedeputeerde Staten
1005-01-1872Stoomwerktuigen en stoomketels. In voldoening aan Uw besluit
van 21 februari 1851, prov.blad nr. 29, hebben wij de eer te berigten dat
in deze gemeente geene stoomwerktuigen of stoomketels gevonden worden.
Commissaris des Konings
1105-01-1872Instellingen van weldadigheid. In voldoening aan Uw besluit
d.d. 24 augustus 1854, prov.blad nr. 82, hebben wij de eer te berigten dat
er geene veranderingen zijn voorgevallen in de lijst houdende opgaaf der
in deze gemeente aanwezige instellingen van weldadigheid.
Gedeputeerde Staten
1205-01-1872Openbare middelen van vervoer. In voldoening aan Uw besluit
van 13 januari 1830, prov.blad nr. 9, hebben wij de eer mede te deelen dat
in het afgeloopen jaar bij ons geene klagten zijn ingekomen waarop de vergunde
postwagen en diligencediensten zijn vervuld geworden.
Gedeputeerde Staten
1305-01-1872Onder terugzending der bijlagen gevoegd geweest bij Uw missive
d.d. 1e dezer, litt B nr. 4, heb ik de eer U in voldoening daaraan
te doen geworden een proces-verbaal door mijnen gemeenteveldwachter P. Snoeijer
opgemaakt, inzake het gehoorde van Jan Sikkelbein enz. Het blijkt daaruit
dat de rijksveldwachter Slootman tegen de verkeerde persoon heeft gerelateerd,
en is dan ook Klaas Groenendaal ter mijner secretarie geweest en erkende
dat hij bij P. van Haeringen had gebedeld. De rijksveldwachter Slootman
zoude bij de bekeuring Groenendal hebben toegevoegd: “Sikkelbein ik heb
u” en zoude Groenendal uit vrees den rijksveldwachter in de dwaling hebben
gelaten.
Officier van Justitie te Zwolle
1405-01-1872Grondbelasting. Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen
twee aangiften volgens act. 38 der wet van den 26 mei 1870, ingediend door
H. Dieters, landbouwer alhier.
Gedeputeerde Staten
1506-01-1872Inzending opgave der overledenen gedurende de maand december
1871.
Inspecteur Geneeskundig Staatstoezicht
1608-01-1872Pensioensbijdragen van onderwijzers. Inzending van quitantien
van storting groot f. 48,03 voor de onderwijzers H. Hendriks, H.K. de Vries,
J. Klouwen, A. Bouwhuis, H. van ’t Laar, F. aan het Rot, G.J. Broekroelofs,
G. Kelder, W.E. Timmerman, G.J.H. Dorgelo, A.A. van Munster en G.W. Kastein
 
1708-01-1872Visscherij in de provinciale wateren. Bij Uwe compel van 6e
dezer wordt ik herinnerd aan de overmaking eener som van f. 3,- aan mij
betaald door zekeren H. Tebberman alhier voor eene vergunning om in de provinciale
wateren te mogen visschen. Daar ik met den heer commies Smit in rekening
sta, had ik tot dusverre verzuimd die zaak te regelen. Hierbij ingesloten
neem ik de vrijheid U te doen geworden een betalingsstuk op den betaalmeester,
met beleefd verzoek zulks door den heer commies Smit te willen doen overhandigen,
die dan de zaak waarvoor ik u compelleerd werd wel zal gelieven te regelen.
Commissaris des Konings
1808-01-1872Nationale militie. Bij deze heb ik de eer U mede te deelen
dat Jan Hendrik Schonekamp, loteling der ligting van den jare 1871, uit
deze gemeente, bij Koninklijk Besluit van den 25 april 1871, nr. 21, als
student in de Godgeleerdheid voor een jaar van de werkelijken dienst vrijgesteld,
op den 7edezer in deze gemeente is overleden.
Commissaris des Konings
1909-01-1872Militie. In voldoening aan Uw missive d.d. 8edezer,
4e afd. nr. 88, heb ik de eer het inschrijvingsregister voor
de nationale militie, dienovereenkomstig verbeterd aan U terug te zenden.
Commissaris des Konings
2009-01-1872Hierbij heb ik de eer U terug te zenden de quitantie van H.
Harmsen tot ontvanst van het pensioen van wijlen G.J. Averink, met verzoek
dat stuk ten kantore van den ontvanger der directe belastingen te hardenberg
betaalbaar te willen stellen.
Betaalmeester te Zwolle
2109-01-1872Naar aanleiding van Uw missive d.d. 7edezer nr.
26, heb ik de eer te berigten dat Jan Groene ndaal in de geboorteregisters
dezer gemeente niet voorkomt.
Officier van Justitie te Zwolle
2209-01-1872Onder terugzending der bijlage gevoegd geweest bij Uwe missive
d.d. 5e dezer, nr. 20, heb ik de eer U te doen geworden een proces-verbaal
van het gehoorde van L. de Jonge en R. Regts inzake de diefstal van turf
door Janna Meijerink, huisvrouw van Gerrit Jan van Faassen, ten nadeele
der gebroeders Minke. De verdachte heb k niet kunnen hooren als zijnde niet
voor mij verschenen, zij staat echter bekend als lijdende aan krankzinnigheid,
zoodat het ook moeijlijk zal zijn van haar eenige inlichtingen te bekomen.
Officier van Justitie te Deventer
2310-01-1872Militie. Verzoek om een ongezegeld geboorte-extract van Hendrikus
Wolters Luchtmeijer.
Burgemeester van Steenwijkerwold
2410-01-1872Als voren van Lammert Jans ZwierBurgemeester van Aengwirden
2510-01-1872Zekere Gerritdina van Tebberen, huisvrouw van Klaas Vredeveld,
wonende in deze gemeente, in den loop des vorigen jaars door het provinciaal
geregtshof veroordeeld tot eene gevangenisstraf van 14 dagen, deed ik voor
eenige dagen door tusschenkomst van den rijksveldwachter Schut alhier een
bevel uitreiken om zich te Ommen in hechtenis te begeven ten einde hare
straf te ondergaan. Volgens het rapport van den gezegden rijksveldwachter
Schut was G. van Tebberen uit hoofde van zware ziekte buiten staat om aan
het bevel gevolg te geven en heb ik de eer U zulks te berigten met het verzoek
haar uitstel te willen verleenen tot het ondergaan harer straf.
Procureur-generaal bij het provinciaal geregtshof te Zwolle
2611-01-1872Aanvrage geboorteakte van Johanna Jacoba TheunissenBurgemeester van Nijmegen
2711-01-1872Aanvrage geboorteakte van Hendrik DoevedamBurgemeester van Ambt Vollenhove
2812-01-1872Onbezoldigde veldwachters. Naar aanleiding van Uw missive
van 5e dezer, nr. 56/47 heb ik de eer te berigten dat ik ten
aanzien der personen Hermannus Buddenberg en Antonie Holsappel alhier informatien
heb ingewonnen en dat die wat hun zedelijk gedrag enz. betreft voldoende
zijn. Er bestaan derhalve bij mij gene bezwaren dat die beide personen tot
onbezoldigde veldwachters voor deze gemeente benoemd worden.
Commissaris des Konings
2913-01-1872Ik heb de eer U hierbij, na daarvan kennis genomen te hebben,
het schrijven van den heer procureur-generaal gevoegd geweest bij Uwe missive
van gisteren nr. 89 terug te zenden. Zoodra Gerritdina van Tebberen zal
zijn hersteld, zal ik U zulks berigten.
Kantongerigt te Ommen
3015-01-1872In antwoord op Uw missive van 10edezer heb ik de
eer te berigten dat ik informatien heb ingewonnen aangaande de toestand
waarin Janna Meijerink verkeert, en is mij gerapporteerd dat alhoewel zij
hier kon beschouwd worden in het volle bezit harer geestvermogens te zijn,
zij voor de publieke veiligheid thans niet gevaarlijk is.
Officier van Justitie te Deventer
3116-01-1872In antwoord op Uw missive den 15edezer, nr. 6180,
heb ik de eer te berigten dat ik de reigsters van overlijdesacten en de
10-jarige tafels heb nagezien, ten einde te onderzoeken of in de jaren 1839
en 1840 of daaromtrent alhier is overleden Anna Maria Sneiders, vrouwe van
Barend Anton Loves, en heb ik zulks niet gevonden. Wijders heb ik de oude
bevolkingsregisters geraadpleegd en kwam op deze de naam van Barend Anton
Loves niet voor. Naar mijne mening zal gezegde Loves zich misschien in deze
gemeente tijdelijk opgehouden hebben, ten einde in de veenderijen te werken,
evenals zoo vele zijner landslieden, doch betwijfel ik het zeer dat hij
zich ter secretarie dezer gemeente heeft aangegeven. De naam Loves is hier
overigens geheel onbekend en gedurende de 12 jaren dat ik aan het hoofd
dezer gemeente sta, heb ik dien niet hooren noemen.
Procureur-generaal, directeur der Rijkspolitie te Assen
3217-01-1872Hierbij heb ik de eer U te doen geworden een proces-verbaal
opgemaakt door de alhier gestationeerde rijksveldwachter Schut, mij gisteren
avond ter hand gesteld, heden ochtend heb ik mij naar Slagharen begeven
ten einde mij te overtuigen in hoeverre het gerelateerde waarheid behelsde
en heb ik bevonden, dat het gerelateerde volstrekt niet overdreven was voorgesteld.
De toestand waarin zich de zoon van Jan Geert Brumlever met name Frans bevind,
is van dien aard dat zijn overlijden waarschijnlijk spoedig kan worden tegemoet
gezien, naar mijne mening is die toestand veroorzaakt door eene verregaande
slechte behandeling en door de onthouding van het noodige voedsel. Ik heb
den geneesheer Koster verzocht den zoon van Brumleve te bezoeken en mij
schriftelijk verslag te doen van den toestand waarin hij hem bevond. Daar
hier moet gedacht worden aan het voornemen om een stelselmatigen moord,
geef ik U in overweging in persoon en in loco deze zaak te onderzoeken,
en zal het van zijde der buren niet ontbreken aan het bewijs dat Jan Geert
Brumlever sedert lang zijn zoon Frans heeft behandeld op eene wijze die
doet veronderstellen dat hij zijn spoedigen dood verlangde.
Officier van Justitie te Deventer
3318-01-1872Bevolking. Ingevolge Uw besluit d.d. 10 december 1860, hebben
wij de eer hiernevens aan U in te zenden de bevolkingsstaat en bijlagen
over het afgelopen jaar 1871.
Commissaris des Konings
3418-01-1872....
3520-01-1872....
3622-01-1872Voor eenige dagen werd door U van mij gevraagd een geboorte-extract
betrekkelijk Jan Groenendal en heb ik U toen medegedeeld dat gezegde Jan
Groenendal hier niet was geboren. Het gevraagde extract heb ik de eer U
hierbij te doen geworden. Eene misstelling in het alphabetisch register
maakte het mij onmogelijk de betrekkelijke acte te vinden, hetgeen mij later
na ingewonnen informatien is gelukt.
Officier van Justitie te Zwolle
3722-01-1872Burgerlijke Stand. Naar aanleiding van art. 30 van het Burgerlijk
Wetboek heb ik de eer U te doen toekomen een extract uit het register van
overlijdensakten der gemeente betreffende Antje Jacobus de Jonge, ten uwen
woonachtig.
Ambtenaar van den Burgerlijke Stand te Odoorn
3823-01-1872Hierbij heb ik de eer U te doen geworden een aan mij gerigten
brief van den geneesheer Koster alhier, betrekkelijk de toestand waarin
zich Frans Brumlever bevind en zulks als een gevolg van Uw schrijven den
19e dezer, nr. B. 143. uit den brief zal het U blijken dat er
geene mogelijkheid bestaat gezegde Frans Brumlever te vervoeren.
Officier van Justitie te Deventer
3923-01-1872....
4023-01-1872....
4123-01-1872....
4224-01-1872In den jare 1851, naar opgave op 28 augustus of daaromtrent
is te Ambt Lingen, te Bawinkel, bij Lingen geboren: Frans Brumlever, zoon
van Jan Geert Brumlever en Theresia Brumlever. Ten einde de juiste ouderdom
van gezegde Frans Brumlever te kunnen constateren heb ik daarvoor noodig
een uittreksel uit een geboorteregister of kerkenboek. Het uittreksel moet
dienen in eene strafzaak waarom ik U verzoek bij Uw ambtgenoot te Ambt Lingen
voor mij zoodanig uittreksel aan te vragen, kan het zijn kosteloos. Zoo
er echter kosten b etaald moeten worden, ben ik daartoe gaarne bereid – en
zal die onmiddellijk overmaken. Ik verzoek U voorhands de verzekering te
ontvangen van mijne bereidwilligheid om U weder van dienst te zijn.
Heer Ambt Hauptman te Neuenhaus
4324-01-1872....
4425-01-1872Als een gevolg van Uw brieven van 22 en 23 dezer nr. 6201
en 6204, heb ik de eer te berigten dat ik thans in het bevolkingsregister
over 1850 tot 1860 Berend Anton Loves heb gevonden. Hij staat daar vermeld
als den 14eapril 1809 te Lingen geboren, R.C. godsdienst, zich
in deze gemeente gevestigd te hebben in october 1855 komende uit Dalen en
als den 5emei 1858 vertrokken naar Oosterhesselen. Hij was toen
weduwnaar. Zijn gezin bestond uit Anna Maria Taalken, ongehuwd en hare kinderen
met name Herm Hendrik, Catharina en Johannes. Deze laatste in deze gemeente
geboren den 24 februari 1857 en komt op het geboorteregister voor als zoon
van Anton Loves en diens huisvrouwe Anna Maria Taalken. Berend Hendrik Loves
van wien melding wordt gemaakt in Uw brief van 22 dezer nr. 6201, is alhier
geboren op 28 augustus 1844 en staat vermeld als zoon van Berend Anton Loves
en Anna Maria Luttel. Het verdient nog vermelding dat ook een der kinderen
met name Herm Hendrik op het bevolkingsregister voorkomt als geboren te
Coevorden. Met betrekking tot het overlijden van Margaretha Aleida Hottel
heb ik geene acte kunnen vinden, evenmin als van het overlijden van Anna
Maria Luttel. Zeker is het derhalve dat Loves zich hier heeft opgehouden,
doch schijnt het dat hij in dit koningrijk komende zich eerst elders heeft
gevestigd, misschien te Dalen, vanwaar hij waarschijnlijk met een bewijs
van verandering van woonplaats alhier is aangekomen. Het zal U opvallen
dat de alhier geboren zon Johannes bij later huwelijk gewettigd, in de geboorteacte
als wettig vermeld staat en dus de eerste vrouw van Loves niet genaamd was
Margaretha Aleida Hottel, maar Anna Maria Luttel en weet ik daarvan geen
reden op te geven. Vreemd is het echter dat bij het op 7 januari 1868 te
Emmen voltrokken huwelijk de overledene vrouw eene geheel andere geslachtsnaam
en voornamen worden gegeven dan de moeder van de alhier in 1844 geboren
Berend Hendrik.
Procureur-generaal bij het Provinciaal Geregtshof te Assen
4527-01-1872....
4629-01-1872....
4731-01-1872Lager onderwijs. Onder toezending van nevensgaande staat van
voorgevallene mutatien in het personeel der hoofd- en hulponderwijzers enz.
hebben wij de eer U mede te deelen dat de raad dezer gemeente in zijne vergadering
van heden heeft benoemd tot hoofdonderwijzer te Collendoorn, met ingang
van den 1efebruari 1872, Kempe van der Veen, thans die betrekking
waarnemende.
Gedeputeerde Staten
4831-01-1872Wij hebben de eer U bij deze mede te deelen dat door de Raad
dezer gemeente in zijne vergadering van heden tot hoofdonderwijzer te Collendoorn
is benoemd Kempe van der Veen, met ingang van den 1efebruari
1872.
Schoolopziener in het 6edistrict van Overijssel
4931-01-1872Wij hebben de eer U bij deze mede te deelen dat de Raad dezer
gemeente in zijne vergadering van heden tot hoofdonderwijzer te Collendoorn
heeft benoemd Kempe van der Veen, met ingang van den 1efebruari
1872
Inspecteur Lager Onderwijs
5031-01-1872Opneming der gemeentekas. Hierbij hebben wij de eer U te doen
toekomen een afschrift van het proces-verbaal van opneming der gemeentekas,
d.d. heden.
Gedeputeerde Staten
Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
5101-02-1872Schoolbouw. Naar aanleiding van hetgeen is vervat in Uw besluit
d.d. 11 januari jl., 2eafd., nr. 26/54 hebben wij de eer hiernevens
in te zenden drie exemplaren van het gedukte bestek der daarstelling van
een schoolgebouw te Bergentheim.
Gedeputeerde Staten
5201-02-1872Betrekkelijk B.A. Lovis. In voldoening aan hetgeen vervat
was in Uw missive van 29 januari jl, nr. 6220, heb ik de eer te berigten
dat naar het bevolkingsregister over de jaren 1850-1860 B.A. Lovis toen
hij in 1855 uit Dalen in deze gemeente kwam, niet vergezeld was van een
gezin. Het schijnt dat Anna Maria Taalken en hare beide kinderen Herm Hendrik
en Catharina zich in 1856 bij hem, mede uit Dalen komende, vervoegd hebben.
In 1857 is daarop den 24 februari geboren Johannes, die alhier bij den Burgerlijken
Stand is aangegeven als wettige zoon van B.A. Lovis en Anna Maria Taalken.
Ik heb het register der bevolking over 1840-1850 mede nagezien en daarin
gevonden Berend Anton Lovis, die toen gehuwd scheen te zijn met Magrietha
Aleida Holtel bij wie hij een kind had met name Anton Lovis. Wanneer Lovis
hier is aangekomen blijkt uit het laatst genoemde register niet, echter
zoude zulks waarschijnlijk in of voor 1840 moeten zijn geschiedt wijl Anna
Magrietha Holtel in dat jaar is overleden. Van waar Lovis kwam en wanneer
en waarheen hij is vertrokken blijkt mede niet. Dat hij evenwel vertrokken
is blijkt uit zijne terugkomst. Bij het aanleggen van het bevolkingsregister
over 1850-1860 was hij niet in deze gemeente woonachtig, hij komt maar eens
op dat register voor als komende uit Dalen en vertrokken naar Oosterhesselen.
Misschien heeft er eene vergissing, met betrekking tot de plaats waarheen
zich Loves begaf, plaats gehad, doch kan hij alhier wel hebben gedeclareerd
dat hij zich in Oosterhesselen wilde vestigen, doch zulks te Sleen heeft
gedaan. Moeijelijk zal het zijn zulks op te helderen, zoo men te Sleen het
uittreksel uit het bevolkingsregister, dat Loves moest overleggen om te
worden ingeschreven, niet heeft bewaard, hetgeen waarschijnlijk is. Eindelijk
heb ik de eer U mede te deelen dat er geene aanteekening der wettiging van
de op 24 februari 1857 alhier geboren Johannes, zoon van B.A. Loves en A.M.
Taalken is geschiedt. Of de bedoelde kennisgeving heeft plaatsgehad kan
ik noch bevestigen noch ontkennen. De toenmalige burgemeester is sedert
1860 van hier vertrokken en den toenmalige ambtenaar van den burgerlijke
stand is overleden. Ook vind ik in het archief ten dien aanzien niets.
Procureur-generaal, fungerend directeur der Rijkspolitie te
Assen
5308-02-1872Herstelling van grenssteen. Naar aanleiding van het mij geworden
compel d.d. 6edezer, nr. 15, heb ik de eer te berigten dat de
herstelling der grenssteen nr. 100 is opgedragen aan den timmerman Mecklenburch
te Neuenhaus en dat die tot dusverre nog niet heeft plaatsgehad en ook nog
niet kunnen plaats hebben. De bedoelde grenssteen stond in het Balderhaarscheveen,
hetwelk tegenwoordig nauwelijks begaanbaar en geheel onbruikbaar voor het
vervoer met paard en wagen is. Met de herstelling der steen zal derhalve
waarschijnlijk nog enige tijd gewacht moeten worden en wel tot tijd en wijle
dat hare standplaats toegankelijk zal zijn.
Commissaris des Konings
5408-02-1872Naar aanleiding van mij geworden compel d.d. 6edezer
nr. 18, betrekkelijk de gemeenschappelijke regeling van een beurtveer tusschen
deze gemeente en Meppel, heb ik de eer te berigten dat het laatste schrijven
over deze aangelegenheid alhier ingekomen van het gemeentebestuur van Meppel
inhield dat de Kamer van Koophandel aldaar zoude geraadpleegd worden over
het tarief der te vervoeren goederen, en dat zulks nadat het te Meppel was
vastgesteld aan ons zoude worden toegezonden. Tot dusverre heeft de toezending
nog niet plaatsgehad. Heden nog zal ik mijn ambtgenoot te Meppel schrijven
en hem verzoeken met de afdoening der zaak spoed te maken.
Commissaris des Konings
5508-02-1872Heden ontving ik van den heer Commissaris des Konings eene
herinnering aan de oprigting van het beurtveer tusschen Uwe en mijne gemeente.
Uw laatste schrijven hield in dat de Kamer van Koophandel ten Uwent geraadpleegd
werd over het vrachttarief en dat zulks na vaststelling aan ons ten zelfden
einde zoude worden toegezonden. Het komt mij voor dat die zaak eenigszins
aan Uwe en tevens ook aan onze aandacht is ontsnapt., waarom ik U beleefd
verzoek mij zoo mogelijk spoedig het tarief goed te keuren. Mag ik U tevens
verzoeken mij een concept besluit der benoeming te willen doen geworden?
Burgemeester van Meppel
5608-02-1872....
5710-02-1872Militie. Kennisgeving van vertrek van den milicien verlofganger
Jan Eggink der ligting 1868.
Burgemeester van Ambt Ommen
5816-02-1872Hierbij heb ik de eer U te doen geworden eene door mij opgemaakte
verklaring wegens de verzuimde inschrijving voor de nationale militie van
Gerhard Herman Franz Brumleve. Ik doe deze vergezeld gaan van een afschrift
vaan een extract uit het geboorte- en doopboek der parochie Bawinkel, waarvan
het origineel in mijn bezit is. Mogt U het origineel willen ontvangen, dan
zal ik zulks na bekomen berigt inzenden. Misschien dient het vermelding
dat, de betrokken persoon dezelfde is, waarover ik reeds met U correspondeerde,
en ten wiens aanzien ik U eene verklaring van den geneesheer Koster zond
bij mijne missive van den 23e januari jl., nr. 38. Het lijdt
mijns inziens ook geen twijfel dat het tweede lid van art. 18 der wet van
19 augustus 1861, staatsblad nr. 72, hier van toepassing is, wijl de verzuimde
inschrijving kwalijk aan een ander dan den vader kan geweten geworden, die
mij zelf verklaard heeft dat hij van de inschrijving geen werk had gemaakt
daar zijn zoon toch voor den dienst bij de nationale militie ongeschikt
was.
Officier van Justitie te Deventer
5917-02-1872Aanbesteding van de school te Bergentheim. Hierbij hebben
wij de eer U ter goedkeuring aan te bieden het proces-verbaal van aanbesteding
der nieuwe te Bergentheim te bouwen school, en zulks ingevolge Uw besluit
d.d. 11 januari jl., 2eafd., nr. 36/54. Wij doen deze vergezeld
gaan van de begrooting van kosten, opdat U blijke dat de aannemingsom beneden
de begrooting is gebleven. De aanbesteding is door den Raad dezer gemeente
in deszelfs vergadering van heden goedgekeurd.
Gedeputeerde Staten
6017-02-1872Ontvanstberigt eener quitantie van storting groot f. 15,-
ten behoeve van Roelof Groen
Thesaurier der Commissie van Administratie over de gevangenissen
te Hoorn
6120-02-1872Militie. In voldoening aan Uw missive d.d. 29 januari jl.,
4e afd., nr. 434/325, heb ik de eer hierbij in te zenden eene
extract lotingsregister betreffende den ingeschrevene M. de Gunst.
 
6220-02-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 17edezer,
heb ik de eer te berigten dat de in de hierbij gaande missive bedoelde echtscheiding
op den 16 feburari 1871 in de registers van den Burgerlijken Stand alhier
is ingeschreven. Het kind is van het vrouwelijk geslacht.
Commissaris des Konings
6320-02-1872.. ..
6420-02-1872Verzuimde inschrijving voor de nationale militie. Voor eenige
dagen kwam mij ter ooren dat ten huize van zekeren Brumlever te Slagahren,
een jong mensch lijdende aan stompzinnigheid en vallende ziekte, werd opgesloten
gehouden en werd behandeld op eene wijze die moest doen veronderstellen
dat hij weldra zoude bezwijken. Ik begaf mij onmiddellijk derwaarts en bevond
dat het gerucht niet geheel overdreven was. In een bedstede, die volgens
het zeggen van de buren, gesloten was, lag het bedoelde jongmensch geheel
alleen, terwijl de vader en moeder den geheelen dag afwezig waren. Het eenige
voedsel bestond uit eenige aardappelen en er was zelfs geen stroo of ligging
in de bedstede. Voor eenigen tijd was het bedoelde jonge mensch bij een
aanval van epilepsie in het vuur gevallen en had erge brandwonden aan het
hoofd en de handen. Van een en ander is natuurlijk proces-verbaal opgemaakt
en aan den heer officier van justitie ingezonden. Bij het door mij ingestelde
onderzoek bleek het mij dat het gezegde jonge mensch de jaren had bereikt
om voor de militie te worden ingeschreven en verklaarde mij de vader dat
zijn zoon in 1852 was geboren, doch dat hij de inschrijving had verzuimd
wijl deze toch voor de dienst ongeschikt was. Ik heb als toen onmiddellijk
werk gemaakt om in het bezit te komen van een bewijs, waardoor de tijd der
geboorte van den betrokkenen, konde geconstateerd worden en is zulks heden
in mijn bezit gekomen. Een vertaling hiervan laat ik hier volgen. Uittreksel
uit het geboorte- en doopboek der parochie Bawinkel, jaargang 1852, pag.
134, lopend nr. 13. Geboorteplaats: Gross Bawinkel, geslacht van het kind:
jongen, volle naam van het kind: Brumlever Gerhard Herman Frans, dag der
geboorte in het jaar een duizend achthonderd twee en vijftig: den 28 mei.
Naam, beroep en woonplaats der ouders: Joan Gerard Brumleve en Maria Theresia
Brinker te Pluis Heuer te Gross Bawinkel. Dag van den doop: 29 mei 1852.
Naam, beroep en woonplaats der doopgetuigen: Herm Bern Santel (neubauer)
te Darmekerspel Schepdorf, en Anna Maria Brinker, weduwe Heuerman. Ik heb
tevens het bevolkingsregister over 1860-1870 nagezien en daarin gevonden
dat het gezin Brumleve in deze gemeente is aangekomen den augustus 1862,
waarom ik wegens de verzuimde inschrijving van Gerhard Herman Frans Brumleve
een proces-verbaal heb opgemaakt en zulks den heer officier van justitie
te Deventer heb toegezonden. De toestand waarin de gezegde G.H.F. Brumleve
verkeert, zal wel beletten dat ten zijnen aanzien art. 161 der wet op de
Nationale Militie word toegepast. Des vereischte zal er zoo spoedig doenlijk
een verklaring van den geneesheer worden ingezonden. Zeer waarschijnlijk
zal het noodig zijn dat een loteling van dit jaar, lijdende aan teering
alhier geneeskundig zal moeten worden onderzocht, ten einde van de dienst
bij de militie te worden vrijgesteld en reveleer ik die omstandigheid wijl
alsdan gezegde Brumleve, zonder dat zulks meer kosten veroorzaakt tevens
aan het vereischte onderzoek kan worden onderworpen.
Commissaris des Konings in Overijssel
6520-02-1872Veer. Hierbij hebben wij de eer U te doen toekomen het door
den Raad dezer gemeente vastgestelde reglement op het beurtveer Meppel-Avereest-Ambt
Hardenberg. Wij verzoeken u na vaststelling door den Raad uwer gemeente
hetzelve te willen toezenden aan het gemeentebestuur van Meppel met het
hierbij gevoegde concept-reglement.
B&W van Avereest
6620-02-1872In antwoord op Uw missvie d.d. 13edezer, nr. 140,
heb ik de eer te berigten dat de daarbij bedoelde persoon van B.H. Rolink,
in de zin van art. 8 van het Burgerlijk Wetboek met Nederlanders is gelijk
gesteld.
Burgemeester van Emmen
6722-02-1872Militie. Verzoek om bewijs van werkelijke dienst of extract
stamboek van Hendrik Jansen, A.J. Breukelman en J. Kremer.
Hoofd administratie 8eregiment infanterie te Utrecht
6822-02-1872Als voren, van H.H. Albers, H. Braakman, J. Kuipers en H.J.
Roelofs.
Groningen, 1eregiment infanterie
6922-02-1872Als voren, van J. Frielink.Zutphen, 4eregiment Huzaren
7022-02-1872Als voren, van B. Kosse en G. van den Poll.’s-Hertogenbosch, 5eregiment infanterie
7122-02-1872Als voren, van Harm van ElburgAmsterdam, 7eregiment infanterie
7222-02-1872Als voren, van L.F. SchobusMiddelburg, 3eregiment infanterie
7322-02-1872Als voren, van H. Altena’s-Gravenhage, grenadiers en jagers
7422-02-1872Als voren, van H. Jans de JongUtrecht, veldartillerie
7522-02-1872Als voren, van H. van ElburgDelft, 1eregiment vestingartillerie
7624-02-1872Als voren, van H. ten Napel’s-Hertogenbosch, 5eregiment infanterie
7724-02-1872....
7824-02-1872Brandbluschmiddelen. In voldoening aan Uw besluit d.d. 14
mei 1834, prov.blad nr. 53, hebben wij de eer te berigten dat er in deze
gemeente geene andere brandbluschmiddelen voorhanden zijn dan brandhaken.
Als vroeger merken wij op dat zoo er werd overgegaan tot het aanschaffen
van brandbluschmiddelen men niet zoude weten op welke punten dezer uitgestrekte
gemeente die geplaatst zouden moeten wroden.
Gedeputeerde Staten
7924-02-1872Militie. Kennisgeving van vertrek van den verlofganger Johannes
Hermannus Stout der ligting 1871
Burgemeester van Ambt Ommen
8026-02-1872Inzending eener opgave van voorgevallene pokziekten in 1871Inspecteur Geneeskundig Staatstoezicht
8128-02-1872....
8228-02-1872....
8328-02-1872....
8428-02-1872Armwezen. Hierbij hebben wij de eer U voor voldaan geteekend
terug te zenden het bevelschrift strekkende ter voldoening eener som van
f. 43,- wegens geneeskundige behandeling van Harmpje Wind in 1870.
B&W van Giethoorn
8529-02-1872Nationale militie. Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij
te zenden een bewijs van werkelijke dienst of een extract stamboek van den
hieronder vermelden persoon, welk stuk volgens art. 53 der Militiewet noodig
is ter erlanging van vrijstelling broederdienst ter zake van de militie.
Harm van Elburg, stamboek nr. 35671 is den 17 november 1862 overgegaan aan
boord van het schip Albatros, bestemd naar West-Indie, is den 24e
maart 1862 overgegaan van het 1eregiment vestingartillerie bij
het koloniaal werfdepot.
Minister van Koloniën
8629-02-1872Krankzinnigen. In voldoening aan Uw besluit van 10 juni 1854,
2e afdeling, nr. 2407/2084, prov.blad nr. 63, als mede van 8e
januari 1867, 3eafdeling, nr. 89/118, prov.blad nr. 5, hebben
wij de eer hiernevens in te zenden eene opgave der krankzinnigen buiten
de daarvoor bestemde gestichten in deze gemeente aanwezig.
Commissaris des Konings
Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
8704-03-1872Nationale Militie. Inzending getuigschriften en bewijsstukken
vrijstelling broederdienst.
Kolonel Militie Commissaris
8804-03-1872Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal,
opgemaakt door de rijksveldwachter A.D. Schut en de gemeenteveldwachter
P. Snoeijer alhier, tegen Willem Bouck, Willem Finkers en Martinus Vinkers,
arbeiders te Slagharen, wegens mishandeling van Jan Hendrik van der Velst,
eigentlijk van der Feltz.
Officier van Justitie te Deventer
8904-03-1872....
9004-03-1872In antwoord op uw schrijven van 29 februari jl., heb ik de
eer te berigten dat ik over de in dat schrijven bedoelde zaak, reeds voor
eenige tijd van den heer Commissaris des Konings in deze provincie inlichting
heb gevraagd, hoe, daarmede te handelen. Ik heb daaromtrent nog geene bevelen
of aanwijzingen ontvangen. Zoodra ik eenige bepaalde mededeeling kan doen
zal zulks onmiddellijk geschieden. Ik neem deze gelegenheid waar om U te
verzoeken mij te willen melden wanneer er kan worden overgegaan tot de wederoprigting
der grenssteen nr. 100, over welke aangelegenheid ik reeds onderscheidene
malen van den heer Commissaris des Konings brieven ontving, die bij mij
op eene spoedige afdoening dier zaak aandringt.
Ambt Hauptman te Neuenhaus
9106-03-1872In voldoening aan hetgeen is vervat in de circulaire van den
heer Commissaris des Konings in deze provincie d.d. 26 januari jl., nr.
298, heb ik de eer onder overlegging van een gelegaliseerd geneeskundig
attest te berigten dat de loteling Jan Overweg uit deze gemeente, der ligting
1872, lotingsnummer 78, door ziekte verhinderd wordt voor den militieraad
te verschijnen.
Den Militieraad te Overijssel
9206-03-1872....
9307-03-1872In antwoord op Uw missive d.d. 5edeze, nr. 208,
heb ik de eer te berigten dat de daarbij bedoelde persoon op het lotingregister
over 1845 voor deze gemeente voorkomt als Johann Hermann Veltrop, geboren
den 4ejanuari 1826 te Emlenkamp, graafschap Bentheim, Hannover.
Burgemeester van Emmen
9408-03-1872....
9509-03-1872....
9609-03-1872Bij deze heb ik de eer U te doen toekomen het nog ontbrekende
bewijsstuk van werkelijke broederdienst ten behoeve van den loteling Mannes
Schutte, voorkomende op de lijst model nr. 12, aan U ingezonden bij dezerzijdsche
missive d.d. 4emaart jl., nr. 87.
Kolonel Militie Commissaris te Zwolle
9710-03-1872Verlof tot begraven. Kennisgeving van verlof tot begraving
van het lijk van Petronella Hermans.
Burgemeester van Ambt Ommen
9811-03-1872Militie. Kennisgeving van vertrek van den verlofganger Berend
de Hoop der ligting 1870
Burgemeester van Ambt Ommen
9912-03-1872Hierbij hebben wij de eer U voor voldaan getekend terug te
zenden de declaratie wegens verleenden onderstand aan J. van Gelderen in
1870 ad. f. 19,90 ontvangen bij Uwe missive d.d. 7edezer, nr.
1875.
 
10015-03-1872....
10115-03-1872Naar aanleiding van Uw schrijven d.d. 14edezer,
nr. 74, heb ik de eer te berigten dat Andreas Lovers, zoon van Anton en
van Aleid Schnieders in 1857 voor deze gemeente voor de nationale militie
heeft geloot.
Burgemeester van Dalen
10218-03-1872....
10318-03-1872....
10419-03-1872Naar aanleiding van het besluit van den heer Commissaris des
Konings in deze provincie d.d. 19ejuni 1869, 3eafdeling,
nr. 2472/1813, hebben wij de eer U hierbij te doen toekomen de staat van
verrigte vaccinatien in deze gemeente gedurende het jaar 1871.
Inspecteur Geneeskundig Staatstoezicht te Kampen
10519-03-1872Inzending proces-verbaal A.D. Schut op verzoek van J.B. Minke
contra J. de Lange.
Officier van Justitie te Deventer
10620-03-1872Naar aanleiding van art. 25 van het Burgerlijk Wetboek heb
ik de eer U mede te deelen dat door mij in het register der geboorten over
den jare 1857 op den kant der acte nr. 30 de navolgende aantekening is gesteld:
‘Bij de voltrekking van hun huwelijk ter gemeente Emmen, provincie Drenthe,
op den zevenden januari 1868, hebben Bernard Antoon Lowes (sive Loves) en
Anna Maria Talken dit kind voor het hunne erkend en gewettigd’.
Officier van Justitie te Deventer
10721-03-1872Nationale militie. In voldoening aan Uw apostillaire dispositie
d.d. 19edezer, nr. 914, heb ik onder terugzending der daarbij
in mijne handen gestelde stukken, de eer te berigten dat ik naar aanleiding
van art. 99 der Militiewet, 2ezinssnede het daarbij bedoelde
bewijs heb afgegeven, en dat mij d.d. 11edezer door den Militieraad
is berigt dat de adressant Fritz Roelofs, niet konde worden vrijgesteld
van de dienst, uithoofde hij de vierde van zes broeders is waarvan er slechts
een heeft gediend. Bij het opmaken van het bewijs, model nr. 10, heb ik
den adressant als mij gevoelen reeds medegedeeld, dat zijne aanspraak op
vrijstelling niet geldig was, en zulks op dezelfde grond als waarop hij
door den Militieraad voor de dienst is aangewezen, evenwel drong hij op
de opmaking van gezegd bewijs nr. 10 aan, hetgeen ik meende niet te mogen
weigeren. Wat de beweringen van den adressant in het adres betreft zijn
die over het algemeen juist. Echter komt op het bevolkingsregister over
1860-1870 het gezin van Roelof Roelofs voor, als bestaande uit negen personen
waaronder ook de genoemden Gerrit Jan en Steven Roelofs. Dat gezin vestigde
zich alhier in 1862, komende van Emmelenkamp; hoeveel tijd gezegde Gerrit
Jan en Steven Roelofs zich hier hebben opgehouden, blijkt niet uit het bevolkingsregister,
en schijnt het dat zij zich weder in Hannover hebben gevestigd zonder daarvan
kennis te geven. Steven Roelofs is op 28 februari 1864 gehuwd te Emmelenkamp
en is hiervan aantekening op het bevolkingsregister te vinden. Het verblijf
van Gerrit Jan en Steven Roelofs in deze gemeente kan misschien echter slechts
aangemerkt worden als tijdelijk. De eerste was toen 24, de tweede 21 jaren
oud, en waren derhalve beide waarschijnlijk nog in Hannoversche Militaire
dienst. Adressant zegt wijders in het adres dat bij de wet in zijn geval
niet is voorzien en volkomen juist. Hij is echter door den Militieraad teregt
voor de dienst aangewezen en is zijn hooger beroep bij Heeren Gedeputeerde
Staten mijns inziens niet ontvankelijk. Iets anders ware het zoo adressant
zich tot zijne Majesteit den Koning had gewend ter verkrijging van ontheffing
van den werkelijken dienst voor zijne geheele diensttijd. Bij besluit van
9 october 1871, nr. 52, wordt een bijna gelijk geval behandelt en is verstaan,
den betrokkene persoon de bovengenoemde ontheffing te verleenen.
Commissaris des Konings
10825-03-1872Restitutie verpleegkosten. Hierbij hebben wij de eer U te
doen toekomen eene quitantie van storting groot f. 27,80 d.d. Zwolle 22
maart 1872 nr. 584, ter voldoening van voor geschotene verpleegkosten aan
J.P.B. Hendrikson in 1866, met verzoek het bevelschrift voor voldaan geteekend
terug te willen zenden.
B&W van Zuidhorn
10925-03-1872Restitutie verpleegkosten. Hierbij hebben wij de eer U te
doen toekomen een kwitantie van storting groot f. 24,44½, d.d. Zwolle 22
maart 1872, nr. 580, ter voldoening van voorgeschotene verpleegkosten aan
J.P.B. Hendrikson in 1869 en 1870, met verzoek het bevelschrift voor voldaan
geteekend terug te willen zenden.
B&W van Groningen
11025-03-1872Restitutie verpleegkosten. Hierbij hebben wij de eer U te
doen toekomen eene kwitantie van storting groot f. 85,98 d.d. Zwolle 22
maart 1872 nr. 582 ter voldoening van voorgeschotene verpleegkosten aan
C.N. Faber in 1867, met verzoek het bevelschrift voor voldaan geteekend
terug te mogen ontvangen.
B&W van Meppel
11125-03-1872Restitutie verpleegkosten. Hierbij hebben wij de eer U te
doen toekomen eene kwitantie van storting groot f. 248,15 d.d. Zwolle 22
maart 1872 nr. 579 ter voldoening van voorgeschotene verpleegkosten, volgens
bijgaande declaratien, met verzoek het bevelschrift voor voldaan geteekend
terug te mogen ontvangen. De declaratie à f. 84,73, W. Wever, 1e
halfjaar 1864 in het ongereede gebracht zijnde, verzoeken wij U daarvan
een duplicaat te mogen ontvangen, alsmede van de besluiten waarbij in onderstand
werden opgenomen M. Jansen 1864, W. Wever 1een 2ehalfjaar
1864 en W. Wever 1868 het 1ehalfjaar.
B&W van Zwolle
11225-03-1872Als vorenB&W van Emmen
11325-03-1872Als vorenB&W van Ruinen
11425-03-1872Als vorenB&W van Utrecht
11525-03-1872....
11626-03-1872Kiesverrigtingen. Ingevolge act. 73 der wet van 4 juli 1850
heb ik de eer U bij deze te doen toekomen de bij mij ontvangen opgave van
den rijksontvanger, bedoeld bij art. 7 der genoemde wet.
Gedeputeerde Staten
11726-03-1872Als vorenGemeentebestuur van Stad Almelo
11826-03-1872Als vorenGemeentebestuur van Stad Ommen
11927-03-1872Reclame tegen den hoofdelijken omslag. In voldoening aan Uw
apostillaire dispositie d.d. 21 maart jl., 2eafdeling, nr. 922,
hebben wij de eer met terugzending van het daarbij ontvangen rekwest van
J.H. Fritzlin, houdende dat de verhooging van zijne aanslag in den hoofdelijken
omslag niet moge plaats hebben, het daartoe betrekkelijk besluit van den
Raad in te zenden.
Gedeputeerde Staten
12027-03-1872Plaatselijke belasting. Hierbij hebben wij de eer U ter goedkeuring
aan te bieden de door den Raad in deszelfs vergadering van den 9 maart jl.
vastgestelde kohieren van den hoofdelijken omslag en de belasting op de
honden, alsmede het kohier der belasting op te brengen in natura (hand-
en spandiensten). Het op de vaststelling der bovengemelde kohier betrekkelijke
raadsbesluit gaat mede hierbij.
Gedeputeerde Staten
12130-03-1872Instellingen van weldadigheid. In voldoening aan hetgeen was
vervat in Uw besluit van 18 januari 1855 hebben wij de eer te berigten dat
in deze gemeente geene banken van leening, zieken en begraafnisbussen, spaarbanken
of spaarkassen gevonden worden.
Gedeputeerde Staten
12230-03-1872Inzending verslag armwezen.Gedeputeerde Staten
Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
12302-04-1872Verkeer van vreemdelingen. In voldoening aan Uw aanschrijving
d.d. 24 october 1854, heb ik de eer mede te deelen dat er in het afgeloopen
kwartaal op mijn last geene vreemdelingen over de grenzen des rijks zijn
uitgeleid geworden, noch voor zoover mij bekend, binnen deze gemeente hebben
verkeerd.
Procureur-generaal, fungerend directeur der Rijkspolitie te
Zwolle
12402-04-1872Mutatien in het personeel der officier van de schutterij:
geene
Commissaris des Konings
12504-04-1872....
12604-04-1872....
12705-04-1872Bij deze heb ik de eer U mede te deelen dat op den 1eapril
te Brucht in deze gemeente is overleden Gerrit Jan Waterink, landbouwer,
wiens vrouw Aaltje Veldsink op den 10emaart jl. aldaar is gestorven,
een minderjarig kind achterlatende.
Kantonrechter te Ommen
12806-04-1872Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen, twee aangiften volgens
act. 38 der wet van den 26 mei 1870, van J. donker en K. Oordt, een wegens
stichting eener woning en een wegens ontginning van veengronden.
Gedeputeerde Staten
12906-04-1872Armwezen. Naar aanleiding van Uw schrijven van den 28emaart
jl., nr. 362/1052, hebben wij de eer hierbij voor voldaan geteekend weder
in te zenden de declaratie wegens voorgeschoten onderstand aan J.W. Finkers
in 1869 met verzoek het bedrag ad f. 7,70 aan ons te willen overmaken.
B&W van Groningen
13006-04-1872Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal
opgemaakt door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, tegen Engelbertus
Zweers, visscher te Hardenberg, wegens het visschen in verboden water.
Officier van Justitie te Deventer
13108-04-1872....
13209-04-1872....
13309-04-1872Armwezen. Hierbij hebben wij de eer U voor voldaan geteekend
terug te zenden het bevelschrift groot f. 109.10 strekkende ter voldoening
van voorgeschoten verpleegkosten ten behoeve van D.J. Hendrikson en de vrouw
van A. van de Riet in 1869 en 1870.
B&W van Wierden
13411-04-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie heb ik de eer
bijgaande missive van den burgemeester van Ambt Almelo, na van den inhoud
kennis te hebben genomen aan U terug te zenden.
Commissaris des Konings
13513-04-1872Ik heb de eer Uwe Excellentie mede te deelen dat heden op
mijn last over de grenzen des Rijks via Venebrugge is uitgeleid Gerhard
Otten, oud 21 jaren, geboren te Mettingen in Pruissen, van beroep smid,
als zonder legitime papieren en geld of middel van bestaan. Het signalement
is als volgt: 1.55 meter lang, rond voorhoofd, bruine oogen, gewoone neus
en mond, spitse kind en geene merkbare teekenen.
Minister van Justitie
13613-04-1872Lager onderwijs. Onder toezending van nevensgaanden lijst
van voorgevallen mutatien in het personeel der hoofd- en hulponderwijzers
enz. hebben wij de eer U mede te deelen dat de Raad in zijn vergadering
van heden den hoofdonderwijzer Hendrikus Hendriks aan de openbare lagere
school te Slagharen, op zijn verzoek eervol uit die betrekking heeft ontslagen,
ingaande den 1emei 1872, behoudens aanspraak op pensioen.
Gedeputeerde Staten
13713-04-1872In de Raadsvergadering van heden is den hoofdonderwijzer aan
de school te Slagharen, Hendrikus Hendriks, op zijn verzoek eervol uit die
betrekking ontslagen, wegens lichaamsgebreken, behoudens aanspraak op pensioen,
met ingang van den 1emei e.k. en hebben wij de eer U hiervan
bij deze kennis te geven.
Inspecteur van het lager onderwijs
13813-04-1872....
13913-04-1872Benoeming van tegenschatters voor de personele belasting,
dienst 1872/1873. We hebben de eer mede te deelen dat door den Raad dezer
gemeente in zijne vergadering van heden zijn benoemd tot tegenschatters,
de heren Albertus Hamhuis, timmerman te Heemse, en Jan van Dijk, opzigter
te Dedemsvaart.
Commissaris des Konings
14013-04-1872....
14115-04-1872Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen twee aaniften volgens
art. 38 der wet van den 26 mei 1870, wegens stichting van woningen door
A. Berends en J.B. Minke.
Gedeputeerde Staten
14215-04-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 4edezer,
hebben wij de eer onder terugzending van stukken hiernevens in te zenden
het berigt van den Raad dezer gemeente betrekkelijk de aanslag verhooging
in den hoofdelijken omslag van J.H. Fritzlin.
Gedeputeerde Staten
14315-04-1872Betaling uit den post van onvoorziene uitgaven. Hierbij hebben
wij de eer U ter goedkeuring aan te bieden een besluit van den Raad dezer
gemeente d.d. 13edezer, tot betaling uit hoofdstuk IV der begrooting
over 1872, eener som van f. 100,- wegens toegelegde gratificatie aan den
hoofdonderwijzer H.K. de Vries te Dedemsvaart.
Gedeputeerde Staten
14415-04-1872Jaarwedde hoofdonderwijzer. Hierbij hebben wij de eer U ter
goedkeuring aan te bieden een besluit van den Raad dezer gemeente, houdende
vaststelling der jaarwedde van den nieuw te benoemen hoofdonderwijzer der
school te Slagharen.
Gedeputeerde Staten
14516-04-1872Hiernevens hebben wij de eer U terug te zenden het ontvangstbewijs
eener beschikking d.d. 11 dezer jl., nr. 1134/871, uitgereikt aan Frits
Roelofs alhier.
Gedeputeerde Staten
14616-04-1872Naar aanleiding van Uw schrijven d.d. 16edezer,
heb ik de eer te berigten dat de bevolking dezer gemeente op den 31 december
jl. bedroeg: 7269. Voorts dat hier geene kom der gemeente bestaat.
Controleur te Ommen
14718-04-1872Gemeenteverslag. Hiernevens hebben wij de eer U te doen toekomen
twee exemplaren van het uitvoerig en beredeneerd verslag van den toestand
der gemeente over het jaar 1871.
Gedeputeerde Staten
14818-04-1872....
14919-04-1872Inzending geboorte-extract van Catharina Potthof.Officier van Justitie te Almelo
15019-04-1872Lager onderwijs. Onder terugzending der bijlage in onze handen
gesteld bij Uw apostillaire dispositie van 27 maart jl., nr. 1024, hebben
wij in voldoening daarvan de eer te berigten: Dat toen er ten vorigen jare
in den gemeenteraad werd gedelibereerd, waar de nieuwe school te Bergentheim
zoude gesticht worden er van zijde van J. van der Sanden c.s. een adres
werd ingediend, houdende verzoek om die school meer in de nabijheid van
het Overijsselsche Kanaal te plaatsen, terwijl er terzelfder vergadering
een ander adres van zijde der inwoners der buurtschap Bergentheim werd ingediend,
houdende verzoek de bedoelde school in de nabijheid der oude te doen bouwen.
Het eerste adres was door 38, en het tweede door 36 belanghebbenden geteekend.
Daarover delibererende werd met een kleine meerderheid besloten, de nieuwe
school te sti chten midden in de buurtschap Bergentheim en derhalve in den
geest der onderteekenaren van het tweede adres. Men ging van de redenering
uit dat er in de buurtschap Bergentheim meer schoolkinderen gevonden worden
dan aan het genoemde kanaal en tevens dat zoo de bevolking aan het kanaal
door de exploitatie der veenderijen mogt toenemen men later toch moest overgaan
aldaar een school te stichten, waartoe de Raad dan ook niet ongenegen scheen.
Men achtte de tijd daartoe toen nog niet gekomen. Ontegenzeggelijk is het
waar, dat de kinderen van sommige kanaalbewoners en arbeiders in de veenderijen
een grote afstand moeten afleggen om ter school te komen, ook dat de wegen
die zij gebruiken moeten onder zekere omstandigheden moeilijk te passeren
zijn. Wij hebben om behoorlijk over de zaak te kunnen oordelen een onderzoek
moeten instellen en is het ons gebleken dat de onderteekenaren van het onderhavige
rekwest zeer verspreid wonen, bijvoorbeeld langs het Overijsselsche Kanaal,
vanaf de brug over het kanaal in de buurtschap Brucht tot aan de grensscheiding
met de gemeente Ambt Ommen, hebbende die streek eene lengte van plusminus
6000 meter. Verder hebben wij een onderzoek ingesteld in hoeverre het getal
kinderen (130) die volgens de bewering van adressanten van onderwijs verstoken
zijn juist is. Voor zooverre wij kunnen nagaan bedraagt het getal kinderen
van adressanten die sedert 1860 zijn geboren 105. Ter berekening van het
aantal schoolgaande kinderen moet van dat getal worden afgetrokken ongeveer
1/3 gedeelte, zijnde die kinderen welke nog geen 5 jaren oud zijn, derhalve
plusminus 35 alsmede die kinderen welke ofschoon aan het kanaal wonende,
toch de school in de buurtschap Bergentheim zullen blijven bezoeken. In
dat geval verkeren er onderscheidenen, als zijnde woonachtig aan de oostzijde
van de Kloosterdijk, op eene lengte langs het kanaal van ongeveer 200 meters.
Hoeveel dat getal bedraagt kan door ons moeilijk worden opgegeven, doch
rekenen wij zulks approximatief ook op 1/3 van het geheel aantal kinderen,
derhalve 35. Neemt men nu aan dat er onderscheidene ingezetenen het adres
hebben geteekend, die nader wonen bij de scholen te Bergentheim en te Brucht,
als in die buurtschappen woonachtig, dan springt het dadelijk in het oog,
dat de zaken daarin op zijn zachtst genomen overdreven zijn voorgesteld.
Het is overigens zoo goed als zeker dat de bevolking aan het Overijsselsche
Kanaal zal toenemen en dat binnen een niet zeer lange termijn het stichten
eener school aldaar noodig zal zijn. Ook naar onze mening is die tijd thans
nog niet gekomen, daar de veenexploitatie nog niet die uitgebreidheid heeft
bereikt, die in de toekomst te verwachten is, en zoude het waarschijnlijk
zijn, dat zoo er thans reeds tot het stichten eener school werd overgegaan,
die op eene plaats werd gebouwd, die later ondoelmatig bleek te zijn. Tenslotte
moeten wij opkomen tegen de bewering van adressanten dat de Raad meer het
belang der oud geërfde boeren zoude voorstaan dan dat der andere ingezetenen,
die weinig of niets tot de instandhouding der gemeente huishouding bijdragen.
Steeds heeft de raad waar het noodig was en in verband met de beperkte middelen
waarover hij beschikt, alle belangen zoo goed mogelijk behartigd.
Gedeputeerde Staten
15120-04-1872Onbezoldigde veldwachter. In voldoening aan Uw missive d.d.
11 dezer, nr. 961, heb ik de eer te berigten dat Antonie Holsappel bij Uw
besluit van den 25 januari l.l. nr. 253/181, benoemd tot onbezoldigd rijksveldwachter
voor deze gemeente, mij op heden heeft medegedeeld dat hij in het jaar 1851
door het provinciaal gerechtshof te Zwolle is veroordeeld geworden als beschuldigd
van het doen eener valsche handteekening, tot vijf jaren gevangenisstraf.
Commissaris des Konings
15222-04-1872....
15322-04-1872...
15423-04-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 19eapril
jl., hebben wij de eer U te berigten dat door de onderwijzer Hendriks te
Slagharen eervol ontslag is aangevraagd, en zulks omdat hij vermeende dat
hij bij zijne doorgaande ziekelijke gesteldheid zijne betrekking niet langer
naar behooren konde waarnemen. Naar aanleiding van art. 22 der Onderwijswet
werd hem het eervol ontslag door den Raad verleend. Den belanghebbenden
hebben wij aangeraden zich onder overlegging van zijne aanstellingen tot
onderwijzer alsmede van een geneeskundig certificaat waaruit de ongeschiktheid
tot het geven van onderwijs bleek, bij request te wenden tot zijne Majesteit
den Koning, ter verkrijging van pensioen, en meende wij dat dit de weg was,
die gevolgd moest worden om het pensioen te verkrijgen. Indien echter het
regt op pensioenen niet kan worden verkregen alvorens door eene vergadering
in den district schoolopziener de verklaring van ongeschiktheid is gedaan,
dan kan het raadsbesluit waarbij Hendriks eervol is ontslagen worden ingetrokken
en zullen wij zorg dragen dat zulks zoo spoedig doenlijk plaats heeft. Beleefdelijk
verzoeken wij nader Uw gevoelens in deze te mogen vernemen.
Gedeputeerde Staten
15523-04-1872....
15623-04-1872Getal kiezers. In voldoening aan Uw besluit d.d. 27 maart
1868, hebben wij de eer mede te deelen dat het getal kiezers voor de gemeente
bedragt als volgt: voor de Tweede Kamer der Staten Generaal: 114, voor de
Provinciale Staten: 114 en voor de Gemeenteraad: 195.
Commissaris des Konings
15725-04-1872....
15825-04-1872....
15925-04-1872Ontslag ui de dienst der militie. Met verzoek dezelve aan
de belanghebbenden te willen doen uitreiken, heb ik de eer U hiernevens
te doen toekomen drie paspoorten van D. Broek, L. van der Weerd en E. Rookhuizen,
in uwe gemeente verblijfhoudende.
Burgemeester van Kampen
16025-04-1872Als voren, van A. Kroeze en B. HeuverAmbt Ommen
16125-04-1872Als voren, van Harm TipDalen
16227-04-1872Inzending proces-verbaal contra E. Zweers, visscher te Hardenberg.Officier van Justitie te Deventer
16329-04-1872....
16429-04-1872Militie. Kennisgeving van vertrek van den verlofganger P.N.
Dekker, ligting 1870.
Burgemeester van Avereest
16529-04-1872Hierbij heb ik de eer U te doen geworden een door mij zaterdag
jl. opgemaakt proces-verbaal ten verzoeke van Gerhardus Hendrikus van Elburg
en ten laste van diens schoonmoeder Hendrikje Meertens. Ik heb die zaak
nader onderzocht en is het mij gebleken dat de klager van Elburg bekend
staat als een liederlijk sujet, die na eerst zelf zich als bakker te hebben
gevestigd, door slecht gedrag in dier voege is achteruitgegaan, dat zijn
stiefschoonvader H. Olsman hem en zijne vrouw uit medelijden in hunne woning
hebben opgenomen. Het schijnt dat het verblijf ten huize van gezegden Olsman,
van Elburg niet langer beviel, en wilde hij die woning verlaten en het bed
mede nemen. Men zegt dat van Elburg met achterlating zijner vrouw zich naar
Amerika wil begeven en wil de vrouw hem niet vergezellen, en zulks uithoofde
van het liederlijk gedrag van den man. Het kwam mij voor dat de slagen die
van Elburg zoude hebben ontvangen al zeer weinig te beteekenen hebben, en
dat de klagte door hem is gedaan uit wrevel, omdat men hem belette het bed
mede te nemen, dat zeker terstond verkocht zoude worden om de opbrengst
te besteden tot het koopen van sterken drank.
Offic ier van Justitie te Deventer
16630-04-1872Militie. Kennisgeving van vertrek van de verlofganger Hendrik
Otter der ligting 1868.
Burgemeester van Gramsbergen
16730-04-1872Militie. Bij Uw besluit d.d. 25edezer, nr. 1086,
ontving ik heden 23 stuks oproepingsbrieven voor de lotelingen der ligting
van dit jaar. Het aandeel dezer gemeente in de ligting, 24 bedragende, bemerk
ik dat ontbreekt een oproepingsbrief en wel voor Frits Roelofs, lotingsnr.
34 op den 11 maart en 11 april jl. voor de dienst aangewezen. Ik neem dientengevolge
de vrijheid U beleefd te verzoeken mij wel te willen mede deelen of de oproepingsbrief
van gemelde Roelofs ook abusievelijk is achtergebleven, dan wel of daarvoor
andere redenen bestaan.
Commissaris des Konings
Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
16801-05-1872Militie. Bij deze heb ik de eer U te doen toekomen een oproepingsbrief
van Pieter Haverhoek, thans woonachtig in Uwe gemeente te Vroomshoop, met
beleefd verzoek dezelve te willen doen uitreiken aan den belangstellende.
Burgemeester van Den Ham
16903-05-1872Militie. In voldoening aan hetgeen is vervat in het besluit
van den heer Commissaris des Konings in deze provincie d.d. 25 april jl.,
heb ik de eer U hiernevens te doen toekomen een dubbel van den staat der
manschappen begrepen in het aandeel dezer gemeente in de ligting voor de
nationale militie van het jaar 1872.
Luitenant-Kolonel provinciale adjudant te Zwolle
17003-05-1872Militie. Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een quitantie
van hetgeen den gepasporteerden milicien Hendrik Jan Geertman aankomt als
saldo. Ik neem beleefd de vrijheid onder overlegging van het bewijs van
ontslag en zakboekje U te verzoeken mij het bedrag ad f. 3,98 na aftrek
der kosten wel per postwissel te willen doen toekomen.
Hoofd administratie van het regiment veldartillerie te Utrecht
17104-05-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie van 30 april
jl., 4e afdeling, nr. 1342 en onder terugzending der daarbij
in mijne handen gestelde bijlage heb ik de eer te berichten, dat het overeenkomstig
de waarheid is dat deze questrant R. Brand behoort tot een gezin bestaande
uit 3 zonen, gesproten uit het huwelijk van Aaltje Weerts met Hermannus
Kieft en later met Jan Hendrik Brand, waarvan er een bij de nationale militie
heeft gediend, en in 1869 is gepasporteerd. Het schijnt dat R. Brand geen
reden van vrijstelling heeft willen opgeven, wijl hij buiten huwelijk is
geboren, doch later bij de voltrekking van het huwelijk tusschen zijne moeder
Aaltje Weerts en Jan Hendrik Brand is gewettigd, welke omstandigheid hem
waarschijnlijk later eerst is bekend geworden. Het is zeker dat R. Brand
aanspraak op vrijstelling van dienst had en ook dat hem dit ingeval hij
de redenen daarvoor had laten gelden hem die door den Militieraad zoude
zijn verleend. In geval het verzuim om de reden tot vrijstelling wegens
broederdienst te bekwamer tijd te doen gelden, niet belet dat die van den
requestrant wordt verleend, zoude zijn verzoek behooren te worden ingewilligd.
Commissaris des Konings
17204-05-1872....
17304-05-1872Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen twee processen-verbaal,
opgemaakt door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, tegen Teunis Nijzink,
landbouwer te Collendoornerveen, wegens het doen loopen en grazen van schapen
op een met gras en hout begroeid openbaar voetpad alsmede wegens het afsnijden
van twijgen staande in een weiland te Collendoorn, toebehoorende aan R.
Waaiman te Lutten.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Ommen
17406-05-1872Kennisgeving van vertrek verlofganger Hendrik Jacobus Jansen,
ligting 1869.
Burgemeester te Gramsbergen
17506-05-1872Kennisgeving aankomst verlofganger F. Kamphuis, ligting 1870.Burgemeester te Stad Hardenberg
17606-05-1872Inzending opgave der overledenen gedurende april.Inspecteur te Kampen
17707-05-1872Grensherstelling. Bij Uwe missive van 18 november jl., nr.
3631, werd ik gemagtigd de omver gevallen grenssteen nr. 100 te doen oprigten
en tot het doen verrigten der vereischte werkzaamheden ter bevestiging dier
steen. Lange tijd belette de vochtigheid van het terrein daartoe over te
gaan. Gisteren echter heb ik mij op bekomen berigt van de Pruissische authoriteit
ter plaatse begeven en heeft de oprigting der steen en de bevestiging daarvan
plaats gehad. De kosten daarvan hebben bedragen f. 18,00 of 10 Thalen Pr.C.,
overeenkomstig de raming der kosten, opgemaakt door den timmerman C. Mekkelenburg
te Neuenhaus. De helft daarvan ad f. 9,00 ten laste van Pruissen komende,
zal dat bedrag onmiddellijk aan den belanghebbenden betaald kunnen worden
en heb ik naar het model mij toegezonden bij Uwe boven aangehaalde brief
de declaratie van het verschuldigde door Nederland ad f. 9,00 opgemaakt
en die ter teekening naar Neuenhaus opgezonden. Zoodra ik weder in het bezit
dier stukken zal zijn, zal ik dien onmiddellijk aan U doen geworden.
Commissaris des Konings
17808-05-1872Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen een declaratie
in duplo der kosten van herstelling van de grenssteen nr. 100 met beleefd
verzoek dezelve door den timmerman Meckelnburg te willen doen onderteekenen
en daarna aan mij te willen terugzenden.
Ambtshauptman te Neuenhaus
17908-05-1872....
18011-05-1872Visscherij. Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen een
aanvraag van A. Kollen te Dedemsvaart er bekoming eener kleine vischakte.
Commissaris des Konings
18111-05-1872Kennisgeving vertrek verlofganger Joseph Mozes Denneboom.Burgemeester van Zwolle
18214-05-1872Kosten herstelling van grenssteenen. In voldoening aan hetgeen
was vervat in Uw aanschrijven d.d. 18enovember l.l., nr. 3631/3154,
heb ik de eer hiernevens aan U in te zenden eene declaratie in duplo van
den timmerman C. Meckelnburg te Neuenhaus ad f. 9,00 wegens herstelling
van een grenspaal, zijnde het bedrag door Nederland te voldoen aangezien
het bedrag door Pruissen te betalen omiddellijk aan voornoemden Meckelnburg
kan worden uitbetaald heb ik vermeend de declaratie niet in quadruplo te
moeten inzenden. De deswege door mij opgemaakte declaratie wegens reis-
en verblijfkosten heb ik de eer tevens hierbij te voegen.
Commissaris des Konings
18314-05-1872In voldoening aan Uwe apostille d.d. 11edezer,
hebben wij de eer onder terugzending der daarbij gevoegde brief mede te
deelen dat aan het voorschrift van act. 30, par. 2, tweede gedeelte der
wet van 29 maart 1833 is voldaan.
Commissaris des Konings
18415-05-1872....
18515-05-1872Kennisgeving van aankomst verlofganger Albert Meijerink.Burgemeester te Ambt Ommen
18616-05-1872Voldoende aan Uw verzoek vervat in Uwe missive d.d. 24 april
jl., nr. 118, heb ik de eer te berigten dat de daarbij aan mij toegezonden
paspoort aan E.J. Kleinebuul is uitgereikt.
Burgemeester van Gramsbergen
18716-05-1872Tot verkrijging van pensioen moet door den alhier eervol ontslagen
hoofdonderwijzer Hendrik Hendriks worden overgelegd, acten van aanstelling
als voormalig ondermeester, volgens opgave is Hendriks van 1 juli1 1827
tot ultimo maart 1831 ondermeester geweest aan den openbare school der armen-inrigting
te Zwolle en van 1eapril 1831 tot ultimo maart 1832 aan eene
burgerschool aldaar. Ik neem derhalve de vrijheid U te verzoeken mij de
verklaringen opgemaakt overeenkomstig het medegedeelde bij provinciaal blad
van 1871 nr. 36, wel met eenigen spoed te willen doen toekomen daar Hendriks
niet in het bezit der aanstellingen is.
Burgemeester van Zwolle
18816-05-1872Tot verkrijging van pensioen moet door den alhier eervol ontslagen
hoofdonderwijzer Hendrikus Hendriks worden overgelegd de a cte van aanstelling
als onderwijzer. Die acte of acten niet in zijn bezit zijnde, verzoek ik
U mij wel met eenige spoed te willen doen toekomen de verklaring opgemaakt
overeenkomstig het medegedeelde bij prov.blad van 1871, nr. 36. Volgens
opgaaf is Hendriks hoofdonderwijzer geweest in Uwe gemeente op twee standplaatsen
van 1 april 1832 tot ultimo december 1857.
Burgemeester van Tubbergen
18917-05-1872Onder terugzending der bijlage gevoegd geweest bij Uw missive
van 13e dezer, nr. 321, heb ik de eer U hierbij te doen geworden
een proces-verbaal van het gehoorde van J. Ossevoort.
Officier van Justitie te Deventer
19018-05-1872....
19121-05-1872Onderzoek der verlofgangers. In voldoening aan hetgeen is
vervat in het besluit van den heer Commissaris des Konings in deze provincie
d.d. 1e mei jl., nr. 1349/1130, heb ik de eer hiernevens aan
U te doen toekomen de registers model nr. 26 over de jaren 1868, 1869, 1870
en 1871, benevens de appellijst.
Kolonel militiecommissairs te Zwolle
19221-05-1872Begraafplaatsen. In voldoening aan Uw apostillaire dispositie
van 14e dezer, 3eafd., nr. 1657 en onder terugzending
der daarbij in onze handen gestelde bijlage hebben wij de eer te berigten
dat het bestuur der R.C. gemeente te Slagharen voornemens is een nieuw kerkgebouw
te stichten in de onmiddellijke nabijheid van het thans bestaande. Het laatst
bedoelde staat op ongeveer acht meter afstand in noordelijke rigting der
begraafplaats en is gezegd kerkbestuur na bekomen verlof van Uwe vergadering
voornemens het nieuwe kerkgebouw te doen bouwen op ongeveer vijftien meters
afstand van de begraafplaats in dezelfde rigting. Het is ons voorgekomen
dat het R.C. kerkbestuur met het oog op de pastorie moeilijk een andere
plaats voor het te stichten kerkgebouw konde uitkiezen en bestaan er naar
onze meening geene bezwaren tegen de inwilliging van het verzoek, zoo het
nieuwe kerkgebouw al niet mogt vallen in de termen van de 4e
zinsnede van art. 16 der wet van 10 april 1869 (staatsblad nr. 65) als wanneer
het verlof om binnen 50 meter afstand der begraafplaats gebouwen op te rigten,
niet noodig is.
Gedeputeerde Staten
19321-05-1872Burgerlijke Stand. Naar aanleiding van hetgeen was vervat
in Uwe missive van 18edezer heb ik de eer te berigten dat er
geene huwelijksacte is te vinden ten name van Gerrit Mink en Grietje Jans
Benjamins. Op 16 april 1845 onder nr. 8 komt echter een huwelijksacte voor
ten name van Gerrijt Gerrijts, zoon van Jan Gerrijts en Grietje Jans Bakker
en Margaretha Benjamins, dochter van Jan Goossens (ook Otten) Benjamins
en Wibbigjen Harms Meiboom. Zeker zal die huwelijksacte door U zijn bedoeld.
Daar naar mijne meening de geboorteacte van de zich noemde Wibbigje Mink
geheel in orde is, zal er wel geen rectificatie noodig zijn. Mogt U van
de hierboven bedoelde huwelijksacte een afschrift verlangen, dan zal ik
zulks onmiddellijk na bekomen berigt overmaken.
Officier van Justitie te Deventer
19423-05-1872....
19523-05-1872....
19623-05-1872....
19723-05-1872Wegen en voetpaden. Ter voldoening aan art. 17 van het reglement
op de wegen en voetpaden in deze provincie en aan het voorgeschrevene bij
Uw besluit van 30 juli 1862, 3eafd. nr. 3042/2047, hebben wij
de eer te berigten: a. dat de materiele toestand der wegen en voetpaden
in deze gemeente benevens de daarin gelegen werken voldoende is; b. dat
er geene verandering in den toestand der wegen en voetpaden die eene wijziging
van den leggers hebben teweeggebracht, zijn voorgevallen; c. dat er geene
overtredingen der reglementen op de wegen en voetpaden zijn geconstateerd
en d. dat er geene vergunning krachtens het meergenoemd reglement zijn verleend.
Gedeputeerde Staten
19823-05-1872Militie. In voldoening aan Uw besluit d.d. 13 april jl., 4e
afd., nr. 1176/989 heb ik de eer mede te deelen: a. dat de verzameling der
manschappen plaats heeft voor het gemeentehuis alhier en vervolgens met
die van Stad Hardenberg en Gramsbergen worden overgebragt naar Ommen onder
geleide van den burgemeester van Stad Hardenbergh; b. dat in de gemeente
Stad Ommen huisvesting met voeding wordt genoten van waar zij den volgenden
dag onder geleide van den burgemeester aldaar naar Zwolle worden overgebragt;
c. dat het verzamelen, geleiden en overbrengen steeds op voormelde wijze
is geschied; d. dat naar mijne meening het verzamelen, overbrengen en geleiden
ook voortaan niet doelmatiger kan plaats hebben, aangezien de gemeente te
ver van de spoorwegen verwijderd is.
Commissaris des Konings
19925-05-1872....
20025-05-1872Onder terugzending der stukken gevoegd geweest bij Uw apostille
van 24e dezer, nr. 530, heb ik de eer te berigten dat mij ten
aanzien van Lubbert Jansen nooit iets nadeeligs ter ooren is gekomen. Gezegde
Jansen is voor eenige weken als milicien der ligting 1872 ingelijft bij
het 5e regiment infanterie, 2ebataillon en geef ik
U hiervan kennis ten einde zoo hij eventueel zijn straf moet ondergaan U
weete waar hij zich bevind. Daar mij van Jansen zoover ik boven schreef
niets nadeeligs bekend is en ook met het oog op zijne dienst bij de Nationale
Militie zijn mijne consideratien daartoe strekkende dat hem zoo mogelijk
gratie van de hem opgelegde gevangenisstraf verleend wordt.
Officier van Justitie te Zwolle
20125-05-1872Ontslag uit het bedelaarsgesticht H.J. van Helden. Onder terugzending
der stukken gevoegd geweest bij Uwe Excellenties apostillaire beschikking
van 18edezer, 7eafdeling, nr. 458, heb ik de eer in
voldoening daaraan te berigten dat de adressant H.H. Scheffer alhier het
beroep van verwer uitoefend en zooals overal ten plattenlande alleen des
zomers zooveel werk heeft dat hij een knecht noodig heeft. Anders is het
in den winter als wanneer het vermeld bedrijf alhier genoegzaam stil staat.
Het is dus zeer waarschijnlijk dat gezegde Scheffer zoo zaijn verzoek om
ontslag uit het bedelaarsgesticht van H.J. van Helden wordt toegestaan,
hij hem zoolang in zijne dienst zal houden als hij hem noodig heeft. Houd
de arbeid op, dan zal van helden wel weder moeten worden ontslagen en zich
opnieuw aan bedelarij schuldig maken, daar Scheffer mijns inziens niet genoegzaam
gegoed is, om des winters als er geen werk is eenen knecht te onderhouden.
Ik meen daarom Uwe excellentie te moeten adviseren het verzoek van den adressant
H.H. Scheffer niet in te willigen.
Minister van Binnenlandse Zaken
20225-05-1872....
20327-05-1872Hiernevens neem ik de vrijheid U te doen toekomen eene beslissing
op een verzoekschrift ingediend door R. Brand, milicien der ligting van
1872, ingelijfd bij Uw onderhebbend regimend met beleefd verzoek dat stuk
aan den belanghebbende te willen doen uitreiken.
Commanderend Officier der 5eregiment infanterie
te ‘s-Hertogenbosch
20428-05-1872Inzending proces-verbaal opgemaakt door veldwachter Schut
contra F. Bossink te Collendoorn.
Openbaar Ministerie te Ommen
20528-05-1872Militie. Overeenkomstig de bestaande voorschriften heb ik
de eer U mede te deelen dat de miliciens verlofgangers der ligting 18 68
uit deze gemeente met name Frederik Doldersum, Hendrik Otter en Derk Jan
Bril, behoorende tot Uw onderhebbend regiment, alhier zijn gehuwd.
Commanderend Officier van het 8eregiment infanterie
te Arnhem
Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
20601-06-1872Door deze heb ik de eer U mede te deelen, dat de gebouwen
die binnen den afstand bij act. 5 bepaald, van het grenstractaat, op Nederlandsch
grondgebied gebouwd waren thans zijn weggeruimd.
Ambtshauptmann te Neuenhaus
20705-06-1872....
20805-06-1872Burgerlijke Stand. Naar aanleiding van de tweede alinea van
artikel 25 van het Burgerlijk Wetboek, heb ik de eer U mede te deelen dat
op heden door mij op den kant der acte nr. 108 in het register van overlijdensacten
dezer gemeente over 1855 de navolgende aanteekening is gemaakt: “Bij vonnis
van de arrondissementsregtbank te Deventer van den zesentwintigsten mei
achtienhonderd twee en zeventig in zijn geheel ingeschreven in het overlijdensregister
der gemeente Ambt Hardenbergh de vierden junij achtienhonderd twee en zeventig,
nummer negentig, is bevolen dat de naam van Mink zal worden veranderd in
Gerrits en alzoo zal worden gelezen Gerrits in plaats van Mink, waarvan
deze aantekening is gedaan overeenkomstig artikel vijfentwintig van het
Burgerlijk Wetboek.
Officier van Justitie te Deventer
20906-06-1872Inzending opgave der overledenen over de maand mei 1872.Inspecteur geneeskundig staatstoezicht
21007-06-1872Inzending aangifte stichting van een woonhuis door Hendrik
Olsman te Bergentheim.
Gedeputeerde Staten
21107-06-1872....
21210-06-1872Visscherij. Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen eene
aanvraag tot bekoming eener kleine vischakte van K. Oordt te Bergentheim
in deze gemeente.
Commissaris des Konings
21310-06-1872....
21410-06-1872....
21513-06-1872Naar aanleiding van Uw beschikking van 14 mei jl., 3eafd.,
nr. 1662, hebben wij de eer te berigten dat ook naar onze mening de onderwijzer
der school te Slagharen H. Hendriks, uit zijne betrekking eervol behoort
te worden ontslagen en zulks met behoud van aanspraak op pensioen. Gezegde
Hendriks is steeds lijdende en geheel buiten staat de school naar behooren
waar te nemen. De stukken ons bij bovenaangehaalde stuk toegezonden zenden
wij hierbij terug, waarbij wij nog voegen: 1e. een extract uit
de notulen van het bestuur der stadsarmeninrigting te Zwolle waaruit blijkt
dat Hendriks aldaar voor juli 1827 provinciaal, en na dien tijd als aangesteld
hulponderwijzer aan de armeninrigting is werkzaam geweest; 2e.
een verklaring van de toenmaligen districtsopziener vergezeld van een geneeskundig
attest, dat Hendriks uithoofde van ligchaamsgebrek voor de verdere waarneming
zijner betrekking ongeschikt is; 3e. een verklaring geteekend
door 3 personen, ingezetenen van de gemeente Tubbergen en de burgemeester
dier gemeente bewijzende dat Hendriks vanaf april 1832 tot ultimo december
te Albergen als onderwijzer werkzaam is geweest; 4e. een extract
uit de doopacte van gezegde Hendriks. Wij vertrouwen met de toezending dezer
stukken aan en inhoud van de in het hoofd dezer aangehaalde beschikking
te hebben voldaan en deelen tevens mede, dat de Raad dezer gemeente in zijne
vergadering van gisteren heeft besloten in te trekken zijn besluit d.d.
13 april waarbij meergenoemde Hendriks op verzoek eervol uit zijne betrekking
werd ontslagen. De financiele toestand van Hendriks is van dien aard, dat
kan hem geen pensioen verleend worden hij tot armoede zal vervallen.
n.n.
21613-06-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 6edezer,
nr. 1913, 3eafd., hebben wij de eer onder terugzending der daarbij
in onze handen gestelde stukken te berigten dat naar onze mening op grond
van art. 3 van het Koninklijk Besluit d.d. 31 januari 1824 (staatsblad nr.
19) de adressanten ter bekoming van vergunning, ter oprigting van een huiden
en leerbereiderij, zich hebben te wenden tot het gemeentebestuur.
Gedeputeerde Staten
21713-06-1872....
21814-06-1872Viering der overwinning van Waterloo. Naar aanleiding van
een besluit van de heer Gouverneur dezer Provincie d.d. 20 augustus 1831,
1e afd., nr. 2606, hebben wij de eer U bij deze te herinneren
aan Z.M. Besluit van den 1eaugustus 1831 nr. 72, bepalende dat
de dankdag of godsdienstige viering der overwinning van Waterloo voortaan
altijd op den derden zondag in junij, van ieder jaar zal plaats hebben.
Voorts nemen wij de vrijheid U beleefd te verzoeken de jaarlijksche collecte
voor het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst
in de Nederlanden, die in den loop der volgende week zal plaats hebben,
op aanstaande zondag wel te willen aanbevelen.
Ds. Callenbach, conselent van Heemse
21914-06-1872Als voren.Ds. Visser te Lutten
22014-06-1872Als voren.Ds. H. Optholt te Heemse
22114-06-1872Als voren.Ds. J.H. Vos te Lutten
22214-06-1872In voldoening aan hetgeen was vervat in de aanschrijving van
de heer Commissaris des Konings d.d. 26 mei 1858, 1eafd., nr.
1920, heb ik de eer mede te deelen dat het zich laat aanzien, het jagtveld
in deze gemeente voor het aanstaande jagtsaisoen goed van wild voorzien
zal zijn. Schadelijk gedierte wordt niet in dier mate aangetroffen dat het
noodzakelijk is ter beteugeling daarvan maatregelen te nemen.
Commissaris des Konings
22314-06-1872Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal
door mij opgemaakt ten verzoeke van de weduwe H. Hamhuis Azn, pachtster
van de bruggentol gelegen in den weg van Ommen naar Hardenbergh, wegens
weigering van het betalen der tol door Seije de Jager, wonende te Meppel,
van beroep stukadoor.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie ten Kantongerechte Ommen
22414-06-1872In antwoord op Uw missive d.d. 9edezer, nr. 5,
heb ik de eer mede te deelen dat voor de school van den onderwijzer H.K.
de Vries te Lutten aan de Dedemsvaart de hulponderwijzer betrekking vacant
is.
Schoolopziener te Eerde
22515-06-1872In voldoening aan uw besluit d.d. 13 juni jl., 4eafd.,
nr. 2005/1431, en onder terugzending der daarbij in onze handen gestelde
bijlage, hebben wij de eer te berigten dat de vader van den loteling F.
Roelofs, met name Roelof Roelofs in dit koningrijk niet is genaturaliseerd,
en dat hij ook niet in het bezit is van een zogenaamde Entlassungsurkunde.
Het navolgende stuk, waarvan wij hier het afschrift laten volgen, had Roelof
Roelofs in zijn bezit. “Es wirdt an den Roelof Roelofs aus Kleine Ringe
mit den seinigen welcke beabsichtigen in das Koningreich der Niederlande
zu wohnen auf einen Jahre sein dommicilschein ertheilt, hiermit in unserer
gemeinde Kleine Ringe zu geschert um ihner bei verarmung in der zeit wieder
in unsere comune auf zu nehmen. Kleine Ringe, den 8eapril 1862.
Den vorsteher Rotterink.” Hieruit blijkt dat Roelofs bij zijne vestiging
hier te lande, in het toenmalige koningrijk Hannover zekere regten behield,
die echter naar onze meening thans wel zullen zijn vervallen.
Gedeputeerde Staten
22617-06-1872....
22717-06-1872Het zal U bekend zijn dat de diligencedienst van Hardenberg
op Avereest, vice versa, van W. Mulder sedert 1 juni jl. is gestaakt, en
dat daarmede tevens ophield het brievenvervoer, tusschen beide plaatsen,
voorzooverre dat vervoer met de genoemde diligencedienst plaats vond. Door
de staking van het brievenvervoer ondervinden ook de ingezetenen mijner
gemeente groot ongerief. 1eWijl het thans onmogelijk is geworden
eene des ochtens uit Holland ontvangen brief direct te beantwoorden, hetgeen
mede het geval is met brieven uit Zwolle en andere plaatsen als bijvoorbeeld
Groningen en Leeuwarden enz. 2eVroeger toch bereikten de op den
middag van Hardenberg naar die plaatsen afgezonden brieven nog des avonds
hunne bestemming, wijl de correspondentie tusschen Hardenbergh en het hulpkantoor
Lutten en Avereest zeer wordt vertraagd. Een brief van Hardenbergh naar
Lutten of Avereest wordt thans hetzij over Zwolle, hetzij over Coevorden,
Hoogeveen of Meppel vervoerd. Hieruit volgd dat een dusdanige brief plusminus
twaalf uur onderweg is om eene bestemming te bereiken, gelegen op een à
twee en een  half uur afstand van de plaats der afzending. Om een en andere
vreden, neem ik de vrijheid te mogen nemen, U te verzoeken zoo mogelijk
maatregelen te willen nemen dat het gestaakte brievenvervoer wordt hervat,
en daardoor de ingezetenen in de gelegenheid te stellen, evenals vroeger
op dezelfde dag der ontvangst hunne brieven te kunnen beantwoorden. Een
voetbode van het hulpkantoor Dedemsvaart naar Hardenbergh op een geschikte
tijd afgaande en aankomende, zoude de thans bestaande leemte naar mijne
meening geheel kunnen aanvullen.
Inspecteur der Posterijen te Zwolle
22819-06-1872....
22921-06-1872In voldoening aan Uw besluit d.d. 13edezer, 3e
afd., nr. 2076/1434, hebben wij de eer onder terugzending der daarbij gevoegde
stukken hiernevens aan U te doen toekomen een afschrift van het besluit
van den Raad dezer gemeente d.d. 20 juni jl., waarbij den hoofdonderwijzer
aan de openbare school te Slagharen, Hendrikus Hendriks, eervol wegens ligchaamsgebreken
uit die betrekking wordt ontslagen met ingang van den 20edezer.
Voorts hebben wij de eer op te geven dat de grondslag der pensioenbijdrage
van gemelde onderwijzer over de laatste twaalf maanden het ontslag voorafgaande,
heeft bedragen fl. 637,81 en over te leggen eene verklaring dat Henricus
Hendriks, Hendrikus Hendriks en Hendrik Hendriks een en dezelfde persoon
is.
Gedeputeerde Staten
23024-06-1872In antwoord op Uw missive d.d. 21edezer, nr. 35/40,
hebben wij de eer te berigten dat het reglement en tarief van het op te
rigten beurtveer Meppel, Avereest, Ambt Hardenbergh, reeds op den 17 februari
jl., door den Raad dezer gemeente is vastgesteld, en op den 20e
daaraanvolgende aan het gemeentebestuur van Avereest is gezonden met het
concept reglement met verzoek na vaststelling door den Raad dier gemeente,
hetzelve aan U te willen doen toekomen.
B&W van Meppel
23125-06-1872In voldoening aan Uw missive d.d. 21edezer en met
terugzending van het daarbij gevoegde proces-verbaal heb ik de eer U hierbij
een verbaal van het gehoorde van J. Ossevoort en H. Kempers te doen toekomen.
Officier van Justitie te Deventer
23226-06-1872Bij deze hebben wij de eer U mede te deelen dat de hoofdonderwijzer
aan de school te Slagharen, Hendrikus Hendriks, in de Raadsvergadering van
den 20edezer, eervol wegens lichaamsgebreken uit die betrekking
is ontslagen ingaande op gemelden datum.
Schoolopziener in Overijssel, te Eerde
23326-06-1872Bij deze hebben wij de eer U mede te deelen dat de hoofdonderwijzer
aan de school te Slagharen Hendrikus Hendrikus, in de raadsvergadering van
20edezer eervol wegens lichaamsgebreken uit die betrekking is
ontslagen ingaande op gemelden datum.
Inspecteur van ’t langer onderwijs in Overijssel
23427-06-1872Bij deze heb ik de eer U te berigten dat de vergunning aan
H. Tebberman om te mogen visschen in de provinciale wateren mij geworden
bij Uw besluit d.d. 13edezer, 2eafdeling, nr. 2049/1485,
aan den belanghebbende is uitgereikt en dat daarvoor verschuldigde bedrag
ad f. 3,00 door mij ontvangen, welke gelden bij de eerste gelegenheid zullen
worden overgemaakt.
Gedeputeerde Staten
23527-06-1872Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen eene aanvraag
ter bekoming eener kleine vischacte van Harm Nijhuis te Dedemsvaart in deze
gemeente.
Commissaris des Konings
23627-06-1872....
23727-06-1872In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 20 juni
jl., 3e afd., nr. 2112, hebben wij de eer onder terugzending
van het daarbij in onze handen gestelde adres enz. te berigten dat er volgens
van de eene zijde ingewonnen informatie geen bezwaar kan bestaan om aan
de adressanten Lobstein en Polak vergunning te verleenen, het water der
rivier de Vecht te benuttigen tot het bereiden van huiden. Daar wij echter
ook van andere zijde hebben vernomen dat door het bereiden van huiden in
de Vecht het water zoude worden verontreinigd, zoude naar onze meening de
vergunning niet anders behooren te worden verleend, dan tot wederopzegging
toe.
Gedeputeerde Staten
23829-06-1872In antwoord op Uw schrijven van den 28edezer, nr.
11, heb ik de eer te berigten dat het besluit van den Raad dezer gemeente
den 13eapril jl., waarbij de onderwijzer H. Hendriks op 1 mei
l.l. ontslag werd verleend, bij besluit van den 20edezer weder
is ingetrokken, uithoofde gemelde onderwijzer vooraf door heeren Gedeputeerde
Staten en den heer distrikt schoolopziener ongeschikt voor zijne betrekking
moest worden verklaard, ingevolge art. 26 der wet op het lager onderwijs.
Na ontvangst van gemelde verklaringen is Hendriks thans opnieuw ontslagen.
Schoolopziener in het 6edistrict van Overijssel,
te Eerde
23929-06-1872Armwezen, betreft A. Bertels, jaar 1870.B&W van Gramsbergen
24029-06-1872Armwezen, betreft J. Hendriks, jaren 1868, 1869 en 1870.B&W van ’s-Hertogenbosch
24129-06-1872Bij deze heb ik de eer U mede te deelen dat de in deze gemeente
gehouden collecte voor de gewapende dienst heeft opgebracht de som van f.
39,83 welk bedrag op heden aan U per postwissel is verzonden.
Commissie van het fonds voor de gewapende dienst in Nederland,
te Deventer
Nr: Datum: Omschrijving: Adressering:
24201-07-1872In voldoening aan hetgeen was vervat in Uw missive d.d. 28e
dezer, nr. 1065,  heb ik onder terugzending van het daarbij in mijne handen
gestelde adres, de eer te berigten dat de adressanten P. Stouw, J.H. Lassche
en Johanna Stouw, mij in zooverre niet bekend zijn als hebbende ik nimmer
iets ten nadeele van hen vernomen. Het komt mij evenwel voor dat de bewering
in het adres als zouden zij het voornemen gehad hebben om het door hen ingevoerde
gedistilleerd ten kantore der in- en uitgaande regten aan te geven, en daarvan
de verschuldigde regten te betalen, onwaar is. Eerder mag men veronderstellen
dat de adressanten met het doel om het gedistilleerd frauduleus in te voeren
zich over de grenzen hebben begeven, en dat ingeval die invoer gelukt het
gedistilleerd te verkoopen, waartoe te Slagharen en omstreken wel gelegenheid
bestaat, voornamelijk ten tijde die veenkolonie door Pruissische arbeiders
wordt bezocht. Wat betreft de gegoedheid van adressanten kan ik mededelen
dat zij met handenarbeid in hun onderhoud moeten voorzien, als ook dat Johanna
Stouw bij hare moeder inwoont die ongeveer 60 jaren oud is. Het gezin van
Pieter Stouw bestaat slechts uit hemzelf en zijne vrouw, waarbij de schoonmoeder
wordt gehuisvest. Wat het verzoek om gratie betreft, ben ik van meening
dat zulks niet behoort te worden toegestaan daar het mij voorkomt dat gezin
Stouw het smokkelen tot een handwerk maakt en ook wijl het bij de bestaande
moeilijkheid voor de ambtenaren om overtredingen als de onderhavige te constateren,
een voorbeeld nuttig zal werken.
Officier van Justitie te Deventer
24301-07-1872....
24401-07-1872In voldoening aan Uw aanschrijving d.d. 24 october 1854, heb
ik de eer hiernevens in te zenden eene opgave van het verkeer van vreemdelingen
binnen deze gemeente gedurende het afgeloopen kwartaal.
Procureur-generaal, fungerend directeur der Rijkspolitie te
Zwolle
24501-07-1872Naar ik geinformeerd ben heeft zich zekere Cornelis van Os,
als weerspannig aan de wwet gesignaleerd in het Politieblad van 1870, blad
748, nr. 943, van tijd tot tijd in mijne gemeente vertoond. Ik neem de vrijheid
U te verzoeken mij te willen inligten of, zoo hij hier weder mogt worden
aangetroffen voor al nog behoort te worden gearresteerd en opgezonden.
Procureur-generaal bij het Provinciaal Geregtshof te Zwolle
24602-07-1872Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal
opgemaakt door de Rijksveldwachter A.D. Schut alhier, tegen Hendrik Geertman,
schaapherder te Sibculo, wegens het doen loopen en grazen eener kudde schapen
op een wal bezet met eikenhakhout te Sibculo voormeld, behoorende aan de
erven Crull, wonende te Den Belt (Pruissen) en te Stad Hardenbergh.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie ter Kantongeregte Ommen
24703-07-1872Grenzen. In voldoening aan Uw missive d.d. 4 maart jl., nr.
826/661, heb ik de eer te berigten dat de daarbij bedoelde gebouwen opgerigt
in strijd met de bepalingen van het grenstractaat tusschen Nederland en
Hannover, thans zijn weggeruimd.
Commissaris des Konings
24803-07-1872Hiernevens hebben wij de eer U te doen toekomen een lijst
van voorgevallene veranderingen in het personeel der hoofd- en hulponderwijzers
aan de openbare lagere schoolen, ten aanzien der inkomsten, naar welke de
bijdragen voor hun pensioen te berekenen zijn.
Gedeputeerde Staten
24903-07-1872Bij deze heb ik de eer ter voldoening aan art. 50 van het
Burgerlijk Wetboek, U toe te zenden een uittreksel uit de acten van overlijden
van Aaltje Molderink, domicilie hebbende in Uwe gemeente.
Ambtenaar van den Burgerlijke Stand te Gramsbergen
25004-07-1872Ingevolge art. 15 der wet regelende het geneeskundig staatstoezicht
en de circulaire van Z.E. den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 4 januari
1869, 8eafd., stat. nr. 271, hebben wij de eer U te doen toekomen
de opgave der overleden in in deze gemeente gedurende de maand juni 1872.
Inspecteur Geneeskundig Staatstoezicht te Kampen
25104-07-1872....
25205-07-1872Kennisgeving aankomst verlofganger J.H. Grevelman, ligting
1870
Burgemeester van Vriezenveen
25306-07-1872Naar aanleiding van Uw schrijven van den 28 juni jl., nr.
22, heb ik de eer te berigten dat de daarbij bedoelde miliciens Rengelink
en Kottrik, wonende in deze gemeente, de opgegevene goederen wenschen terug
te ontvangen tegen betaling van vracht. Het adres van Kottrik is: G. Kottrik,
arbeider te slagharen, gemeente Ambt Hardenbergh. Het adres van Rengelink
is: ten huize van D.J. Jansen te Heemse, gemeente Ambt Hardenbergh.
Majoor-commandant van het 4eregiment, 1ebat.
Infanterie te Leeuwarden
25408-07-1872Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen de pensioenacte
benevens eene attestatie de vita, van Hendrik Waaijerink, thans wonende
in deze gemeente. Door genoemde Waaijerink verzuimd zijnde de betaling ten
kantore van den heer betaalmeester te Zwolle aan den minister aan te vragen,
neem ik de vrijheid U beleefd te verzoeken het hem aankomende bedrag over
het afgeloopen kwartaal ad f. 31,25 in eene kwitantie van storting, ten
name den ontvanger der directe belastingen te Hardenbergh, aan mij te willen
doen toekomen.
Betaalmeester te ’s-Hertogenbosch
25509-07-1872Met verzoek een derzelve voor den 20edezer, ingevuld
aan ons terug te willen zenden, hebben wij de eer U hiernevens te doen toekomen
2 tabellen betreffende het armwezen, benevens een besluit van Z.E. den Minister
van Staat en van Binnenlandsche Zaken, d.d. 13edecember 1871.


verder nazien…