Kopieboek van de uitgaande brieven van het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg

1 Januari 1874 t/m 31 december 1874

Nr:Datum:Omschrijving:Adressering:
101-01-1874In het afgelopen kwartaal geen veranderingen in het kader der officieren
van de rustende schutterij.
Commissaris des Konings
201-01-1874....
301-01-1874Er zijn in het afgelopen kwartaal geen vreemdelingen over de grenzen
van het rijk uitgeleid.
Procureur-generaal, fung. directeur der rijkspolitie te Zwolle
403-01-1874....
505-01-1874Inzending opgave der overledenen gedurende december 1873.Geneeskundig bestuur te Kampen
606-01-1874Inzending verslag landbouwer 1873.Commissaris des Konings
707-01-1874Hiernevens hebben wij de eer U te doen toekomen de som van f. 52,- wegens
verpleegkosten van de krankzinnige L. Leusink over de laatste drie maanden
van het jaar 1873., met verzoek het mede hier bijgaande bevelschrift voor
voldaan getekend aan ons te willen retourneren. Voorts voegen wij hierbij
een bevelschrift overgeschreven op zegel, van het vorige kwartaal, met
verzoek dat stuk opnieuw voor voldaan te willen tekenen en het ongezegelde
alsdan te willen vernietigen, waarvan abusievelijk een ongezegeld bevelschrift
was opgemaakt. Tevens nemen wij de vrijheid U beleefd te verzoeken ons
te willen mede delen of de patiënte reeds zodanig is hersteld dat zij
geacht kan worden onschadelijk te zijn voor de publieke veiligheid. Het
bedrag ad f. 52,- wordt heden per postwissel aan U verzonden.
Bestuurders van het krankzinnigengesticht te Deventer
807-01-1874Onder terugzending der stukken gevoegd geweest bij Uw missive den 3e
dezer nr. 37, heb ik de eer U hierbij te doen geworden de ingevulde staat,
betrekkelijk den sollicitant J. Smit alsmede een door hem opgemaakt proces-verbaal.
Uit het proces-verbaal kan blijken dat gezegde Smit al zeer weinig ontwikkeld
is en daarom niet in aanmerking kan komen voor een eventuele benoeming
tot rijksveldwachter.
Officier van Justitie te Deventer
908-01-1874....
1008-01-1874Gedurende het jaar 1873 hebben geen landverhuizingen uit deze gemeente
plaats gehad.
Commissaris des Konings
1108-01-1874In het afgelopen jaar hebben geen mutaties in het personeel der beambten
van politie in deze gemeente plaats gehad.
Commissaris des Konings
1208-01-1874....
1308-01-1874....
1408-01-1874....
1508-01-1874....
1609-01-1874Aangifte vrijdom grondbelasting voor A. ten Kate, wegens ontginning van
woeste gronden.
Gedeputeerde Staten
1709-01-1874Bij het doen der inschrijving voor de nationale militie, is het mij gebleken
dat zekere Gerrit Jan Kleinluchtenbelt, geboren den 26 juli 1854, zoon
van Gerrit Kleinluchtenbelt en Willemina Olsman, verzuimd heeft zich ten
vorige jare aan te geven en dientengevolge niet voorkomt op het inschrijvingsregister
voor de lichting 1874. Tegen gemelde Gerrit Jan Kleinluchtenbelt heb ik
ter dier zake een proces-verbaal opgemaakt hetwelk ik den heer officier
van justitie heb doen toekomen. Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij
te willen berichten ten welken dage Lugtenbelt die tegenwoordig als knecht
te Echteler dient, voor Gedeputeerde Staten zal worden gebracht.
Commissaris des Konings
1809-01-1874Hierbij heb ik de eer U een proces-verbaal van Gerrit Jan Kleinluchtenbelt
terzake van zijn verzuimde inschrijving voor de nationale militie te doen
geworden. Ik doe deze vergezeld gaan van een extract uit het geboorteregister.
Officier van Justitie te Deventer
1912-01-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 8e dezer nr. 75, heb ik
de eer hierbij aan U te doen toekomen een geneeskundig certificaat van
Jan Smit.
Officier van Justitie te Deventer
2012-01-1874....
2115-01-1874Pensioenbijdragen voor onderwijzers: H.K. de Vries, J.P. Koppelle, J.
Jeuring, A. Bouwhuis, H. van ’t Laar, F. aan het Rot, G.J. Broekroelofs,
G. Kelder, W.E. Timmerman, G.J.H. Dorgelo en G.W. Kastein.
Gedeputeerde Staten
2215-01-1874....
2316-01-1874Aangifte vrijdom grondbelasting voor J. Mulder, grondeigenaar te Aveeest,
wegens ontginning van woeste gronden.
Gedeputeerde Staten
2417-01-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 10e dezer nr. 91, heb ik
de eer te berichten dat volgens informatie G.J. Kleinlugtenbelt zich tussen
den 1e en 31e januari 1873 niet in deze gemeente
heeft bevonden, en sedert 1 mei 1871 dient als boerenknecht te Echteler.
Daar deze plaats slechts even over de grenzen is gelegen, op ongeveer
drie uren afstand van hier, had hij evengoed persoonlijk de aangifte kunnen
doen, dan of hij zich in deze gemeente bevond.
Officier van Justitie te Deventer
2517-01-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 8e januari 1857, hebben
wij de eer hiernevens in te zenden een declaratie in triplo wegens subsidie
ter tegemoetkoming in de kosten van verpleging van H. van den Poll en
L. Leusink in het krankzinnigengesticht te Deventer over 1873, benevens
afschriften der declaraties en van de bevelschriften tot betaling.
Gedeputeerde Staten
2617-01-1874Ingevolge art. 25 van het BW heb ik de eer U mede te delen dat door mij
op den kant der akte van geborenen dezer gemeente onder volgnummer 124
voor den jare 1872 de navolgende kanttekening is gemaakt: ‘Bij de voltrekking
van hun huwelijk ter dezer gemeente op den zestiende januari 1874, hebben
Wilhelm Korte en Maria Anna Gerlach dit kind voor het hunne erkend en
gewettigd.
Griffier der arrondissementsrechtbank te Deventer
2717-01-1874Op heden den zestienden januari 1874 is door Wilhelm Korte en Maria Anna
Gerlach bij de voltrekking van hun huwelijk ter wettiging erkent hun kind
genaamd Lamberta Margaretha, geboren te Emmen den 26e februari
1868, ingeschreven als dochter van Maria Gerlach. Hetwelk ik de eer heb
U ter kennis te brengen, ten einde daarvan de nodige kanttekening in de
geboorteregisters uwer gemeente plaats hebbe.
Ambtenaar van den burgerlijke stand te Emmen
2819-01-1874....
2919-01-1874....
3019-01-1874....
3119-01-1874....
3220-01-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 15e dezer nr. 117/101, hebben
wij de eer mede te delen: 1e dat de ouders van Gerrit Jan Kleinluchtenbelt
in de maand januari 1873 in deze gemeente woonden. Zij vestigden zich
alhier blijkens een aantekening op het bevolkingsregister den 22e
oktober 1872, komende uit de gemeente Gramsbergen. Het is aan geen twijfel
onderhevig dat zij volgens de wet van 28 juli 1850 niet als ingezetenen
beschouwd moeten worden. De vader Gerrit Kleinlugtenbelt is den 10e
augustus 1823 te Den Ham geboren. 2e dat de ouders van Gerrit
Jan Kleinlugtenbelt thans in deze gemeente te Radewijk wonen. 3e
dat de nalatige aan de inschrijving het beroep uitoefent als boerenknecht.
4e dat volgens zeggen van den nalatige zelve en deszelfs vader
hij lichaamsgebreken heeft (een stijve arm) die hem voor de dienst ongeschikt
maakt. 5e dat naar onze mening het verzuim niet opzettelijk
is begaan doch aan onwetendheid en nalatigheid moet worden toegeschreven.
Gedeputeerde Staten
3320-01-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 17e dezer, nr. 162, en onder
terugzending van het daarbij gevoegde proces-verbaal, heb ik de eer te
berichten dat Gerrit Kleinluchtenbelt de vader van Gerrit Jan Kleinlugtenbelt
mij heeft verklaard dat zijn zoon Gerrit Jan sedert den 1 mei 1871 zich
heeft bevonden te Echteler in Pruisen, alwaar hij nog als boerenknecht
is dienende. Als redenen dat hij zijn zoon bij diens afwezigheid niet
voor de militie heeft aangegeven, wordt door hem opgegeven dat hij vermeende
hij nog een jaar de tijd had. Naar mijn mening is het verzuim niet opzettelijk
begaan, doch moet aan onwetendheid en nalatigheid worden toegeschreven.
Officier van Justitie te Deventer
3422-01-1874....
3524-01-1874....
3627-01-1874....
3727-01-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 17 december jl. nr. 4810/3316, hebben
wij de eer hiernevens in te zenden het tabellarisch overzicht der geconcessioneerde
wegen en water tolheffingen in deze gemeente. Nog wordt in deze gemeente
tol geheven voor het passeren der brug over het veer ter Oelen van rijtuigen
en voetgangers door ’s rijks domein, als mede voor het ophalen der klapbrug
gelegen over het Overijssels Kanaal te Brucht bij J. ter Wielen, waarvan
echter door ons de gevraagde opgaven niet kunnen worden verstrekt.
Gedeputeerde Staten
3828-01-1874Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen een aanvraag om schadelijk
gedierte te mogen doden, van den heer Jan Arent baron van Ittersum, wonende
te Heemse in deze gemeente, mede namens zijn bij hem inwonende zoon Willem
baron van Ittersum, waaromtrent ik de eer heb te berichten dat de aanvragers
zijn vallende in de termen bedoeld bij besluit van den heer Commissaris
des Konings der 23e december 1859.
Commissaris des Konings
3929-01-1874Bij deze heb ik de eer U de verzekering te geven dat de stukken ontvangen
bij Uw missive d.d. 27e dezer nr. 230, aan den belanghebbende
J. Smit zijn uitgereikt.
Officier van Justitie te Deventer
4031-01-1874Inzending proces-verbaal van kasopneming d.d. 30e dezer.Gedeputeerde Staten
4131-01-1874Heden werd mij een brief van U aangeboden die ik op grond dat dezelve
met porto was bezwaard niet heb kunnen aannemen. De brief zal U alzo wederom
ter hand komen, en neem ik de vrijheid daar U brieven meermalen reeds
met port zijn bezwaard, daarover te reclameren. Ik veronderstel dat de
inhoud der bedoelde brief loopt over zekere Denneboom die van hier is
gevlucht en zich te Emlichheim heeft gevestigd. Is die veronderstelling
juist, dan kan ik U aangaande die persoon het navolgende mede delen. Denneboom
is van beroep slager en koopman. Hij kocht in het vorige jaar een partij
Amerikaans spek, hetgeen hij hier, naar gezegd wordt, beneden de inkoopsprijs
weer verkocht. Het gevolg hiervan was dat Denneboom zijn leverancier niet
kon betalen, die hem daarom in rechten betrok en werd hij tot de betaling
zijner schuld bij lijfsdwang veroordeeld. Toen Denneboom zou worden gevangen
genomen is hij gevlucht en wijl hem dagelijks hier gevangenneming boven
het hoofd hang is hij te rade geworden zich in Pruisen te vestigen. Van
frauduleus bankroet is tot dusverre geen sprake, evenwel heeft hij zich
naar mijne mening als koopman zo gedragen dat ik hem geen bewijs van goed
gedrag mocht afgeven. Denneboom valt alzo tot dusverre nog niet in de
categorie der misdadigers, hij moet slechts gegijzeld worden tot dat hij
zijn schuld heeft betaald. Mijne weigering om Denneboom een bewijs van
goed gedrag te geven steunt mede op de grond dat zulks zou dienen ter
bekoming van een Geiversbeschein. In het bezit van dusdanig schein zou
hij zijn zwendelarijen ten uwent kunnen voortzetten. De zaak gaat mij
overigens als justitieel ambtenaar niet aan. Zij is van de competentie
van de burgerlijke stand.
Ambthauptmann te Neuenhaus
Nr:Datum:Omschrijving:Adressering:
4202-02-1874Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat gedurende de afgelopen week
bij mij zijn aangegeven als aangetast door tyfus, twee personen.
Geneeskundig Staatstoezicht te Kampen
4302-02-1874Toezending ter uitreiking, kennisgeving nr. 79, grondbelasting aan: Arend
Berends, Hendrik Berends, Hermanus Hendrikus Geerdes, Arend Berends, Berend
Berends, Johan Bernard Minke, Arend Berends, Berend Berends, Hermanus
Hendrikus Geerdes.
Burgemeester van Avereest
4402-02-1874Als voren aan mr. R.J.B. van Sonsbeek.Burgemeester van Zwolle
4502-02-1874Als voren aan W.F. van der Muelen.Burgemeester van Goor
4602-02-1874Als voren aan S.J. Dam.Burgemeester van Den Ham
4702-02-1874Als voren aan Willem Ganzeboer.Burgemeester van Staphorst
4803-02-1874In voldoening aan het besluit uwer vergadering van 29 januari jl. nr.
15/182, hebben wij de eer te berichten dat voor zover ons bekend is, de
provinciale veearts W. Mossel te Avereest nimmer in deze gemeente de veeartsenijkundige
praktijk heeft uitgeoefend. De mening dat hij uit den aard der zaak onbekend
moet zijn met de ziekten van rund- en wolvee, moet als de oorzaak daarvoor
beschouwd worden. Ook reiskosten verbonden aan de bezoeken van genoemde
veearts dat de veehouders bezwaar maken zijne assistentie in te roepen.
Naar onze mening bestaan derhalve geen bezwaren de provinciale veearts
W. Mossel te ontslaan.
Gedeputeerde Staten
4904-02-1874Kennisgeving aankomst milicien Albert Veldstra der lichting 1869.Burgemeester van Zuidwolde
5004-02-1874Ter beantwoording van Uw missive d.d. 2e dezer nr. 274, heb
ik de eer te doen strekken, dat de persoon van Jan Berend Korte en vrouw,
bij mij bekend staan als lieden op wiens gedrag geen aanmerkingen zijn
te maken. Zij behoren tot de arbeidende klasse en nimmer zijn zij op enige
wijze met de justitie in aanraking geweest. Zij hebben tot dusverre door
ijver en arbeidzaamheid steeds in hun eigen onderhoud kunnen voorzien,
zonder iemand, of enige instelling van weldadigheid lastig te vallen.
Bedoelde Korte woont op de grond toebehorend aan Poulus van Os, de vader
van de verdachte knaap, en zou zulks eerder een reden zijn gezegde knaap
te verschonen dan hem te bezwaren. Naar mijn mening kan aan de verklaring
van Korte en vrouw geloof gehecht worden, terwijl ook die verklaring niet
in strijd is, met de geruchten die ere ten aanzien van het huisgezin van
Van Os vooral ook met betrekking tot diens zoon Arie, in omloop zijn.
Officier van Justitie te Deventer
5105-02-1874....
5205-02-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 24 december jl. nr. 4776/3407, hebben
wij de eer te berichten dat de gebreken aan de ophaalbrug bij ’t jachthuis
te Dedemsvaart nog niet zijn hersteld, doch zijn volgens verklaring van
de onderhoudsplichtigen A. ten Kate, de balanspriemen in bewerking, en
zou de herstelling thans spoedig plaats hebben. Voorts dat de houten brug
in de kunstweg Dedemsvaart, in onderhoud bij de gebroeders Minke, is hersteld.
Gedeputeerde Staten
5305-02-1874Inzending opgave der overledenen der maand januari.Inspecteur te Kampen
5406-02-1874Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, tegen Arend Jan Leemhuis,
arbeider te Sibculo, wegens mishandeling van Jan Schepers, arbeider te
Kloosterhaar in deze gemeente.
Officier van Justitie te Deventer
5510-02-1874Inzending proces-verbaal, tegen Hendrik Meijer, mishandeling Roelof Reinders.Officier van Justitie
5610-02-1874Bij deze heb ik de eer U te berichten dat gedurende de vorige week in
deze gemeente een persoon aan tyfus is overleden, aangetast geene.
Inspecteur te Kampen
5712-02-1874Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij te zenden een bewijs van werkelijke
dienst of een extract stamboek van Gerrit Jan Tibbe, tot uw regiment behorende,
welke stukken volgens art. 53 der militiewet nodig zijn ter erlanging
van vrijstelling wegens broederdienst terzake van de militie. Als voren
van Jan Hendrik Beltman, Jan de Groot, Jannes Stellinga, Johannes Hendrikus
Finkers en Hendrik Jan Derks.
Commandant van ‘t 5e regiment infanterie te ’s-Hertogenbosch
5812-02-1874Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij te willen zenden een bewijs van
werkelijke dienst of een extract stamboek van Hendrik de Boer tot uw regiment
behorende, welke stukken volgens art. 53 der militiewet nog zijn ter erlanging
van vrijstelling wegens broederdienst ter zake van de militie.
Commandant van ‘t 1e regiment vestingartillerie
te Delft
5912-02-1874Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij te willen zenden een bewijs van
werkelijke dienst of een extract stamboek van Johannes Fredrikus Buring
tot uw regiment behorende, welke stukken volgens art. 53 der militiewet
nog zijn ter erlanging van vrijstelling wegens broederdienst ter zake
van de militie.
Commandant van ‘t 8e regiment infanterie te Utrecht
6012-02-1874Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij te willen zenden een bewijs van
werkelijke dienst of een extract stamboek van Johannes Frederikus Buring
tot uw regiment behorende, welke stukken volgens art. 53 der militiewet
nog zijn ter erlanging van vrijstelling wegens broederdienst ter zake
van de militie.
Commandant van ’t regiment marechaussee te Maastricht
6112-02-1874Onder terugzending van bijgaand bewijs van werkelijke dienst, heb ik
de eer te berichten dat zulks niet is de door mij bedoelde Hendrik de
Boer. Aangezien het stamboeknummer niet kan worden opgegeven, als zijnde
het zakboekje doorgehaald, voeg ik hierbij de verlofpas van de door mij
bedoelde persoon en verzoek ik U beleefd het bewijs van werkelijke dienst
van de daarbij vermelde Hendrik de Boer aan mij per omgaande te willen
doen toekomen.
Hoofd administratie van ‘t 1e regiment vestingartillerie
te Delft
6214-02-1874Heden vervoegde zich ter mijner secretarie de buitengewone opzichter
des waterstaats J. van Dijk alhier mij ter hand stellende inliggende stukken.
Uit de aan die stukken gehechte apostille van de heer betaalmeester te
Zwolle kan het Uwe Excellentie blijken waarom de verevening is geweigerd,
waarvoor ik de vrijheid neem Uwe Excellentie namens de belanghebbende
te verzoeken de declaratie zoals zulks door de heer betaalmeester verlangd
wordt, aan de assignatie te willen doen aanhechten. Gaarne zou ik daarna
die stukken terug ontvangen ten einde die weder aan den belanghebbende
uit te reiken.
Minister van Binnenlandse Zaken te ’s-Gravenhage
6317-02-1874Bij deze hebben wij de eer U mede te delen dat de raad dezer gemeente
in zijn vergadering van den 16e dezer, de onderwijzer aan de
openbare school te Collendoorn Jan Jeuring, op zijn verzoek een eervol
ontslag uit die betrekking heeft verleend, met ingang van de 1e
maart e.k. en zulks wegens benoemi ng tot onderwijzer te Nieuw-Buinen,
gemeente Borger.
Inspecteur van ’t lager onderwijs te Zwolle
6417-02-1874Als voren.Schoolopziener in Overijssel te Eerde
6517-02-1874Als voren.Gedeputeerde Staten
6617-02-1874....
6718-02-1874Burgemeester en Wethouders van Ambt Hardenberg, gelezen een verzoekschrift
van de firma Lobstein & Polak, vellenbloters te Heemse, om vergunning
tot het daarstellen van twee looikuipen op hun grond, kadastraal bekend
in sectie B nr. 4772, gezien het proces-verbaal van beleide informatie
de commodos en de incomodo, door hen opgemaakt op den 14 februari 1874,
waarbij M. Bruins, G.J. Bruins, D.J. Bruins en J. Slotman, alle eigenaren
van percelen gelegen in de nabijheid van gezegd perceel sectie B nr. 4772,
te kennen geven dat zij om redenen in dat proces-verbaal vermeld bezwaar
hebben tegen de inwilliging van het verzoek der firma Lobstein & Polak.
Overwegende dat in het verzoekschrift der firma Lobstein & Polak vergunning
wordt gevraagd tot de daarstelling van twee looijkuipen welke daarstelling
op zich zelve niet valt in de termen dat daarvoor ingevolge het bepaalde
bij Koninklijk Besluit van de 31 januari 1824, staatsblad nr. 19, vergunning
nodig is, en derhalve het verzoek moet worden beschouwd als inhoudende
een aanvraag om vergunning tot het daarstellen ener huiden- en lederbereiderij,
genoemd onder art. 5 van meergenoemd Koninklijk Besluit. Overwegende dat
het van algemene bekendheid is, dat er aan de uitoefening ener huiden-
en lederbereiderij voor de eigenaren der naburige percelen lasten zijn
verbonden, voornamelijk bestaand in de onaangename lucht die de huiden
en afval daarvan zo voor als tijdens de bereiding verspreiden. Hebben
goedgevonden: het verzoek van de firma Lobstein & Polak niet in te
willigen. Heemse, den 17 februari 1874.
Firma Lobstein & Polak te Heemse
6818-02-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 29 januari jl. nr. 236/180, hebben
wij de eer hierbij in te zenden een besluit van de raad dezer gemeente
d.d 16e dezer, betreffende het instellen van jaarmarkten in
deze gemeente.
Gedeputeerde Staten
6918-02-1874Zekere Hendrik Jan Nijman en diens zoon Derk Jan Nijman, zijn bij vonnis
van 9 december 1873 voor Uw rechtbank veroordeeld ieder tot zes maanden
cellulaire gevangenisstraf en is afwijzend beschikt op hun verzoek om
gratie. Hen is het bevel ter hand gesteld om op den 23e februari
e.k. de gevangenisstraf te komen ondergaan. Daar het boerenbedrijf voor
H.J. Nijman met behulp van diens zoon uitgeoefend de tegenwoordigheid
van een van beiden dringend vordert, heeft eerstgenoemde mij verzocht
U te verzoeken hem zo mogelijk uitstel te verlenen tot het ondergaan der
straf totdat zijn zoon die zal hebben ondergaan. Ik kan U de verzekering
geven dat het zeer in het belang van het gezin van Nijman zoude zijn zo
aan hun verzoek voldaan kon worden.
Officier van Justitie te Deventer
7019-02-1874Betaling uit de post voor onvoorziene uitgaven wegens gratificaties aan
de onderwijzers H.K. de Vries en J.P. Koppelle, elk ad f. 100,-
Gedeputeerde Staten
7120-02-1874Reeds sedert enige tijd werd alhier vermist zekere Theresia Brumlever,
wier ouders te Slagharen in deze gemeente wonen. Indertijd werd daarna
onderzoek gedaan, en kwam ik tot de overtuiging dat de ouders bekend waren
met de verblijfplaats van het kind en vernam ik later daarvan niets meer.
De vader J.G. Brumleve en diens vrouw zijn niet overleden en hoewel niet
zeer welvarend, doch ook niet behoeftig. Ingeval Theresia Brumlever herwaarts
moet terug gevoerd worden, verzoek ik dat zij via Venebrugge in Ambt Neuenhaus
worde uitgeleid, nadat mij enige tijd te voren de dag der uitleiding wordt
bericht. Ik zal dan zorgen dat zij bij haar ouders wordt teruggebracht.
Uw brief over deze aangelegenheid ontving ik gisteren van mijn ambtgenoot
te Avereest
Kreis Hauptmann te Lingen
7221-02-1874Ingevolge art. 25 Burgerlijk Wetboek, heb ik de eer U mede te delen dat
door mij in het geboorteregister der gemeente Ambt Hardenberg over de
jare 1872 onder volgnummer 233, de navolgende kanttekening is gemaakt:
‘Bij de voltrekking van haar huwelijk ter dezer gemeente op de 21e
februari 1874, hebben Fredrik Schepers en Fennigje Schepers dit kind voor
hunne erkend en gewettigd’.
Griffier der arrondissementsrechtbank te Deventer
7323-02-1874Kennisgeving van vertrek van Ebels Harkes de Graaf der lichting 1871.Burgemeester van Den Ham
7423-02-1874Kennisgeving van vertrek van Ebels Harkes de Graaf der lichting 1871.Burgemeester van Ambt Ommen
7524-02-1874....
7624-02-1874Ik neem de vrijheid U te verzoeken mij wel met enige spoed te willen
doen toekomen een bewijs van werkelijke dienst van Alexander Dorgelo,
zich in vrijwillige dienst bevindende en behorend tot uw regiment, ten
einde gemeld stuk aan de militieraad te kunnen overleggen.
Hoofd administratie van ‘t 1e regiment infanterie
te Groningen
7724-02-1874....
7824-02-1874....
7924-02-1874In voldoening aan Uw marginale dispositie d.d. 16e dezer nr.
540, heb ik onder terugzending der daarbij in mijne handen gestelde bijlage,
de eer te berichten dat de adressante, de weduwe G. Kleinheerenbrink in
het adres haar omstandigheden overeenkomstig de waarheid heeft vermeld.
Zij behoort tot de landbouwende stand die bij een klein boerenbedrijf
zonder bijverdiensten onmogelijk kan bestaan. Zij is belast met het onderhoud
van zes kinderen waarvan de oudste thans bij de nationale militie dient.
Het behoeft geen betoog dat haar een weldaad bewegen zoude worden als
haar zoon zo spoedig mogelijk konde gesteld worden in het genot van onbepaald
verlof.
Commissaris des Konings
8026-02-1874....
8126-02-1874....
8226-02-1874....
8326-02-1874....
8426-02-1874....
8527-02-1874Ingevolge art. 25 van het Burgerlijk Wetboek heb ik de eer U mede te
delen dat door mij in het geboorteregister der gemeente Ambt Hardenberg
op de kant der acte nr. 222 over den jare 1872 de navolgende kanttekening
gemaakt is: ‘Bij de voltrekking van hun huwelijk ter dezer gemeente op
den 27 februari 1874 hebben Evert Schrotenboer en Hendrika Hubers, dit
kind voor het hunne erkend en gewettigd’.
Griffier der arrondissementsrechtbank te Deventer
8628-02-1874Het bewijs van werkelijke dienst van den zich in vrijwillige dienst bevindende
milicien Alexander Dorgelo, bedoeld bij Uw schrijven d.d. 22e
dezer, nr. 64, werd heden door mij ontvangen en haast ik mij hetzelve
hiernevens aan U te doen toekomen.
Kolonel militiecommissaris in Overijssel
8728-02-1874Bij deze heb ik de eer U de ontvangst te berichten van een bewijs van
werkelijke dienst van de militair Alexander Dorgelo bij Uw missive d.d.
27e dezer 4e afdeling nr. 490.
Commissaris des Konings
8828-02-1874Inzending afschrift van het verslag lager onderwi js over 1873.Schoolopziener
Nr:Datum:Omschrijving:Adressering:
8902-03-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 26 februari jl. nr. 737/497, hebben
wij de eer te berichten dat de raad dezer gemeente in zijne vergadering
van 6 december 1873 heeft goedgevonden het bij de verkiezing van den 18e
november jl. benoemde raadslid Gerrit Rigterink als zodanig toe te laten.
Gedeputeerde Staten
9003-03-1874Hiernevens hebben wij de eer U ter goedkeuring aan te bieden de door
de raad in deszelfs vergadering van den 16 februari jl. vastgestelde kohier
van de hoofdelijke omslag en der belasting op de honden alsmede het kohier
der belasting op te brengen in natura (hand en spandiensten) over het
dienstjaar 1874.
Gedeputeerde Staten
9104-03-1874In antwoord op Uw missive d.d. 1e dezer nr. 167/155, heb ik
de eer te berichten dat het mij wel wenselijk voorkomt dat aan de belastingschuldigen
te Dedemsvaart, Lutten en Slagharen, enige faculiteit wordt toegestaan
met betrekking tot de betaling der door hun verschuldigde belasting. De
afstand b.v. van Slagharen naar Hardenberg bedraagt p.m. 2 uren en zijn
er belastingschuldigen die om te Hardenberg te komen een grote afstand
hebben af te leggen. Naar ik geïnformeerd ben houdt de ontvanger zich
streng aan zijn kantooruren, hetgeen tengevolge heeft dat de belastingschuldigen
meermalen een vergeefse reis doen. Men heeft mij verder medegedeeld dat
de ontvanger slechts gepast geld aanneemt, hetgeen voor onderscheidene
personen die niet weten wat zij zullen betalen, moeilijk is. Ik deel U
deze bijzonderheden mede zoals ze mij ter oren zijn gekomen, zonder te
willen oordelen in hoeverre die overtredingen worden verhaald. Evenwel
geloof ik dat het in het belang der belastingschuldigen en dat der regelmatige
betaling der belasting zoude bevorderd worden zo aan het verzoek van adressanten
voldaan werd.
Controleur te Ommen
9204-03-1874Kennisgeving van aankomst van Pieter Gort der lichting 1872.Burgemeester van De Wijk
9304-03-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 28e februari jl. nr. 930,
heb ik de eer te berichten dat de daarbij bedoelde Hendrik Prins, laatst
woonachtig was in de gemeente Westerbork, en aldaar in het laatst van
het jaar 1873 is overleden.
Districtscommissie van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning
van de gewapende dienst te Zwolle
9405-03-1874Ter voldoening aan art. 50 van het Burgerlijk Wetboek heb ik de eer U
te doen toekomen een overlijdensextract van den alhier overledenen en
ten uwent woonachtigen Albertus Wemmenhove.
Ambtenaar van den burgerlijke stand te Deurne
9506-03-1874Inzending opgave der overledenen gedurende de maand februari 1874.Inspecteur te Kampen
9606-03-1874Ingevolge art. 38 van het Burgerlijk Wetboek heb ik de eer U mede te
delen dat door mij in het geboorteregister der gemeente Ambt Hardenbergh
op den kant der acte nr. 83 over den jare 1854 de navolgende kanttekening
is gesteld: ‘Bij behoorlijk geregistreerde acte van den 28e
januari 1874, gepasseerd door de te Gramsbergen residerende notaris Hilbrand
van Barneveld, en getuigen, heeft Hendrikus Weweler, winkelier, wonende
te Lutten aan de Dedemsvaart, dit kind als zijn natuurlijk kind erkend.’
Deze kanttekening ook geplaatst bij de volgende akten: nr. 139 van het
jaar 1856; nr. 206 van het jaar 1861; nr. 12 van het jaar 1859 en nr.
215 over het jaar 1864.
Griffier der arrondissementsrechtbank te Deventer
9706-03-1874....
9806-03-1874Aangevraagd een extract stamboek nummer 7861 van Mannes Schutte.Hoofdadministratie 3e regiment huzaren te Haarlem
9906-03-1874Onder terugzending der bijlage in mijne handen gesteld bij Uw missive
d.d. 4e dezer nr. 481, heb ik de eer:
– over te leggen de geboorteakten van adressanten
– te berichten dat er naar mijne mening geen bezwaar bestaat dat
de gevraagde dispensatie wordt verleend; ik beschouw het voorgenomen 
huwelijk zeer in het belang van beide adressanten
– dat zoals uit de hierbij overgelegde geboorte-extracten blijkt
er tussen de adressant T.A.A. Schonermarck en degene met wie hij in het
huwelijk wenst te treden in lijftijd een onderscheid bestaat van circa
22 jaren, dat uit geen omstandigheid de veronderstelling is af te leiden
dat de adressant gebruik van ongeoorloofde of onbehoorlijke invloed heeft
gebezigd om adressante over te halen tot het aangaan van een huwelijk,
dt er geen betrekkingen van financiën bestaan die voor een der beide adressanten
het huwelijk wenselijk of gevaarlijk zou kunnen doen zijn.
Officier van Justitie te Deventer
10006-03-1874....
10109-03-1874Bij deze heb ik de eer mede te delen dat gedurende de vorige week alhier
een persoon door roodvonk is aangetast.
Inspecteur te Kampen
10209-03-1874Hiernevens hebben wij de eer U ter goedkeuring aan te bieden een besluit
van de raad dezer gemeente, houdende verhoging der jaarwedde verbonden
aan de onderwijzersbetrekking te Brucht.
Gedeputeerde Staten
10309-03-1874In voldoening aan Uw besluit d.d. 12e februari jl. nr. 4483/293
hebben wij de eer hiernevens aan U te doen toekomen het besluit van de
raad dezer gemeente, betreffende de herziening van de jaarwedde van de
gemeente-ontvanger.
Gedeputeerde Staten
10410-03-1874....
10512-03-1874Ingevolge Uw missive d.d. 7e dezer nr. 480, heb ik de eer
hiernevens aan U te doen toekomen een bewijs van goed gedrag van H.H.
Albers, alsmede het zakboekje en de verlofpas van dezelfde.
Majoor commandant van het 3e regiment infanterie
te Geertuidenberg
10612-03-1874Naar aanleiding van art. 99 der wet op de nationale militie heb ik de
eer U hiernevens te doen toekomen twee bezwaarschriften tegen de uitspraak
van de militieraad.
– van Jan Lamberink te Lutten betreffende zijn zoon Hermannus Lamberink,
loteling van dit jaar uit deze gemeente, getrokken hebbende nr. 13
– van Willem Reinink te Lutten betreffende zijn zoon Lambert Reinink,
loteling van dit jaar uit deze gemeente, getrokken hebbende nr. 7
Gedeputeerde Staten
10713-03-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 12e februari jl. nr. 1751,
heb ik de eer de daarbij voorgelegde vragen, betreffende de werking der
wet van 4 december 1872 (staatsblad nr. 134) te beantwoorden, als volgt:

 

  1. van de in art. 1 opgenoemde ziekten hebben zich in deze gevallen voorgedaan
    van tyfus en febris typhoidea, roodvonk en difteritis (enkele verspreide
    gevallen)

 

  1. van een der bevoegdheden, mij toegekend in art. 2 tot en met art.
    5 is door mij geen gebruik gemaakt

 

  1. aan de bevoegdheid in art. 6 toegekend aan burgemeester en wethouders
    is geen gevolg gegeven

 

  1. overtredingen van art. 8 zijn mij niet bekend

 

  1. vervoer van lijders krachtens zinsnede 2 of 6 van art. 9 is door mij
    niet toegestaan

 

  1. alhier bestaat een plaatselijk verordening zoals bedoeld is in zinsnede
    1 van art. 9

 

  1. zinsnede 5 van art. 9 is door mij niet toegepast

 

  1. gevallen waarin art. 10 van toepassing was, zijn niet voorgekomen

 

  1. zover mij bekend is art. 11 in geen opzicht overtreden

 

  1. art. 13 is niet toegepast

 

  1. overtredingen van art. 14-17 zijn mij niet bekend

 

  1. al de hoofden der scholen in deze gemeente hebben voor 15 januari
    1874 de lijst bedoeld in art. 5 van het Koninklijk Besluit van 28 februari
    1873 met de daarop vermelde verklaringen aan mij ingezonden; overtredingen
    van art. 17 der wet zijn door mij niet ontdekt

 

  1. elke drie maanden is alhier gelegenheid gegeven tot kosteloze inenting
    en herinenting, volgens art. 18 der wet, telkens in ’t begin van ’t
    kwartaal

 

  1. gevallen van overtreding van art. 19 zijn niet voorgekomen

 

  1. de bepaling van art. 20 is steeds opgevolgd

 

  1. ontsmetting heeft geen plaats gehad

 

  1. aan de bevoegdheid mij toegekend in art. 28 is geen gevolg gegeven

 

  1. van de zijde der ingezetenen hebben zich geen bezwaren of verzet opgedaan
    tegen de uitvoering der maatregelen bedoeld in art. 20 der wet

 

  1. van de zijde der geneesheren werd voldoende medewerking ondervonden

 

  1. van het nut der genomen maatregelen valt niet te vermelden.

 

Inspecteur te Kampen
10814-03-1874Aangifte vrijdom grondbelasting van G.H.J. Kleine Staarman, vervener
alhier, wegens ontginning van woeste gronden.
Gedeputeerde Staten
10914-03-1874Naar aanleiding van Uw missive d.d. 23e februari jl. nr. 38,
hebben wij de eer U mede te delen dat de raad dezer gemeente bij besluit
van den 9e dezer, heeft bepaald dat de jaarwedde verbonden
aan de onderwijzers-betrekking te Brucht zal bedragen f. 400,- welk besluit
door heren Gedeputeerde Staten is goedgekeurd bij hun besluit van 12e
dezer, 3e afd. nr. 920/588.
Inspecteur van ’t lager onderwijs in Overijssel
11014-03-1874Als voren.Schoolopziener in ‘t 6e district, te Eerde
11114-03-1874Naar aanleiding van art. 99 der wet op de nationale militie, heb ik de
eer  te doen toekomen een bezwaarschrift tegen de uitspraak van de militieraad
van Wiete Egbertus Timmerman, onderwijzer te Lutten, betreffende zijn
zoon Antonie Jacobus Marinus Timmerman, loteling van dit jaar uit deze
gemeente, getrokken hebbende nr. 15.
Gedeputeerde Staten
11214-03-1874In antwoord op Uw missive d.d. 11e dezer nr. 526, heb ik de
eer te berichten dat de adressant Schönermarck zich zeker heeft vergist
in de naamsvermelding der persoon met welke hij wenst te huwen. Met het
gezin van Kars Bruins ben ik genoegzaam bekend om met zekerheid te kunnen
mede delen dat uit het huwelijk van gezegde Bruins en Wandscheer slechts
een dochter is geboren, die de naam Johanna heeft ontvangen, en ook dat
er geen kind is overleden, dat dezelfde naam heeft gedragen. Dat de adressant
gezegde Johanna Bruins zijn volle nicht noemt, is mijns inziens minder
juist. Hij (de adressant) is gehuwd geweest met zekere Margaretha Bruins,
de zuster van Kars Bruins, er bestaat alzo slechts een familiebetrekking
door aanhuwelijking. Van deze Margaretha Bruins was Johanna de volle nicht.
Officier van Justitie te Deventer
11317-03-1874Onder terugzending van het rekwest van J.H. Boers mij geworden bij Uw
missive d.d. 6e dezer nr. 497, heb ik de eer met bijvoeging
van een geneeskundig certificaat en een proef proces-verbaal de daarbij
voorgestelde vraagpunten te beantwoorden:
– dat adressants naam is Boers Jan Hendrik, geboren te Ambt Hardenberg
den 19 september 1846
– ongehuwd, behorend tot de Nederlands Hervormde godsdienst
– is niet in militaire dienst geweest
– vroegere burgerlijke betrekking, landbouwer
– tegenwoordige betrekking, landbouwer
– maatschappelijk en zedelijk gedrag, trouw en eerlijkheid: goed
– lezen schrijven: gebrekkig
– verstaat geen andere moderne taal
– voorkomen: goed, stevige lichaamsbouw, zonder gebreken
– is niet in het bezit ener commissie van rijksveldwachter
– is wel geschikt voor de velddienst in dienst de onbekwaamheid in
het schrijven en stellen geen bezwaar, is tegen dienst in het algemeen
Officier van Justitie te Deventer
11417-03-1874Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal, opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, ten verzoeke van Frederik
Reins, arbeider te Radewijk, gemeente Ambt Hardenberg, tegen Siemen Telkamp,
arbeider wonende te Bruchterveld in deze gemeente, wegens het hem ten
laste leggen van diefstal van aardappelen te hebben gepleegd ten nadele
van Jan Muis aldaar, benevens een proces-verbaal van verhoor.
Officier van Justitie te Deventer
11518-03-1874Bij deze hebben wij de eer aan U te doen toekomen de stukken van de sollicitanten
voor de vacante school te Colelndoorn, zijnde E. van Veen te Hoogeveen,
G.J. Nijeboer te Holthone en W. Engels te Nieuwe-Pekela, terwijl mede
nog een sollicitatie is ontvangen van P.H. Huis te Assen (zonder overlegging
van stukken), welke brief in het ongerede is geraakt, die evenwel ook
voor het te houden vergelijkend examen kan worden opgeroepen. Voorts de
stukken van J. Kollen, hulponderwijzer te Deventer, sollicitant voor de
vacante betrekking in de school van den hoofdonderwijzer H.K. de Vries
te Dedemsvaart. Tevens verzoeken wij U de dag van het vergelijkend examen
te willen bepalen en ons te willen berichten.
Schoolopziener te Eerde
11619-03-1874Ingevolge Uw missive van de 18e maart, nr. 567, heb ik de
eer hierbij aan U te doen toekomen een overlijdensextract van Margaretha
Susanna Bruins, echtgenoot van T.A.A. Schönermarck.
Officier van Justitie te Deventer
11719-03-1874U verschoning verzoekende voor het verzuim in de beantwoording van Uw
missive d.d. 3e maart jl. nr. 11/365, heb ik de eer hierbij
in te zenden het bewijs bij verandering van werkelijke woonplaats, indertijd
door Frederik Bladder ingediend. Het zal U opvallen dat daarin de geboorteplaats
van gezegde Bladder in het bewijs wordt vermeld, als zullende zijn Ommen
hetgeen een bepaalde vergissing is. Daar Bladder reeds als kind met zijn
ouders in Nederland is aangekomen kan hij niet zeggen of verzekeren dat
zijn vader de verklaring bedoeld in art. 8 sub nr. 2 B.W. heeft afgelegd,
hij zelf heeft zulks niet gedaan, althans niet in deze gemeente. Ik voeg
hierbij een op mijne ambtseed opgemaakt proces-verbaal, constaterende
de echtheid van het bewijs van verandering van woonplaats en tevens dat
het betrekking heeft op Fredrik Bladder, als de persoon in kwestie.
Procureur-generaal bij het Provinciaal Gerechtshof in Overijssel
11819-03-1874In voldoening aan het besluit uwer vergadering d.d. 12e dezer
nr. 828/570 hebben wij de eer hierbij in te zenden een raadsbesluit d.d.
6e december jl. betrekkelijk de toelating van G. Richterink
als lid van de gemeenteraad. In de raadsvergadering van 15 december daaraanvolgende
is gezegde toegelaten en heeft ook de gevorderde eden afgelegd. Wij verkeerden
in de mening dat wij U de beslissing, waarbij Rigterink als lid van de
raad was toegelaten in voldoening aan art. 31 der gemeentewet, hadden
medegedeeld, in welke wij bleven tot de ontvangst van Uw besluit d.d.
12e dezer, nr. 828/570. Richterink heeft vervolgens de raadsvergaderingen
van 15 december, 16 februari en 9 maart bijgewoond. In die vergaderingen
werden de navolgende stukken behandeld:

 

  1. in de vergadering van de 15e december jl. Uw besluit van
    4 december jl. nr. 4251/3192 houdende bemerkingen op de begroting. Verandering
    van jaarmarkten. Verhoging van de jaarwedde van de onderwijzer te Collendoorn

 

  1. in de vergadering van 16 februari jl., vaststelling van de kohieren
    van hoofdelijke omslag, der belasting op de honden en der belasting
    op te brengen in natura; ontslag van de hoofdonderwijzer te Collendoorn;
    een verzoek van enige ingezetenen der buurtschap Radewijk betreffende
    het gebruik van de kunstweg van Hardenberg naar de Hannoverse grenzen;
    verzoek van enige ingezetenen wonende in de buurtschap Brucht tot verplaatsing
    der school dier buurtschap; Uw besluit d.d. 29e januari jl.,
    nr. 236/180 betrekkelijk het veranderen van een jaarmarkt; verzoek van
    de onderwijzer De Vries en Koppelle, respectievelijk te Dedemsvaart
    en Slagharen om een gratificatie; besluit om een stuk grond aan te kopen
    ter stichting ener nieuwe begraafplaats

 

  1. in de vergadering van de 9e maart jl., besluit tot verhoging
    der jaarwedde van de eventuele benoeming van een onderwijzer te Brucht;
    Uw besluit d.d. 12e februari jl. nr. 4483/293 betrekkelijk
    de herziening der jaarwedden van de gemeenteontvangers

 


Alle op die stukken en zaken genomen beslissingen werden bijna zonder
deliberatie genomen. Wij moeten erkennen dat er in deze onzerzijds een
verzuim heet plaats gehad en nemen beleefd de vrijheid te verzoeken te
mogen worden ingelicht, op welke wijze dat verzuim zonodig hersteld kan
worden.

Gedeputeerde Staten
11920-03-1874Aangifte vrijdom grondbelasting van R. Mulder, vervener te Avereest,
wegens ontginning van woeste gronden.
Gedeputeerde Staten
12021-03-1874....
12123-03-1874....
12223-03-1874In voldoening aan de apostillaire dispositie Uwer vergadering van den
19e dezer maand, 3e afd., nr. 965, hebben wij onder
terugzending van de daarbij in onze handen gestelde bijlagen de eer te
berichten dat wij bij ons besluit van de 17e februari 1874,
afwijzend hebben beschikt op een verzoek van de firma Lobstein & Polak
om vergunning tot de daarstelling van enige looikuipen op hun grond, kadastraal
bekend in sectie B dezer gemeente, nr. 4772, en zulks uit overweging dat
wij het geheel eens waren met de personen die voor ons zijn verschenen
om hun bezwaren tegen dat verzoek te kennen te geven. Wij voor ons zijn
overtuigd dat het uitoefenen ener lederbereiding voor de bewoners der
omliggende huizen onaangenaam moet zijn en heeft de ondervinding dan ook
geleerd en zulks niet tegenstaande de firma Lobstein & Polak het tegendeel
beweert, dat steeds in de nabijheid harer bloterij van schapenvellen een
onaangename reuk wordt waargenomen. Die onaangename lucht kan geen andere
oorsprong hebben dan in schapenhuiden die bewerkt worden en in derzelver
afval. Ingeval de firma Lobstein & Polak wordt toegestaan nevens hare
bloterij van schapenvellen een leerlooierij uit te oefenen, zullen er
bij gevolg meerdere huiden worden verwerkt en er alzo meerder afval dier
huiden, zij het dan ook tijdelijk, in hunne fabriek worden opgehoopt.
De bewering dat door de bewoners der omliggende huizen bij de firma Lobstein
& Polak geen klachten zijn ingebracht over de onaangename reuk, die
in de nabijheid harer inrichting wordt waargenomen is te verklaren: zij
zijn overtuigd dat zulks geheel doelloos zou zijn, zolang gemelde firma
zich strikt houdt aan de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 8 april
1873, nr. 16. De bewering dat de fabriek geheel op zich zelve staat, is
in zoverre juist dat die ten westzijde plusminus 1 meter van de daarneven
staande huizen is gelegen. In hoeverre de bewering dat de fabriek of liever
gezegd de plaats, alwaar men de looikuipen wenst te plaatsen, overeenkomstig
de waarheid is, moge blijken uit de omstandigheid dat het fabrieksgebouw
ongeveer 20 meters van de kunstweg van Ommen naar Hardenberg gelegen is,
en de looikuipen op de ruimte tussen de fabriek en die kunstweg zou geplaatst
worden. Met het oog op de ligging der fabriek zeer nabij de brug over
de rivier De Vecht voor Stad Hardenbergh komt het ons ook niet wenselijk
voor dat aan de firma Lobstein & Polak de gevraagde vergunning wordt
verleend. In het proces-verbaal van beleide informatie de comodo en de
incomodo, door ons opgemaakt den 14e februari jl. werd erdoor
de comparanten op gewezen dat er gevaar zou bestaan voor de passagiers
met paarden en rijtuigen in de nabijheid der fabriek, en nadere informatie
bij deskundigen ingewonnen hebben die mening bevestigd, dat vele paarden
bevreesd en onrustig worden door de lucht die in de nabijheid van leerlooierijen
heerst, vooral zou de veiligheid der passage over de brug over de Vecht
voor Stad Hardenbergh daardoor verminderen. Het is om deze redenen dat
wij Uw vergadering menen te mogen verzoeken het daartoe te willen leiden
dat ons besluit van 17 februari jl. blijven gehandhaafd.
Gedeputeerde Staten
12324-03-1874Hierbij hebben wij de eer U te doen toekomen de stukken van een sollicitant
voor de vacante school te Brucht, zijnde B.J. Snel, hulponderwijzer te
Vriezenveen. Het examen zal gevoeglijk kunnen plaats hebben, gelijk met
dat voor Collendoorn.
Schoolopziener te Eerde
12425-03-1874....
12525-03-1874....
12625-03-1874....
12725-03-1874....
12826-03-1874....
12926-03-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 25e dezer nr. 616, heb ik
de eer hierbij aan U te doen toekomen een extract uit het bevolkingsregister
dezer gemeente, betreffende Thomas Pruim. Uithoofde de door U opgegeven
datum van geboorte van Thomas Pruim niet overeenkomt met het bevolkingsregister
voege hierbij tevens een extract van Thomas Duursma, zoon van Grietje
Thomas Pruim, geboren in januari 1854, daar het mogelijk kan zijn dat
deze de bedoelde persoon was, als zijnde ook in januari 1854 te Marum
geboren.
Officier van Justitie te Deventer
13028-03-1874Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, ten verzoeke van Harm Snijders,
landbouwer te Baalder, tegen Egbert Roelofs en Gerrit Jan Bril aldaar,
wegens het doen lopen en grazen van varkens op akkers bezaaid met rogge
van voornoemde H. Snijders.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij ’t Kantongerecht
Ommen
13131-03-1874Overeenkomstig de bestaande voorschriften heb ik de eer U mede te delen
dat de milicien Jan Herm Kollen, van de lichting 1870, uit deze gemeente,
behorende tot Uw onderhebbend regiment, op den 27e dezer maand
alhier is gehuwd.
Commandant van ‘t 5e regiment infanterie te ’s-Hertogenbosch
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
13201-04-1874Hiernevens hebben wij de eer U ter goedkeuring aan te bieden een besluit
van de raad dezer gemeente d.d. heden, tot het aangaan ener geldlening,
groot hoogstens f. 1600,- almede een besluit houdende vaststelling van
het plan dier geldlening.
Gedeputeerde Staten
13301-04-1874In het afgelopen kwartaal zijn geen vreemdelingen over de grenzen van
het rijk uitgeleid geworden.
Procureur-generaal fungerend directeur der rijkspolitie te
Zwolle
13401-04-1874In het afgelopen kwartaal geen veranderingen in het kader der officieren
der rustende schutterij.
Commissaris des Konings
13502-04-1874Toezending bewijs van goed gedrag van Gijsbertus Fraterman.Majoor garnizoens-commandant te Zwolle
13602-04-1874....
13702-04-1874Mededeling dat zich voor de zeemilitie heeft aangegeven de loteling Hendrik
Stoevelaar, lotingnr. 11.
Militiecommissaris
13803-04-1874Inzending gemeenteverslag over 1873.Gedeputeerde Staten
13904-04-1874Inzending opgave der overledenen gedurende de maand maart 1874.Geneeskundig bestuur te Kampen
14004-04-1874Hierbij hebben wij de eer U te doen toekomen de stukken van een sollicitant
voor de hulponderwijzerbetrekking te Slagharen, met name B. Bencker te
Hoedekenskerke.
Schoolopziener in ‘t 6e district te Eerde
14104-04-1874Brand te Lutten. Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat gisteren
avond ongeveer ten 8 ure de woning van den landbouwer Gerrit Jan Schottert
te Lutten geheel is afgebrand, waarbij het grootste gedeelte van de inboedel
door de vlammen werd vernield, en mede een varken omkwam, terwijl het
overige vee werd gered. Huis en inboedel waren tegen brandschade verzekerd.
De oorzaak van den brand is niet bekend.
Commissaris des Konings
14206-04-1874Begraafplaatsen. Wij menen te moeten terugkomen op onze missive d.d.
10 maart jl., 3e afd., nr. 758/539. Bij dat schrijven meenden
wij dat de begraafplaatsen in deze gemeente alle zouden zijn ingericht
overeenkomstig de voorschriften vervat in art. 18 der wet van 10 april
1869 (staatsblad nr. 65). Bij nader inzien komt het ons echter voor dat
er naar aanleiding van dat wetsartikel dispensaties zullen behoren te
worden aangevraagd, en wel:

 



  1. voor de burgerlijke begraafplaats te Heemse; deze is omheind door
    een hagedoorn heg van p.m. 1,5 meter hoog en zal er zorg voor gedragen
    worden dat de verdere opgroei tot de hoogte van twee meter, hetgeen binnen
    een niet al te lang tijdverloop is te wachten, geschiedde;

  2. voor een nieuwe burgerlijke begraafplaats door de gemeente aangelegd;
    deze begraafplaats tot nog toe niet in gebruik gesteld, is van de aangelegen
    landerijen gescheiden door een sloot ter breedte van 1,5 meter, ter diepte
    van een meter; aan de binnenzijde is een wal opgeworpen circa ¾ meter
    van het omliggende terrein; op deze wal zal een levende heining gepoot
    worden, van welk het te voorzien is dat die binnen twee jaren de hoogte
    van twee meter heeft bereikt; het hek naar die begraafplaats zal een hoogte
    hebben van twee meter;
  3. voor de begraafplaats te Sibculo; deze is omringd door een heg
    van dennen die de hoogte van twee meter over het algemeen wel bereikt
    heeft; waar zulks het geval niet mocht zijn is het ook te verwachten dat
    zulks binnen een jaar wel het geval zal zijn; het hek voor die begraafplaats
    zal worden vervangen door een ander ter voldoende hoogte.


Nog worden in de gemeente gevonden een begraafplaats der Israëlitische
gemeente, welk bestuur wij reeds voor enige jaren hebben medegedeeld dat
die niet aan de wettelijke vereisten voldeed, en werd ons door het kerkbestuur
te kennen gegeven, dat er in die aangelegenheid zou voorzien worden. Mede
is zulks het geval met de bijzondere begraafplaats der R.C. gemeenten
te Slagharen en der Nederduitshervormde gemeente te Lutten, aangaande
welke wij thans geen andere bijzonderheden kunnen mededelen, dan dat die
zijn omgeven door sloten en heggen van eiken of essen hout, ter voldoende
hoogte. Nogmaals zullen wij de besturen dier kerkelijke gemeenten opmerkzaam
maken, dat zo die begraafplaatsen niet voldoende aan het voorgeschrevene
bij art. 18 der aangehaalde wet, die zullen gesloten moeten worden. Wij
nemen de vrijheid Uwe vergadering te verzoeken om te willen bevorderen
dat ten behoeve der drie begraafplaatsen, de twee te Heemse en een te
Sibculo, de door ons te vragen dispensatie worde verleend.

Gedeputeerde Staten
14307-04-1874Wij hebben de eer mede te delen dat de raad dezer gemeente in zijn vergadering
van 1 april jl. heeft benoemd tot hulponderwijzer te Dedemsvaart, Jan
Kollen, thans hulponderwijzer te Deventer, met ingang van 15 mei a.s.
Gedeputeerde Staten
14407-04-1874Idem 
14507-04-1874Idem 
14607-04-1874Kennisgeving van vertrek van Albert Holleboom der lichting van 1869.Burgemeester van Ambt Ommen
14710-04-1874Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut ten verzoeke van W.A. Veldhuizen en
J.J. van Veen, tijdelijk als arbeiders in deze gemeente werkzaam, tegen
Jan de Vries, mede alhier tijdelijk als arbeider verblijf houdende, wegens
mishandeling van beide eerstgenoemden.
Officier van Justitie te Deventer
14811-04-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 9e en 10e dezer,
nr. 743, 749, heb ik de eer mede te delen dat Derk Jan Nijman is milicien
van de lichting van 1869, en ingedeeld bij het 8e regiment
infanterie. Voorts dat Roelof Eggengoor en Klaas Hubers niet dienstplichtig
zijn.
Officier van Justitie te Deventer
14913-04-1874Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat gedurende de afgelopen week
bij mij aangifte is gedaan van twee gevallen van roodvonk, waarvan een
met dodelijke afloop. Beide gevallen kwamen voor in een gezin.
Inspecteur te Kampen
15014-04-1874In voldoening aan het besluit Uwer vergadering van den 12 maart jl. nr.
4875/556, hebben wij de eer mede te delen dat wij reeds herhaalde pogingen
in het werk gesteld hebben om een locaal te huren, ten einde zulks te
doen strekken tot eene inrichting bedoeld bij art. 7 der wet van 4 december
1872 (staatsblad nr. 134). Tot dusverre zijn wij nog niet geslaagd. Aan
de Dedemsvaart schijnt daartoe weinig vooruitzicht te bestaan, terwijl
ook aan de aankoop van terrein op een punt waar een dusdanige inrichting
aan het doel zou beantwoorden, groot bezwaar verbonden is. Wij zullen
thans beproeven of er geen mogelijkheid bestaat aan het Kanaal der Overijsselse
Kanalisatie Maatschappij, hetzij in de buurtschap Brucht, hetzij in de
buurtschap Bergentheim een geschikt locaal te vinden, en Uwe vergadering
zo spoedig doenlijk van de uitslag onzer bemoeiing mededeling doen.
Gedeputeerde Staten
15114-04-1874....
15217-04-1874Bij deze heb ik de eer U de verzekering te geven dat de stukken ontvangen
bij Uw missive d.d. 11e april jl. nr. 663, aan den belanghebbende
J.H. Boers te Sibculo is uitgereikt.
Officier van Justitie te Deventer
15317-04-1874Kennisgeving van aankomst van Albertus Hendrikus Nijenhuis der lichting
1872.
Burgemeester van Gramsbergen
15417-04-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 22 januari jl. nr. 307/229, hebben
wij de er te berichten dat het thans niet is gebleken, sedert den inhoud
van de missive van Z.E. den Minister van Binnenlandsche Zaken, den 16e
januari jl. nr. 234, 9e afdeling, den veehouders in deze gemeente
door ons ter kennis gebracht, er aankoop of invoer van Friesch vee heeft
plaats gevonden, zodat geacht kan worden de veehouders aan den raad bij
voornoemde missive gegeven, gehoor hebben gegeven.
Commissaris des Konings
15517-04-1874In voldoening aan punt 2 van Uw besluit d.d. 8 januari 1857, 3e
afd., nr. 96/74, provinciaal blad nr. 6, hebben wij de eer te berichten
dat de voor rekening dezer gemeente in het geneeskundig gesticht voor
krankzinnigen te Deventer verpleegde Lucia Leusing op den 14e
december uit gemeld gesticht is ontslagen.
Gedeputeerde Staten
15618-04-1874....
15718-04-1874....
15818-04-1874In voldoening aan uw apostillaire dispositie d.d. 8e april
jl., nr. 1336, hebben wij de eer onder terugzending van het daarbij gevoegde
adres van G.J. Bruins, het daarop betrekkelijk bericht van den raad dezer
gemeente aan U te doen toekomen.
Gedeputeerde Staten
15920-04-1874Onder terugzending ener lijst van voorgevallen veranderingen in het personeel
der hoofd- en hulponderwijzers enz. hebben wij de er U mede te delen dat
de raad dezer gemeente in zijn vergadering van den 14e dezer
heeft benoemd tot onderwijzer te Brucht, Berend Jan Snel, thans hulponderwijzer
te Vriezenveen.
Gedeputeerde Staten
16020-04-1874Idem 
16120-04-1874Idem 
16220-04-1874In voldoening aan Uw missive d.d. 11e dezer, nr. 1053/861,
heb ik de eer hieronder op te geven de namen der buurtschappen tot deze
gemeente behorend, als: wijk A (Heemse); wijk B (Brucht); wijk C (Bergentheim);
wijk D (Sibculo); wijk E (Kloosterhaar); wijk F (Diffelen); wijk G (Rheeze);
wijk H (Baalder); wijk I (Radewijk); wijk K (Venebrugge); wijk L (Collendoorn);
wijk M (Collendoornerveen); wijk N (Heemserveen); wijk O (Rheezerveen);
wijk P (Dedemsvaart); wijk Q (Lutten); wijk R (Slagharen).
Commissaris des Konings
16320-04-1874Ten aanzien van H. Altena kan ik U mede delen dat ik hem wel geschikt
houd voor de betrekking van veldwachter. Op zijn gedrag valt niets aan
te merken, weliswaar heeft hij enige malen gevangenisstraf ondergaan wegens
jachtdelicten, doch maakt hem zulks naar mijne mening niet ongeschikt
om als veldwachter op te treden, daar het slechts subsidiaire straffen
zijn geweest, die hij bij gebreke der hem opgelegde boeten onderging.
Burgemeester van Gramsbergen
16421-04-1874Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de onbezoldigd veldwachter dezer gemeente, Jan ter Wielen, tegen
Jan Schutte, landbouwer te Brucht, wegens het doen lopen en grazen van
schapen op een stuk roggeland aldaar, toebehorend aan Hendrikje Grendelman,
weduwe van Jan ter Wielen te Brucht.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie ten Kantongerecht Ommen
16521-04-1874....
16624-04-1874....
16724-04-1874....
16824-04-1874Onder terugzending der bijlagen gevoegd geweest bij Uw missive d.d. 20e
dezer, nr. 841, heb ik de eer te berichten dat het mij voorkomt dat bedoelde
knaap die ik voor mij heb doen verschijnen, weinig verstandelijk is ontwikkeld.
Het kwam mij voor dat hij hoegenaamd geen denkbeeld heeft gehad, dat er
in de ontvreemding ten nadele van Bras te Gramsbergen gepleegd, enig kwaad
stak. Dat hij de waarde van het ontvreemde niet heeft gekend, blijkt ook
zonneklaar uit de wijze waarop hij die voorwerpen verkocht of verkwanselde.
Het zoude te betreuren zijn als een kind voor een daad, waarvan hij noch
de gevolgen noch de strekking begreep in een gevangenis werd opgesloten.
Kan de zaak niet buiten vervolging blijven, uithoofde van ontoerekenbaarheid,
dan zoude de opsluiting in een verbeterhuis wenselijk zijn, ofschoon zodanige
detentie, voor een knaap als hij, wordt ontslagen toch altijd een fletrissure
(brandmerk, smaad) blijft. Het komt mij voor dat degene die de waarde
der ontvreemde v oorwerpen kende en geen aangifte deed, dat die of gevonden
of op een andere wijze in zijn bezit kwamen, strafbaarder is dan een kind
dat die voorwerpen zag, die begeerde en de kans schoon ziende, die ontvreemde.
Volgens informatie is de verdachte L. Bouwmeester, in de gemeente Gramsbergen
geboren, zodat het geboorte-extract door mij niet kan worden overlegd.
Officier van Justitie te Deventer
16925-04-1874....
17025-04-1874Begraafplaatsen. Naar aanleiding van een besluit van heren Gedeputeerde
Staten dezer provincie d.d. 23e dezer nr. 1562/1165, hebben
wij de eer ter Uwer kennis te brengen namens den Koning vanwege den Minister,
betrekkelijk het verzoek door U gedaan om ontheffing van de verplichting
tot afsluiting van de onder Uw beheer staande begraafplaats, welke afsluiting
wegens te lage heg niet aan art. 18 alinea 1 der wet van 10 april 1869
voldoet. Dat men de te lage heg slechts behoeft te laten opgroeien, tot
de bij de wet voorgeschreven hoogte en geen ontheffing als gevraagd wordt,
nodig is.
Heren Kerkvoogden der Hervormde gemeente te Lutten
17125-04-1874IdemR.C. Kerkbestuur te Slagharen
17227-04-1874....
17327-04-1874Aanvraag vrijdom van grondbelasting voor G.H.J. Kleine Staarman, vervener
te Dedemsvaart, wegens stichting van een gebouw.
Gedeputeerde Staten
17427-04-1874Eene vroeger sollicitant ter vervulling der vacante school te Collendoorn,
met name B.T. Huis te Assen, is bereid die school tijdelijk waar te nemen.
Hij zoude dadelijk disponibel zijn. Ik heb hem geschreven zijne stukken
zo spoedig mogelijk in te zenden. Zou U bij de schoolopziener Boom niet
informeren willen betrekkelijk de geschiktheid van gezegde Huis. Is hij
b.v. minder geschikt dan wordt zijne aanstelling tot tijdelijke waarnemer
mijns inziens minder wenselijk. Benekers heeft een andere benoeming aangenomen.
Schoolopziener te Eerde.
17527-04-1874Afsluiting van begraafplaatsen. Naar aanleiding van een besluit van heren
Gedeputeerde Staten dezer provincie hebben wij de eer U bij deze aan te
sporen om de onder Uw beheer staande begraafplaats, gelegen in deze gemeente,
alsnog volgens de voorschriften der wet, af te sluiten of anders aan den
Koning ontheffing te vragen van de verplichting tot afsluiting volgens
de wet, tevens moeten wij U hierbij opmerkzaam maken, dat bij nalatigheid
van dit een en ander de begraafplaats zal worden gesloten, wordende door
Gedeputeerde Staten van ons op den 15 mei e.k. nader bericht verwacht
in hoeverre hieraan gevolg is gegeven.
Beheerders van het Israëlitische kerkhof te Ambt Hardenbergh
17628-04-1874Geen instellingen van weldadigheid.Gedeputeerde Staten
17728-04-1874Aantal kiezers voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal: 116, voor de
Provinciale Staten: 116 en voor de Gemeenteraad: 213.
Commissaris des Konings
17828-04-1874....
17928-04-1874Onder terugzending der stukken, gevoegd geweest bij Uw missive d.d. 23e
dezer nr. 854, heb ik de eer te berichten dat Jan Heijink is geboren te
Ambt Hardenbergh op den 8e september 1819; aldaar woont te
Diffelen; is gehuwd; heeft vier kinderen; is Nederduits Hervormd; kan
lezen en schrijven, het laatste gebrekkig; niet anders dan gebrekkig een
proces-verbaal kan opmaken; is Nederlander.
Wijders dat Jan Heijink eene benoeming als onbezoldigd rijksveldwachter
wel wil aannemen. Ik voeg hierbij een proces-verbaal door Jan Heijink
geschreven, echter door een ander gesteld, wijl hij mededeelde nimmer
een proces-verbaal gezien te hebben. Uit die proef kan genoegzaam blijken
dat Heijink geen grote vorderingen in de schrijfkunst heeft gemaakt. Op
zijn zedelijk gedrag vallen geen aanmerkingen te maken en zoude ik, daar
de ingezetenen van Diffelen hem wenschen aangesteld te zien, ten einde
voornamelijk te surveilleren op het laten inweiden van schapen door anderen
op hunne weidegronden, en als er geen bezwaren bestaan tegen zijn benoeming
uithoofde van zijn gebrekkig schrift, ik het wenselijk vond dat hem een
commissie als onbezoldigd rijksveldwachter verstrekt werd.
Officier van Justitie te Deventer
18029-04-1874In antwoord op Uw missive d.d. 28e dezer nr. 2/1319, heb ik
de eer te berichten dat de bij die missive bedoelde Jan Stoffers niet
zeer gunstig bekend stond. Als ik mij niet bedrieg is hij reeds meermalen
met de justitie in aanraking geweest, wegens diefstal. De laatste maal
dat ik van gezegde Jan Stoffers iets vernam, is reeds enige jaren verleden,
en betrof zulks een mishandeling die zijn vader van hem onderging. Ik
meen echter dat die zaak niet geleid heeft tot een veroordeling. Zeker
is het evenwel dat hij Stoffers hier zeer slecht ter name en fame stond.
Procureur-generaal in Drenthe
18128-04-1874Bij deze hebben wij de eer U te doen toekomen een afschrift van een besluit
van heren Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 23 april jl. nr 1423/1157,
met verzoek aan de inhoud daarvan gevolg te willen geven, door de onder
Uw beheer staande begraafplaats alsnog volgens de voorschriften der wet
af te sluiten, of anders aan den Koning ontheffing te vragen van de verplichting
tot afsluiting volgens de wet.
Het R.C. Kerkbestuur te Slagharen
18228-04-1874Bij deze hebben wij de eer U te doen toekomen een afschrift van een besluit
van heren Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 23 april jl. nr 1423/1157,
met verzoek aan de inhoud daarvan gevolg te willen geven, door de onder
Uw beheer staande begraafplaats alsnog volgens de voorschriften der wet
af te sluiten, of anders aan den Koning ontheffing te vragen van de verplichting
tot afsluiting volgens de wet.
Kerkvoogden der Hervormde Gemeente Lutten
Nr:Datum:Omschrijving:Adressering:
18301-05-1874Opneming der gemeentekas per 29e april jl.Gedeputeerde Staten
18401-05-1874Aanvraag vrijdom grondbelasting door G. Hekman, winkelier te Rheeze,
wegens bijbouw ener woning.
Gedeputeerde Staten
18501-05-1874Onder terugzending van de brief gevoegd geweest bij Uw missive, d.d.
29e april jl., nr. 903, heb ik de eer te berichten dat gelijk
naar waarheid in den brief wordt gezegd dat de huisvrouw van P. van Os
gebrekkig is en wel enige oppassing behoeft. Ook is het waar dat er tegenwoordig
voor P. van os iets te verdienen valt, zo hij namelijk wil arbeiden. Ingeval
het verzoek van Van Os wordt ingewilligd vervalt voor hem een reden om
zich van de arbeid te onthouden, en daardoor tevens de reden, om ondersteuning
te vragen. Ik neem derhalve de vrijheid het verzoek van P. van os te ondersteunen.
Officier van Justitie te Deventer
18601-05-1874In voldoening aan Uw apostillaire beschikking van de 27e april
jl. nr. 1252, en onder terugzending der daarbij in onze handen gestelde
bijlage, hebben wij de eer te berichten dat J.G. van Dragt, kapitein bij
de rustende schutterij alhier, werkelijk deze gemeente en provincie gaat
verlaten, en dat zulks de reden is dat hij zijn eervol ontslag als zodanig
verzoekt. Er bestaan naar onze mening hoegenaamd geen bezwaren tegen de
inwilliging van dat verzoek.
Commissaris des Konings
18701-05-1874Onder terugzending der bijlagen gevoegd geweest bij Uw missive d.d. 29e
april jl. nr. 905, heb ik de eer te berichten dat naar ik mij herinner
de diefstal van berken rijs door K. Hubers alhier, is gepleegd onder omstandigheden
die het mij moeilijk maken gunstig op zijn verzoek om gratie of vermindering
van straf te adviseren. De diefstal geschiedde ten nadele van de heer
Dr. F.W. van riemsdijk, die reeds dikwijls geklaagd had over kleine dieverijen
van hout, waarom dan ook ten zijnen verzoeke een onbezoldigd gemeenteveldwachter
werd aangesteld. Gemelde heer Van Riemsdijk gaf aan Hubers verlof om een
a twee stokken te snijden, en maakte Hubert van die gelegenheid gebruik
het berkenrijs te ontvreemden, terwijl alle pogingen in het werk gesteld
werden om den onbezoldigde veldwachter, belast met het toezicht op het
bosch, van het terrein verwijderd te houden, welke toeleg evenwel mislukte.
Officier van Justitie te Deventer
18802-05-1874....
18904-05-1874Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat gedurende de afgelopen week
bij mij aangifte is gedaan van twee gevallen van roodvonk in een gezin.
Inspecteur van ’t geneeskundig bestuur
19004-05-1874Kennisgeving van aankomst van Johannes Makkinga der lichting 1872.Burgemeester van Stad Ommen
19104-05-1874....
19205-05-1874Ontslag uit den dienst der militie. Bij deze heb ik de eer U te doen
toekomen twee paspoorten voor de zich in Uwe gemeente bevindende miliciens
Albert Holleboom en Pieter Bosch, met verzoek die aan hen te willen doen
uitreiken, en mij daarvan de verzekering te geven.
Burgemeester van Ambt Ommen
19305-05-1874Als voren van Jan Kok.Burgemeester van Avereest
19405-05-1874Als voren van Klaas MensinkBurgemeester van Oldebroek
19505-05-1874Als voren van Wilhelm GasmanBurgemeester van Coevorden
19605-05-1874Als voren van Albert GortBurgemeester van De Wijk
19705-05-1874Als voren van Johannes Albertus Roelink
Burgemeester van Dalen

198

05-05-1874

Als voren van Willem Booij

Burgemeester van Zuidwolde

199

05-05-1874

Hierbij hebben wij de eer U te doen toekomen de stukken van den hoofdonderwijzer
B.F. Huis, die zich voor de tijdelijke waarneming der school te Collendoorn
heeft aangeboden, met verzoek ons daaromtrent Uw gevoelen te willen mededelen.

Schoolopziener te Eerde

200

05-05-1874

Inzending opgave der overledenen gedurende de maand april 1874.

Geneeskundig bestuur

201

05-05-1874

Kennisgeving van vertrek van Jan Hendrik Grevelman der lichting 1870.

Burgemeester van Vriezenveen

202

06-05-1874

Onder terugzending van bijgaande brief van den heer burgemeester van
Hasselt, heb ik de eer U mede te delen dat Anthony van der Vecht zich
alhier niet ter inschrijving voor de schutterij heeft aangegeven, en niet
op de algemene rol voorkomt.

Burgemeester van Zwolle

203

06-05-1874

In voldoening aan Uw apostille d.d. 5e dezer, heb ik de eer
onder terugzending van stukken, hierbij een verklaring over te leggen,
wanneer de betrokken persoon in dit rijk is komen wonen.

Commissaris des Konings

204

06-05-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, tegen Aleida Bouck, huisvrouw
van Jan Harm Einhaus te Slagharen, wegens mishandeling van Christina van
der Feltz, weduwe van Willem Coolloos, mede aldaar wonende.

Officier van Justitie te Deventer

205

08-05-1874

Zekere B.F. Huis, hoofdonderwijzer, geeft voor sedert 17 januari jl.
in Uwe gemeente te hebben gewoond of domicilie te hebben gehad. Hij was
reizend agent van de Northern Pacific Spoorweg Maatschappij. Deze persoon
wenst in deze gemeente te worden aangesteld als onderwijzer. Bij de overgelegde
stukken ontbreekt echter een certificaat van goed gedrag, lopende over
de tijd die hij te Rotterdam doorbracht. Mogen wij U beleefd verzoeken
om dat certificaat met enige spoed te willen doen geworden en ons tevens
met zo mogelijk enige informatie ten aanzien van zijn eerlijkheid enz.
te willen verstrekken.

B&W van Rotterdam

206

09-05-1874

Hiernevens hebben wij de eer U te doen toekomen een afschrift van een
besluit van heren Gedeputeerde Staten dezer provincie, d.d. 6 mei jl.
nr 1797/1302, betrekkelijk de afsluiting der onder Uw beheer staande begraafplaats
gelegen in deze gemeente.

Kerkbestuur der Israëlitische gemeente te Hardenberg

207

11-05-1874

In antwoord op Uw missive d.d. 8e dezer nr. 330, heb ik de
eer te berichten dat de vader van de door U bedoelde marechaussee J.F.
Buring, alhier den 13e april jl. is overleden.

Majoorcommandant der divisie koninklijke marechaussee van Limburg

208

11-05-1874

Ter regeling van dringende familieaangelegenheden enz. verzoek ik U beleefdelijk
mij verlof tot afwezigheid toe te staan, ingaande woensdag den 13e
dezer en eindigende woensdag den 27e daaraan volgende. Gedurende
mijne afwezigheid die waarschijnlijk geen 14 dagen zal aanhouden, zal
er behoorlijk in de functie van secretaris voorzien worden.

Commissaris des Konings

209

13-05-1874

Terugzending paspoort van milicien Derk Jan Nijman.

Commissaris des Konings

210

13-05-1874

Overeenkomstig de bestaande voorschriften heb ik de eer U mede te delen
dat Bernardus Kosse, milicien der lichting 1870 uit deze gemeente, en
behorend tot Uw onderhebbend regiment, op heden alhier is gehuwd.

Commanderend officier van het 5e regiment infanterie te ’s-Hertogenbosch

211

14-05-1874

..

..

212

14-05-1874

In voldoening aan Uw missive d.d. 19e februari jl. nr. 430,
hebben wij de eer te berichten dat aan de bepaling bij art. 12 der wet
van 4 december 1872 (staatsblad nr. 134) voor zoveel de algemene begraafplaatsen
en de bijzondere te Lutten en Slagharen, is voldaan, terwijl op die te
Sibculo een locaal in aanbouw is, en hebben kerkmeesters der Israëlitische
gemeente te Hardenberg ons te kennen gegeven, dat de aanbesteding van
het door hen in ter richten locaal op de onder hun beheer staande begraafplaats
in deze gemeente reeds heeft plaats gehad en spoedig zoude gereed zijn.

Commissaris des Konings

213

16-05-1874

Benoeming tegenschatters: Albertus Hamhuis en Jan van Dijk

Commissaris des Konings

214

16-05-1874

Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat de milicien Hermannus Veltrop
der lichting van 1870 uit deze gemeente, en behorend tot Uw onderhebbend
regiment, alhier op de 13e februari jongstleden is gehuwd.

Commanderend officier van het 5e regiment infanterie te ’s-H’bosch

215

16-05-1874

..

..

216

17-05-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter Aart Daniel Schut, tegen Hendrik Jan van Tubbergen,
kleermaker te Bruchterveld in deze gemeente, wegens het ontvreemden van
een lap laken, ten nadele van Jan Kruithof, landbouwer mede aldaar wonende.

Officier van Justitie te Deventer

217

19-05-1874

Naar aanleiding van Uw missive d.d. 16e dezer nr. 239/377,
heb ik de eer mede te delen dat het bevolkingscijfer dezer gemeente bij
den aanvang van dit jaar bedroeg: 7349. Een kom of agglomeratie bestaat
hier niet.

Controleur der directe belastingen te Ommen

218

19-05-1874

..

..

219

20-05-1874

..

..

220

20-05-1874

..

..

221

23-05-1874

..

..

222

23-05-1874

..

..

223

26-05-1874

Kennisgeving van vertrek van Hendrik Jan Altena der lichting 1873.

Burgemeester van Gramsbergen

224

27-05-1874

..

..

225

29-05-1874

In voldoening aan Uw missive d.d. 24e dezer nr. 244, heb ik
de eer onder terugzending van stukken aan U te doen toekomen een proces-verbaal
van verhoor van Roelof Keijzer, scheepsjager wonende te Slagharen in deze
gemeente.

Officier van Justitie te Zwolle

226

29-05-1874

Overlijden van de burgemeester der gemeente. Ik vinde mij in de treurige
noodzakelijkheid U bij deze kennis te moeten geven dat de burgemeester
der gemeente, de heer H.N. van Roijen op gisterenmorgen den 28e
dezer te Assen is overleden.

Commissaris des Konings

227

29-05-1874

In antwoord op Uw missive d.d. 18e dezer, betreffende de schouw
der Radewijkerbeek op 15 juni aanstaande, heb ik de eer te berichten dat
ik mij op gemelde dag des morgens 10 uur op de voorgestelde plaats bij
Schultman te Heesterkante zal bevinden.

Ambthauptmann te Neuenhaus

228

30-05-1874

..

..

229

30-05-1874

..

..

230

30-05-1874

In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 16 mei jl. nr. 1904,
hebben wij de eer onder terugzending van het daarbij gevoegde adres van
de kerkvoogden der Nederduitsch Hervormde gemeente te Lutten te berichten
dat de afsluiting van de onder het beheer van adressanten staande begraafplaats,
bestaat in een ijzeren hek op stenen voet, ter hoogte van ruim 1.50 meter,
zoals ten requeste wordt opgegeven. Dat het overeenkomstig de waarheid
is dat de fondsen dier kerkelijke gemeente niet bijzonder ruim zijn, zodat
het stellen van een nieuwe afsluiting tot de bepaalde hoogte bezwarend
voor haar zoude zijn. En in aanmerking nemende dat de begraafplaats overigens
is omheind, door een heg van esschenhout ter voldoende hoogte en geheel
afgelegen van den openbare weg, zo is ons advies strekkende om de gevraagde
ontheffing te verlenen.

Gedeputeerde Staten

231

30-05-1874

..

..

232

30-05-1874

..

..

232

30-05-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
en mij heden toegezonden door de onbezoldigde rijksveldwachter Jan Rink
te Avereest, tegen Egbert Odink, arbeider, wonende te Rheezerveen, in
deze gemeente, wegens jachtovertreding.

Officier van Justitie te Deventer
< td>Burgemeester van Den Ham

Nr:

Datum:

Omschrijving:
Adressering:

234
01-06-1874
Aanvragen vrijdom van grondbelasting van J.B. Bolks, en F.J. Schutte,
wegens stichting van gebouwen.
Gedeputeerde Staten

235

01-06-1874

Kennisgeving van aankomst van Lucas Wolf, der lichting 1870.
Burg. van Avereest

236

02-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de onbezoldigde rijksveldwachter J. Heijink te Diffelen tegen Hendrik
Hazelaar, schaapherder bij Hendrik Jan Nijman te Rheezerveen, wegens het
doen lopen en grazen van een kudde schapen op een akker groenland behorend
aan Berend Nijhuis, landbouwer te Diffelen.
Ambtenaar van het Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen

237

05-06-1874

Inzending opgave der overledenen gedurende de maand mei 1874.
Inspecteur te Kampen

238

05-06-1874

..
..

239

06-06-1874

Wij hebben de eer U bij deze mede te delen dat de raad dezer gemeente
in zijne vergadering van de 5e dezer heeft benoemd tot tijdelijk
wethouder der gemeente, de heer Gerrit Jan Odink.
Gedeputeerde Staten

240

08-06-1874

In voldoening aan Uw besluit d.d. 23e april jl., nr. 1423/1157,
hebben wij de eer te berichten dat de beheerders der Israëlitische en
R.C. begraafplaatsen en die der Hervormde gemeente te Lutten, dadelijk
na ontvangst van gemeld besluit met den inhoud daarvan door ons zijn bekend
gemaakt en hen aangespoord die begraafplaatsen alsnog volgens de voorschriften
der wet af te sluiten of anders aan den Koning ontheffing te vragen van
de verplichting tot afsluiting volgens de wet. Tengevolge daarvan is door
de beheerders der R.C. begraafplaats te Slagharen dezelve thans volgens
de wet afgesloten, en is door die van de Hervormde gemeente te Lutten,
ontheffing aangevraagd, terwijl de beheerders der Israëlitische begraafplaats
ons hebben te kennen gegeven dat door hen het daarstellen van een nieuwe
afsluiting volgens de wet reeds was aanbesteed en spoedig gereed zoude
zijn.
Gedeputeerde Staten

241

08-06-1874

Volgens een bij mij ontvangen missive van de heer Commissaris des Konings
in de provincie Overijssel, is den opgeroepen milicien verlofganger Johannes
Barends, achtergebleven. Gemelde verlofganger is volgens Uw missive van
de 24e september 1873 nr. 4822, direct op Uwe gemeente gedirigeerd,
komende van zijn korps. Ik verzoek U mij wel ten spoedigsten de reden
van dat achterblijven te willen mede delen.
Burgemeester van Amsterdam

242

08-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de gemeenteveldwachter P. Snoeijer alhier, op verzoek van Jacob Booij,
arbeider wonende te Lutten, tegen Jan Benjamins, arbeider mede aldaar
wonende, wegens het doen lopen en grazen van drie geiten in de oogst staande
rogge van gemelde Jan Booij.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten kantongerechte
Ommen

243

08-06-1874

Ik heb de eer U mede te delen dat de milicien verlofganger der lichting
1871 uit deze gemeente, J. Kiefte, ten Uwent verblijf houdende, tegen
den 19e juni a.s. in werkelijke dienst is opgeroepen.
Burgemeester van Coevorden

244

08-06-1874

Ik heb de eer U mede te delen dat de milicien verlofganger J.H. Stoud
der lichting 1871 uit deze gemeente, ten Uwent verblijf houdende, tegen
den 19 juni a.s. in werkelijke dienst wordt opgeroepen.
Burgemeester van Den Ham

245

08-06-1874

Ik heb de eer U mede te delen dat de milicien verlofganger der lichting
1871 uit deze gemeente, H. van de Belt, ten Uwent verblijf houdende, tegen
den 19e juni a.s. in werkelijke dienst wordt opgeroepen.
Burgemeester van Ambt Ommen

246

08-06-1874

Als voren aan de milicien verlofganger Wijtse Hoogeveen der lichting
1871.
Burgemeester van Hoogeveen

247

08-06-1874

Als voren aan de milicien verlofganger Gerrit Schollink, der lichting
1871.
Burgemeester van Gramsbergen

248

08-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een aangifte volgens art. 38
der wet van de 26e mei 1870, van A. de Vries te Dedemsvaart,
wegens stichting van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten

249

09-06-1874

Ingevolge Uw missive den 7e dezer nr. 87, heb ik de eer de
appellijst van de miliciens verlofgangers, welke op den 13e
dezer aan het onderzoek moeten deelnemen, bij deze weder aan U in te zenden.
Kolonel militiecommissaris te Zwolle

250

09-06-1874

Bij deze hebben wij de eer U mede te delen dat door ons is besloten in
overleg met den districtsschoolopziener de tijdelijke waarneming der vacante
school te Collendoorn aan U op te dragen. De jaarwedde bedraagt f. 500,-
Het zal ons aangenaam zijn U ten spoedigsten in functie treed.
F.B. Huis, onderwijzer te Assen

251

10-06-1874

Kennisgeving van aankomst van Koop Kok der lichting 1872.
Burgemeester van Gramsbergen

252

10-06-1874

Kennisgeving van aankomst van Koop Kok der lichting 1872.
Burgemeester van Avereest

253

10-06-1874

Aangifte vrijdom van grondbelasting van G. Schepers, landbouwer alhier,
wegens ontginning van woeste gronden.
Gedeputeerde Staten

254

10-06-1874

In voldoening aan hetgeen is vervat in de aanschrijving van den heer
commissaris des konings d.d. 26 mei 1858, heb ik de eer mede te delen
dat het zich laat aanzien het jachtveld in deze gemeente voor het aanstaande
jachtseizoen niet ruim van wild zal voorzien zijn. De oorzaak hiervan
moet voornamelijk gezocht worden in het veldwild dat jaarlijks door stropers
wordt gedood, waardoor de voortteling aanmerkelijk verminderd. Schadelijk
gedierte wordt niet in diermate aangetroffen dat het noodzakelijk is,
ter beteugeling daarvan, maatregelen te nemen.
Commissaris des Konings

255

10-06-1874

Ik heb de eer U mede te delen dat het paspoort mij geworden bij Uw missive
d.d. 26e mei jl. nr. 503, aan de belanghebbende Gijsbertus
Fraterman is uitgereikt.
Burgemeester van Steenwijkerwold

256

11-06-1874

Onder overlegging van verklaringen van den geneesheer H.T.M. Koster te
Lutten in deze gemeente, heb ik de eer U mede te delen dat de milicien
verlofganger Jan Harm Kollen, lichting 1870, en Albertus Hendrikus Nijenhuis,
lichting 1872, door ziekte verhinderd worden, op den 13e dezer
aan het onderzoek deel te nemen.
Kolonel militiecommissaris te Zwolle

257

11-06-1874

Op den 23e februari jl. heeft de milicien verlofganger Ebel
Harkes de Graaf der lichting 1871 alhier kennis gegeven dat hij deze gemeente
wilde verlaten en zich in Uwe gemeente vestigen. Geen bericht van aankomst
van U ontvangen hebbende verzoek ik U mij wel te willen berichten of hij
zich bij U heeft aangegeven.

258

11-06-1874

In antwoord op Uw missive den 8e dezer nr. 1190, heb ik de
eer te berichten dat ik de veldwachter die aan Derk de Groot de oproeping
tot het ondergaan zijner gevangenisstraf heeft gebracht, wederom naar
gemelde de Groot heb gezonden, ten einde te informeren waarom hij niet
aan de oproeping heeft voldaan, aan wien de Groot heeft ten antwoord gegeven,
dat hij niet kon vertrekken omdat het een drukke tijd was, en ook geen
reisgeld had, en wanneer ze hem wilden hebben, dat ze hem dan maar moesten
halen.
Officier van Justitie te Deventer

259

11-06-1874

In voldoening aan Uw missive d.d. 6e dezer nr. 1690/1390,
heb ik de eer te berichten dat blijkens kennisgeving van de heer burgemeester
van Amsterdam de milicien verlofganger Johannes Barends der lichting 1870
uit deze gemeente aldaar den 20 september te voren is aangekomen, komende
van zijn korps. Dat genoemde milicien verlofganger niet heeft voldaan
aan de oproeping om onder de wapenen te komen kan aan hem niet worden
verweten, daar ik tot mijn leedwezen heb opgemerkt dat dezerzijds abusievelijk
verzuimd is, ingevolge de 2e alinea van art. 30 der voorschriften,
provinciaal blad nr. 10 van dit jaar, aan den burgemeester van Amsterdam
de last tot oproeping mede te delen. Waaromtrent ik U beleefdelijk verschoning
verzoek.
Commissaris des Konings

260

12-06-1874

Onder overlegging ener geneeskundige verklaring heb ik de eer U mede
te delen dat de milicien verlofganger Evert Wind der lichting 1871 wegens
ziekte verhinderd wordt op den 13e dezer aan het onderzoek
deel te nemen.
Kolonel militiecommissaris te Zwolle

261

15-06-1874

Kennisgeving van aankomst van A.A.H. Hertsenberg, milicien der lichting
1873.
Burgemeester van Avereest

262

16-06-1874

Ingevolge Uw verzoek heb ik de eer hierbij een verbeterd proces-verbaal
opgemaakt door de veldwachter Snoeijer, aan U te doen toekomen, benevens
een proces-verbaal van verhoor der getuigen.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen

263

16-06-1874

Aanvraag vrijdom grondbelasting t.b.v. L.E. Wind, vervener te Dedemsvaart,
wegens stichting van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten

264

16-06-1874

In voldoening aan Uw missive d.d. 11e dezer nr. 1206, heb
ik de eer onder terugzending van stukken te berichten dat Hendrik Altena
is geboren te Ambt Hardenberg op den 15e juni 1843; is gehuwd,
heeft 2 kinderen; is Nederduitsch Hervormd; is gedurende 15 maanden in
militaire dienst geweest bij het regiment grenadiers en jagers, straf
is hem niet opgelegd; heeft vroeger geen burgerlijke betrekking bekleed;
op zijn maatschappelijk en zedelijk gedrag valt niets aan te merken, evenmin
op zijn trouw en eerlijkheid; kan goed lezen en behoorlijk schrijven;
verstaat geen andere moderne taal; heeft een zeer goed voorkomen, en heeft
een flinke lichaamsbouw zonder gebreken; is niet in het bezit ener commissie
van rijksveldwachter. Voorts voeg ik hierbij een proef proces-verbaal
alsmede een geneeskundig certificaat omtrent zijn lichaamstoestand en
gezondheid en kan ik U ten aanzien van rekwestrant mede delen dat ik hem
wel geschikt acht voor de betrekking van rijksveldwachter, opziener der
jacht en visserij. Op zijn gedrag valt niets aan te merken, weliswaar
heeft hij een paar malen gevangenisstraf ondergaan wegens jachtdelicten,
doch maakt hem zulks naar mijne mening niet ongeschikt om in de door hem
verzocht wordende betrekking op te treden, daar het slechts subsidiaire
straffen zijn geweest, die hij bij gebreke der hem opgelegde boeten onderging.
Later is hij gedurende drie jaren voorzien geweest van een jachtakte.
Uit een en ander kan worden afgeleid dat hij met jachtzaken niet onbekend
is, en als opziener der jacht en visserij goede diensten zoude kunnen
bewijzen.
Officier van Justitie te Deventer

265

16-06-1874

Aanvraag ter bekoming eener kleine visakte van B.F.N.J. Keizer, rooms-katholiek
kapelaan te Slagharen in deze gemeente.
Commissaris des Konings

266

17-06-1874

In voldoening aan Uw missive d.d. 15e dezer nr. 91, heb ik
de eer U hieronder opgave te doen der militaire kledingstukken van den
milicien verlofganger Gerrit Schottert, der lichting 1872, behorende tot
het 5e regiment infanterie die ten huize van zijne ouders door
brand zijn vernield geworden, als: een blauwe pantalon, een mouwvest,
een kwartiermuts, een onderbroek, een hemd, twee paar schoenen, een paar
sokken, een halsdas, een kleerklopper, een knoopenschaar, een vetdoos,
een schoenborstel, een kleerborstel, een slotborstel, een naaizakje, een
postzak, een linnenzak voor miliciens, een haarkam, een paar broekdraagbanden,
alsmede zijn zakboekje en verlofpas. Voorts dat wij de redenen waarom
de verlofganger Heinrich Herman Albers niet bij het onderzoek aanwezig
was, onbekend zijn.Gemelde verlofganger heeft reeds sedert enige tijd
deze gemeente verlaten, zonder kennisgeving waar hij zich ging vestigen,
doch ontving ik d.d. 7 maart jl. een schrijven van de heer majoor commandant
van het 5e regiment infanterie te Geertruidenberg, met verzoek
een bewijs van goed gedrag van gemelde H.H. Albers aan hem te willen doen
toekomen, vermoedelijk heeft hij een vrijwillige verbintenis aangegaan,
doch officieel is daarvan bij mij niets bekend.
Kolonel militiecommissaris te Zwolle

267

17-06-1874

Als voren opgave der verbrande kledingstukken van Gerrit Schottert der
lichting 1872.
Commanderend officier van het 5e regiment infanterie
te ’s-Hertogenbosch

268

18-06-1874

In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 16e dezer
nr. 1830, heb ik de eer onder terugzending van stukken te berichten dat
het uittreksel uit de staat model nr. 19, betreffende den milicien Jan
Herm Moltman, terecht onder dien naam is opgemaakt, ten blijke waarvan
een geboorte-extract van derzelven hiernevens gaat.
Commissaris des Konings

269

18-06-1874

Bij deze nemen wij de vrijheid U beleefd te verzoeken de jaarlijkse collecte
voor het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst
in de Nederlanden die alhier in de loop der volgende week zal plaats hebben,
op aanstaande zondag wel te willen aanbevelen.
Ds. Visser te Lutten

270

18-06-1874

Als voren.
Ds. Vos te Lutten

271

18-06-1874

Als voren.
Ds. Op ’t Holt te Heemse

272

18-06-1874

Als voren.
Ds. Callenbach te Hardenberg

273

18-06-1874

Kennisgeving van vertrek van Jan Harm Kollen der lichting 1870.
Burgemeester van Gramsbergen

274

18-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier ten verzoeke van Gerrit Jan
Schollink, schoorsteenveger te Dedemsvaart, tegen Leo Denneboom en Gerrit
Sloothaak, wegens mishandeling van gemelde Schollink.
Officier van Justitie te Deventer

275

18-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter Schut alhier, ten verzoeke va n Tiemen Schuurhuis
te Dedemsvaart, tegen Harm Hendrik Kleine Staarman, landbouwer aldaar,
wegens het doen lopen van koeien op gronden van gezegde Schuurhuis, bezaaid
met haver en gras.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten kantongerechte
Ommen

276

20-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen twee processen-verbaal opgemaakt
door Jan Heijink, onbezoldigd rijksveldwachter alhier. 1e tegen
Hendrik Hazelaar, schaapherder bij Hendrik Jan Nijman, landbouwer te Rheezerveen,
in deze gemeente, wegens het doen weiden van schapen op grond bezet met
russchen en gras, gelegen in het Diffelerveld, toebehorend aan de weduwe
Gerrit Jan Warmink wonende te Diffelen; 2e tegen Janna Hakkers
te Rheezerveen, wegens het doen weiden van schapen op grond bezet met
heide gelegen in het Diffelerveld, toebehorend aan de weduwe Gerrit Vrielink,
wonende te Diffelen.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten kantongerechte
Ommen

277

20-06-1874

Naar aanleiding van Uw missive d.d. 18e dezer, heb ik de eer
U te berichten dat het Collegie van Zetters door mij tegen donderdag den
25e juni e.k. voor de classificatie der patenten zal worden
bijeengeroepen.
Controleur te Ommen

278

20-06-1874

Bij deze hebben wij de eer U mede te delen dat de tijdelijk waarneming
der school te Collendoorn is opgedragen aan den hoofdonderwijzer B.F.
Huis, die op maandag den 15e dezer in functie is getreden.
Schoolopziener te Eerde

279

22-06-1874

Bij deze heb ik de eer U te berichten dat de kennisgeving op een door
P. van Os te Slagharen ingediend rekwest om gratie, voor zijnen zoon Arie
van Os, mij geworden bij Uwe missive d.d. 19e dezer, nr. 1246,
aan den belanghebbende is uitgereikt.
Officier van Justitie te Deventer

280

22-06-1874

In voldoening aan Uw aanschrijving d.d. 18e dezer, nr. 1852/1521,
hebben wij de eer hierbij aan U te doen toekomen een lijst van niet-geëxamineerde
veeartsen in deze gemeente.
Commissaris des Konings

281

23-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter Schut alhier, tegen Evert Bouwhuis, knecht bij
Jacobus Kollen te Lutten, wegens het afsteken van grond van enen openbare
weg te Lutten in deze gemeente.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten kantongerechte
Ommen

282

23-06-1874

Kennisgeving van vertrek van Frederik Kamphuis der lichting 1870.
Burgemeester van Gramsbergen

283

23-06-1874

Kennisgeving van aankomst van Hendrik Jan Veltman der lichting 1870.
Burgemeester van Gramsbergen

284

23-06-1874

Kennisgeving van aankomst van Gerrit Mink der lichting 1870.
Burgemeester van Ambt Ommen

285

23-06-1874

Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de onbezoldigde rijksveldwachter Engbert Rutger van Faassen, tegen
Gerrit Jan Overweg, schaapherder te Diffelen, wegens het doen lopen van
een kudde schapen op de berm van de kunstweg van Ommen naar Hardenberg.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten kantongerechte
Ommen

286

23-06-1874

Aanvraag vrijdom van grondbelasting voor G. Schepers, landbouwer alhier,
wegens stichting van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten

287

26-06-1874

In voldoening aan art. 30, 2e alinea van het besluit van den
heer Commissaris des Konings in de provincie Overijssel van den 21e
februari 1874, heb ik de eer U mede te delen dat de milicien verlofganger
Johannes Barends der lichting 1870 uit deze gemeente, behorende tot het
5e regiment infanterie, is opgeroepen om onder de wapenen te
komen. Gemelde milicien had reeds den 20e mei jl. onder de
wapenen moeten komen, doch is door omstandigheden (niet aan hem te wijten)
achter gebleven. Blijkens missive van den heer Commissaris des Konings
d.d. 25e dezer, nr. 1932/1603, moet voornoemde milicien nu
alsnog ten spoedigste onder de wapenen komen, en behoord op zijn verlofpas
te worden vermeld, dat de reden van zijn achterblijven niet aanhem is
te wijten. Aangezien gezegde verlofganger volgens missive van den burgemeester
van Amsterdam d.d. 13e juni jl. nr. 2760, thans in Uwe gemeente
verblijf houdt, verzoek ik U hem van zijne oproeping in werkelijke dienst
te willen doen kennis geven, en wel dat hij zich ten spoedigste bij zijn
korps moet vervoegen.Tevens verzoek ik U mij te willen berichten of de
verlofganger al dan niet, aan de oproeping heeft voldaan, daar hieromtrent
door mij aan de heer Commissaris des Konings in deze provincie moet worden
kennis gegeven.
Burgemeester van Petten

288

26-06-1874

Bijgaand bevel tot het ondergaan van gevangenisstraf door A.J. Leemhuis
werd mij heden ter hand gesteld door de burgemeester van Stad Hardenberg,
daar Leemhuis in mijne gemeente woonachtig is. Aangezien aan dezelfde
persoon op heden ook een bevel tot ondergaan van vijftien dagen cellulaire
gevangenisstraf te Deventer is uitgereikt, alwaar hij zich ook binnen
8 dagen moet aanmelden, heb ik vermeend het bevel door U afgegeven te
moeten terugzenden, aangezien hij de straf te Almelo nu later zal moeten
ondergaan, als vallende die tegelijk met die van Deventer.
Officier van Justitie te Almelo

289

27-06-1874

Begroting
Gedeputeerde Staten

290

27-06-1874

In voldoening aan hetgeen is vervat in Uw missive d.d. 27e
april jl. nr. 1014, heb ik de eer te berichten dat de daarbij ontvangene
bewijzen van ontslag uit den dienst van de miliciens der lichting van
1869, aan de belanghebbenden zijn afgegeven.
Commissaris des Konings

291

29-06-1874

In voldoening aan Uw missive d.d. 29e october jl. nr. 2895,
heb ik de eer mede te delen dat de daarbij bedoelde J.H. Alerink, op den
27e dezer uit de gevangenis ontslagen in deze gemeente is teruggekeerd.
Commissaris des Konings

292

30-06-1874

In voldoening aan hetgeen is vervat in Uw missive d.d. 25e
dezer, nr. 1932/1603, heb ik de eer te berichten dat blijkens bericht
van den burgemeester van Petten d.d. 28 juni jl. nr. 177, alwaar hij zich
het laatst heeft gevestigd, Johannes Barends, milicien verlofganger der
lichting 1870, uit deze gemeente, behorende tot het 5e regiment
infanterie zijn verlofpas voor zijn vertrek naar het korps had doen afschrijven,
met het voornemen zich op maandag den 29e juni in zijne garnizoensplaats
aan te melden.
Commissaris des Konings
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
29301-07-1874
In voldoening aan Uw aanschrijving d.d. 24e oktober 1854,
heb ik de eer mede te delen dat er in het afgelopen kwartaal op mijn last
geen vreemdelingen over de grenzen des Rijks zijn uitgeleid geworden,
noch voor zover mij bekend, binnen deze gemeente hebben verkeerd.
Procureur-generaal fung. Directeur der rijkspolitie te Zwolle
29401-07-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een aanvraag ter bekoming eener
grote jachtakte voor de jacht met schietgeweer van R. van Meerendonk,
hoofd commies bij ’s Rijks belastingen wonende alhier. De aanvrager is
meerderjarig, doch is het mij twijfelachtig of aan hem naar aanleiding
van art. 14 der jachtwet een akte behoort te worden geweigerd, daar hij
den rang heeft van hoofdcommies, overigens valt hij niet in de termen
van uitsluiting.
Commissaris des Konings
29501-07-1874
In voldoening aan uw besluit d.d. 23 oktober 1868, hebben wij de eer
mede te delen dat in het afgelopen kwartaal eervol wegens verandering
van woonplaats, ontslag is verleend aan den kapitein bij het 4e
bataljon 2e compagnie rustende schutterij, Jacob Gijsbert van
Dragt.
Commissaris des Konings
29601-07-1874
In deze gemeente zijn geen bewaar- en kleine kinderscholen.
Gedeputeerde Staten
29703-07-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat alhier op den 2e juli
1874 geboren is, Johanna Hendrika Will, waarvan de moeder genaamd Maria
Agnes Will in Uwe gemeente woonachtig is.
B&W van Nederhorst den Berg
29803-07-1874
..
..
29903-07-1874
..
..
30003-07-1874
..
..
30103-07-1874
..
..
30206-07-1874
Aanvraag vrijdom grondbelasting van G.H. Juurlink, landbouwer alhier,
wegens stichting van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten
30306-07-1874
Wij hebben de eer U te berichten dat de herstelling der gebreken van
de ophaalbrug bij ’t Jachthuis (Jaaghuis) aan de Dedemsvaart, thans heeft
plaats gehad.
Gedeputeerde Staten
30406-07-1874
Inzending opgave der overledenen gedurende juni 1874.
Inspecteur te Kampen
30506-07-1874
Gedurende de afgelopen week is een geval van febris typhoidea aangegeven.
Inspecteur te Kampen
30607-07-1874
Pensioensbijdragen voor de onderwijzers: H.K. de Vries, J.P. Koppelle,
J. Jeuring, A. Bouwhuis, H. van ’t Laar, F. aan ’t Rot, G.J. Broekroelofs,
G. Kelder, W.E. Timmerman, G.J.H. Dorgelo, G.W. Kastein, J. Kollen en
B.J. Snel.
 
30708-07-1874
De in deze gemeente gehouden collecte voor het fonds ter aanmoediging
en ondersteuning van de gewapende dienst heeft opgebracht de som van f.
38,69
Commissie fonds tot ondersteuning der gewapende dienst.
30808-07-1874
Oproeping in werkelijke dienst voor de milicien verlofganger Hendrik
Schonewille der lichting 1872, behorend tot het 5e regiment
infanterie.
Burgemeester van Hoogeveen
30908-07-1874
Oproeping in werkelijke dienst voor de milicien verlofganger Jacobus
Gustavus der lichting 1871, behorend tot het 3e regiment vestingartillerie.
Burgemeester van Zwolle
31008-07-1874
..
..
31113-07-1874
In voldoening aan Uw missive d.d. 8e dezer nr. 1375, heb ik
de eer te berichten dat mij na gedane informatien, bij de ambtenaren van
’s rijksbelastingen in deze gemeente, is gebleken dat alhier geen sluikerij
door kinderen wordt gepleegd, en alzo geacht kan worden alhier niet van
toepassing te zijn.
Officier van Justitie
31213-07-1874
Aanvraag kleine visakte voor Jan Kooij, bakker te Dedemsvaart.
Commissaris des Konings
31313-07-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A.D. Schut alhier, ten verzoeke van Gerrit Jan
Olsman, molenaar te Sibculo, tegen Jan Hendrik Evers, arbeider wonende
te Vriezenveen, wegens poging tot mishandeling van gezegde Olsman door
hem met een mes in de hand te volgen.
Officier van Justitie te Deventer
31414-07-1874
..
..
31516-07-1874
Aanvraag jachtakte voor J.B. Bolks.
Commissaris des Konings
31616-07-1874
Hierbij hebben wij de eer U te doen toekomen de som van f. 100,- wegens
subsidie over 1873 voor de weg van Avereest naar Heemse, het verzoek het
mede hiernevens gaand bevelschrift voor voldaan getekend zo spoedig mogelijk
terug te willen ontvangen.
B&W van Avereest
31719-07-1874
..
..
31819-07-1874
Wijziging van jaarmarkten te Stad Ommen
Gedeputeerde Staten
31920-07-1874
Wij hebben de eer U te berichten dat op verzoek van de burgemeester van
Aengwirden d.d. 22 april jl. nr. 64/7, door ons den 24e daaraanvolgende
een nieuwe gespecificeerde declaratie der voorgeschoten verplegingskosten
aan het gemeentebestuur aldaar is toegezonden, waarop evenwel tot heden
geen betaling is gevolgd.
Gedeputeerde Staten
32022-07-1874
Verwachtingen van de oogst; rogge laat niets te wensen over, terwijl
zand- en veenboekweit veel geleden heeft van de vorst, alsmede door de
aanhoudende droogte, zodat het zich laat aanzien den oogst niet gunstig
zal zijn; aardappelen evenzo, door de aanhoudende droogte komt een groot
gedeelte niet tot haren vollen wasdom beloofd een dun beschot; garst en
haver vrij goed; vlas beloofd zeer weinig; de hooioogst die hier bijna
afgelopen is, is wat de kwaliteit betreft voldoende, de kwantiteit middelmatig.
Commissaris des Konings
32122-07-1874
..
..
32222-07-1874
Ik heb de eer mede te delen dat over en in het voorgaande jaar (lichting
1874) alhier voor de nationale militie zijn ingeschreven 71 personen.
Commissaris des Konings
32328-07-1874
..
..
32428-07-1874
In antwoord op Uw missive d.d. 25e dezer nr. 342/556, heb
ik de eer te berichten dat ik het zeer wenselijk zoude achten, dat de
schoolgebouwen in de buurtschappen Radewijk, Brucht, Bergentheim en Rheeze
kadastraal ten name dezer gemeente werden gebracht, ten einde niet belastbaar
te worden gesteld. De bedoelde scholen zijn het eigendom der gemeente
en de grond waarop zij staan feitelijk in het bezit van dezelve. Ingevolge
het deswege door U gedane voorstel, neem ik de vrijheid te verzoeken,
tot de overboeking, Uwe medewerking wel te willen verlenen.
Controleur der directe belastingen te Ommen
32528-07-1874
..
..
32629-07-1874
Opneming der gemeentekas.
Gedeputeerde Staten
32729-07-1874
Aanvraag vrijdom van grondbelasting voor Roelof Mulder te Avereest, wegens
ontginning van woeste gronden.
Gedeputeerde Staten
32829-07-1874
In voldoening aan Uw missive d.d. 17e dezer, nr. 1971/1845,
heb ik de eer te berichten dat Derk Overweg, loteling der lichting 1874,
uit deze gemeente, tot heden alhier niet is teruggekeerd.
Commissaris des Konings
32929-07-1874
Kennisgeving van aankomst van Jan Snijder der lichting 1871.
Burgemeester van Gramsbergen
33029-07-1874
Kennisgeving van aankomst van Gosse Fraterman, lichting 1871.
Burgemeester van Zwollerkerspel
33129-07-1874
Kennisgeving van aankomst van Tiebe Fraterman, lichting 1871.
Burgemeester van Steenwijkerwold
33231-07-1874
Bij deze heb ik de eer U te doen toekomen een bevelschrift ad f. 8,-
ter voldoening der verpleegkosten van L. Leuzing over de tweede drie maanden
van het jaar 1874, met verzoek hetzelve voor voldaan te willen tekenen
en daarna aan mij terug te zenden. Het bedrag is heden door mij per postwissel
aan U verzonden.
Bestuurders van ’t Krankzinnigengesticht te Deventer
33331-07-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door H. Kelder, onbezoldigd veldwachter te Sibculo tegen Derk Jan Rosink
en Egbert Rosink aldaar, wegens het doen lopen en grazen van een kudde
schapen op gronden van de erven Crul, gelegen te Sibculo in deze gemeente.
Ambtenaar bij ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
33403-08-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een aanvraag ter bekoming van
een grote jachtakte met schietgeweer van J.H. Kleine Staarman, landbouwer
te Slagharen.
Commissaris des Konings
33504-08-1874
In voldoening aan Uw besluit d.d. 30 juli jl. nr. 2277/2035, hebben wij
de eer te berichten dat door de Israëlitische gemeente, ten aanzien hunner
begraafplaats thans aan de voorschriften der wet van 10 april 1869, staatsblad
nr. 65, is voldaan.
Gedeputeerde Staten
33604-08-1874
Ter voldoening aan Uw missive d.d. 3 augustus jl. nr. 419, heb ik de
eer het daarbij bedoelde geboorte-extract van Hendrik Jan Timmerman aan
U te doen toekomen.
Officier van Justitie te Zwolle
33704-08-1874
Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat gedurende de vorige week bij
mij een geval van tyfus is aangegeven, met dodelijke afloop.
Inspecteur te Kampen
33804-08-1874
De schoolgebouwen te Radewijk, Brucht, Bergentheim en Rheeze in deze
gemeente staan nog steeds kadastraal bekend ten name der markten of buurtschappen,
als die te Radewijk sectie D nr. 206, als school groot 0.01.20; te Brucht
sectie F nr. 117, school en erf, groot 0.10.22; te Rheeze sectie K nr.
591, school en erf, groot 0.00.80; te Bergentheim sectie H nr. 1127, wegen,
groot 3.03.15, op laatstgemeld perceel is thans een nieuw schoolgebouw
alwaar ook de vorige die thans is afgebroken heeft gestaan. De bedoelde
scholen zijn voor meer dan 30 jaren, door de gemeente gebouwd op gronden
staande ten name der buurtschappen of markten, welke gronden destijds
gratis aan de gemeente zijn afgestaan, als hebbende voor de marktegenoten
geene waarde. Door de verdeling van die markten is de gemeente feitelijk
in het bezit dier gronden gekomen. Ten einde nu te voorkomen dat de voornoemde
scholen, tengevolge van de herziening der belastbare opbrengst van de
gebouwde eigendommen, belastbaar worden gesteld, zo nemen wij de vrijheid
Uw tussenkomst in te roepen ten einde gemelde scholen op naam van de gemeente
Ambt Hardenberg worden gesteld.
Bewaarder van de hypotheken van het kadaster te Deventer
33905-08-1874
Inzending opgave der overledenen gedurende de maand juli 1874.
Inspecteur te Kampen
34005-08-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal, opgemaakt
door de rijksveldwachter Schut, tegen H.J. Waterink, landbouwer te Anevelde,
gemeente Gramsbergen, wegens het doen lopen van 9 stuks koeien in de te
velde staande boekweit van H. Nijman te Baalder in deze gemeente.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
34105-08-1874
Hierbij hebben wij de eer U te doen toekomen 5 aangiften van hoofdonderwijzers
voor de vacante school te Collendoorn, als van: J.H. Starink te Deventer;
B.F. Huis te Collendoorn; W. Richmand te Wapse; A. Hakkert te Minnertsga
en G.J. Kappert te Rhenen. Aalleen van laatstgenoemde zijn de vereiste
stukken ingekomen. De overigen zullen die bij het vergelijkend examen
overleggen. Wij verzoeken U ons de dag voor het vergelijkend examen bepaald
wordende, zo spoedig mogelijk te willen mede delen, ten einde de sollicitanten
tijdig te kunnen oproepen.
Districtsschoolopziener te Eerde
34207-08-1874
In functie treding van de burgemeester. Wij hebben de eer U mede te delen
dat de heer J. van Barneveld, op gisteren zijne betrekking heeft aanvaard.
Commissaris des Konings
34307-08-1874
Inzending gemeenterekening 1873.
Gedeputeerde Staten
34408-08-1874
Inzending proces-verbaal opgemaakt door A.D. Schut, ten verzoeke van
H. Bruggeman, tegen H.J. Waterink te Anevelde, doen lopen van 9 stuks
koeien in een weiland van Bruggeman te Baalder.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
34508-08-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 4 augustus jl. nr. 2344/2008, heb
ik de eer te berichten dat de voogd van den loteling A.H. Herting, aan
mij heeft te kennen gegeven genoemde loteling door nummerverwisseling
in de dienst te willen doen vervangen.
Commissaris des Konings
34610-08-1874
Inzending proces-verbaal opgemaakt door de onbezoldigde veldwachter B.J.
Bosch te Bergentheim tegen Diena Grooters, in dienst van Jan Harm Espeldoorn
en J.H. Woelderink aldaar, wegens het doen weiden van vee in een perceel
grasgrond toebehorend aan de markte van Bergentheim.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
34711-08-1874
Bij deze heb ik de eer U te doen toekomen de bijzondere rol van de manschappen
welke in het jaar 1874 van de algemene rol zijn overgenomen om ingelijfd
te worden bij de rustende schutterij in deze gemeente.
Majoor commandant van ‘t 4e bataljon rustende
schutterij in Overijssel, te Heemse
34811-08-1874
Opgave van personen voor de benoeming van zetters voor ’s Rijks directe
belastingen.
Commissaris des Konings
34912-08-1874
Inzending proces-verbaal opgemaakt door de rijksveldwachter A.D. Schut
tegen H.J. Waterink, landbouwer te Anevelde, gemeente Gramsbergen, wegens
het doen lopen en grazen van negen stuks koeien op de grond van Hendrik
Bruggeman te Baalder.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
35012-08-1874
Aangifte vrijdom grondbelasting van W. Brink, vervener te Avereest, wegens
stichting van gebouwen.
Gedeputeerde Staten
35113-08-1874
..
..
35213-08-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 11 dezer nr. 2462/2083, heb ik de
eer hierbij in te zenden de stukken vereist tot het stellen van een nummerverwisselaar
door A.H. Herting, loteling der lichting van 1874 uit deze gemeente.
Commissaris des Konings
35313-08-1874
Inzending aangifte vrijdom grondbelasting voor Zwier Kosters, landbouwer
alhier, wegens stichting van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten
35413-08-1874
Onder terugzending van het beschrijvingsbillet van A.H. Geerdes, mij
geworden bij Uw brief van de 10e augustus jl. nr. 360/589,
heb ik de eer te berichten dat mij na ingesteld onderzoek is gebleken,
voormelde Geerdes het beroep van verhuurder van paarden en rijtuigen,
klaarblijkelijk niet uitoefend. Het komt mij derhalve voor om de aanslag
van deszelfs paard ambtshalve te verhogen tot de 3e klasse
1e soort, aangezien de aangever het vereiste getal hectaren
bouw- en weiland in eigen gebruik heeft en het door hem gebezigde rijtuig
is op veren.
Controleur van ’s Rijks belastingen te Ommen
35513-08-1874
Aanbieding acte van aanbesteding van te doene herstellingen aan de school
te Slagharen, met verzoek de kosten daaraan te willen opgeven, die alsdan
direct zullen worden overgemaakt.
Ontvanger der registratie te Ommen
35613-08-1874
Ik heb de eer mede te delen dat de bijzondere rol der schutterij over
het jaar 1874 aan de heer commandant, door mij is verzonden.
Commissaris des Konings
35714-08-1874
Overeenkomstig de bestaande voorschriften heb ik de eer U mede te delen
dat Herm ten Napel, milicien verlofganger der lichting 1870, uit deze
gemeente, behorend tot Uw regiment, op de 31e juli jl. alhier
is gehuwd.
Commandant van ‘t 5e regiment infanterie te ’s-Hertogenbosch
35814-08-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat in plaats van de heer H.N. van
Roijen, tot lid van de plaatselijke schoolcommissie alhier is benoemd
J. van Barneveld. Om het examen voor de school te Collendoorn te houden
op vrijdag den 28e augustus e.k. bestaan geen bedenkingen.
Schoolopziener in ‘t 6e district van Overijssel,
te Eerde
35914-08-1874
Ik heb de eer ter kennis van U te brengen, dat ten gevolge van enige
herstellingen aan het schoolgebouw te Slagharen, aldaar, vanaf den 19e
augustus e.k. gedurende circa een maand, geen onderwijs kan gegeven worden.
Schoolopziener in ‘t 6e district van Overijssel,
te Eerde
36015-08-1874
Ter beantwoording van Uw missive d.d. 14e dezer, nr. 359,
heb ik de eer te berichten dat de afkondiging van de staat, bedoeld bij
art. 15 der wet van 26 mei 1870 over het afgelopen jaar, in deze gemeente
heeft plaatsgehad, den 2e februari 1874.
Controleur der directe belastingen van het kadaster te Zwolle
36117-08-1874
..
..
36218-08-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen twee aanvragen ter bekoming
van grote jachtakten voor de jacht met schietgeweer.
Commissaris des Konings
36318-08-1874
Inzending proces-verbaal opgemaakt door rijksveldwachter Schut, ten verzoeke
van Geert Meijers, landbouwer te Lutten, tegen Hendrik en Roelof de Lange,
arbeiders mede aldaar wonende, wegens het uiten van scheldwoorden tegen
voormelde Meijers, zijne huisvrouw Hendrikje Schotkamp, zijn zoon Hendrik
Meijers en zijn vrouw Dina Drenth.
Officier van Justitie te Deventer
36420-08-1874
Inzending proces-verbaal opgemaakt door rijksveldwachter Schut, ten verzoeke
van Jan Groote Balderhaar, landbouwer te Balderhaar in Pruisen, tegen
Jan Geugies, landbouwer te Venebrugge, gemeente Ambt Hardenberg, wegens
het doen lopen en grazen van vier stuks koeien op grond van gemelde Balderhaar,
gelegen in het Bruchterveld in deze gemeente.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
36520-08-1874
Onder toezending van bijgaande verklaring van den geneesheer H.T.M. Koster
te Lutten in deze gemeente, heb ik de eer U mede te delen dat de milicien
Antonie van Doorn, behorend tot Uw regiment, thans met verlof alhier,
zodanig ziek is, dat hij niet op de bepaalde tijd naar zijn korps kan
terugkeren.
Commanderend officier van het 2e regiment infanterie
te Grave.
36622-08-1874
Inzending proces-verbaal opgemaakt door de rijksveldwachter Schut tegen
Albert Overweg, landbouwer te Collendoorn, wegens het doen lopen en grazen
van twee koeien op een perceel grasgrond, gelegen in het Collendoornerbroek,
in eigendom toebehorend aan Gradus Lenters.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
36722-08-1874
..
..
36822-08-1874
..
..
36922-08-1874
..
..
37025-08-1874
..
..
37125-08-1874
Onder terugzending der missive van de Kronanwaltschaft zu Meppen mij
geworden bij Uw brief van de 19e dezer, nr. 1635, heb ik de
eer hierbij over te leggen het proces-verbaal van verhoor van de verdachte
Schwenne Kuhl, opgemaakt door de rijksveldwachter Schut.
Officier van Justitie te Deventer
37225-08-1874
Aangifte vrijdom van grondbelasting van B. Timmerman, landbouwer, wegens
herbouw van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten
37325-08-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 20e dezer, nr. 260, hebben
wij de eer te berichten dat de commissie van de Kunstweg Ommen-Hardenberg,
over de verhoogde bijdrage ad f. 80,- voor deze gemeente, over het jaar
1874 op 1 october a.s. kan beschikken, en dat er bij het opmaken der begroting
voor het jaar 1875 op zal gerekend worden, zulks ook over dat jaar zal
kunnen geschieden.
Commissaris des Konings
37425-08-1874
Ingevolge aanschrijving van de algemene rekenkamer den 17e
dezer, nr. 67, R moet door mij rekening en verantwoording worden ingezonden
der alhier op den 12 mei 1873 gehouden verkoop van in beslag genomen vee,
waarvan het proces-verbaal aan U is toegezonden bij dezerzijdse missive
den 15e mei 1873, nr. 191. Ten einde genoemd proces-verbaal
bij de rekening en verantwoording te kunnen overleggen, heb ik de eer
U te verzoeken mij hetzelve wel te willen doen toekomen.
Officier van Justitie te Deventer
37526-08-1874
Ik heb de eer U hiernevens ter vervolging te doen toekomen een in dato
23e dezer, door den veldwachter P. Snoeijer opgemaakt proces-verbaal,
contra J. Kosse, Jozef Kolker, Johannes Stortman, Jannes Korterink en
Hendrikus Korterink ter zake van het in vereniging met elkander verwekken
van nachtelijk burengerucht.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
37628-08-1874
Aanvraag ter bekoming van een kleine visakte.
Commissaris des Konings
37729-08-1874
Schouw der grensstenen. Ter beantwoording van Uw missive van den 26e
augustus jl. heb ik de eer te berichten dat ik, tot het doen van de schouw
der grensstenen mij op maandag den 7 september e.k. des morgens te 10
ure, zal bevinden in Striepe bij de tapperij van Grobbe.
Ambtshauptman te Neuenhaus
37829-08-1874
Toepassing van gevangenisstraf. Ik heb de eer U hiernevens terug te zenden
het bevel tot het ondergaan der gevangenisstraf van de veroordeelde J.
de Vries, mij geworden bij Uw missive van den 27e dezer nr.
1679, onder mededeling dat die persoon van hier weder vertrokken is naar
Weststellingwerf.
Officier van Justitie te Deventer
37929-08-1874
Aanvraag vrijdom van grondbelasting voor G.J. Schottert, landbouwer alhier,
wegens herbouw van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten
38029-08-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 24e dezer nr 74, heb ik
de eer U mede te delen dat de milicien Van Doorn niet dan met groot nadeel
in zijne ziekte toestand naar de garnizoensinfirmerie te Zwolle kan worden
vervoerd, ten blijke waarvan hierbij een verklaring van de geneesheer
onder wiens behandeling hij zich bevindt, wordt overgelegd.
Commanderend officier van het 2e regiment infanterie
te Grave
38131-08-1874
Brand te Radewijk. Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat op zaterdag
den 29e dezer, des middags omstreeks 12 uren, door een onbekende
oorzaak brand is ontstaan, ten huize van den landbouwer Albert Leemgraven
te Radewijk in deze gemeente, waardor het woonhuis benevens den gehelen
inboedel, de ingeoogste veldproducten, twee varkens en twee schapen de
prooi der vlammen werden. Alleen het huis was tegen brandschade verzekerd.
Commissaris de s Konings
38231-08-1874
Afkondiging der wet omtrent het aanleggen van rivier- en waterwerken.
Commissaris des Konings
38331-08-1874
Onder terugzending van het adres en bijlagen van Evert Kremer, gericht
aan Zijne Majesteit den Koning, om dispensatie van art. 88 nr. 1 van het
Burgerlijk Wetboek, mij geworden bij Uw missive van den 29e
augustus jl., nr. 1698, heb ik de eer te berichten: dat de belanghebbenden
gunstig bekend staan; dat uit het eerste huwelijk een kind in leven is;
dat de nabestaanden met het voorgenomen huwelijk genoegen nemen, en het
voor het kind nuttig beschouwen; dat gedurende het bestaan van het vorige
huwelijk tussen deze belanghebbenden geen onbetamelijke betrekking heeft
plaatsgehad en eindelijk dat Johanna Hutten vroeger niet gehuwd is geweest.
Officier van Justitie te Deventer
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
38403-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden de bij Uw missive d.d. 6 augustus
jl. nr. 419 bedoelde verklaringen betreffende de scholen te Radewijk,
Brucht, Bergentheim en Rheeze met beleefd verzoek de overschrijving in
de kadastrale te willen doen bewerkstelligen.
Bewaarder der hypotheken van het kadaster te Deventer
38503-09-1874
Naar aanleiding van art. 37 heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal
opgemaakt door de commiezen A. Dorgelo en F.J. Aukes, gestationeerd te
Hardenberg, wegens een in beslag genomen koe, ter zake van invoer uit
Pruisen, in strijd met de verbodsbepalingen van art. 1 van het Koninklijk
Besluit van 8e december 1870, met verzoek op gemeld proces-verbaal
de vereiste machtiging tot de verkoop dier koe te willen stellen.
Kantonrechter te Ommen
38603-09-1874
In voldoening gaan Uw aanschrijving d.d. 17 augustus jl. nr. 67, heb
ik de eer hiernevens in te zenden de rekening en verantwoording wegens
de verkoop van in beslag genomen vee op den 12 mei 1873, benevens de daarop
vermelde stukken.
Algemene Rekenkamer der Nederlanden te ’s-Gravenhage
38703-09-1874
Inzending aanvraag ter bekoming ener jachtakte, waaromtrent ik U moet
doen opmerken dat de aanvrager is veroordeeld door de Krijgsraad in de
2e militaire afdeling te Middelburg, d.d. 14 juni 1870, tot
vervallen verklaring van den militaire stand in vier jaren kruiwagenstraf.
Commissaris des Konings
38803-09-1874
..
..
38903-09-1874
Onder terugzending van de staat van schuldenaren, mij geworden bij Uw
missive d.d. 29e augustus jl., nr. 2/429, heb ik de eer mede
te delen dat de erven van Janna Otten, weduwe van Hendrik Jan Woelders,
niet in staat zijn de op gemelde staat voorkomende vordering te betalen,
en geen goederen bezitten waarop de kosten van ongeveer f. 50,- bij executie
of lijfsdwang zijn te verhalen; en dat van de erven Jan Valkman en Sophia
Venebrugge een persoon met name W. Jonker, in deze gemeente woonachtig
is, die echter niet in staat is te kunnen betalen en evenmin goederen
bezit waarop de kosten van executie of lijfsdwang kunnen verhaald worden.
Ontvanger der registratie te Deventer
39003-09-1874
Onder terugzending van den staat van schuldenaren mij geworden bij Uwe
missive d.d. 29 augustus, nr. 2/429, heb ik de eer mede te delen dat de
daarop voorkomende Berend ten Brinke, niets bezit en alzo niet in staat
is de op de staat voorkomende vordering te betalen, noch op hem is te
verhalen.
Ontvanger der registratie te Deventer
39103-09-1874
Inzending opgave der overledenen gedurende de maand augustus 1874.
Inspecteur te Kampen
39205-09-1874
..
..
39308-09-1874
Inzending extract uit het register van overledenen betreffende het overlijden
van Derk Jan Hilbrink.
Ambtenaar van de burgerlijke stand te Coevorden
39408-09-1874
Benoeming van een secretaris. Wij hebben de eer U hiernevens in te zenden
een besluit van de Raad dezer gemeente d.d. 8e dezer, houdende
benoeming van de heer J. van Barneveld, burgemeester, tot secretaris dezer
gemeente, met uitnodiging daarop de goedkeuring van Zijne Majesteit den
Koning te verzoeken.
Gedeputeerde Staten
39509-09-1874
Ik heb de eer ter kennis van U te brengen dat ik door den Raad in zijne
vergadering van gisteren, benoemd ben tot ambtenaar van den burgerlijke
stand. Mijne naamtekening heb ik de eer hiernevens over te leggen met
verzoek dezelve ter griffie uwer rechtbank te deponeren.
Officier van Justitie te Deventer
39610-09-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat het lid van den Raad dezer gemeente,
de heer R. Waaijman, op den 6e dezer alhier is overleden.
Gedeputeerde Staten
39710-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens toe te zenden een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter Schut, ten verzoeke van J. ter Wielen contra
J. Schutte, ter zake van belediging van een bedienend beambte in de uitoefening
zijner functie.
Officier van Justitie te Deventer
39810-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden een proces-verbaal door mij opgemaakt
ten verzoeke van Geert Jeurink contra A. Dorgelo, ter zake van het lossen
van een pistoolschot in zijne woning. De opgegevene getuigen G. Berghuis
en H. Braker, door mij gehoord verklaren wel een schot gehoord te hebben,
doch weten niet of zulks in of buiten het huis is gelost. De vrouw van
den beklager Geertje Twentker, kan het ten proces-verbaal vermelde bevestigen.
Officier van Justitie te Deventer
39910-09-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de commiezen bij ’s Rijks belastingen A. Dorgelo en F.J. Aukes,
gestationeerd te Hardenberg, tegen Geert Jeuring, landbouwer wonende te
Sibculo, wegens verhindering van werkzaamheden in de uitoefening hunner
functie.
Officier van Justitie te Deventer
40010-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens een door de rijkscommiezen A. Dorgelo en F.J.
Aukes opgemaakt proces-verbaal contra Jan Hendrik Heijink, ter zake van
invoer van vee. Tevens heb ik de eer U mede te delen dat de in beslag
genomen koe, door mij in het openbaar is verkocht en heeft opgebracht
15 gulden.
Officier van Justitie te Deventer
40110-09-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen drie exemplaren van het proces-verbaal
der grensbezichtiging op den 7e dezer maand, met verzoek dezelve
met uwe handtekening te willen voorzien en twee derzelve aan mij te willen
terugzenden.
Ambtshauptman te Neuenhaus
40211-09-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de onbezoldigd veldwachter B. Ridderman te Ane, tegen Hendrikje Nijzink
te Collendoorn in deze gemeente, wegens het doen lopen en grazen van zes
stuks koeien in een perceel weideland gelegen te Collendoorn, en toebehorend
aan Egbert Broekroelofs, landbouwer te Lutten.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
40314-09-1874
Ingevolge Uw missive d.d. 9e september jl. nr. 405/653, heb
ik de eer te berichten dat door mij zijn aangewezen en gemachtigd, om
met den commies deurwaarder A. Dorgelo, in deze gemeente het onderzoek
te verrichten bedoeld bij art. 35 der wet van 21 mei 1819, alsmede tot
het doen van opnemingen bedoeld bij art. 36 der gemelde wet, ten eerste
voor de buurtschappen Dedemsvaart, Lutten en Slagharen den gemeenteveldwachter
Pieter Snoeijer, voor de overige buurtschappen de gemeenteveldwachter
Derk Jan Jansen.
Controleur der directe belastingen te Ommen
40417-09-1874
Kennisgeving van aankomst van Roelof Wemmenhove der lichting 1871.
Burgemeester van Deurne & Liessel
40517-09-1874
In voldoening aan Uw missive d.d. 11e dezer nr. 1528, heb
ik de eer te berichten dat Berend Welleweerd, vroeger in deze gemeente
woonachtig, is verhuisd naar de gemeente Stad Hardenberg, alwaar hij volgens
ingewonnen informatie ook is geboren op den 16 maart 1840. Zijn vader
Gerrit Jan Welleweerd was geboren Hannoveraan en had zich te Stad Hardenberg
gevestigd, alwaar hij op den 25 september 1835 is gehuwd.
Procureur-generaal bij het Provinciaal Hof van Overijssel
te Zwolle
40617-09-1874
Bij missive van de Algemene Rekenkamer d.d. 14e dezer nr.
8, wordt ik uitgenodigd om bij de door mij ingezonden rekening en verantwoording,
wegens de verkoop van het bij proces-verbaal van de 3e mei
1873, in beslag genomen vee, over te leggen, hetzij een ongezegeld afschrift
van het eindvonnis, wegens de betrokken overtreding van het verbod van
invoer, ofwel eene verklaring welke het genoemde document kan vervangen.
Dientengenvolge verzoek ik U mij wel dusdanig stuk te willen doen toekomen.
Officier van Justitie te Deventer
40719-09-1874
In voldoening aan Uw missive d.d. 18e dezer, nr. 1857, heb
ik de eer met terugzending der bijlage te berichten dat geene verdachten
of beklaagden ter zake van het ingevoerde vee bekend zijn. Bij de inbeslagneming
van het vee heeft de geleider of invoerder de vlucht genomen, en was hij
de ambtenaren der belastingen door wie de in beslag neming is geschiedt,
niet bekend.
Officier van Justitie te Deventer
40819-09-1874
De bij Uw missive van den 17e dezer mij gezondene drie exemplaren
van het protocol betreffende de schouw der grensstenen, zijn door mij
behoorlijk getekend, en heb ik de eer twee exemplaren nevens deze te doen
retourneren.
Ambtshauptman te Neuenhaus
40919-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens ter vervolging in te zenden een proces-verbaal
contra H.J. Nijman, ter zake van overtreding van art. 475 nr. 10 van het
wetboek van strafrecht.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
41019-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden een proces-verbaal opgemaakt
contra Rabonus Jacobus jansen en Maria Geertruida Pilage, ter zake van
diefstal van turf.
Officier van Justitie te Deventer
41119-09-1874
Ingevolge art. 15 der wet van 20 juli 1870, heb ik de eer U kennis te
geven dat heden aan mij aangifte is gedaan, dat er ten huize van Hendrik
Wierbos te Slagharen een paard verdacht wordt lijdende te zijn aan kwade
droes. Ik heb het paard doen afzonderen en verzoek U wel den toestand
te willen onderzoeken.
Districtsveearts in de provincies Gelderland en Overijssel,
te Arnhem
41222-09-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat op den 18e september
1874 alhier is geboren: Aard, waarvan de ouders genaamd Willem de Lange
en Johanna Hoogeboom, in Uwe gemeente woonachtig zijn.
B&W van Kampen
41322-09-1874
Aangifte vrijdom van grondbelasting van A. Berends, grondeigenaar te
Avereest, wegens herbouw van een woonhuis.
Gedeputeerde Staten
41422-09-1874
In voldoening aan Uw apostillaire dispositie d.d. 17e dezer,
nr. 3377, hebben wij de eer bijgaande stukken na van den inhoud daarvan
kennis te hebben genomen, aan U terug te zenden.
Gedeputeerde Staten
41522-09-1874
Kennisgeving van vertrek van Gerrit Jan Tibbe, der lichting 1872.
Burgemeester van Avereest
41623-09-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 14e dezer, nr. 8, is door
mij aan den heer Officier van Justitie het verzoek gedaan mij de door
U bedoelde stukken te willen doen toekomen, waarop mij door gemelde Officier
wordt medegedeeld, dat hij niet begrijpt hoe van hem een verklaring omtrent
de bewuste zaak kan worden verlangd en wat die verklaring zou moeten inhouden.
Tevens moet ik U doen opmerken dat de in beslagneming van het vee tegen
onbekenden heeft plaats gehad.
Algemene Rekenkamer der Nederlanden te ’s-Gravenhage
41723-09-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 19e dezer nr. 196, heb
ik de eer te berichten dat de bij de plaats gehad hebbende herijk der
maten en gewichten, en het stempelen der weegwerktuigen in deze gemeente,
voor zover mij bekend geen onregelmatigheden hebben plaats gehad, en ordelijk
en zonder stoornis is afgelopen.
Chef van het ijkwezen in Overijssel, te Zwolle
41825-09-1874
Hiernevens heb ik de eer U te doen toekomen: 1. een door mij opgemaakt
proces-verbaal ten verzoeke van Albert Arends, arbeider te Slagharen in
deze gemeente, tegen Roelof Seinen, arbeider ook aldaar wonende, wegens
het werpen met een steen; 2. een proces-verbaal opgemaakt door de rijksveldwachter
A.D. Schut, wegens een plaats gehad hebbende vechtpartij te Heemse in
deze gemeente, tussen onderscheidene personen daarin vermeld. Voorts moet
ik U mede delen dat in laatstgemeld proces-verbaal voorkomen de personen
met name Gerrit Schottert en Hendrik Jan Altena, respectievelijk tot het
5e en 2e regiment infanterie, lichting 1872 en 1873.
Officier van Justitie te Deventer
41928-09-1874
In voldoening aan Uw aanschrijving d.d. 13e augustus jl.,
nr. 3194/2220, hebben wij de eer mede te delen, dat aangezien de visserij
in deze gemeente van zeer geringe omvang is, niet is kunnen worden nagegaan,
of de bepaling aangekondigd door de heer Commissaris des Konings in nr.
2 van het Provinciaal Blad van dit jaar, gunstig of ongunstig heeft gewerkt.
Gedeputeerde Staten
42029-09-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden een proces-verbaal opgemaakt
door de veldwachter P. Snoeijer, contra H. Gort, ter zake van het niet
inleveren van een getuigschrift van woonplaatsverandering.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
42130-09-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een supletoire register voor
huwelijksaangiften der gemeente Ambt Hardenberg, dienst 1874. Alsmede
een supletoire register voor huwelijksafkondigingen, derzelfde gemeente
dienst 1874, met het beleefd verzoek beide registers geparafeerd en getekend
terug te willen zenden.
President der arrondissementsrechtbank te Deventer
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
42201-10-1874
Benoeming van een hoofdonderwijzer. Wij hebben de eer U mede te delen
dat de Raad tot hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school te Collendoorn
heeft benoemd, de heer J.H. Starink, thans hulponderwijzer te Deventer.
De benoemde heeft ons medegedeeld dat hij met den 1e november
e.k. zijn betrekking zoude aanvaarden.
Schoolopziener in ‘t 6e district van Overijssel,
te Eerde
42302-10-1874
Ik heb de eer U mede te delen dat voor zover mij bekend, gedurende het
derde kwartaal van 1874 in deze gemeente geen vreemdelingen zijn aanwezig
geweest.
De heer fungerend directeur van politie in Overijssel
42402-10-1874
Wij hebben de eer aan U mede te delen dat voor zoveel deze gemeente betreft,
in het afgelopen kwartaal geen veranderingen in het kader der officieren
der rustende schutterij hebben plaats gehad, als bedoeld bij besluit d.d.
23 oktober 1868, prov.blad nr. 71.
Commissaris des Konings
42503-10-1874
Inzending der opgave der overledenen gedurende september 1874.
Geneeskundig bestuur te Kampen
42605-10-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen de suppletore registers voor
huwelijksakten der gemeente Ambt Hardenberg, dienst 1874, met beleefd
verzoek dezelve geparagrafeerd en getekend terug te willen zenden.
President der arrondissementsrechtbank te Deventer
42706-10-1874
Ter voldoening aan Uw missive d.d. 5e oktober jl, nr. 1963,
heb ik de eer te berichten dat er in mijne gemeente geen inrichtingen
bestaan, waarin kinderen beneden de 10 jaar werkzaam zijn, zodat de wet
van den 19e september 1874 voor het tegenwoordige alhier niet
van toepassing is.
Officier van Justitie te Deventer
42807-10-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat op den 1e oktober jl.
is overleden de heer Jan Arent baron van Ittersum, wethouder dezer gemeente.
Gedeputeerde Staten
42907-10-1874
In voldoening aan Uw besluit van 23 september jl. nr. 2899/2458, hebben
wij de eer hiernevens in te zenden de bewijzen van ontvangst afgegeven
door de heren J.B. Bolks en A. ten Kate, betreffende de akte hunner benoeming
tot zetters van ’s Rijks directe belastingen, benevens de verklaringen
dat die betrekking door hen wordt aangenomen.
Commissaris des Konings
43007-10-1874
Onder overlegging van de vereiste stukken heb ik de eer U te verzoeken
mij te willen doen toekomen een bewijs van ongehoudenheid aan de Nationale
Militie voor den persoon Albertus Zwiers.
Commissaris des Konings
43109-10-1874
Naar aanleiding van Uw missive den 8e dezer nr. 410, heb ik
de eer te berichten dat de verlofganger J. Snijder zich op de 29e
juli jl. alhier heeft aangegeven en op het register der verlofgangers
is ingeschreven.
Burgemeester van Zwollerkerspel
43209-10-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat de verkiezing van drie leden voor
de gemeenteraad ter voorziening in de vacatures ontstaan door het overlijden
van de heren H.N. van Roijen en J.A. baron van Ittersum, aftredende in
1877, en van den heer R. Waaijman, aftredende in 1879, door ons is bepaald
op dinsdag den 27e oktober e.k.
Gedeputeerde Staten
43310-10-1874
Kennisgeving van vertrek van Herm ten Napel, der lichting 1870.
Burgemeester van Ambt Ommen
43410-10-1874
Grensschouw. Ter beantwoording van Uw missive van den 8e oktober
jl., haast ik mij U kennis te geven dat ik den brief voor ongeveer drie
weken niet heb ontvangen, hetwelk oorzaak is dat deze onbeantwoord is
gelaten. Tot het doen der vereiste schouw, stel ik thans voor vrijdag
den 16e oktober e.k. en zal ik mij des voormiddags te tien
ure bij het tolkantoor te Venebrugge bevinden. Het zal mij aangenaam zijn
van U bericht te mogen ontvangen of U dien dag gelegen komt.
Amtsvoogd Baake te Emlichheim
43513-10-1874
Ter voldoening aan Uw apostillaire dispositie van de 9e oktober
jl. nr. 3064, heb ik de eer de daarbij gevoegde stukken nevens deze terug
te zenden, onder bijvoeging ener verklaring dat de persoon A. Zwiers in
den jare 1869 in dit Rijk is komen wonen.
Commissaris des Konings
43613-10-1874
Ik heb de eer U hiernevens te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
ten verzoeke van D. Meijerink contra Jan Reinders te Anevelde, ter zake
van overtreding van art. 475 nr. 10 conde penal.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
43715-10-1874
Hiernevens hebben wij de eer U te doen toekomen een declaratie in duplo
wegens betaalde daggelden aan manschappen der nationale militie ter inlijving
en tot het houden van wapenoefeningen, opgeroepen.
Commissaris des Konings
43815-10-1874
Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de onbezoldigd rijksveldwachter J. Heijink te Diffelen tegen Hendrik
Vrielink aldaar, wegens het doen lopen en weiden van schapen op den in
den oogst staande gras in de marke van Diffelen.
Ambtenaar van ’t Openbaar Ministerie ten Kantongerechte
Ommen
43917-10-1874
Ter voldoening aan Uw missive d.d. 10 oktober jl. nr. 1996, heb ik de
eer te berichten dat Buddenberg door mij gehoord mij heeft verklaard aan
A. de Lange grond te hebben verhuurd om die te bebouwen, onder voorwaarde
dat de huur op zekeren tijd moest voldaan worden, en indien zulks niet
plaats had de gepote aardappelen door Buddenberg konden gerooid worden,
dat de Lange in gebreke was gebleven op den gemelde termijn de huur te
voldoen, Buddenberg van de bepaalde conditie had gebruik gemaakt, ten
einde zich schadeloos te stellen. Ten nadele van Buddenberg of de Lange
is mij overigens niets bekend. Het proces-verbaal zend ik nevens deze
terug, benevens nog een proces-verbaal over dezelfde zaak, mij door de
rijksveldwachter Schut ingediend.
Officier van Justitie te Deventer
44020-10-1874
Ik heb de eer U hiernevens te doen toekomen een proces-verbaal opgemaakt
door de rijksveldwachter A. Scheper te Ommen, tegen Klaas Sterken te Diffelen,
ter zake van overtreding der wet op de jacht en visserij.
Officier van Justitie te Deventer
44121-10-1874
Grensschouw. Hierbij heb ik de eer U te doen toekomen drie exemplaren
van het proces-verbaal der grensbezichtiging op den 16e dezer,
met verzoek dezelve met Uwe handtekening te willen voorzien en twee derzelve
aan mij te willen terugzenden.
Ambtsvoogd te Emlichheim
44221-10-1874
Inkwartiering van manschappen. Ter voldoening aan Uwe Excellenties missive
d.d. 10e dezer nr. 222, heb ik de eer hiernevens in te zenden
de daarbij verlangde opgave, betreffende de inkwartiering van manschappen
en paarden in deze gemeente.
Generaal-majoor, buitengewoon adjudant des Konings, chef
van den Generalen Staf te ’s-Gravenhage
44322-10-1874
Ter voldoening aan Uw apostille d.d. 20e dezer, nr. 1713,
en onder terugzending van de daarbij gevoegde lijst van getuigen inzake
C. van Os, heb ik de eer te berichten dat de onder nr. 7, 8, 9, 10, 11,
12 en 13 vermelde personen met name Joseph Spies, Karel Zeeman, Gesina
Korte, Jan Kappers, Johanna Wijngaarden, Elisabeth Dreitzig en Geertje
Mos, allen nog in deze gemeente woonachtig zijn. De onder nr. 6 vermelde
Lucas van der Wal woont thans te Losser, terwijl de onder nr. 14 genoemde
Maria Gesina Roelink den 29e oktober is gehuwd met Geert Oogjes,
en met dezen zwervende is.
Procureur-generaal bij het Provinciaal Gerechtshof in Overijssel,
te Zwolle
44423-10-1874
Ik heb de eer ter Uwer kennis te brengen dat tot gecommitteerden voor
de weg van Hardenberg naar Ommen door de raad dezer gemeente zijn aangewezen
de heren J. van Barneveld en J.B. Bolks.
Het bestuur over den kunstweg van Hardenberg naar Ommen,
te Ommen
44526-10-1874
..
..
44629-10-1874
Wij hebben de eer U hiernevens te doen toekomen afschriften van de processen-verbaal
van opening der stembriefjes, welke alhier den 27e dezer zijn
ingeleverd ter benoeming van drie leden voor de gemeenteraad. Tevens hebben
wij de eer U te informeren dat de herstemming door ons is bepaald op dinsdag
den 10e november e.k.
Gedeputeerde Staten
44729-10-1874
Ter beantwoording van Uw missive d.d. 27e dezer, nr. 224,
heb ik de eer te berichten dat Herm ten Napel alhier is gehuwd op de 31e
juli 1874.
Burgemeester van Ambt Ommen
44830-10-1874
Wij hebben de eer U hiernevens te doen toekomen 11 stuks tabellen betreffende
de statistiek voor het lager onderwijs. Tevens hebben wij de eer U te
informeren dat aan de school te Collendoorn wegens de bestaande vacature,
in den laatsten tijd geen onderwijs is gegeven.
Gedeputeerde Staten
44930-10-1874
..
..
45030-10-1874
Ter voldoening aan de missive van Zijne Excellentie den Minister van
Binnenlandse Zaken, den 28e december 1860, nr. 198, hebben
wij de eer U mede te delen dat op den 29e oktober 1874 alhier
is geboren, Jantje, waarvan de ouders genaamd Albertus ter Haar en Hendrika
Kotten, in Uwe gemeente woonachtig zijn.
B&W van Zutphen
45131-10-1874
Ik heb de eer U hiernevens te doen toekomen het proces-verbaal van de
plaats gehad hebbende grensbezichtiging op den 7e september
en 16e oktober jl. benevens de derwege door mij opgemaakte
declaratie wegens reis- en verblijfkosten.
Commissaris des Konings
45231-10-1874
Ingevolge art. 181 der Gemeentewet hebben wij de eer hiernevens in te
zenden, afschrift van het proces-verbaal van verificatie der gemeentekas.
Gedeputeerde Staten
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
45302-11-1874
Overlijden van een gepensioneerde van den staat. In voldoening aan het
besluit van den heer gouverneur dezer provincie d.d. 13 januari 1819,
prov.blad nr. 6, hebben wij de eer U mede te delen dat op den 1e
oktober jl. te Utrecht is overleden, de heer Jan Arent baron van Ittersum,
gepensioneerd rijksontvanger, wonende alhier. Genoemde overledene was
ingeschreven in het grootboek van burgerlijke personen den 20 juli 1869
onder nr. 4418, tot een bedrag van f. 1157,-
Het overlijdensextract hebben wij de eer tevens hierbij te overleggen.
Commissaris des Konings
45403-11-1874
Gisteren werd ter mijne kennis gebracht dat zekere Harm Bokking te Bergentheim
lijdende was aan krankzinnigheid. Ik heb den toestand van den lijder doen
onderzoeken en voeg de betrekkelijke stukken hierbij. Ter voorkoming van
ongelukken en in het belang der openbare veiligheid acht ik het wenselijk
dat bovengenoemde H. Bokkink in een gesticht voor krankzinnigen wordt
opgenomen en neem de vrijheid U te verzoeken de nodige machtiging van
de heer President uwer Rechtbank te vragen.
Officier van Justitie te Deventer
45504-10-1874
..
..
45604-10-1874
Onder terugzending der bijlage mij gezonden bij Uw missive d.d. 30 oktober
jl. nr. 2099, heb ik de eer te berichten dat de namen der ouders van Anna
Maria Theresia Brumlever zijn Jan Geert Brumlever en Theresia ten Brinke,
dat volgens het bevolkingsregister voornoemde Anna Maria Theresia Brumlever
is geboren in Pruisen, den 28e augustus 1861, dat de familie
Brumleve alhier niet gunstig bekend staat en dat naar mijne informatie
het meisje, naar haren stand, tamelijk verstandig is ontwikkeld.
Officier van Justitie te Deventer
45704-11-1874
Onbezoldigd rijksveldwachter. Onder terugzending der stukken mij geworden
bij Uw missive d.d. 23e oktober jl. nr. 2066, heb ik de eer
te berichten dat Gerrit Jan op de Woerd is geboren te Zwolle den 17 mei
1842, wonende te Lutten in deze gemeente, van beroep kleermaker. Dat hij
is gehuwd met 3 kinderen en de Rooms Katholieke godsdienst belijdt en
eindelijk dat hij is Nederlander. Een eigenhandig door hem geschreven
proef proces-verbaal heb ik de eer hierbij over te leggen.
Officier van Justitie te Deventer
45805-11-1874
Ter voldoening aan art. 50 van het Burgerlijk Wetboek heb ik de eer U
hierbij te doen toekomen een dood-extract van Jantje ter Haar.
Ambtenaar van de burgerlijke stand te Zutphen
45906-11-1874
Ingevolge art. 15 der wet regelende het geneeskundig staatstoezicht en
de circulaires van Z.M. den Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 4 januari
1869, en 6 december daaraanvolgende, hebben wij de eer U te doen toekomen
opgaven der overledenen in deze gemeente gedurende de maand oktober 1874.
Inspecteur van ’t geneeskundig staatstoezicht te Kampen
46009-11-1874
Inzending kohier van den buitengewone hoofdelijke omslag voor de gemeente
over 1874, ter goedkeuring.
Gedeputeerde Staten
46109-11-1874
Wij hebben de eer U mede te delen dat op den 7e dezer in het
krankzinnigengesticht te Deventer is opgenomen zekere Harm Bokking, wonende
te Bergentheim in deze gemeente. Genoemde lijder is niet in staat de verpleegkosten
te voldoen en zal de gemeente daarin behoren te voorzien. Wij nemen dientengevolge
de vrijheid U te verzoeken de gemeente Ambt Hardenberg in het genot te
willen stellen van de subsidies, omschreven in het besluit der Staten
van de 13e november 1856, nr. 4.
Gedeputeerde Staten
46212-11-1874
Wij hebben de eer U hiernevens in te zenden een afschrift der processen-verbaal
van opening der stembriefjes welke gisteren ter benoeming van drie leden
voor de gemeenteraad zijn ingeleverd.
Gedeputeerde Staten
46313-11-1874
Inzending ter goedkeuring van de staat van begroting dezer gemeente voor
het jaar 1875.
Gedeputeerde Staten
46413-11-1874
Ter voldoening aan Uw missive d.d. 7e november jl., nr. 2159,
heb ik de eer te berichten dat naar mijne informatie Anna Maria Theresia
Brumlever is geboren te Brahms, Ambt Lingen.
Officier van Justitie te Deventer
46513-11-1874
Naar aanleiding van art. 78 van het Koninklijk Besluit van de 2e
mei 1862 heb ik de eer mede te delen dat Antonie van Doorn, dienende als
milicien bij Uw onderhebbend regiment der lichting van 1874, op den 8e
dezer maand alhier is overleden.
Commanderend officier van het 2e regiment infanterie
te ’s-Hertogenbosch
46613-11-1874
Als voren.
Commissaris des Konings
44714-11-1874
Ter voldoening aan Uw apostille d.d. 17 september jl. nr. 3384, hebben
wij de eer te berichten dat de voorgeschoten onderstandkosten aan J. Beesteheerde
door de gemeente Den Ham eerlang door ons zal worden voldaan.
Gedeputeerde Staten
44820-11-1874
..
..
44925-11-1874
Ter voldoening aan Uw missive d.d. 11e november jl. nr. 2854,
heb ik de eer te berichten dat Hendrik Roelofs in het inschrijvingsregister
der Militie dezer gemeente van dit jaar niet voorkomt. Naar mijne informatie
is de familie Roelofs in 1872 van hier vertrokken vermoedelijk naar Amerika.
Commissaris des Konings
45025-11-1874
..
..
45125-11-1874
..
..
45226-11-1874
Aangifte vrijdom van grondbelasting voor gebouwde eigendommen.
Gedeputeerde Staten
45326-11-1874
..
..
45430-11-1874
Dispensatie van art. 74 der gemeentewet. Ten gevolge van de moeilijkheden
om geschikte kamers te bekomen in de nabijheid van het gemeentehuis ben
ik genoodzaakt mijne woonplaats elders te kiezen. Ik neem dientengevolge
de vrijheid de tussenkomst uwer vergadering in te roepen, om Zijne Majesteit
den Koning te verzoeken mij vergunning te verlenen mijne woonplaats tijdelijk
te Stad Hardenberg te mogen vestigen.
Gedeputeerde Staten
45530-11-1874
Ter voldoening aan Uw besluit d.d. 11 december 1862, heb ik de eer te
berichten dat op het inschrijvingsregister der nationale militie voor
de lichting van 1875 dezer gemeente voorkomen: 83 personen.
Commissaris des Konings
45630-11-1874
Wij hebben de eer U hiernevens in te zenden een lijst van voorgevallen
veranderingen in het personeel der hoofdonderwijzers te dezer gemeente,
ten aanzien der inkomsten, naar welke de bijdragen voor hun pensioen te
berekenen zijn.
Gedeputeerde Staten
45730-11-1874
Naar aanleiding ener missive van de heer Commissaris in deze provincie,
d.d. 26 november jl., nr. 3512/2974, hebben wij de eer U hiernevens in
te zenden een afschrift van het Koninklijk Besluit d.d. 20 november jl.,
nr. 28, waarbij aan U eervol ontslag wordt verleend als 1e
luitenant van het 4e bataljon rustende schutterij in Overijssel.
De heer Willem baron van Ittersum te Heemse
Nr:Datum:
Omschrijving:
Adressering:
45803-12-1874
Inzending opgave der overledenen gedurende de maand november 1874.
Geneeskundig bestuur
45905-12-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden twee bij mij ingekomen processen-verbaal
van den rijksveldwachter Schut, betrekkelijk twee plaats gehad hebbende
branden.
Officier van Justitie te Deventer
46007-12-1874
Naar aanleiding van Uw missive d.d. 17 november jl. nr. 881, heb ik de
eer te berichten dat de goederen van den overleden milicien A. van Doorn
op bijgaande factuur vermeld, heden door mij aan Uw adres zijn verzonden.
Tevens heb ik de eer U mede te delen dat de nabestaanden in de begrafeniskosten
hebben voorzien. Het zal mij aangenaam zijn het de familie nog aankomende
bedrag te ontvangen.
Hoofd administratie van het 2e regiment infanterie
te Grave
46109-12-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden de naamstaat der schutterplichtigen
van den 1e ban dezer gemeente.
Kolonel militie commissaris in de provincie Overijssel
46209-12-1874
Onder overlegging der vereiste stukken heb ik de eer U te verzoeken mij
te willen doen toekomen een verklaring van ongehoudendheid van militaire
plichten voor de persoon Herman ten Bruggencate.
Commissaris des Konings
46309-12-1874
Onbezoldigd veldwachter. Ter voldoening aan Uw apostille van den 8e
dezer nr. 3628, en onder terugzending van het daarnevens gevoegde stuk
heb ik de eer te berichten dat der bij mij geen bedenkingen bestaan tegen
het verlenen van eervol ontslag aan H. Kelder, uit zijne betrekking van
onbezoldigd veldwachter dezer gemeente.
Commissaris des Konings
46412-12-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden een gisteren bij het gemeentebestuur
ingediende aangifte ter bekoming van vrijdom van grondbelasting van gebouwde
eigendommen.
Gedeputeerde Staten
46512-12-1874
Voldoende aan Uw missive d.d. 9 december jl. nr. 3644/3082, heb ik de
eer te berichten dat het paspoort van D.J. Nijman op heden door mij aan
den belanghebbende is uitgereikt.
Commissaris des Konings
46614-12-1874
Onderzoek der geloofsbrieven. Wij hebben de eer U hiernevens in te zenden
een besluit van de raad dezer gemeente d.d. 12 december jl. nr. 131, houdende
goedkeuring der geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden.
Gedeputeerde Staten
46716-12-1874
Ik heb de eer U kennis te geven dat in mijne gemeente in het gehucht
Slagharen de pokken zijn uitgebroken. Vermoedelijk is de besmetting uit
Emlichheim overgebracht.
De heer Landphysicus Dr. Köhler te Neuenhaus
46817-12-1874
Ter voldoening aan art. 50 van het Burgerlijk Wetboek heb ik de eer U
te doen toekomen een extract uit het register van overlijdens betreffende
Aaltje Krikke, woonplaats gehad hebbende in Uwe gemeente.
Ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Avereest
46917-12-1874
Ik heb de eer U mede te delen dat zich in mijn gemeente in het gehucht
Slagharen in een huisgezin gevallen van pokken hebben voorgedaan. Vijf
personen waren door die ziekte aangetast, twee lijders zijn overleden.
Vermoedelijk is de ziekte uit Emlichheim overgebracht.
Commissaris des Konings
47022-12-1874
Ik heb de eer U hiernevens in te zenden registers voor de burgerlijke
stand dezer gemeente voor den jare 1875 met beleefd verzoek dezelve na
kanttekening en waarmerking aan mij  te willen doen retourneren.
Voorzitter van de arrondissementsrechtbank te Deventer
47128-12-1874
Benoeming ener wethouder. Wij hebben de eer U mede te delen dat de raad
in zijn vergadering van de 24e dezer tot wethouder heeft benoemd
de heer L. Stoeten.
Gedeputeerde Staten
47228-12-1874
Wij hebben de eer U hiernevens in te zenden twee besluiten van de raad
dezer gemeente d.d. 24e dezer nr. 14/3 en 14/4, houdende a.
verhoging der jaarwedde van hulponderwijzers en b. vaststelling der begroting
voor 1875.
Gedeputeerde Staten
47328-12-1874
Ter voldoening aan Uw besluit d.d. 17e december jl. nr. 4856/3284,
hebben wij de eer te berichten dat de heren C. Piek, A. Koers en H. Kelder
G.z. binnen den bij de wet gevorderde termijn het bericht aan ons hebben
uitgeleverd dat zij hunne benoeming tot leden van de gemeenteraad aannamen.
Gedeputeerde Staten
47431-12-1874
Ik heb de eer U hiernevens te doen toekomen twee ingekomen processen-verbaal
als – een opgemaakt door den gemeenteveldwachter P. Snoeijer contra H.
Karsten en G. Fraterman ter zake van slagerij en – een opgemaakt door
de rijkscommiezen F.H. Schmidt en C. Muller, contra Hermen Hendriks ter
zake van overtreding der jachtwet.
Officier van Justitie te Deventer