1000ste penning Stad Hardenberg, anno 1734-03-27 en 1739-08-30.

 

bron: Staten Archief, Toegang 0003.1, inventarisnr. 2552
~transcriptie: Dinah Hesselink-Zweers ~

blz. 93:

Taxatie over de 1000ste pennink of 500ste pennink van het Stedeken Hardenberg, volgens den afgelegten Eed geschied voor de Heer Lant Droste van Sallant den 15 maart 1734 door ondergeschreven Taxateurs gedaan na Ordonnantie van de Rregeringe van den Lande na Onse beste wetenschap. (opmerking in de kantlijn: NB In dit quohier bij de revisie geen veranderingen gemaakt gelijk uit de missive van de Burgermeesteren van den Hardenberg van den 30 Augustus 1739 geblijkt.)

Harmen Rigterink 600; De Weduwe Sijrink 1500; Frerik Boerrichter 1500; Barent van Borne en Suster 9000; De Erfgenamen Crols 8000; Weduwe Berent Pouwls 1000; Juffrouw Hudem Marije Sijrink 1500; Derk Odink 1700; Jan van Munster 2000; Weduwe Gerrit Bloemers en kinderen 7000; Harmen Sijrink 1000; Weduwe Tonis de Groot 1000; Berent Mouwe 500; Garrit ter Weij 1000; De Weduwe van Timans 600; Hilbrant Amsink 600; [subtotaal] 38500.

blz. 93bis:

Harmen Ties van ’t Holt 1000; De Weduwe Kramers 1000; Docter Jan Doornik 600; Evert Vijnk 600; Jan Beedicker 1200; Garrit Hofsink 1000; Van Olen1600; Barent Rustenberg 2000; De kinderen van Harmen van Borne 6600; Harmtien van Borne nu Bentem op de Vuirst 1300; Hoeden te Hacklunne [Haselunne] 2000; Carel Venebrugge 500; [subtotaal ] 19400 + 38500 = 57900.

Dat dese taxatie door ons onderscreven alsoo onder Eede is gedaan, betuijgen wij met onse ondertekeninge Actum Hardenberg den 27 Meert 1734. Was getekent: Barent van Borne, Engbert Hagen, Wessel Albers, Gerrit Hofsink.
Op den 28 october 1734 sijnde de dag van doleance voor de Inheemsen, is niemant gecompareert. Qud attestor G. v. Dedem.

blz. 93bis2:
Wel Edele Gestrenge Heer,
De Burgermeesteren komen aen Uwed. mits desen bekent te maeken, dat daer geen veranderinge in het Quohier off Register van den duisensten pennink door de Taxateurs is gemaekt, en dat het quohier soe in de maand Maert 1734 is in sijn geheel is gebleven, soo versoeken de Burgermeesteren dat Uwed. aen haer Edele Mogende daer van kennis gelieft te geven, verblijve,
Wel Edele Gestrenge Heer UWEDW Dienaer B.G. Kramer, Hardenbergh den 30 augustus 1739.