In den jare 1820, den vijftienden der maand september, des voordemiddags ten tien
uuren, op het erfjen Nieuw-Klinge, no. 6a in de buurtschap Radewijk, gemeente
het Schoutambt Hardenbergh. Ten verzoeke van Hendrik Jan Ekkelenkamp, weduwenaar
en boedelhouder van wijlen Gesina Bosman, landbouwer van beroep, woonende op het
voormelde erfjen Nieuw-Klinge, zo voor zich zelven uit hoofde der gemeenschap
van goederen, tusschen hem en zijne voorschrevene wijlen huisvrouw Gesina Bosman
krachtens de wet bestaan hebbende, in naam en kwaliteit als vader en wettigen
voogd van zijne natevermeldene vijf minderjarige kinderen, met naamen: Gerrit
Jan Ekkelenkamp, oud ongeveer vijftien jaaren, Hermannus Ekkelenkamp, oud elf
jaaren, Jan Ekkelenkamp, oud zeven jaaren, Hendrikjen Ekkelenkamp, oud vier jaaren
en Hendrik Ekkelenkamp, oud twee jaaren, door hem bij dezelve zijne wijlen echtgenoote
Gesina Bomsan in echte verwekt.
Zijnde dezelve minderjarigen bekwaam om zich elk voor een vijfde
gedeelte, als de eenige en universeele erfgenaamen van hare wijlen moeder
meergemeld Gesina Bosman, te gedraagen.
In tegenwoordigheid van Hendrik
Bosman, landbouwer meede te Radewijk woonende in no. 8 woonachtigh, in naam
toeziende voogd over de vermelde minderjaarigen, zijne neeven en nichtjen,
zijnde hij Hendrik Bosman tot deze post verkooren bij besluit van de
bloedverwanten en vrienden van dezelve minderjarigen, bij wijze van
‘familie-raad’ op den negenentwintigsten der vorige maand.
Tot de
bewaring van de rechten van parthijen en van alle anderen, die daarbij belang
zouden mogen hebben, word door ons Antoni van Riemsdijk, openbaar notaris
residerende ter Steede Hardenbergh, in tegenwoordigheid van Egbert Broek-Roelofs
en van Arend Mas, beiden landbouwers, woonende te Radewijk, de eerste in no. 5
en de tweede in no. 9, als hiertoe expresselijk verzochtte getuigen,
toegetreeden en overgegaan tot het opmaken van eenen staat en inventaris van
alle der roerende goederen, meubilen en gereedschappen tot de huishouding en
akkerbouw, klederen, bedden, have en vhee, zaad- en andere gewassen tot den
gemeenschappelijken boedel van den rekwirant Hendrik Jan Ekkelenkamp en van
dezes wijlen echtgenote Gesina Bosman behorende.
Dit gedaan zijnde is men
voortgegaan tot het opmaaken van den staat en inventaris navolgende:
I.
Roerende goederen.
In de Keuken, uitziende met twee vengsterraamen op den
zogenaamden Klingen-achtersten-Kamp:
een roodkoperen waschketel, begroot
op f. 8,-
een roodkoperen waterketel, begroot op f. 1,50
een hangklok, op
f. 6,-
een half douzijn oude tinnen lepels, op f. 0,30
negen ijzeren
vorkjes, op f. 0,20
een half douzijn blaauwbonte aardene schotels, op f.
0,50
zeventien dito borden, op f. 1,50
negen ledige vlesschen, op f.
0,20
een zwart aardene koffykan, op f. 0,10
een dito theepot, op f.
0,05
een dito melkkan, op f. 0,05
een ijzeren hanglamp, op f. 0,10
een
dito haardhaak, op f. 1,25
een tang, op f. 0,15
een spiegel, op f.
0,15
een half douzijn grofaarden theegoed, op f. 0,35
twee vuuren-houten
neerslag-tafels, op f. 1,50
zes stoelen, op f. 1,25
een roodbont katoenen
schoorsteenvalletjen, op f. 0,30
een koffymolen, op f. 0,40
een boven- en
een onderbed, peuluwe en twee kussens, op f. 10,-
een bovenbed met twee
kussens, op f. 5,-
een bruin gewreeven kleerkast, op f. 5,-
een
ligtblaauwe kumelotten vrouwenrok, op f. 3,-
een roodgestreepte vijfschagte
vrouwenrok, op f. 0,75
een zwarte kalminken rok, op f. 2,25
een blaauwe
vijfschagte rok, op f. 1,25
een groene rok, op f. 1,50
een zwart
Ras-de-Marocque vrouwenjak, op f. 0,75
een geel-paarschbont vrouwenjak, op
1,-
twee witte halsdoeken, op f. 0,40
een paarschbonte katoenen
voorschoot, op f. 1,-
een blaauw wollene voorschoot, op f. 0,75
een half
douzijn vrouwenmutsen, op f. 0,30
een paar grove bedlakens, op 1,50
een
paar blaauwe wollene bedgordijnen met haar toebehooren, op f. 1,50
een
spinnewiel, op f. 0,75
een haspel, op f. 0,10
In de Bakkamer (links de
keuken):
een baktrog, op f. 0,75
een meelzeef, op f. 0,10
In de
Melkkamer (meede links de keuken):
een karn, op f. 0,75
twee
melkkuvens, op 0,75
twee melkbekkens, op f. 0,30
een melkemmer, op f.
0,10
een wateremmer, op f. 0,25
een pannekoekenpan, op f. 1,25
een
blikken koffyketeltjen, op f. 0,15
een blikken staande lamp, op f.
0,15
een Keulsch-aarden melkpotjen, op f. 0,05
Op de Deele (oostwaarts
uitgaande op het gemeene veld):
een blaauw-schimmelt dragtig koebeest, op
f. 25,-
een zwartbonte melkkoe, op f. 30,-
een zwartbont kalf, op f.
5,-
een jong varken, op f. 8,-
een haan met drie hennen, op f.
0,75
twee mestgreepen, op f. 0,40
een veenhark, op f. 0,25
een
veenhouwe, op f. 0,30
twee dorschvleegels, op f. 0,15
een wan, op f.
0,25
een tobbe, op f. 0,10
een eikenhouten zaadkist, op f. 3,-
een
strookorf, op f. 0,15
een zeis met zijn boom, op f. 0,60
Op de
Zolderinge des huizes:
nagenoeg veertien vijmen rogge, op f.
70,-
nagenoeg drie vijmen boekweit, op f. 7,50
nagenoeg
eenduizendvijfhonderd Nederlandsche ponden hooij, op f. 15,-
Bedragende alles
tezamen de somma van f. 244,40.