Aktenr. | Datum akte | Voornaam | Familienaam | Aanvulling | Woonplaats | Soort akte | |
1 | 20-03-1811 | Berend | Venebrugge | Venebrugge | volmacht | ||
1 | 20-03-1811 | J.R. | van | Keppel | Rijssen | volmacht | |
2 | 20-03-1811 | Berend | Veenebrugge | Venebrugge | volmacht | ||
2 | 20-03-1811 | J. | Bolk | Weerselo | volmacht | ||
3 | 23-03-1811 | Albert | Veeneman | Holtheeme | huwelijkse voorwaarden | ||
3 | 23-03-1811 | Aaltjen | Altena | Anerveen | huwelijkse voorwaarden | ||
3 | 23-03-1811 | Marten | Bruins | huwelijkse voorwaarden | |||
3 | 23-03-1811 | Grietjen | Veeneman | huwelijkse voorwaarden | |||
3 | 23-03-1811 | Hannes | Heersmink | huwelijkse voorwaarden | |||
3 | 23-03-1811 | Egbert | Kamphuis | huwelijkse voorwaarden | |||
3 | 23-03-1811 | Albert | Wolbink | huwelijkse voorwaarden | |||
3 | 23-03-1811 | Jan Harmen | Veeneman | huwelijkse voorwaarden | |||
Op heden, den 23sten v. lentemaand 1800 elf, compareerden in het Vredegerecht des kantons Hardenbergh, voor den Vrede-Rechter J.G. Pruim, en getuigen Everd Bruins en Jan Hendrik Edelijn, Albert Veeneman, meerderjaarig jongman, als bruidegom, ter eenre -, en Aaltjen Altena, jongedochter als bruid ter andere zijde, zijnde zij bruid in dezen geadsisteerd met Marten Bruins, als haaren verzochten en geadmitteerden mombaar; verklaarende met elkanderen te hebben ingegaan en opgericht de huwelijksche voorwaarde hierna beschreven. Zijnde tevens mede gecompareerd des bruidegoms zuster Grietjen Veeneman, onder adsistentie van Hannes Heersmink, als haaren verzochten mombaar, zijnde zij zelve meerderjaarig; voorts Egbert Kamphuis en Albert Wolbink, voogden over des bruidegoms minderjaarigen broeder Jan Harmen Veeneman; en dan nog Hendrik Gerrits en Albert Gerrits, de eerste vader en de laatste voogd van Gerrit Hendriks, minderjaarig zoontjen van gem. Hendrik Gerrits en wijlen Aaltjen Veeneman, ten opzichte van welke laatsten de comparitie in dezen mede noodzaaklijk was, ten reguarde der onder hun met den bruidegom gemeen en onverdeeld zijnden ouderlijken boedel en nalatenschap: Verklaarden zij gezamentlijke comparanten, dezen aangaande met elkanderen geconvenieerd en gecontracteerd te hebben: Eerstelijk, dat aan bruidegom en bruid in dezen aanstonds in vollen eigendom overgaan zal, den geheelen boedel, goederen en nalatenschap van des bruidegoms wijlen vader Gerrit Veeneman en moeder Zwaantjen Alberts, en deszelvs stiefvader Egbert Jonkeren; benevens alle de schulden en lasten van dien, geene daarvan uitgezonderd, en dus speciaal mede zoodane praetensie van vierhonderd en twee guldens, als de eigenaaren van De Scheere alnog uit den voorz. ouderlijken boedel, blijkens acte van verwin van de 4 february 1802, wegens restante pachten competeerd. Alle welke schulden, zo die op den daarvan op heden overgegevenen staat gespecificeerd, of daarvan vergeten zijn mogten, alleen ten laste van den bruidegom en bruid in dezen komen zullen, en door dezelven kracht dezes, en onder verband van al het hier bij te acquirerene, te betalen aangenomen en beloofd wordt. Ten anderen is geconditioneerd, dat door bruidegom en bruid in dezen, aan des bruidegoms voorz. meerderjaarige zuster, Grietjen Veeneman, en broeder Jan Harmen Veeneman alnog minderjaarig, en het zoontjen van voorz. zijne wijlen zuster Aaltjen Veeneman, met naamen Gerrit Hendriksz., voor en in voldoening van derzelver respective aandeelen in de nalatenschappen hunner voorz. wijlen ouders, stief- en grootouders, zullen uitkeren, aan elk derzelven, of hunne voogden, de summa van tien guldens, buiten en behalven zoodane twintig guldens, als aan Grietjen Veeneman en wijlen Aaltjen Veeneman, moeder van Gerrit Hendriks, bij het tweede huwelijk van Zwaantjen Alberts met Egbert Jonkeren, blijkens huwelijksch voorwaarde bewezen is. Zullende daarenboven des bruidegoms voorz. broeder en zuster, zo lange ongetrouwd zijn, eenen vrijen intrek in hun ouderlijke huis hebben en behouden en aldaar door bruidegom en bruid, in ziekten en onpasselijkheden behoorlijk worden verhandreikt. En ten derden is geconditioneerd, dat wanneer bruidegom of bruid, zonder uit dit huwelijk kinderen te hebben verwekt en nagelaten, kwame te overlijden, als dan de langstlevende van deze echtgenooten des eerststervendens geheele nalatenschap en niets daarvan uitgezonderd, in vollen eigendom erven, profiteren ende genieten zal. Welk voorenstaande alzo geconditioneerd en gecontracteerd zijnde, willen en begeeren bruidegom en bruid, en verdere opgenoemde comparanten, benevens des bruids moeder Hermtien Altena, onder adsistentie van Marten Bruins als haaren verzochten mombaar, en met expresse renuntiatie van de legitime portie welke haar anderszins uit de nalatenschap van haare voorzeide dochter, in cas van kinderloos overlijden competeren mogte, en verdere aanwezende vrienden of dedingslieden, dat al het zelve stiptelijk zal worden nagekomen, onderhouden en achtervolgd, al waren ook daarbij alle solemniteiten van rechten niet geobserveerd. Des ten oirkonde is deze door mij VredeRechter getekend en gezegeld, zijnde dezen door comparanten mede getekend, en door mij voor hun met mijn klein zegel mede bekrachtigd. Heemse, den 23ste van Lentemaand 1811. J.G. Pruim Albert Veneman Vrede-Rechter Aaltien Altenaas Grietien Veneman Hendrik Gerrits Egbert Kamphuis Hermtien Altenas M. Bruins als mombaar Albert Wolbenk Albert Gerrijs Zwantien Roeloef |
|||||||
4 | 23-03-1811 | Willem | Nijkamp | huwelijkse voorwaarden | |||
4 | 23-03-1811 | Hermtien | Koerts | huwelijkse voorwaarden | |||
Ik J.G. Pruim, Vrede-Rechter des Kantons Hardenbergh, doe kond en certificeere, dat voor mij en keurnooten, die waren J.M. Solders en E. Bruins, persoonlijk gecompareerd zijn, de ondergetekenden, dewelken verklaarden een wettig huwelijk gededingd en gesloten te hebben, tusschen Willem Nijkamp, jongman, als bruidegom ter eenre -, en Hermtien Koerts, jongedochter, als bruid ter andere zijde; zijnde zij bruid in dezen geadsisteerd met haaren vader Berend Koerts als mombaar. Ende zulks op conditien en voorwaarden hierna beschreven: Eerstelijk is geconditioneerd dat aanstonds na de voltrekking dezes huwelijksch, aan bruidegom en bruid in dezen, in vollen eigendom overgaan zal, de gerechte halfscheid van den geheelen boedel en goederen, met de helft der schulden en lasten van dien, van des bruidegoms wijlen vader Harmen Nijkamp en nog in leven zijnde moeder Jennechien Gerrits; om dus dien boedel en goederen, gedurende het leven van gemelde des bruidegoms moeder, te zamen in eene huishoudinge te administreren en te regeeren. Zullende voort na het overlijden van gemelde des bruidegoms moeder de andere gerechte halfscheid van denzelven boedel en goederen aan bruidegom en bruid, en bij vooroverlijden, op de langstlevende van beide, in eigendom vererfd en vervallen zijn. Doch waartegens ten anderen, de bruidegom en bruid verplicht en gehouden zijn zullen, zo als dezelven onder verband van alle de hierbij te acquirerene goederen aannemen en beloven door dezen, om daarvoor (invoegen zij met der bruidegoms voorzeide moeder, en de op heden nevens haar aangestelde voogden Berend Lijsen en Willem Rundervoort, overeengekomen zijn) aan der bruidegoms twee nog minderjaarige zusters, met naamen Jennechien Nijkamp en Fennechien Nijkamp, voor en in voldoening der geheele doch zeer geringe aandeelen in de nalatenschappen van derzelver wijlen vader Harmen Nijkamp en noch in leven zijnde moeder Jennechien Gerrits te zullen uitkeren en betaalen, als dezelven komen te trouwen aan yder derzelver een zwart jak, dito schorte en boeselaar, benevens yder twintig ellen gebleekt els linnen en een bijbel met zilvere kreppen. Terwijl gemelde des bruidegoms zusters zo lange die ongetrouwd zijn eenen vrijen intrek in hun ouderlijke huis zullen hebben behouden, in cas van ziekten en onpasselijkheden aldaar behoorlijke verhandreikinge genieten, doch daar dan komende te overlijden zal het hiervooren aan dezelven bewezene tot des huizes beste blijven. En ten derden is geconditioneerd dat wanneer onverhoopt uit dit huwelijk geen kind of kinderen geboren en bij de eerststervende nagelaten mogten worden, alsdan de langstlevende van hun des eerstervendens geheele nalatenschap en niets daarvan uitgezonderd in vollen eigendom erven, profiteren ende genieten zal. Renuntierende de moeder des bruidegoms Jennechien Gerrits, onder adsistentie van Marten Bruins als mombaar, en de vader en moeder van de bruid, tutore marito, kracht dezes, in de bestendigste forma van rechten, van zoodane legitime portiën, als hun in dat geval daarin anders zoude competeren. Willende comparanten dat al het zelve alzo gecontracteerde stiptelijk zal worden nagekomen, onderhouden en achtervolgd, al waren ook alle solemniteiten van rechten daarbij niet geobserveerd. Des ten oirkonde hebbe ik VredeRechter dezen benevens comparanten getekend, met mijn zegel bekrachtigd, en ze voorts voor hun mede gezegeld. Te Heemse, den 23 v. Lentemaand 1800 elf. J.G. Pruim Willem Nijkamp Vrede-Rechter Dat dit het merk is van Hermtien Koerts, de bruid in dezen, wordt hiermede gecertificeerd Dit is ’t merk van Jennechien Gerrits, de moeder van den bruidegom M. Bruins, als mombaar Dit is het merk van Berend Koerts, vader van de bruid Dit is het merk van Lutgertjen Jans, moeder van de bruid Willem Rundervoord Berent Liesen |
|||||||
5 | 05-04-1811 | Aaltjen | Jansen | Sibculo | toestemming | ||
5 | 05-04-1811 | Jan | Derks | Sibculo | toestemming | ||
Op heden den 5den april 1800 en elf, compareerde voor mij VredeRechter des kantons Hardenbergh, tweede arrondissement van het departement der Monden van den IJssel, Jan Derksz., meederjarig jongman, woonende bij zijne moeder op ’t erve Herms op Sibculo, zijnde de zoon van wijlen Derk Jansen en Aaltjen Janssen (gedoopt blijkens extract uit het doopboek der gereformeerde gemeente te Heemse op den 12 van Sprokkelmaand 1786), voor en na den jaare 1786 gewoond hebbende te Rheeze onder de Heemser gemeente; te kennende gevende, en verzoekende door dezen eerbiedigst, zijnde nog in leven zijnde moeder Aaltjen Janssen, mede alhier in judicio (behoorlijk geadsisteerd) praesent, om derzelver toestemming tot het voorgenomene huwelijk van hem comparant met Adolphina Koers, laatst weduwe van Engbert Bramer op ’t Vriesenveen woonachtigh; en welke toestemming hij, van de voorzeide zijne moeders tederheid verlangd: met betuiging, dat hij zich dezelve immer zal trachten waardig te maken, door aan dezelve al den eerbied en verknochtheid te bewijzen, die eenen rechtschapenen zoon aan zijne moeder (aan wien hij zijn leven en bestaan te danken heeft) verschuldigd is! Waarop gecompareerd is de voorzeide Aaltjen Janssen, onder adsistentie van Marten Bruins als haaren in dezen geadmitteerden mombaar; verklaarende op het door gemelde haaren zoon Jan Derksz. aan haar gedaane verzoek, haare volkomene toestemminge daar toe te verleenen en mede te geven door dezen; en over zulks te mogen lijden, dat denzelven zich, met de opgemelde Adolphina Koers, laatst weduwe Bramer, in den echten staat begeve; waartoe zij dezelven ’s Hemels besten zegen toewenscht. Heemse, op datum ut supra. |
|||||||
6 | 05-04-1811 | Lubbegien | Buuls | toestemming | |||
6 | 05-04-1811 | Jenegien | Beenen | toestemming | |||
Op heden den 5 april 1800 en elf, compareerde voor mij Vrede-Rechter des kantons Hardenbergh, Jennechien Beenen, meerderjaarige en ongehuwde dochter van wijlen Egbert Beenen en de nog in leven zijnde Lubbechien Buuls, zijnde zij comparante in dezen geadsisteerd, zoveel nodig, met haaren broeder Berend Beenen, als haaren verzochten mombaar; te kennen gevende en verzoekende haare voorzeide moeder Lubbechien Buuls, mede alhier in judicio (behoorlijk geadsisteerd) praesent, om derzelver toestemming tot het voorgenomen huwelijk van haar comparante Jennechien Buuls, met den persoon van Albert Hans, welke toestemming zij van de voorzeide haare moeders geaarte tederheid verlangd, die zij zich immer zal toonen waardig te maken, door aan dezelve al den eerbied en verknochtheid te bewijzen, die eene rechtgeaarde dochter aan haare moeder, aan wien zij haar leven en aanwezen te danken heeft, verschuldigd is! Waarop gecompareerd is, de voorzeide Lubbechien Buuls, wed. Egbert Beenen, onder adsistentie van Marten Bruins als haaren verzochten mombaar; verklaarende het door gemelde haare dochter aan haar gedaane verzoek om met den persoon van Albert Hans zich in het huwelijk te mogen begeven, volledig toe te staan; en over die echt-verbintenis Gods beste zegeningen af te smeken. Heemse, op datum ut supra. |
|||||||
7 | 09-04-1811 | Hendrik | Hamhuis | Collendoorn | huwelijkse voorwaarden | ||
7 | 09-04-1811 | Hendrikjen | Roelofs | Collendoorn | huwelijkse voorwaarden | ||
8 | 12-04-1811 | Albertus | Wilpshaar | Holtheeme | huwelijkse voorwaarden | ||
8 | 12-04-1811 | Hillegien | Wiegmink | Bergentheim | huwelijkse voorwaarden | ||
9 | 12-04-1811 | Aaltjen | Klaassen | wed. Hendrik Reinders | toestemming | ||
9 | 12-04-1811 | Geertjen | Reinders | toestemming | |||
10 | 12-04-1811 | Janna | Boers | Bergentheim | toestemming | ||
10 | 12-04-1811 | Hillegien | Wiegmink | Bergentheim | toestemming | ||
11 | 23-04-1811 | Jan Willem | Amsink | Hardenbergh | remplacantstelling tot den zeedienst | ||
11 | 23-04-1811 | Gerrit | Oldeman | G.z. | Ommen | remplacantstelling tot den zeedienst | |
Ik ondergetekende Griffier in het canton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, certificere hiermede dat voor mij gecompareerd zijn, de schipper Gerrit Oldeman G.z., voor hem zelfs en als gevolmagtigde van de overige schipperij van Ommen in dato den 22 april 1811 voor den griffier in het canton Ommen gepasseerd, ter ener – en Jan Willem Amsink, woonagtig ten Hardenbergh ter andere zijde. Verklarende de eerstgemelde Gerrit Oldeman G.z. voor hem zelfs en als gevolmagtigde van de overige schipperij van Ommen, als haren remplacant tot den zeedienst te hebben aangenomen Jan Willem Amsink, welke bij ondertekening dezes verklaard zig voor gemelde schipperij te hebben geengageerd, om voor haar in de zeedienst op te treden, en wel op deze navolgende voorwaarden. Vooreerst zal door gemelde schipperij van Ommen dadelijk bij het in dienst treden, aan voorzeide Jan Willem Amsink worden betaald ene somma van eenhonderd en vijftig guldens. Ten anderen zal bovendien gemelde Jan Willem Amsink van gemelde schipperij van Ommen genieten ene somma van eenduizend guldens, waarvan gemelde Jan Willem Amsink ’s jaarlijks zal genieten de intresse van vier procenten van ieder honderd, waarvan heden over een jaar de eerste verschijndag zal zijn, voor welke een duizend guldens de voorzeide schipperij van Ommen hunne personen en goederen verbinden, en een ieder van hun zig daarvoor aansprakelijk steld; zullende de ’s jaarlijks intresse van dit kapitaal op den verschijndag door Klaas ter Steeg ten Hardenbergh ontfangen worden, en die intresse door Klaas ter Steeg aan de beide zusters van gemelde Jan Willem Amsink met name Margaretha en Aleida Amsink ’s jaarlijks worden uitbetaald; en zo gemelde Jan Willem Amsink in den zeedienst onvermoedelijk kwam te sneuvelen of te overlijden, zal gemeld kapitaal van eenduizend guldens, met de alsdan daarop te verlopene intressen door voorzeide schipperij aan voorzeid zijne zusters Margaretha en Aleida Amsink worden betaald en uitgekeerd. Al het welk zij comparanten contrahenten over en weder verklaarden te zullen nakomen en agtervolgen, schoon ook alle solemniteiten in regten anders nodig of gebruikelijk hierbij niet mogten zijn geobserveerd, zo is deze door mij griffier en comparanten getekend, binnen Heemse, den 23 april 1811. |
|||||||
12 | 22-04-1811 | Hendrik | Jans | Oldenhof onder Gramsbergen | cessie | ||
12 | 22-04-1811 | Diaconie Gramsbergen | cessie | ||||
Dat op heden voor mij ondergetekende Griffier des Cantons Hardenbergh gecompareerd is Hendrik Jans, woonagtig op den Oldenhof onder Gramsbergen, zijnde meerderjarig; dewelke verklaarde te hebben gecedeerd en getransporteerd, zulks doende door desen, aan de diaconie van Gramsbergen, ene summa van f. 600,- zegge zes honderd guldens, van alzodane negenhonderd guldens als hem comparant van Berend Zweers en Jan van der Heide pro se et q.q. aan hem na volbragten dienst als remplacant voor de schipperij canton Hardenbergh, volgens acte van engagement wordende verschuldigd; ten einde om bij voorzeide diaconie te strekken ter volledige voldoening of in mindering van zodanig capitaal ter somma van zeshonderd guldens en renten van dien als door dezelve aan zijne ouders zijn opgeschoten en waarvoor vaste goederen van dezelve zijne ouders ten fine van securiteit gerigtelijk verhypothequeerd en verbonden zijn. Des ten oirkonde hebbe ik griffier, benevens den comparant
deze getekend, ter praesentie van de mede ondergetekenden den heer Lucas
Hoenderken en Evert Bruins, als mede ter praesentie van Jan van der Heide pro
se et q.q. |
|||||||
13 | 26-04-1811 | Jan | Haberts | op ’t Kwants | Ane | testament | |
14 | 26-04-1811 | Jannes | Boerink | Gramsbergen | transport | ||
14 | 26-04-1811 | Hendrikje | Haberts | Gramsbergen | transport | ||
14 | 26-04-1811 | Egbert | Scholten | Heemserveen | transport | ||
14 | 26-04-1811 | Jennegien | Geertman | Heemserveen | transport | ||
15 | 01-05-1811 | Hillegien | Wiegmink | Bergentheim | eerbied | ||
15 | 01-05-1811 | Janna | Boers | Bergentheim | eerbied | ||
16 | 01-05-1811 | Hillegien | Wiegmink | Bergentheim | insinuatie | ||
16 | 01-05-1811 | Janna | Boers | wed. Albert Wiegmink | Bergentheim | insinuatie | |
17 | 01-05-1811 | Jennegien | Gerrits | wed. Harmen Willems | Bergentheim | toestemming | |
17 | 01-05-1811 | Willem | Nijkamp | Bergentheim | toestemming | ||
18 | 02-05-1811 | Harmptien | Koers | Rheeze | eerbied | ||
18 | 02-05-1811 | Berend | Koers | Rheeze | eerbied | ||
Voor mij G.J. Crull, Griffier van het Vrede-Gerigt in het kanton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, als daartoe gequalificeerd bij decreet van Zijne Keizerlijke en Koninglijke Majesteit van den tweden february agtienhonderd en elf, en in praesentie van de hierna te meldene getuigen, compareerde Harmptien Koerts, wonende te Rheese, zoo ver nodig geadsisteerd met de getuigen, meerderjarige dogter van Berend Koerts, bouwman, mede aldaar woonagtig. Dewelke verklaarde bij desen in gevolge
art. 151 van ’t Wetboek Napoleon op te rigten ene
acte van eerbied, aan haren voorzeiden vader, ten einde de raad van denzelven te erlangen, over haar voorgenomen huwelijk met Willem Nijkamp wonende te Bargentheim. Verzoekende de comparante dat deze
ingevolge art. 154 van het zelve Wetboek aan haar opgemelde vader mag worden bekende gemaakt. En waren bij het opmaken van deze acte die
aan comparanten voorgelezen is, tegenwoordig als getuigen: E.
Bruins en Asse Reurink, die dese zoals ook den comparante (verklaard niet te kunnen
schrijven) nevens mij ondertekend hebben. |
|||||||
19 | 02-05-1811 | Harmptien | Koers | Rheeze | insinuatie | ||
19 | 02-05-1811 | Berend | Koers | Rheeze | insinuatie | ||
Wij Griffier van het Vrede Gerigt in het kanton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, als daartoe gequalificeerd bij decreet van Zijne Keizerlijke en Koninglijke Majesteit van den tweden february agtienhonderd en elf, verklaren bij dezen dat wij ons met en benevens de hierna te meldene en desen ondertekend hebbende getuigen, op heden begeven hebben bij Berend Koerts, bouwman, wonende te Rheese, en aan denzelven uit naam van zijne dogter Harmptien Koerts, oud agtentwintig jaar, hebben aangeboden ene acte van eerbied, waarbij hem deselve om raad vraagd, nopens een door haar aan te gaan huwlijk met Willem Nijkamp, bouwman, wonende te Bargentheim, waarop hij geantwoord heeft, dat dit huwelijk zijne volkomene goedkeuring heeft. Aldus gedaan te Heemse voor ons griffier en in tegenwoordigheid van E. Bruins en Asse Reurink als getuigen, den tweden mey agtienhonderd en elf. |
|||||||
20 | 02-05-1811 | Jan | van den | Pol | Collendoorn | eerbied | |
20 | 02-05-1811 | Egbertien | Jansen | wed. Jan Jansen | Diffelen | eerbied | |
Voor mij G.J. Crull, griffier van het Vrede Gerigt in het kanton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, als daartoe gequalificeerd bij decreet van Zijne Keizerlijke en Koninglijke Majesteit van den 2 february agtienhonderd en elf, en in praesentie van de hier na te melden getuigen, compareerde Jan van den Pol, schoolmeester te Collendoorn, meederjarige zoon van wijlen Jan Jansen van den Pol, bouwman, en desselfs nog in leven zijnde moeder Egtbertien Jansen, wonende op den Pol te Diffelen. Dewelke verklaarde bij desen ingevolge art. 151 van ’t Wetboek Napoleon op te rigten ene acte van eerbied, aan zijne voorzeide moeder, ten einde de raad van deselve te erlangen, over zijn voorgenomen huwlijk met Christina Teunis, wonende op ’t Derks te Heemse; verzoekende de comparant dat dese ingevolge art. 154 van hetzelve Wetboek aan zijne opgemelde moeder mag worden bekend gemaakt. En waren bij het opmaken dezer acte, die aan comparanten voorgelezen is, tegenwoordig als getuigen de heer Jetso van Voss en Marten Bruins, die dese zoals ook den comparant nevens mij ondertekend hebben; gedaan te Heemse, den tweeden mey agtienhonderd en elf. | |||||||
21 | 02-05-1811 | Jan | van den | Pol | Collendoorn | insinuatie | |
21 | 02-05-1811 | Egbertien | Jansen | wed. Jan Jansen | Diffelen | insinuatie | |
22 | 02-05-1811 | Christina | Teunis | Heemse | eerbied | ||
22 | 02-05-1811 | Janna | Derks | wed. Teunis Harms | Heemse | eerbied | |
23 | 02-05-1811 | Christina | Teunis | Heemse | insinuatie | ||
23 | 02-05-1811 | Janna | Derks | wed. Teunis Harms | Heemse | insinuatie | |
24 | 04-05-1811 | Derk | Buijtendijk | Heemse | hypotheek | ||
24 | 04-05-1811 | Clasina | Jacobs | Heemse | hypotheek | ||
24 | 04-05-1811 | Hermannus Henricus | ter | Poorten | Brucht | hypotheek | |
24 | 04-05-1811 | Lijsje | Voomberg | Brucht | hypotheek | ||
25 | 06-05-1811 | Geertien | Stegeman | Brucht | eerbied | ||
25 | 06-05-1811 | Janna | Knews | wed. Jan Gerrits Stegeman | Brucht | eerbied | |
26 | 06-05-1811 | Geertien | Stegeman | Brucht | insinuatie | ||
26 | 06-05-1811 | Janna | Knews | wed. Jan Gerrits Stegeman | Brucht | insinuatie | |
27 | 06-05-1811 | Gerrit | Oosterhof | wed. Geertrui Niesink | Hardenbergh | huwelijkse voorwaarden | |
27 | 06-05-1811 | Geertien | Stegeman | Brucht | huwelijkse voorwaarden | ||
28 | 08-05-1811 | Janna | Stobben | wed. Klaas Jans | Hardenbergh | boedelscheiding | |
28 | 08-05-1811 | Jenne | Klaas | Ane | boedelscheiding | ||
28 | 08-05-1811 | Elisabeth | Klaas | Hardenbergh | boedelscheiding | ||
28 | 08-05-1811 | Jan | Klaas | Anevelde | boedelscheiding | ||
29 | 08-05-1811 | Derk Jan | Rustenberg | Hardenbergh | remplacantstelling | ||
29 | 08-05-1811 | Egbert | Roelofs | Hardenbergh | remplacantstelling | ||
Ik ondergetekende griffier in het kanton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, certificere hiermede dat voor mij gecompareerd zijn Egtbert Roelofs, knegt van Berend Rustenberg, wonende ten Hardenbergh, ter ener – en Derk Jan Rustenberg, mede aldaar woonachtig, en verklaarde de eerstgemelde comparant zig als remplacant tot den zeedienst of landdienst voor den laatstgemelden Derk Jan Rustenberg te hebben geengageerd, om ingevalle er op een volgend jaar of eerder ene requeste tot den zeedienst of te lande mogt plaats heben, en gemelde Derk Jan Rustenberg het lot mogt treffen, voor hem in den zeedienst of den landdienst op te treden, en wel op deze navolgende voorwaarden. Vooreerst zal door gemelde Derk Jan Rustenberg, bij het dadelijk in dienst treden, aan voornoemden Egtbert Roelofs worden betaald ene somma van vijftig guldens, die hij ook zal genieten al wierd hij niet werkelijk in actieven dienst gesteld. Ten anderen zal bovendien gemelde Egtbert Roelofs, van gemelde Derk Jan Rustenberg de ’s jaarlijksche intrest van ene somma van driehonderd guldens, tegen vier procento, welk voorzeide driehonderd guldens niet eerder door gemelde Derk Jan Rustenberg aan voornoemde Egtbert Roelofs zullen worden betaald en uitgekeerd voor dat denzelven van den dienst ontslagen is. Al het welk zij comparanten contrahenten over en weder te zullen nakomen en agtervolgen, schoon alle solemniteiten in regten anders nodig of gebruikelijk hierbij niet mogten zijn geobserveerd, zo is deze door mij griffier en de comparanten getekend, binnen Hardenbergh, den agsten mey eenduisend agthonderd en elf. |
|||||||
30 | 09-05-1811 | Hillegien | Derks | wed. Harmen Lamberts | Baalder | toestemming | |
30 | 09-05-1811 | Egbert | Harms | Heemserveen | toestemming | ||
31 | 09-05-1811 | Fennegien | Jansen | Rheezerveen | eerbied | ||
31 | 09-05-1811 | Gerridina | Hendriks | wed. Jan Derks | Rheezerveen | eerbied | |
32 | 09-05-1811 | Fennegien | Jansen | Rheezerveen | insinuatie | ||
32 | 09-05-1811 | Gerridina | Hendriks | wed. Jan Derks | Rheezerveen | insinuatie | |
33 | 21-05-1811 | Jan | Volkerink | Loozen | eerbied | ||
33 | 21-05-1811 | Jennegien | Grootens | wed. Derk Hendriks | Beerze | eerbied | |
34 | 21-05-1811 | Jan | Volkerink | Loozen | insinuatie | ||
34 | 21-05-1811 | Jennegien | Grootens | wed. Derk Hendriks | Beerze | insinuatie | |
35 | 21-05-1811 | Roelofjen | Jans | Lemele | eerbied | ||
35 | 21-05-1811 | Janna | Jans | wed. Jan Hendriks | Lemele | eerbied | |
36 | 21-05-1811 | Roelofjen | Jans | Lemele | insinuatie | ||
36 | 21-05-1811 | Janna | Jans | wed. Jan Hendriks | Lemele | insinuatie | |
37 | 22-05-1811 | Janna | Everts | wed. Klaas Wever | Lutten | transport | |
37 | 22-05-1811 | Jan | Wever | Lutten | transport | ||
37 | 22-05-1811 | Willem | Vlierman | Ane | transport | ||
37 | 22-05-1811 | Jennegien | Wever | Ane | transport | ||
37 | 22-05-1811 | Roelof | Vasse | Hardenbergh | transport | ||
37 | 22-05-1811 | Elisabeth | Wevers | Hardenbergh | transport | ||
37 | 22-05-1811 | Klaas | Olthuis | Hardenbergh | transport | ||
37 | 22-05-1811 | A.C.W. | van | Haersolte tot den Doorn | Zwolle | transport | |
37 | 22-05-1811 | D. | Bentinck tot Diepenheim | Zwolle | transport | ||
37 | 22-05-1811 | B.H. | Bentinck tot Buckhorst | Zwolle | transport | ||
37 | 22-05-1811 | J.P. | Wildeman | Zwolle | transport | ||
37 | 22-05-1811 | A.F. | Goudriaan | Amsterdam | transport | ||
37 | 22-05-1811 | P. | Lorents | s-Gravenhage | transport | ||
38 | 24-05-1811 | W.C. | van | Coeverden | Gramsbergen | volmacht | |
38 | 24-05-1811 | J.G. | le | Chastelain | Gramsbergen | volmacht | |
38 | 24-05-1811 | Nanning | van | Foreest | Petten | volmacht | |
39 | 24-05-1811 | Albert | Teunis | wed. Geertjen Wolbink | Lutten | huwelijkse voorwaarden | |
39 | 24-05-1811 | Grietjen | Veeneman | Holthone | huwelijkse voorwaarden | ||
40 | 28-05-1811 | Jan | Volkerink | wed. Janna Geugies | Loozen | huwelijkse voorwaarden | |
40 | 28-05-1811 | Roelofjen | Jansen | Lemele | huwelijkse voorwaarden | ||
41 | 29-05-1811 | Gerhardus Ebbertus | Sierink | Hardenbergh | eerbied | ||
41 | 29-05-1811 | Gerrit | Sierink | wed. Johanna Horstink | Hardenbergh | eerbied | |
Voor mij Griffier van het Vrede Gerigt in het kanton Hardenbergh,
departement der Monden van den IJssel, als hiertoe gequalificeerd bij decreet
van Zijne Keizerlijke en Koninglijke Majesteit van den tweden february agtienhonderd
en elf, en in praesentie van de hierna te meldene getuigen, compareerde Gerhardus
Ebbertus Sierink, meerderjarigen zoon van Gerrit Sierink, weduwnaar van wijlen
Johanna Horstink, in leven ehelieden, mede opziener van ’t Klooster Sibculo,
wonende te Hardenbergh. Dewelke verklaarde bij desen ingevolge art. 151 van ’t Wetboek Napoleon op te rigten ene acte van eerbied, aan zijnen voorzeiden vader, ten einde de raad van denzelven te erlangen, omtrend zijn voorgenomen huwlijk met Geesjen Sierink, te Den Haag woonagtig; verzoekende den comparant dat dese ingevolge art. 154 van hetzelve Wetboek aan zijnen opgemelden vader moge worden bekend gemaakt. En waren bij het opmaken dezer acte die aan comparant voorgelezen is, tegenwoordig als getuigen, Berend Oeverman en Berend Rustenberg, die dese zo als ook den comparant nevens mij ondertekend hebben, gedaan ten Hardenbergh, den negen en twintigsten mey agtienhonderd en elf. |
|||||||
42 | 29-05-1811 | Gerhardus Ebbertus | Sierink | Hardenbergh | insinuatie | ||
42 | 29-05-1811 | Gerrit | Sierink | wed. Johanna Horstink | Hardenbergh | insinuatie | |
Voor mij griffier van het Vrede Gerigt en het kanton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, als daartoe gequalificeerd bij decreet van Zijne Keizerlijke en Koninglijke Majesteit van den tweden february agtienhonderd en elf, en in praesentie van de hierna te meldene getuigen, compareerde Geesjen Sierink, meerderjarige dogter van Arend Sierink, Mr. Koperslager, en nog in leven zijnde moeder Swaantjen Swijse, ehelieden wonende ten Hardenbergh. Dewelke verklaarde bij desen ingevolge art. 154 van ’t Wetboek Napoleon op te rigten ene acte van eerbied, aan hare voorzeide ouders, ten einde de raad van deselve te erlangen omtrend haar voorgenomen huwelijk met Gerhardus Ebbertus Sierink, wonende te Hardenbergh. Verzoekende de comparante dat dese ingevolge artikel 154 van hetzelve Wetboek aan hare opgemelde ouders moge worden bekend gemaakt. En waren bij het opmaken dezer acte die aan comparanten voorgelezen is tegenwoordig als getuigen Berend Oeverman en Berend Rustenberg, die deze alsook de comparante nevens mij ondertekend hebben, gedaan ten Hardenbergh den negen en twintigsten mey agtienhonderd en elf. |
|||||||
43 | 29-05-1811 | Geesjen | Sierink | Hardenbergh | eerbied | ||
43 | 29-05-1811 | Arend | Sierink | Hardenbergh | eerbied | ||
43 | 29-05-1811 | Zwaantje | Zwijse | Hardenbergh | eerbied | ||
Wij griffier van het Vrede Gerigt in het kanton Hardenbergh, departement der Monden van den IJssel, als daartoe gequalificeerd bij decreet van Zijne Keizerlijke en Koninglijke Majesteit van den tweden february agtienhonderd en elf, verklaren bij desen dat wij ons met en benevens de hier na te melden en mede ondertekend hebbende getuigen, op heden begeven hebben bij Gerrit Sierink, alhier woonagtig, en aan denzelven uit naam van zijnen zoon Gerhardus Ebbertu Sierink, Mr. Bakker, wonende ten Hardenbergh, oud agtendertig jaar, hebben aangeboden eene acte van eerbied, waarbij hij denzelven om raad vraagd, nopens een door hem aan te gaan huwlijk met Geesjen Sierink, wonende in Den Haag, waarop hij geantwoord heeft, dat dit huwlijk zijne volkomene goedkeuring had. Aldus gedaan binnen Hardenbergh voor ons griffier voornoemd, en in tegenwoordigheid van B. Oeverman en Berend Rustenberg als getuigen, den negen en twintigsten mey agtienhonderd en elf. | |||||||
44 | 29-05-1811 | Geesjen | Sierink | Hardenbergh | insinuatie | ||
44 | 29-05-1811 | Arend | Sierink | Hardenbergh | insinuatie | ||
44 | 29-05-1811 | Zwaantje | Zwijze | Hardenbergh | insinuatie | ||
45 | 29-05-1811 | Geertjen | Hekman | wed. Reinder Hekman | Ane | transport | |
45 | 29-05-1811 | Hendrik | Hekman | Ane | transport | ||
45 | 29-05-1811 | Albert | Gerrits | Anerveen | transport | ||
46 | 31-05-1811 | Willem | Jannessen | Holtheeme | eerbied | ||
46 | 31-05-1811 | Jannes | Jansen | Holtheeme | eerbied | ||
46 | 31-05-1811 | Grietjen | Willems | Holtheeme | eerbied | ||
47 | 31-05-1811 | Willem | Jannessen | Holtheeme | insinuatie | ||
47 | 31-05-1811 | Jannes | Jansen | Holtheeme | insinuatie | ||
47 | 31-05-1811 | Grietjen | Willems | Holtheeme | insinuatie | ||
48 | 31-05-1811 | Jannegien | Gerrits | Holtheeme | eerbied | ||
48 | 31-05-1811 | Gerrit | Kwant | Holtheeme | eerbied | ||
48 | 31-05-1811 | Berendje | Egtberts | Holtheeme | eerbied | ||
49 | 31-05-1811 | Jannegien | Gerrits | Holtheeme | insinuatie | ||
49 | 31-05-1811 | Gerrit | Kwant | Holtheeme | insinuatie | ||
49 | 31-05-1811 | Berendje | Egtberts | Holtheeme | insinuatie | ||
50 | 31-05-1811 | Willem | Jannessen | Holtheeme | huwelijkse voorwaarden | ||
50 | 31-05-1811 | Jannegien | Gerrits | Holtheeme | huwelijkse voorwaarden | ||
51 | 12-06-1811 | Jan Hendrik | Zweers | J.H.zn | Hardenbergh | hypotheek | |
51 | 12-06-1811 | Jan Hendrik | Zweers | Hardenbergh | hypotheek | ||
51 | 12-06-1811 | Janna | Stobben | wed. Klaas Jans | Hardenbergh | hypotheek | |
52 | 14-06-1811 | Jannes | Sierink | Hardenbergh | eerbied | ||
52 | 14-06-1811 | Gerrit | Sierink | Hardenbergh | eerbied | ||
53 | 14-06-1811 | Johannes | Sierink | Hardenbergh | insinuatie | ||
53 | 14-06-1811 | Gerrit | Sierink | Hardenbergh | insinuatie | ||
54 | 15-06-1811 | Engelbertus | Zweers | Hardenbergh | transport | ||
54 | 15-06-1811 | Jan Hendrik | Boerrigter | Hardenbergh | transport | ||
55 | 15-06-1811 | Jacob | van | Foreest | Heemse | transport | |
55 | 15-06-1811 | Maria Clara | van | Rechteren | Heemse | transport | |
55 | 15-06-1811 | H.E. | van | Marle | Zwolle | transport | |
55 | 15-06-1811 | W.J. | van | Dedem | Zwolle | transport | |
55 | 15-06-1811 | C.G. | van | Baerle | Zwolle | transport | |
56 | 15-06-1811 | Jacob | van | Foreest | Heemse | transport | |
56 | 15-06-1811 | Maria Clara | van | Rechteren | Heemse | transport | |
56 | 15-06-1811 | A.C.W. | van | Haersolte tot den Doorn | Zwolle | transport | |
56 | 15-06-1811 | D. | Bentinck tot Diepenheim | Zwolle | transport | ||
56 | 15-06-1811 | B.H. | Bentinck tot Buckhorst | Zwolle | transport | ||
56 | 15-06-1811 | J.C. | Wildeman | Zwolle | transport | ||
56 | 15-06-1811 | F.A. | Goudriaan | Amsterdam | transport | ||
56 | 15-06-1811 | P. | Lorents | s-Gravenhage | transport | ||
56 | 15-06-1811 | Klaas | Olthuis | Hardenbergh | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Hendrik | Takman | Radewijk | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Truite | Derks | Radewijk | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Hendrik | Schepers | Brucht | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Jan | Geerts | Radewijk | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Egbert | Roelofs | sr. | Radewijk | transport | |
57 | 22-06-1811 | Warse | Takman | Radewijk | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Geertjen | Plaggemars | Radewijk | transport | ||
57 | 22-06-1811 | Hendrik | Holter | Radewijk | transport | ||
58 | 26-06-1811 | Jan Centen | Kok | Gramsbergen | transport | ||
58 | 26-06-1811 | Bartha | Kok | Gramsbergen | transport | ||
58 | 26-06-1811 | Herman | Zwijze | Loozen | transport | ||
58 | 26-06-1811 | Geesjen | Prenger | Loozen | transport | ||
59 | 26-06-1811 | Hendrikjen | Haberts | wed. Johannes Boerink | Gramsbergen | hypotheek | |
59 | 26-06-1811 | Egbert | Scholten | Heemserveen | hypotheek | ||
59 | 26-06-1811 | Jennegien | Geertmans | Heemserveen | hypotheek |