Jacobus van Engelen (1816-1861) was een schoolmeester die les heeft gegeven aan de openbare lagere school te Bergentheim.


Jacobus van Engelen is geboren op 12 augustus 1816 te Amsterdam, als zoon van de ongehuwde Johanna van Engelen. Op 10 december van dat jaar werd hij als onecht en verlaten kind in alimentatie opgenomen in het Aalmoezeniersweeshuis te Amsterdam. Op 4 mei 1848 trouwde hij te Stad Hardenberg met Anna Hofstede, de weduwe van herbergier Hendrik ter Steeg aldaar. Het jaar erop werd hun zoontje Jacobus geboren in Bergentheim.

Op 9 januari 1846 werd in de school te Heemse het vergelijkend examen gehouden ter vervulling van de vacante schoolmeesterspost in Bergentheim na het overlijden van Gerrit Jan Everts. Er waren zeven sollicitanten waaruit Jacobus van Engelen, woonachtig te Enter, werd gekozen en benoemd. Hij had de derde onderwijzersrang. Op 18 februari 1846 werd Van Engelen benoemd door het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg. Zijn akte van aanstelling is bewaard gebleven. Burgemeester Pluijm nam Van Engelens belofte af en meldde dat in deze brief aan Gedeputeerde Staten van Overijssel, gedateerd 18 februari 1846:

“Het Gemeentebestuur van het Ambt Hardenbergh, provincie Overijssel, ingevolge besluit van hun edel grootachtbaren de heeren Gedeputeerde Staten der provincie van den 14e mei 1834, beregtigd tot de aanstelling der schoolonderwijzers in de lagere school der buurschap Bergentheim in de gemeente; ontvangen hebbende eene aanschrijving van zijne excellentie den heere staatsraad gouverneur der provincie van den 12e dezer, houdende kennisgeving van den ontvangst der authorisatie tot de benoeming van Jacobus van Engelen, bezitter der 3e rang, tot schoolonderwijzer te Bergentheim voorschreven. Verklaard hiermede in executie der voorzeide aanschrijving te hebben benoemd en aangesteld, zulks doende bij deze, tot schoolonderwijzer in de lagere school van de buurtschap Bergentheim, vacerende door het overlijden van den schoolonderwijzer Gerrit Jan Everts, de voormelde Jacobus van Engelen, wonende te Enter, en hebbende daartoe naar voorschrift van het besluit van Z.E. den heere Gouverneur der Provincie van den 12e september 1823 de belofte afgelegd, van geene kinderen op zijne school te ontvangen dan die voorzien zijn van het bewijs dat zij de koepokinenting ondergaan, of de natuurlijke kinderziekte gehad hebben; en zulks tegen het genot van het aan de betrekkelijke school verknochte rijks-jaarwedde van vijftig guldens en der door hem volgens de bestaande wetten en verordeningen te meriteerene schoolgelden. Hardenbergh, den 18 februari 1846. Pluijm, burgemeester”.

Volgens het bewaard gebleven certificaat van de nationale militie uit 1845 ging Van Engelen mank aan het linker been waardoor hij finaal was vrijgesteld van militaire dienst.

Van Engelens reputatie zou gaandeweg zijn werkzaam leven in Bergentheim achteruit gaan. Er werd veelvuldig over hem geklaagd door ouders van schoolgaande kinderen. Zoveel zelfs dat de burgemeester bij de ouders informatie liet opvragen. Het Interrogatoria inzake meester Van Engelen is bewaard gebleven in diens dossier ‘armenzaken’ en geeft een prachtig inzicht in ’t wel en wee van de schoolmeester die in elk geval geen kindervriend was. De klachten hielden aan en het gemeentebestuur zat met Van Engelen in de maag. Het leidde er uiteindelijk toe dat de schoolmeester in 1854 ‘bedankte’ voor zijn betrekking.

Daarna ging het helemaal bergafwaarts met de oud-onderwijzer. Dat blijkt vooral uit correspondentie over Jacobus van Engelen hetgeen is bewaard gebleven in het archief van de voormalige gemeente Ambt Hardenberg. Het begint ermee dat Van Engelen betrapt is op bedelen en dat was ten strengste verboden. Door de rechtbank in Eindhoven werd hij schuldig bevonden. Na het uitzitten van zijn gevangenisstraf zou Van Engelen worden doorgestuurd naar de bedelaarskolonie De Ommerschans, maar de rechter had medelijden met de man. Daarom klom hij in de pen. Tussen mei 1854 en augustus 1855 gingen er vele brieven over Van Engelen van en naar het gemeentehuis te Ambt Hardenberg.

Uiteindelijk overleed Van Engelen op 2 februari 1861 in het krankzinnigengesticht ‘Meerenberg’ te Bloemendaal, op 44-jarige leeftijd. Zijn officiĆ«le woonplaats was Ommen, aldus zijn akte van overlijden.