samengesteld door D. Hesselink-Zweers (bijgewerkt 10-02-2024)

Bronnen: zie overzicht van oude akten.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 229 | 05-01-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 406 | 06-01-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 230 | 22-01-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 407 | 05-02-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 408 | 10-02-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 236 | 10-02-1500
Robert van Itterssem, schout te Hardenberch, oorkondt dat Volcker Heynen en zijn vrouw Henrick verkocht hebben aan prior en convent van Galilea in Zybekloe een rente van 6 schepel rogge Zwolse maat, ter Marienborch te leveren, uit een huisstede binnen de stad Hardenberch en uit een gaarde aldaar c.a.; en dat verkopers die rente in het heimaal met hand en mond hebben geleverd onder belofte van vrijwaring.
Op s.Scholasticha dach.
NB: Als keurnoten worden genoemd Bruen Reynerssoen en Hermen Mensen | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 158 vs. (blz. 314), in het archief van het klooser Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 408 | 10-02-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 409 | 21-03-1500

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 410 | 21-03-1500
Broeder Hermannus, prior van het klooster van Zibekeloe, verklaart in ’t bijzonder van den Kelner, verpacht te hebben aan Johannes Heijnen en N. diens huisvrouw, zoolang zij of beider kind leven, de smalle tienden over het erve het Voerwerck ten Hardenberghe, tegen betaling van een pond was jaarlijks, zijnde deze verpachting uit gunst geschied.
Anno Domini etc. MVc Benedicti.
Cart.v.Sibculo fol. 62 | v. Doorn.dl.5.

Bisschoppen van Utrecht | Regest 5025 | 03-04-1500
Bisschop Fr(ederik) maakt met goedvinden der vijf kapittelen den berchvrede te Veenbrugge, wegens de zware onderhoudskosten, tot een leengoed, waarmede hij op zekere voorwaarden Jacob van Uyterwijck beleent | Zie inventarisnummer: 800 | Zie folio- of paginanummer: 62 vs

Stadsgericht Hardenberg | Regest 7 | 20-07-1500
Robert van Ittersum richter, oorkondt dat Roloff van Steygeren, Roloff Claessen, Hermen Aemsing, Reyner Wolterssen, Johan Evert Vrylingessonne en Geert Hermenssen ter instantie van burgemeesters, schepenen en raad van Hardenberg t.o.v. Bruen Reynerssen en Wyllem Menssen, keurnoten, verklaren dat de Hardenberger en Bruchter marken altijd samen beheerd en gebruikt zijn door de burgers en buren | des Maindages post divisionis apostolurum | NB: Afschrift (16e eeuws). Oorspr. in inv.nr. 21.

Bisschoppen van Utrecht | Regest 5031 | 14-09-1500
Jacob van Uterwijck maakt, ten overstaan van bisschop Fr(ederik), aan zijne vrouw Else van Echten de nahand eener rente van 1200 gouden Rijnsche guldens uit al zijne heerlijke of eigene goederen | Zie inventarisnummer: 800 | Zie folio- of paginanummer: 66 vs

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 235 | 27-12-1500
Johan Wedelinck te Reedze en Albert Waterinck, vrijlieden van de hof Ummen, oorkonden dat Rotgher die Wijse en zijn vrouw Aleyd, ook vrijlieden van die hof, verkocht hebben aan prior en convent van Zybekeloe een hooimaat te Holtheem, in kerspel en gericht van Hardenberch, gen. de Leenckhorst, afkomstig van hun erf des Vosses erve, met een rente van 8 mud winterrogge Zwolse maat uit dat erf; en dat verkopers maat en rente met hand en mond aan kopers hebben geleverd onder belofte van vrijwaring. (Holtheme)
Op s. Johannesdach evangeliste.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 158 (blz. 313), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 228.

Bisschoppen van Utrecht | Regest 5039 | 23-01-1501
Bisschop Fr(ederik) ontslaat, ten verzoeke van Roeloff Schonecamp, eene halve waar en een stuk nieuw aangeslagen land van het erf Riddering te Holthem uit het leenverband, ten behoeve van het klooster te Zibekloe, waarvoor de bisschop van hem in wissel ontvangt eigen goed in het kerspel Hardenberg, waarmede hij hem dan beleent. (Ridderink Holtheme)
Afschr. — Reg. n°. 280 fol. 69 vs.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 412 | 11-03-1501
Robert van Ittersum, schulte te Hardenberge, verklaart, dat juffer Mechtelt van Difell, dochter van wijlen Ffrederick v. Diffell, met Johan Blancfort als momber, heeft verkocht aan Prior en Convent van het klooster Zibekeloe haar geheele erve Nijehues, gelegen in de buurschap te Diffell, kerspel van Heemse gericht van Hardenberge.
Koirnoten: Henrick Kamfferbeke en Egbert Scroder.
Verder tegenwoordig: Heer Gheert, pastoor te Heemse, Boldewijn Blancfort, en Johan van Ytterssum.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Gregoriusavent.
Met de uith.z.z. v.d. schulte en Joh. Blancfort | o.n.Sibculo CXLIV | v. Doorn.T.R. | Cart.p.316.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 237 | 11-03-1501
Robert van Ittersum, schout van Hardenberch, oorkondt dat Joffer Mechtelt van Diffell, dochter van Frederick van Diffell, onder bijstand van Johan Blanckefoert, aan prior en convent in Zybekeloe verkocht heeft een rente van 2 mud winterrogge Zwolse maat, te leveren in de hof ter Marienborch uit haar erf Hermelinck, gelegen in de buurschap Diffell, het kerspel Heemsen en het gericht Hardenberch, en dat zij die rente in het heimaal met hand en mond geleverd heeft, terwijl die rente losbaar is met 24 Rijnse gulden.
Op s. Gregoriusavent confessoris.
Afschrift in Cartularium II, fol. 159 vs. (blz. 316), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 239.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 239 | 21-03-1501
Johan van Diffell, momber van zijn nicht Mechtelt van Diffell, hecht zijn goedkeuring aan de verkoop door Mechtelt aan prior en convent van het klooster Zybekeloe van een rente van 2 mud rogge uit het erve Hermelinck, gelegen te Diffel in het kerspel Heemse en het gericht Hardenberch, en belooft kopers te zullen vrijwaren.
Op s.Benedicutusdach abbatis.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 161 (blz. 319), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 237.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 413 | 04-04-1501
Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Volcker Heijne en Henrick zijne vrouw, den terugkoop of aflossing van eene jaarrente van 6 schepel rogge, door hen indertijd aan het klooster verkocht uit hunne hofstede binnen Hardenberch gelegen, en voorts uit gaarden en land buiten Hardenberch.
Int jaer ons Heren MVc ende een ipso die Ambrosii Episcopi en Confessoris.
Cart.v. Sibculo fol. 50.
v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 241 | 04-04-1501
Robert van Ittersem, richter ten Hardenberch, oorkondt dat Jacob van Wterwijck, kastelein opter Venebrugghen, verkocht heeft aan prior en convent van Galilea in Zybekloe een rente van 2 mud winterrogge Zwolse maat uit zijn beschapen roggepacht, die hij ambtshalve trekt van de huislieden van de Venebrugghe, in het gerecht Hardenbergh of andere gerechten van Zallant voor 25 halve gouden Rijnse gulden die Jacob het klooster schuldig was, te leveren ter Marienborch; en dat verkoper die rente in het heimaal met hand en mond geleverd heeft onder belofte van vrijwaring.
Op s.Ambrosiusdach episcopi et confessoris.
NB: Als keurnoten worden genoemd Lefert Hermenssoen en Hermen Johanssoen | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 162 vs. (blz. 322), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 414 | 01-05-1501

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Charter 10 | 25-05-1501
Acte, waarbij Jutte van Rutenberch wed. Godert van Reede, de schenkingen bevestigt door wijlen haren man “tot een recht testament” gedaan o.a. van een stuk lands bij Hardenberg..

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 415 | 25-05-1501
Robert van Ytterssum, richter te Hardenberge, verklaart, dat juffer Jutte van Reede, geb. van Ruthenberch, wed. van Godert van Reede, met Henrick van Oestendorpe als momber, bevestigt de schenkingen door haar man “tot een recht testament’ aan de kloosters Zybekeloe en Albergen gedaan, bestaande o.a. uit een stuk lands bij Hardenberg.
Koirnoten : Laurens Albert Rijckmansson en Johan Stevenssoen.
Datering: In den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Urbanus dach pape et Martyris.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w. | o.n.Sibculo CXLV | Cart.p.320 | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 240 | 25-05-1501
Robert van Yttersem, richter ten Hardenberch, oorkondt dat Juffer Jutte van Rede gen. van Rutenberch weduwe van Goedert van Reede, onder bijstand van Henrick van Oestendorp, heeft overgedragen aan prioren en conventen van Zybekeloe en Alberghen alle land en renten, die Goedert hun had gelegateerd.
Op s.Urbanusdach pape et martiris.
NB: Als keurnoten worden genoemd Laurens Albert Ryckmanssoen en Johan Stenvenssoen. Het charter is medebezegeld door Jutte’s zoon Adryaen van Reede | Hss.: Oorspr. charter in het R.A. in Overijssel (Archief klooster Sibculo) (A). — Afschrift aldaar, in Cartularium II, fol. 161 vs (blz. 320) (B). — Afschrift aldaar, Archief klooster Albergen, Liber monasterii, fol. 143 vs. (C) | Regesten: Van Doorninck, Register, V blz. 146. — Ten Cate, Albergen, blz. 242 no. 643.

Klooster Sint Anthonius te Albergen | Regest 643 | 25-05-1501
Robert van Yttersum, richter te Herdenberge, oorkondt, dat Jutte van Rede alias van Rutenberch, weduwe van Godert van Reede, met Hendrik van Oestendorpe als momber ten overstaan van hem en de keurnoten Laurens Albert Rijckmanssoen en Johan Stevenss krachtens het testament van haar man aan het convent van Zibekeloe een stuk land van zes schepel heeft overgedragen, dat tot dusver door Willem Mensensoen werd bezeten ten noorden van het land van Albert Rijckmanssoen en ten zuiden van het land van Volker Heynensoen, aan het convent van Alberghen een rente van zes schepel gerst uit de door Claes ter Bucht gepachte stukken in Clappes Huerne en aan beide kloosters gezamenlijk een klein stuk gerstland van twee schepel, dat Roloff, de weduwe van Lambert die Weert, tot dusver in gebruik had en dat in de Pothoff in Clapeshuerne tussen de landen van Mathe Vredinck en Allerdinck behoort. Juttes zoon Adriaen van Rede heeft deze akte mede bezegeld.
Op Sunte Urbanus dach pape et martiris.
Afschrift in L.M. f. 143 vs., waarbij aangetekend, dat het origineel zich in het archief van Sibculo bevindt, waarin het bewaard is gebleven | Mede beschreven in T.R., V, 146.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 238 | 17-07-1501

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 416 | 24-07-1501

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 417 | 25-07-1501
Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster van Zybekeloe, en broeder Johannes, prior, en het convent van het klooster van Albergen, verklaren vergund te hebben aan Jutte van Reede, wed. Goedert v. Reede, den terugkoop van het land en de renten te Hardenbergh, gelegen, door Jutte vroeger, krachtens testament van wijlen Goedert haren man, aan het klooster overgedragen voor 42 overl. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MVc ende een op sunte Jacobs dach Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 51 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 418 | 09-10-1501
Johanne Spliteloffs, dochter van Herbert S., met Johan S. haren oom als momber, verklaart als leenvrouwe beleend te hebben Gerbert ten Bussche, zoon van ouden Gheerd, ten behoeve van het klooster Galilea in Zibekeloe, met de grove en smalle tienden over het erve Varwerck, in het gericht van Herdenberghe, en met de dito tienden over het erve Reijninck in het kerspel van Heemse gelegen.
Tegenwoordig: Gherbert ten Busch, de oude, en Maes Knoppert.
Int jaer onses Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Dyonisiusdach.
Met het uith.z. van Johan S. in gr. w. | o.n. Sibculo CXLVI | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 244 | 17-11-1501

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 419 | 31-12-1501

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 245 | 01-02-1502

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 269 | 10-02-1502

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 420 | 21-03-1502
Ffrederick van Zulen van Bleeckenborch, richter te Ummen, verklaart dat Jacob van Uterwijck, castelein op de Venebrugghe, heeft verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe (sic) alle pachtrogge die hij jaarlijks ambtshalve beurt op de Venebrugghe en uit het kerspel van den Ham en het gericht van Ummen voor 50 overlandsche gouden rijnsche gulden, onder eenige nadere bepalingen.
Koernoten: Tibbe Costers en Clawes Roloffssoene.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende twee op sunte Benedictusdach des heiligen Abts.
Met het uith.z.v. den richter, en een spoor van dat van Jacob v.U. in gr. w. | o.n.Sibculo CXLVII | Cart.p.324 |
v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 242 | 21-03-1502
Frederick van Zulen van Blekenborch, richter te Ummen, oorkondt dat Jacob van Wterwijck, kastelein opter Venebrugghe, verkocht heeft aan prior en convent van Galilea in Zybekeloe alle beschapen pachtrogge, die hij ambthalve jaarlijks trekt van de gewaarde erven en kotters uit het kerspel Den Ham, in het gericht Ummen, voor 50 Overlandse gouden Rijnse gulden, die hij het klooster schuldig was; en dat verkoper die pachten met hand en mond in het heimaal heeft geleverd.
Op s. Benedictusdach.
NB: Als keurnoten worden genoemd Tybbe Costers en Clawes Roloffzoen | Hss.: Oorspr. charter in het R.A. in Overijssel, Archief klooster Sibculo (A). — Afschrift aldaar, in Cartularium II, fol. 163 vs. (blz. 324) (B) | Regest: Van Doorninck, Register, V (blz. 157) | Zie: no. 241.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 266 | 05-04-1502

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 421 | 02-06-1502

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 422 | 21-10-1502

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 423 | 07-01-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 260 | 03-02-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 424 | 14-02-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 243 | 14-02-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 250 | 21-02-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 425 | 22-03-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 271 | 22-02-1503
Jacob van Wterwijck, kastelein opter Venebrugge, verklaart dat hij prior en convent van Zybekeloe in onderpand heeft gegeven de zegels en brieven van zijn aanstelling te Venebrugghe i.v.m. de rente van 4 1/2 mud rogge, die hij hun verkocht heeft uit de inkomsten van het ambt van de Venebrugghe.
Petri ad Cathedram.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 181 (blz. 359), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 241 en 242.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 426 | 28-04-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 427 | 01-05-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 428 | 01-05-1503
Broeder Hermannus, prior, Johannes Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan heer Henrick Pelsinck, priester, eene jaarrente van vijf overl. gouden rijnsche gld., uit den Uuthof en molen te Marienborch, en voorts onder verband der overige bezittingen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 100 dergel.gld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende dree ipso die Philippi et Jacobi Apostolorum.
In Margine: vacat quia redempti sunt anno XIIII°. | Cart.v.Sibculo fol.54.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 429 | 12-05-1503
Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes Druyborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Johannes van Ghemen,. Wolterus Poppinck, senioren van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mr. Gheryt Bruens, canunnik te Deventer eene jaarrente van 9 mudden rogge, uit hun erve Marienborch, en de molen, daarbij gelegen in het kerspel van Hardenbergh, en voorts onder verband van alle andere bezittingen des kloosters.
Int jaer ons Heren MV° ende dree Pancracii.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVc octavo ipso die Philippi et Jacobi.
Cart.v.Sibculo fol. 53 | v. Doorn.dl. 5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 430 | 09-06-1503
Gherardus Bruens, canunnik van St. Lebuinuskerk te Deventer, verklaart vergund te hebben aan Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes van Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Johannes van Ghemen en Wolterus Poppinck, senioren van het klooster Galilea in Zybekeloe, en aan het convent, den terugkoop van 9 mudden rogge, aan hem verkocht uit het erve Marienborch en den molen daarbij, voor 100 gouden overl. gouden rijnsche gld.
Anno etc. MVc ende dree sexta feria post Penthecostas.
In margine: vacat. | Cart.v.Sibculo fol. 53vo. | v. Doorn.dl. 5.

Huis Batinge | Regest 22 | 09-06-1503
Arent van Huijswerden, steven van den clooster, Boldewijn van laer en Wolter van Lynop bepalen – , als scheidslieden tusschen Evert de Baecke en zijne moeder Henrich weduwe Goosen de Baecke met hare andere kinderen, – dat E. zal ontvangen het leenerf Pothoff c.a. (behoudens een lijftocht eruit aan H.) met de daarop liggende lasten; dat H. c.s. zullen ontvangen het erf toe Lutten c.a. (belast met 3 mudden rogge ?s jaars), de grove tienden te Holtheemse over Ravehingh (vastgesteld op 8 mudden ?s jaars half rogge half gerst), de smalle tienden over dat goed en 9 schepsels ?s jaars half rogge half gerst over Hidderingh, de grove tienden over Heyno en Veluwe-erve (vastgesteld op 51/2 mud rogge ?s jaars), het Groote Slach in de Meene, een slag in de Kivit en een slag in de Averfleet, een stuk haverland over die Vechte en een stuk roggeland in de Baeler esch, en stuk haverland genaamd Steygersche in Auermaede, ¿ volle waar op Vaerle; alles ,,eygen goet.?Met bepaling, dat E. zal aflossen de door hem op de tienden te Holtheeme gelegde 2 mudden gerst ?s jaars en binnen 2 jaren alle andere renten, waarmede hij wellicht de goederen heeft bezwaard; dat Derck de Baecke zal heben het 1/5 in dat Groote Slach in de Meene, aan zijn zuster Fye des Baecken in het klooster te Essen als haar kindsdeel bij de scheiding van de naltenschap huns vaders toegewezen, waarom D. haar 10 Rijnsguldens heeft gegeven om voorshands in hare onkosten te voorzien; en dat E. na overlijden van zijn moeder niet zal genieten van de aan haar en hare overige kinderen toegekende goederen.
Gegevens in den jare onses Heeren 1503, des Vrijdaghs nae St.. Bonifacius dach.
NB:Copia copiae ( 17de eeuw) ( Inv. nr. 549), op papier, naar een afschrift gewaarmerkt door J. Vriesen. | Het oorspronkelijke stuk was bezegeld met 4 zegels in groene was.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 431 | 15-06-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 432 | 22-06-1503
Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Ffenne, dochter van Johan Hoffman op ter Velschet en van Lutgarde diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende zij echter koermedes aan convent en kerk.
Int jaer etc. MVc ende dree in Octavo venerabilis Sacramenti.
In het opschrift nader: to Heemse op der Velschet | Cart.v.Sibculo fol. 54vo | v. Doorn.dl

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 433 | 13-07-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 434 | 13-07-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 435 | 23-07-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 436 | 16-08-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 437 | 31-08-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 438 | 07-09-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 439 | 17-09-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 246 | 28-09-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 440 | 01-10-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 441 | 11-11-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 442 | 13-11-1503
Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan juffer Griete van Worten eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, uit hun hof en molen ter Marienborch, en voorts onder verband van des kloosters bezittingen, behoudens recht van terugkoop voor 30 gouden r.gld.
Int jaer ons Heren MVc ende dree Brixii Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XXXII in profesto sancti Katherine.
Cart.v.Sibculo fol 60vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo. | Regest Ter Kuile 261 | 06-12-1503

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 443 | 21-01-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 444 | 22-01-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 317 | 25-01-1504
Gerlich Sturman en Gerit van Voirthusen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat broeder Herman van Aldensall, prior van het klooster Zibekeloe, met broeder Evert Zesen t.e.z. en de erfgenamen van Gerit van Sassenhem t.a.z. overeengekomen zijn, dat het klooster een rente ontvangen zal van 10 enkele Averlandse Keurvorster gouden Rijnse gulden, zolang broeder Merten van Sassenhem leeft. Bovendien zullen de erfgenamen vòòr 12 februari 1505 aan het klooster 150 Rijnse gulden betalen.
Op s.Pauwelsdach Conversionis.
Hs.: Afschrift van een chyrograaf) in Cartularium II, fol. 207 vs. (blz. 414 in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 445 | 10-02-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo. | Regest Ter Kuile 264 | 23-02-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 265 | 23-02-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 267 | 24-03-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo. | Regest Ter Kuile 270 | 27-03-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 446 | 22-06-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 447 | 25-06-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 448 | 09-09-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 449 | 01-10-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 450 | 01-10-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 451 | 01-10-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 452 | 06-10-1504

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 275 | 08-01-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 453 | 21-01-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 273 | 24-01-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 276 | 24-01-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 454 | 14-02-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 455 | 21-02-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 272 | 16-03-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 456 | 14-04-1505
Broeder Gherardus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Ghese Beckers, wed. van Henrick Becker, wonende te Zwolle, in de Smeden eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, uit hun Uuthoff en molen te Marienberch, en voorts uit alle goederen van het klooster, met beding van terugkoop voor 50 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren M vijffhondert ende vijff op sunte Tiburcius ende Valerianusdach martirum.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 33 | Cart.v.Sibculo fol. 66vo. | v.Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 457 | 14-04-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 458 | 23-04-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 459 | 23-06-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 460 | 28-06-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 461 | 09-08-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 280 | 12-08-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo. | Regest Ter Kuile 302 | 28-08-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 462 | 20-09-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 298 | 28-09-1505
Johan van Yttersum, schout te Hardenberch, oorkondt dat Vrouwe Agnes van der Eza van Gramsberch, Vrouwe van Buren en Bosinghem, weduwe, verkocht heeft aan prior en convent van Galilea in Zybekeloe een rente van 32 mud winterrrogge Zwolse marktmaat uit haar vrije goederen Avekinck en Eskinck, gelegen in het kerspel Heemse en het gericht Hardenberch, en uit haar andere goederen, en dat verkoopster die rente met hand en mond in het heimaal geleverd heeft onder belofte van vrijwaring.
Op s. Michaelsavent archangelzi.
NB: Als keurnoten worden genoemd Derck Eskens en Kersteken van Schyndevelt. Het charter was bezegeld door schout en verkoopster | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol, 192 vs. (blz. 384), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 463 | 29-09-1505
Broeder Gherardus van Leyden, prior, Everhardus Zelen, subprior, Johannes van Sutphen, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Frederick Rijnvisch den Olden, en Alyd diens huisvrouw, eene jaarlijksche rente van 32 mudden rogge, uit hunnen Uuthoff, de Marienborch geheeten, c.a. en voorts uit alle andere goederen van het klooster, onder beding van terugkoop voor 400 overl. keurv. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MVc ende viffe op sunte Michaelsdach.
In margine: vacat quia redempti anno XVIII | Cart.v.Sibculo fol. 67vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 464 | 01-10-1505
Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Vasseman en Stijne zijne vrouw eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, uit hunne Uuthoff en molen ter Marienborch c.a., gelegen in het kerspel Hardenberch, en voorts uit alle andere goederen van het klooster, onder beding van terugkoop voor 30 over.rijnsche gouden gld.
Int jaer ons Heren viffhondert ende vijff op sunte Remigiusdach Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVII | In het opschrift heet Vassemen “to Zwolle” | Cart.v.Sibculo fol. 65vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 281 | 01-10-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 297 | 04-10-1505
Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van Galilea in Zybekeloe verklaren, dat zij destijds gekocht hebben 9 1/2 vaten boterrente, die wijlen jonker Zweder, heer van Voirst en Keppell, aan burgers van Kampen had verkocht uit goederen op Staphorst en Ruvene: en dat nu Vrouwe Agnes van der Eza, Vrouwe van Buren en Boesinchem, weduwe, rechthebbende is van die rente van 9 1/2 vaten boter.
Op s. Franciscusdach confessoris.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 192 (blz. 383), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: 281-283, 283a, 284-296.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 291 | 04-10-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 295 | 04-10-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 465 | 18-10-1505
Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Vrouwe Aghese Beckers te Zwolle in de Smeden, wed. van Henrick Beckers, eene jaarlijksche rente van acht mudden rogge, uit hun molen en Uuthoff te Marienborch, en voorts uit alle andere goederen van het klooster met beding van terugkoop voor 100 overl.gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren mVc ende vijff op sunte Lucasdach Ewangeliste.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 33 | Cart.v.Sibculo fol.66 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 466 | 10-11-1505
Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Vrouwe Aghese Beckers te Zwolle in de Smeden, wed. van Henrick Beckers, eene jaarlijksche rente van acht mudden rogge, uit hun molen en Uuthoff te Marienborch, en voorts uit alle andere goederen van het klooster met beding van terugkoop voor 100 overl.gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren mVc ende vijff op sunte Lucasdach Ewangeliste.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 33 | Cart.v.Sibculo fol.66 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 300 | 11-11-1505

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 467 | 14-02-1506

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 468 | 22-02-1506

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 469 | 20-09-1506

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 470 | 21-10-1506
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Herman, zoon van wijlen Esken en van Aleit Hollinck van Wilsem, nu geheeten Slingeborch, als koermedig van hunne kerk hebben ontvangen, welke Herman vroeger vrij man was, blijkens den brief van Herman van Wullen en Ermgart diens vrouw.
Int jaer ons Heren MVc sexto Undecim milium Virginum.
Cart.v.Sibcuclo fol. 71 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 471 | 24-01-1507
Boldewijn Blanckefoert, als leenheer, verklaart beleend te hebben Roloff Kamfferbeeck, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, met het erve Vrijlinck c.a. gelegen in de buurschap van Diffell, kerspel van Heemze, benevens met het erve Velschet c.a. in de buurschap en het kerspel Heemze beide in het gericht van Hardenberge.
Stichtsmannen van Utrecht: Claes van Vilsteren en Evert die Bake.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende seven op avent Conversionis Pauli.
Met het uith.z. van B.B. in gr. w. | o.n.Sibculo CLIV | v. Doorn.T.R.

Bevervoorden tot Oldemeule, familie | Regest 26 | 00-00-1507
Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe (Sibculo), van de orde van Cistercien, en gelegen in het Sticht van Utrecht, geven aan Johan van Bevervorde het onverjaarbare recht om desgewenst telkens op Sunte Peter ad Cathedram (22 februari) de rente van 25 Averlentsche, gouden, Rijnsche gulden af te lossen, die hij ten behoeve van hen gevestigd heeft op zijn goed Weemsloe, zoals blijkt uit een akte, die het convent daarvan heeft, welke aflossing mag geschieden ineens of in twee termijnen en wel met 20 gulden voor elke gulden rente. 
Origineel charter (inv.nr. 332). Het uithangende ambtszegel van broeder Godefridus is verloren.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 304 | 09-02-1507
Johan van Yttersom, schout te Hardenberg, oorkondt dat Johan van Wullen en zijn vrouw Neze Staels hebben verkocht aan prior en convent van Galilea in Zibikeloe een rente van 6 mud winterrogge Zwolse maat uit hun erf Mathevredinck, gelegen in kerspel en gericht Hardenberg, en dat verkopers die rente met hand en mond hebben geleverd onder belofte van vrijwaring.
Op avent Scolastice virginis.
Als keurnoten worden genoemd Boldewijn Blanckefoirt en Bernt Weert, met Jacob van Wterwijck als dedingsman | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 196 vs. (blz. 392), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 472 | 11-02-1507
Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren vergund te hebben aan Johan van Wullen en jonffer Neze Staels de lossing van 6 mudden rogge jaarlijksche rente, die Johan Claes te Swolle heeft ui hun erve Krommehoff, gelegen in het kerspel en de buurschap Heemse, gericht van Hardenberg, vroeger door het klooster van Johan en Neze gekocht, waartegen, zal vervallen de jaarrente van 6 mudden rogge, die het klooster heeft uit het aan Johan en Neze behoorende erve Mathevredinck, in het kerspel en gericht van Hardenberg gelegen.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende soven des Donredages na sunt Scolastica der hilliger Jonfferen.
Cart.v.Sibculo fol. 70 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 473 | 06-04-1507
Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Jacob, zoon van Johan Hoffman op de Velschet en van Lutgart diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter aan het klooster keurmedig.
Int jaer ons Heren MVc ende soven siersten Dinxdages na Paeschen.
Cart.v.Sibculo fol. 70vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 318 | 11-05-1507

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 319 | 11-05-1507 (na)

Charters, collectie ‘Varia’ | Regest 18 | 29-05-1507 | Anno … millesimo quengentesimo septimo (…) Die vero Vicensina nona mensis Maij.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 305 | 29-07-1507

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 474 | 02-10-1507

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 475 | 10-11-1507

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 306 | 16-12-1507

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 328 | 05-01-1508

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 329 | 05-01-1508

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 476 | 13-01-1508

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 307 | 16-02-1508
Broeder Albertus, prior van Windesum, en Gerardus Smyt, kerkheer te Oberum (?), executeurs-testamentair van wijlen heer Johannes Smyt, vicaris te Gramsberge, verklaren aan prior en convent van Zibekeloe overgedragen te hebben een rentebrief van 3 1/2 mud rogge uit het erf Elferkinck, gelegen in kerspel en gericht Hardenberg en in de buurschap Loeze.
Up dach Juliane virginis.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 200 (blz. 399), in het archief van het klooster Sibculo | zie no. 308, 309, 310.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 477 | 22-02-1508

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 478 | 23-06-1508

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 479 | 10-11-1508

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 480 | 10-11-1508
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Vrouw Dune, wed.van Mr.Everd van Vasen eene jaarlijksche rente van 7 overl.gouden rijnsche gld., uit hun erve de Marienborch, en voorts uit alle andere bezittingen des kloosters, behouden het recht van terugkoop voor 140 dergel.gld.
Int jar onsz Heren dusent vijffhondert ende achte op sunte Martensavent des hilligen Bisscops ende Confessoers.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVcXIX°, Everhardi cirurgici | Cart.v.Sibculo fol. 75vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 481 | 13-12-1508
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Frederick, zoon van Ghert Waterinck en Stijne diens vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter keurmedig aan het klooster, te lossen met 1 oud fransch schild.
Int jar ons Heren dusent vijffhondert ende achte op sunte Lucie dach virginis et martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 73vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 482 | 13-12-1508
Deze acte is geheel gelijkluidend met de andere van denzelfden datum, zoo men den naam Ffrederick verandert in Egbert.
Cart.v.Sibculo fol. 74 | v. Doorn.dl.5.

Erve Leemgraven | 133 | 1508, 1511
Akte van transport door Fenne, weduwe van Hermen ten Leemgraven, en haar dochter Griete, vrouw van Johan van Benthem, aan Hendrik Leemgraven en diens vrouw Fenne van de gehele nalatenschap van de eerder genoemde Hermen.

Erve Leemgraven | 141 | 1508, 1791-1792, 1797
Stukken betreffende de afkoop door Jan Hendrik Leemgraven van de horigheid van het erve en goed Leemgraven en het ontslag daarvan uit de hof te Ootmarsum.

Huis Almelo | Regest 793 | 18-04-1509
Wesselus de Mernehem en Ludolphus de Yttersum, Utrechtse notarissen, verklaren dat Everhardus de Backe en Wilhelmus de Twel (Tuyl), ridders, leken uit het bisdom Utrecht, hebben bekend schuldig te zijn aan Adolphus de Rechteren, jonker van Almeloe, de som van 475 Rijnse guldens, als restant van een bedrag van 600 Rijnse guldens, zijnde de koopsom van eike- en andere bomen afkomstig van de erven Hondebrynck en Ruuehoff en andere in de heerlijkheid Almeloe, zulks volgens de koopakte bezegeld door Rodolphus de Schonencamp, schout van Covoerden; voor welke restanten de debiteuren jaarlijkse renten uit hun goederen hebben gevestigd ten behoeve van de heer van Almelo tot een totaal van 38 mudden tarwe, volgens een aparte akte daarvan opgemaakt, waarna debiteuren tot zekerheid van de nog aflosbare som, de rente en eventuele invorderingskosten al hun roerende en onroerende goederen, speciaal gelegen in het gericht Hardenberg, stellen.
Getuigen: Theodericus de Ceppel de Verwolde, Haldwynus de Voerst, Johannes de Thije, Bernardus de Thije en Wilhelmus de Myddele, ridders, en Johannes de Oetmersem en Johannes Henrici, leken uit het bisdom Utrecht.
In capella sancti Anthoni in Rechteren.
NB:Origineel op perkament (inv.nr. 1346), met de signaturen van de notarissen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 483 | 08-11-1509
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan juffer Griete van Woertreden, eene jaarrente van één gouden rijnsche gld., uit hun erve ten Marienborch, en alle andere bezittingen, met bepaling dat na haren dood die rente aan het convent zal vervallen, en dat daarvoor jaarlijksch eene memorie enz. zal worden gehouden.
In den jar onsz Heren dusent vijffhondert ende neghen op dach der Vier gecroender Martelers.
In margine: vacat quia obiit anno XVcXXIX | Cart.v.Sibculo fol. 76 | v. Doorn.dl.5.

Erve Leemgraven | 132 | 1509
Akte van transport door Agnese, weduwe van Egbert van Rechteren e.a. aan Aleid, weduwe van Johan Leemgraven, van 2/3 delen van de tienden grof en smal van de erven Rembertink en Leemgraven.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 484 | 29-10-1510

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 338 | 31-12-1510

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 333 | 07-02-1511

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 353 | 24-03-1511

Stadsgericht Hardenberg | Regest 8 | 04-07-1511
Heer Johan van Greethuysen, proost te Zwartewater en Arnoldus Johannis, pastoor te Hardenberge, monachus professus te Zwartewater, verklaren dat zij in de kerk te Hardenberge op suncte Steffens en suncte Anthonysaltaar een officium stichten waarvan de proost van Zwartewater, de pastoor, schepenen en raad en kerkmeesters van Hardenberg collatoren zullen zijn | op sunte Martinsdach Translationis | NB: Oorspr. in inv.nr. 11. De zegels van proost, pastoor en de stad Hardenberg verdwenen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 485 | 27-07-1511 juni?
Broeder Godefridus, prior in Zibekeloe, en het convent, verklaren dat zij Rembolt, zoon van wijlen Albert Dijck, geboren van het erve waar Bernt Clumper woont, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, waartoe hij gekomen was door wil van Vrouwe Agnes van der Eza van Gramsberghe, vrouw te Buren en Bosichem, voor Hermen zoon van Hermen ten Slingenborch op Wilen woonachtig, zijnde dit op verzoek van heer Berentsz capellaan van Vrouw Agnes voorn., en voor een wijnkoopspenning.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende elven up dach der Seven Slepers Martelers.
Cat.v.Sibculo fol. 76vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 486 | 13-10-1511

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 296 | 13-10-1511

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 312 | 23-02-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 354 | 17-03-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 487 | 30-04-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 488 | 01-05-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 489 | 14-09-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 490 | 10-11-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 491 | 22-11-1512

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 492 | 17-01-1513

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 321 | 24-01-1513
Broeder Godfridus, prior, en het convent van Galilea in Zibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Johan ten Torne een rente van 20 mud rogge Zwolse maat uit hun erf Richterdinck, gelegen in de buurschap Arriën en het gericht Ummen.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 211 (blz. 421), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 332 | 21-03-1513
Johan van Itterssum, richter ten Hardenberge, oorkondt dat Albert Froulinck en zijn vrouw Jutte en zijn broer Johan Johansz de rentebrief van 5 mud rogge (no. 331), hun aangekomen van hun ouders, aan Hille Beckers te Gramsberge hebben verkocht.
Up s.Benedictusdach des hillighen abts.
NB: Als keurnoten worden genoemd Albert Bulcks en Bartoldus Koster | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 217 (blz. 433), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no 331.

Bevervoorden tot Oldemeule, familie | Regest 30 | 06-05-1513 up dach Johannis ante Latinam portam.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 493 | 17-05-1513

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 494 | 15-07-1513

Bevervoorden tot Oldemeule, familie | Regest 31 | 15-07-1513 | up dach Plechelmi episcopi.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 495 | 23-08-1513

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 325 | 23-08-1513
Johan van Voirst, zijn vrouw Johanna en zijn zuster Johanna van Voirst verklaren, dat hun vader wijlen Herman van Voirst het klooster in Zibekeloe heeft gelegateerd 25 gouden Rijnse gulden, en dat zij ter uitvoering van zijn uiterste wil aan het convent hebben overgedragen een rente van 2 mud rogge uit hun erf Volkerinck, gelegen in het kerspel Ummen en de buurschap Beerze, behoudens het recht van Johan, zijn vrouw en zijn zuster om die rente jaarlijks te mogen lossen met 25 gouden Rijnse gulden.
Up s.Bartholomeusavent des hilligen apostels.
Hss.: Afschrift in Cartularium I, fol. 81 vs. (B). — Afschrift in Cartularium II, fol. 213 vs. (blz. 426) (C), in het archief van het klooster Sibculo | Regest: Van Doorninck, Register, V blz. 288.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 496 | 28-09-1513
Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Ghese Beckers, wed. van Henrick Beckers, wonende te Swolle in de Smeden, levenslang eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit hun hof en molen ter Marienborch en verdere goederen van het klooster, terwijl na haren dood hiervoor missen enz. voor haar en hem zullen worden gehouden.
Gegeven int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende dertijn up aent sanct Mychiels.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 23 | Cart.v.Sibculo fol. 80.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 497 | 03-10-1513

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 498 | 30-11-1513

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 499 | 04-02-1514

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 313 | 21-02-1514

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 500 | 04-04-1514

eKlooster Galilea Maior te Sibculo | Charter 130 (4 charters) | 23-08-1514, 1539, 1552, 1576
Acten van beleening met de tienden over het “Maghesguet” en over het erve ten Poren, beide in de buurschap Aneveld gelegen, Zie regesten 501, 646, 712, 743. [Anevelde, Maagdesgoed, Ter Poren]

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 501 | 23-08-1514 (zie charter 130)
Johan van Steenwick en Johanna van Zelwert, anders van Steenwick zijne moeder, met Johannes Zantinck, haar man en momber, verklaren beleend te hebben Derick die Baken, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster te Zibekeloe, met de grove en smalle tienden over het “maghes guet”, en over het erve ten Poren beide kerspel Hardenberge, buurschap Aenwede. [Anevelde Maagdesgoed, Ter Poeren]
Stichtsmannen van Utrecht: Roloff Sconecamp & Claes v. Vilsteren. Int jaer onss Heren dusent vijffhondert viertijne up suncte Batholomeusavent des hilligen Apostels.
Met de uith.z.z. van Johan v.St. en Joh.Zantinck in gr. w. | o.n.Sibculo CLVi. | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 502 | 10-11-1514
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan de wed. Bette Cupers te Zwolle bij de waag, eene jaarlijksche rente van 10 mudden rogge, uit hunnen hof en molen te Marienborch, en alle andere goederen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 120 gouden overl.rijnsche gld. [uithof Mariënberg]
Int jair insz Heren dusent vijffhondert XIIII up sunte Mertensavent.
In margine: vacat quia redempti sunt annot XVcXIX° circa Michaelis | Cart.v.Sibculo fol.81 | v. Doorn.dl.5.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 503 | 11-11-1514

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 504 | 13-03-1515

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 505 | 31-05-1515

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 506 | 27-10-1515

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 507 | 28-10-1515

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 508 | 29-11-1515

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 315 | 03-12-1515

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 509 | 13-05-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 320 | 31-05-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 510 | 11-06-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 511 | 16-06-1516
Otte van Dotinchem, als momber en hulder zijner dochter Swane, verklaart namens haar beleend te hebben Hessell Averenck, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, met de grove tienden over het Voerwerck, gelegen in het kerspel Hardenberch, buurschap Nijensteden, en met de grove en smalle tienden van Reijninck, gelegen te Hemze.
Gestichtsmannen van Utrecht: Johan Strubbe en Ghert Zwaneken Gerdesoen.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende sestijn des Maendages na suncte Vijt des hilligen Martelers.
Het z.v.O.v.D. is afgevallen | o.n.Sibculo CLIX | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 512 | 22-06-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 513 | 02-07-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 514 | 07-09-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | RegestTer Kuile 316 | 10-09-1516

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 515 | 31-10-1516

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 53 | 1516
Akte, verleden voor Johan van Ittersum, richter te Hardenberg, waarbij Hermen Johanss van Bergentheim verklaart het erve den Coldehoff in het kerspel en het gericht Hardenberg in de marke en buurtschap Baalder te hebben gekocht van Zweder van Bergentheim c.s.

Stadsbestuur Zwolle | 5153 | 1516
Kohier van de ploegschatting van het platteland in de Sallandse kerspelen Zwolle, Hardenberg, Hellendoorn, Wijhe, Deventer, Heino, Wilsum, Genemuiden, Mastenbroek en IJsselmuiden.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 516 | 07-01-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 517 | 24-01-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 518 | 03-05-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 519 | 15-05-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 520 | 03-06-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 326 | 10-11-1517
Hermannus van Deventer, Commandeur, Lambertus Laurentii, prior, en het convent van het Werffummer klooster van s.Jan verklaren te hebben verkocht en geleverd aan heer Godfridus, prior te Sibekeloe en het convent aldaar een rente van 2 tonnen rode boter, te leveren op de waag binnen Groningen uit hun voorwerk te Wynsum, behoudens het recht van lossing 233 Rijnse gulden.
Up s.Martijnsavent in den winter.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 214 (blz. 427), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 521 | 19-11-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Charter 45 (2 charters) | 1517, 1523.
Acte van afstand eener jaarrente uit het erve Werming, in de buurschap Bergentheim, door heer Albertus Lansinck. Met eene acte van aankoop door gezegden Lansinck, Zie regesten Rutgers 522, 559.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 522 | 26-11-1517
Egbert Scoenekamp, richter ten Herdenberghe, verklaart dat Reijnolt van Covorden heeft verkocht aan heer Albertus Lansinck eene jaarrente van 2 mudden goede pachtrogge, uit zijn erve Werming, gelegen in het kerspel en gericht ten Herdenberghe, marke en buurschap Bergenthem, onder zekere bepalingen.
Koernoten: Jan Schonecamp en Lambert Scroeder.
Ghegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende soeventijen altere Katherine Virginis.
Met ht (besch.) uith.z.v.d.richter in gr. w.; dat van R.v.C. is afgevallen | o.n.Sibculo CLXII hierbij als transfix CLXIIa | Cart.p.450 | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 346 | 26-11-1517
Egbert Scoenekamp, richter ten Herdenberghe, oorkondt dat Reynolt van Covorde heeft verkocht aan heer Albertus Lansinck een rente van 2 mud rogge Zwolse maat uit zijn erf Wermynck, gelegen in kerspel en gericht Hardenberg, en de mark en buurschap Bergenthem, onder belofte van vrijwaring, behoudens het recht van wederkoop van 24 goudguldens.
Als keurnoten worden genoemd Johan Sconecamp en Lambert Scroder.
Hss.: Oorspr. charter in het R.A. in Overijssel, Archief klooster Sibculo (A). — Afschrift aldaar, in Cartularium II, fol. 225 vs. (blz. 450) (B) | zie nr. 347 | Regest: Van Doorninck, Register, V blz. 343.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 330 | 12-12-1517

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 335 | 1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 523 | 25-01-1518 (izie 21-01-1493)
Burgemeesteren, Schepenen en Raad der stad Ummen, bevestigen, ten behoeve van het klooster te Zibekeloe, het vrije gebruik van de brug of het veer voor die stad, waarvoor door gezegd klooster eene som gelds is betaald.
Gegeven int jair onss Heren dusent vijffhondert achtijn up dach Conversionis Pauli.
Met het uith.z.der stad in gr. w. | o.n.Sibculo CXXXIa | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 323 | 25-01-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 524 | 01-02-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 324 | 01-02-1518

Stadsgericht Hardenberg | 57 | 1518, 1552
Rentebrief groot 4 mud rogge ’s jaars gaande uit de stadsmolen voor Gijsele Geertsdochter of Helkings ten laste van de stad; met transfix houdende omzetting van deze losrente in een geldrente ten behoeve van Andreas Roloffs; beide gecancelleerd | Omvang: 2 charters | NB: Met beschadigde zegels van de stad. Zie regestnummers 9, 18.

Stadsgericht Hardenberg | Regest 9 | 27-02-1518
Schepenen en raad van Hardenberge transporteren aan Gysele Geertsdochter of Helkings een jaarrente groot vier mud pachtrogge, gaande uit de stadsmolen, af te lossen met 50 Rijnsgulden | NB: Oorspr. in inv.nr. 57. Met beschadigd stadszegel. Gecancelleerd. Zie ook reg.nr.18, met welk charter dit een transfix vormt.

Bisschoppen van Utrecht | Regest 5417 | 08-03-1518
Bisschop Philips beleent Gerardus Brunynck met het erf Brinchuys in het kerspel Hardenberg buurschap Lutter (lees: Lutten), dat Rutger Johansz., burger te Zwolle, hem op 21 Januari ll. heeft opgedragen.
Afschr. — Reg. n°. 283 fol. 18. [Brink Lutten]

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 525 | 20-05-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 526 | 20-05-1518
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Henrick, zoon van Ghert Waterinck en Stijne diens vrouw, ontslagen hebben van allen echt en eigendom van het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter Keurmedig aan het convent, ’t geen hij kan afkoopen voor een oud Fransch schild.
Int jair onsz Heren XVcXVIII upten XX dach in den Mey.
Cart.v.Sibculo fol. 93 | v. Doorn.dl.5.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 527 | 19-08-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 327 | 19-08-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 528 | 23-08-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 529 | 01-10-1518

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 530 | 21-02-1519

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 531 | 24-03-1519

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 532 | 26-03-1519

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 343 | 26-03-1519

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 533 | 08-08-1519

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 534 | 10-11-1519

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 535 | 06-06-1520

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 334 | 21-02-1520

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 536 | 22-07-1520 (regest zegt 1522)
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Helle, dochter van Gert Waterinck en Stine diens vrouw, ontslagen hebben van allen echt en eigendom aan het klooster zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijven zij echter Koermedig aan het convent, hetgeen zij kan afkoopen voor één oud fransch schild.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende twintich upp dach sancte Marie Magdalene.
Cart.v.Sibculo fol.97vo | v. Doorn.dl.5.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 336 | 05-09-1520

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 537 | 20-09-1520

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 538 | 16-10-1520

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 539 | 22-12-1520
Reynolt van Covorde verklaart ontvangen te hebben van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, 200 overl. keurv.gouden rijnsche gld., waarvoor zij van hem, als erfgenaam zijner moei juffer Agnes van der Eza, vrouwe te Gramsberch en Buren, teruggekocht hebben eene jaarlijksche rente aan die moei verkocht uit het erve Wolterdinck, gelegen in het kerspel van Hardenberch, buurschap Ane, onder eenige nadere bepalingen.
Gegeven int jair ons Heren MVc ende twintich upten yrsten dach na Thoma Apostoli.
In margine: vacat | Cart.v.Sibculo fol. 98vo | v. Doorn.dl.5.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 540 | 03-01-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 345 | 20-02-1521
Burgemeesteren, schepenen en raad van Ummen oorkonden, dat Ghert Wychersz en zijn vrouw Ide verkocht hebben een rente van 2 mud rogge uit de goederen van het H.G.Gasthuis (zie no. 344), en wel aan Eustachius van Molle, vicaris te Ummen, en dat verkopers die rente aan kopers hebben geleverd.
Des Wonsdaghes post Invocavit.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 225 (blz. 449), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 344.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 541 | 24-02-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 542| 04-03-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 543 | 23-04-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 337 | 06-05-1521
Schepenen en raad van de stad Hardenberg oorkonden, dat Berndt Tansz. Henrick en zijn vrouw Henrick verkocht hebben aan het klooser Sibekeloe een rente van 2 mud rogge Zwolse maat uit het huis, waarin Bernt Henrick’s vrouw woont; en dat verkopers die rente met hand en mond hebben geleverd.
Upten VI dach mensis Maii
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 220 (blz. 439), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 340 | 06-05-1521
Schepenen en raad van Hardenberg oorkonden, dat Andreas Jansdochter van Campen en Arndt Geertsz. hebben afgestaan aan het klooster van Sibekeloe alle renten, pachten en goederen, die Hilbrant Rolefs, Jan Albertsz. en Derck Philippuss hun schuldig zijn;
Dat Hilbrant en zijn vrouw Ghese verklaarden schuldig te zijn aan het convent een rente van 1 mud rogge uit hun huis binnen Hardenberg, dat Jan Albertsz. en zijn vrouw Fenne bekenden aan het convent schuldig te zijn een rente van 7 1/2 goudgulden, te betalen met 2 1/2 schepel rogge per jaar, uit hun huis binnen de stad.
Upten VI dach mensis Maii
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 221 (blz. 441), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 544 | 25-05-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 545 | 25-05-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 546 | 26-05-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 339 | 27-05-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 362 | 03-07-1521
Seyne Mulerdt, richter te Ummen, oorkondt dat Derck Dubbinck, weduwe, onder bijstand van Willem Seynensz., verklaarde dat haar zoon Bernt gestorven is als lekebroeder van Sibekeloe; dat hem na dode van zijn vader toegevallen was een rente van 6 mud rogge, die Bernt aan het klooster heeft overgedragen en dat zij, Derck, tot een memorie voor haar zoon 5 1/2 mud rogge aan prior en convent heeft overgedragen, die betaald zal worden door haar zoon Ghert uit het erve Brandehorst.
sWonsdaghes nae O.L.V. Visitatie.
NB: Als keurnoten worden genoemd Jacob van Wterwyck en Egbert Schonecampp | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 238 (blz. 475), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 547 | 04-10-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 548 | 09-10-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 549 | 17-10-1521

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 550 | 09-01-1522
Godfridus Delden, prior, en de conventsheeren van Sibekeloe, Laurentius Papenvelt, pastoor, Herman Holterman, Ludeke Herwerdinck, Albert toe Loezen en Leffert Ommekens, kerkmrs. der kerk te Hardenbergen, Gherardus Moll, pastoor, Arndt Johanssoen, Evert Welinck, Hermen die Ffeer en Roleff Rutenberge, kerkmrs der kerk te Hemsen, verklaren verkocht te hebben aan Catherine Rodde, wed. Herman Rodde, burgersche te Munster eene jaarrente van 20 overl. gouden rijnsche gld. voor eene som van 400 dergl.gld., onder verband van alle goederen van het convent en de beide kerken, en onder persoonlijke borgstelling van eenige in het stuk genoemde personen. [kerken Hardenberg en Heemse]
Datum anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo secundo feria quinta in profesto Pauli primi Heremite.
Tuchlude: Wilhelmus Holtappel en Wilbrant Plonies, burgeren te Munster | Cart.v.Sibculo fol. 100vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 551 | 20-01-1522
Bruno Blanckfoirt, richter ten Hardenberge, verklaart dat Egbert Merssinck, Alijt diens vrouw, Johan die Gentige, Alijt diens vrouw, Johan Heijnen, Ffenne diens vrouw, Roleff Aemsinck en Rolef diens vrouw, zich als borgen hoofdelijk hebben verbonden voor de goede betaling der jaarlijksche rente van 20 keurv.gouden rijnsche gld., door Prior en Convent van Zibekeloe met anderen verkocht aan Katherine Rodden, wed.Hermen Rodden, (Zie acte van 1522 Januari 9), en dat de kerspellieden van Hardenberg en Heemse op hunne beurt beloofd hebben genoemde borgen schadeloos te zullen houden.
Int jair onsz Heren dusent VcXXII upp suncte Agneten avent der hilligen Jonffer.
Keurnoten: Derick Philippssz en Hermen Scomaker | In margine: littera ista inscribetur copiarum sub redempcione | Cart.v.Sibculo fol. 102vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 341 | 21-02-1522
Seyne Mulert, richter te Ummen, oorkondt dat Johanna, weduwe van Claes Pickers, en haar dochter Griete voor enige jaren 12 goudgulden hadden geleend van Swenne Polmans te Ummen, welke som Swenne heeft gelegateerd aan prior en convent in Zibekeloe; dat Johanna en Griete voor de betaling van die som hun huis te Nyerbruggen tot zekerheid hebben gesteld, met een koeweide ca.a., over de Regge gelegen; uit welk onderpand prior en convent jaarlijks 1 mud rogge Zwolse maat zullen trekken, totdat Johanna en Griete de 12 gulden betaald zullen hebben.
Up s.Petersavent ad Cathedram.
NB: Als keunoten worden genoemd Henrick Pickers en Herman Becker | Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 222 vs. (blz. 444), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 552 | 12-03-1522

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 553 | 18-05-1522
Broeder Godfridus, prior, Henricus Zutphanie, supprior, Johannes Stolboem, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan juffer Elizabeth van Drulshagen, mater, en het convent te Mariendale van den Regel v.St.Augustinus te Munster eene jaarrente van 10 overl. gouden, keurv.rijnsche gld., uit hun erve Marienborch en alle andere kloosterbezittingen, behoudens het recht van terugkoop voor 200 dergelijke gld. [Mariënberg]
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende twee ende twintich upten vierden Sondach nae Paeschen als men singet Cantate.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVcXXIIII° in profesto Michaelis | Cart.v.Sibculo fol.104vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 554 | 05-06-1522

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 555 | 05-06-1522

Klooster Galilea Maior te Sibculo. | Regest Ter Kuile 342 | 05-06-1522

Gelders Archief | 1689.01-0111 | 10-10-1522 [nazien invoeren op kalender]
(Hertog Karel), stelt Rutger Arntsz. aan tot schout te Hardenberg in Salland.
zie dit stuk

Gelders Archief | 1689.01-0137 | 01-02-1523 [nazien invoeren op kalender]
Hertog Karel stelt Rutger Arntsz., burger van Zwolle, aan tot zijn schout te Hardenberg, niet afzetbaar dan na aflossing van zekere 120 goudguldens, en stelt hem in bezit van de weide De Koppel aldaar.
Ga naar dit stuk

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 360 | 28-02-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 556 | 31-05-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 557 | 31-05-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 370 | 01-09-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 558 | 16-09-1523

|

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 352 | 20-09-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 559 | 30-09-1523 (zie charter 45)
Albertus Lansinck, vicarius te Gramsberge en Covorden, verklaart te hebben afgestaan aan Prior en Convent te Zibekeloe de jaarrente van 2 mudden rogge, bedoeld bij den brief dd. 1517 November 26, waardoor deze is getransfigeerd. (Bergentheim)
In den jairen onss Heren dusent vijffhondert drie ende twintich up suncte Remigiusavent.
Met het uith.z.v.Albertus L. in gr. w. | o.n. Sibculo CLXIIa. is transfix bij CLXII | Cart.p.451 | v. Doorn.T.R.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 347 | 30-09-1523
Albertus Lansinck, vicaris te Gramsberge en Covorden, verklaart een prior en convent van Zibekeloe overgedragen te hebben de rente van 2 mud rogge uit het Werminck (zie no. 346), waar deze brief door gestoken is.
Up s. Remigiusavent.
Hss. Oorspr. charter in het R.A. in Overijssel, Archief klooster Sibculo (A). — Afschrift aldaar, in Cartularium II, fol. 226 (blz. 451) (B) | Zie: no. 346 | Regest: Van Doorninck, Register, V blz. 498.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 560 | 10-11-1523
Broeder Godefridus, prior, broeder Johannes Trajecti, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren verkocht te hebben aan juffer Bertken van Doernick, dochter van wijlen Henrick van Doernick te Deventer wonende, eene jaarrente van 5 goudgulden, uit hun hof ter Marienborch en alle andere bezittingen, behoudens het recht van terugkoop voor 100 goudgulden. [Mariënberg]
Int jair onsz Heren MVc XXIII op suncte Mertensavent in den winter.
In margine: vacat quia redempti sunt a Johanne de Voirst | Cart.v.Sibculo fol.110 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 561 | 24-11-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 562 | 21-12-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 563 | 28-12-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 564 | 31-12-1523

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 565 | 12-03-1524

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 566 | 01-05-1524
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sybekeloe verklaren dat zij Stijne, dochter van Ghert Waterinck en Stijne diens vrouw, om godswil ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster, blijvende zij echter aan het convent koermedig, hetgeen zij lossen kan met één oud fransch schild.
Int jair unses Heren MVcXXIIII upten yrsten dach in den Meij.
Cart.v.Sibculo fol.118 | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 567 | 07-09-1524

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 568 | 23-09-1524

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 569 | 10-11-1524

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 570 | 18-04-1525
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster van Sibekeloe verklaren dat zij Jutte en haar kinderen Johan en Ghese Hannijnges, dochter van Johan en Ghese Hannijnges, hebben ontslagen van allen echt aan het klooster met name van Koirmedes echt, zoowel uit weldaad als voor den daartoe staande penning. [Hannink]
Int jair ons Heren MVcXXV des Dinxdages nae Paschen.
Cart.v.Sibculo fol. 113vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 571 | 18-04-1525

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 349 | 23-04-1525
Johan die Jentinge en zijn vrouw Alijt verklaren, dat zij aan prior en convent van Sibekeloe hebben gelegateerd de brief (no. 348), waar dit transfix doorgestoken is.
Up s. Georgiusdach des hilligen martelers.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 227 (blz. 453), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 348.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 572 | 14-06-1525

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 573 | 15-06-1525

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 574 | 13-07-1525

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 575 | 18-10-1525

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 576 | 22-01-1526

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 577 | 28-09-1526

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 578 | 24-01-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 579 | 01-02-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 580 | 04-04-1527

Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Johannes van Utrecht, kelner, Wolterus Rover, cursarius, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Vrouwe Gerthe van Bairle, wonende te Swolle in de Smeden eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit den hof te Marienborch en voorts uit alle bezittingen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 100 overl. gouden gld.In margine: vacat quia redempti sunt anno 34 Domini Letare.
Cart.v.Sibculo fol. 116vo | v. Doorn.dl.5.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 581 | 30-04-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 582 | 25-05-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 583 | 25-07-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 584 | 25-07-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 585 | 23-08-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 586 | 09-09-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 587 | 01-10-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 588 | 10-10-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 589 | 10-11-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 590 | 10-11-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 591 | 10-11-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 592 | 10-11-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 593 | 21-12-1527

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 350 | 09-02-1528
Otto van Vilsteren verklaart verkocht te hebben aan prior en convent van Sibekeloe een perceel lands gen. die Hulshorst, welke horst hij, Otto, aan het convent geleverd heeft behoudens het recht van uitweg voor hem, Otto, als bezitter van het goed ter Ilike.
Den neghenden dach in Februario.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 227 vs. (blz. 454), in het archief van het klooster Sibculo. | Zie: no. 351 | Bekijk archieftoegang: Klooster Galilea Maior te Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 594 | 11-02-1528
Broeder Gofdridus, prior te Sibekeloe, verklaart, dat hij, namens zijn convent, aan Otto van Vilsteren, die aan het convent verkocht had eene hulshorst, de Lenchorst geheeten, gelegen aan het einde van zijn haverland bij des kloosters hooimaat, heeft gegeven een voerweg naar zijn haverland, en aan Evert Seijnen eveneens naar zijn land in zijn erve, als van ouds gewoonte is geweest.
Int jair unsz Heren MVcXXVIII upten elfften dach in Ffebruario.
Cart.v.Sibculo fol. 123vo | Cart.p.454 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 351 | 11-02-1528

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 595 | 21-02-1528

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 596 | 17-03-1528

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 597 | 14-04-1528

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 355 | 03-09-1528

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 598 | 14-09-1528
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Swane Wychmanck, dochter van Ghese W. bij Gheert Stuefelinck te Wilssem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het convent, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom. [Wiegmink Bergentheim]
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXVIII upp dach Exaltationis Sancte Crucis.
Cart.v.Sibculo fol. 125 | v. Doorn.M.S.

Regesten Gelders Archief | 5040.1-0057 | 05-11-1528 [nazien invoeren op kalender]
Hertog Karel beveelt Johan van Selbach, dorst te Coevorden en Drenthe, maarschalk om aan Heimmynch, onze ‘gast’, brenger dezes proviand in de hoedanigheid en hoeveelheid als hij zeggen zal te verschaffen voor het onderhoud van het huis Hattem en om hem te helpen deze proviand vanuit het ambt in Hardenberg aan het water te krijgen.
Ga naar dit stuk

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 599 | 17-01-1529

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 600 | 18-04-1529

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 601 | 03-05-1529

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 602 | 17-05-1529

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 603 | 19-05-1529

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 604 | 26-05-1529
Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Wolterus Rover, bursarius, Johannes Busch, kellner, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan mr. Hermen Knoppert eene jaarlijksche rente van 20 mudden rogge, uit de hoeve en molen Marienborch, en voorts uit alle bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 250 gouden keurv.rijnsche gld.
Gegeven in den jair onsz Heren MVcXXIX upp suncte Sacramentsavent.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 37 | Cart.v.Sibculo fol. 127vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 605 | 10-11-1529
Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Martinus Sutphanie, Lubbertus Swollis, Wolterus Rover, bursarius, Johannes Busch, kelner, en het convent van het klooster te Sibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Peters uut den Blanckenham en Katherine diens vrouw met de beide kinderen, uitgezonderd Peter Alberts met zijne kinderen, eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit de hoeve en molen Marienborch en voorts uit alle overige goederen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 overl. rijnsche gouden keurv.gld. [Mariënberg]
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXIX up Suncte Mertensavent in den Winter.
In margine: vacat quia non levavimus prescriptam pecuniam | Cart.v.Sibculo fol. 127 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 606 | 10-11-1529
Broeder Godfridus, prior, Henricus Sutphanie, supprior, Wolterus Rover, bursarius, Johannes Busch, kellner, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan de wed. van Andries Kerstkens “onser moider toe Campen”, eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit den hof en molen ter Marienborch, en voorts uit alle andere bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 gouden overl.rijnsche gld.
Int jair onsz Heren MVc XXIX upp suncte Mertensavent in den winter.
In margine, doch geschrapt: vacat quia obiit | In het opschrift heet de wed.: mater fratis Lamberti Campis | Cart.v.Sibculo fol.128vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 607 | 29-11-1529

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 608 | 23-02-1530

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 609 | 25-06-1530
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mr. Johan Smijt en Ffenne diens vrouw een stuk roggeland, gelegen op de Hardenberger Esch, nader omschreven in de twee brieven waarbij deze transfix is.
Gegeven in den jair insz Heren MVc ende XXX up Suncte Lebuin dach des hilligen Confessors.
Cart.v.Sibculo fol. 132vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 610 | 24-07-1530

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 611 | 27-10-1530

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 612 | 31-10-1530

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 613 | 10-11-1530

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 614 | 19-11-1530
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Ghese Wychmanck, dochter van Rotger en Lutger W., hebben ontslagen van alle eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom. [Wiegmink Bergentheim]
Gegeven int jair unsz Heren MVc ende XXX dach Sancti Pontiani des hilliger Marteler.
Blijkens het opschrift woonde Ghese in Bergenthem.
Cart.v.Sibculo fol. 132 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 356 | 14-12-1530
Johan Mulerdt, rentmeester van Sallandt, oorkondt dat voor hem en keurnoten van de hof Ummen verschenen is Herman die Wijse en zijn vrouw Stijne, die verkocht hebben aan prior en convent van Sibekeloe een rente van 2 gouden Keurvorster Averlandse Rijnse guldens uit hun erf Des Vosses guet, gelegen te Holtheem, in het gericht en kerspel van Hardenberg, en dat verkopers die rente met hand en mond hebben geleverd, behoudens het recht van wederkoop met 40 gulden.
Als keurnoten en vrijen van de hof Ommen worden geneoemd Johannes Telvoiren en Egbert Willemsz.
Hs.: Afschrift in Cartualarium II, fol. 231 vs. (blz. 462), in het archief van het klooster Sibculo.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 615 | 22-02-1531
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Henrick Hannynck, meijer van het convent, en Derck diens vrouw 2 akkers hooiland, liggende op den Vriesenvene, tusschen Henrick Berntssz oostwaards en Ghert Wijsen, westwaards, behoudens het recht van terugkoop voor 54 goudgld.
Gegeven in den jair unses Heren MVcXXXI upp dach Sancti Petri ad Cathedram.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XXXVII | Cart.v.Sibculo fol. 155vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 616 | 01-02-1532

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 617 | 28-09-1532

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 357 | 21-02-1533

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 359 | 21-02-1533

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 361 | 21-02-1533

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 366 | 12-03-1534
Seyne Mulerdt, schout te Ummen, oorkondt dat op 23 juni 1522 Luken toe Halle, Ghert Brouwer, Ghese ter Haselhorst en haar zoon Albert hebben verkocht aan Albert van Sallandt, burger te Swolle, de rentebrief van 30 januari 1458 (no. 365); dat Albert nu, op 12 maart 1534, verklaarde de gehele koopsom ontvangen te hebben en daarom die rente met hand en mond geleverd heeft.
Upp s.Gregoriusdach des hilligen Pawes.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 243 (blz. 485), in het archief van het klooster Sibculo | Zie: no. 365 en 367 | NB: Het charter is mede bezegeld geweest door Derick Maes en Johan Roloffsz., schepenen van Ommen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 618 | 14-03-1533

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 619 | 18-03-1533
Arndt, graaf van Bentheim en Stenforden, heer in Wevelinckhovenn verklaart vergunning te hebben gegeven aan prior en het convent van het klooster Sibbekeloe, om den uithoff Barlehait, in het graafschap Bentheim, kerspel en gericht Ulsen gelegen, te vermijeren, uit de doen enz, zooals dat voor het convent het meest gewenscht zal zijn, behoudens de hoogheid, heerljkheid en gerechtigheid der graven van Bentheim. [uithof Balderhaar]
In vijffteijn hondert dreij unnd dertichsten Jaere des Dinxtedages nae dem Sundage Oculi.
Het zegel van de graaf is afgevallen | o.n.Sibculo Ia | v. Doorn.Reg.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 620 | 01-09-1533

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 621 | 30-03-1534

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 622 | 31-03-1534

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 367 | 03-06-1534
Albert van Sallandt verklaart, dat hij aan het klooser Sibekeloe heeft overgedragen de rente van 4 mud winterrogge uit de stadsrenten van Ommen (zie no. 365 en 366).
Upp des hillighen Sacramentsavent.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 244 vs. (blz. 488), in het archief van het klooster Sibculo.NB: no. 365 en 366.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 623 | 02-11-1534

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 624 | 15-08-1535

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 625 | 10-10-1535

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 626 | 10-11-1535

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 627 | 22-02-1536

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 368 | 27-02-1537
Herman Johansz. en Evert Wedelinck, vrijlieden van de hof Ummen, oorkonden dat Hermen die Wijse en zijn zoon Rotgher, vrijen van de hof, verkocht hebben aan prior en convent van Sibekeloe een hooimaat te Oltheem, in het kerspel en gericht Hardenberch, gen. de Lanchorst, behorende tot des Vosses erve; en dat verkopers het verkochte met hand en mond hebben geleverd, onder belofte van vrijwaring en voorbehoud van wederkoop gedurende 6 jaar.
Des Dinxedaghes nae den anderen Sondach in die Vastene Reminiscere.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 244 vs. (blz. 488), in het archief van het klooster Sibculo. | Zie: no. 228, 235, 356.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 628 | 21-03-1537

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 629 | 19-05-1537

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 630 | 15-06-1537
Broeder Godfridus, prior, Johannes van Utrecht, kellener, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren schuldig te zijn aan de wed. “unser moider” Alijt Eskens te Deventer, levenslang eene jaarlijksche rente van 5 mudden rogge, uit den uithof Marienborch, waarvoor de koopsom betaald is.
Int jair unsz Heren MVcXXXVII up dach Viti Martiris.
In margine: vacat quia obiit anno XLVII | In het opschrift heet zij: mater fratris Winaldi | Cart.v.Sibculo fol. 142 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 631 | 07-09-1537

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 632 | 07-09-1537

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 369 | 10-12-1537
Bruyn Blanckfordt, richter ten Hardenberch, oorkondt dat Gherdt Schoemaker en zijn vrouw Berte verkocht hebben aan het klooster Sibekeloe een rente van 1 mud rogge Zwolse maat uit een perceel land achter het kerkhof, en dat verkopers die rente met hand en mond geleverd hebben onder belofte van vrijwaring.
Upp Maendach post Conceptionis Marie.
Hs.: Afschrift in Cartularium II, fol. 245 vs. (blz. 490).

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 633 | 10-12-1537
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Mette Waterinck, wed. van Herman W., met een van hare kinderen, om godswil hebben ontslagen uit allen eigendom aan het klooster.
Int jair unsz Heren MVcXXXVII uppten tijnden dach Decembris.
Cart.v.Sibculo fol. 142vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 634 | 20-12-1537
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren dat zij Berndt, zoon van Gherdt Waterinck en Stijne diens vrouwe, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor een drinkpenning.
Int jair unsz Heren MVcXXXVII upp avent Thome Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 143 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 635 | 10-02-1538
Johan en Albert van Stenwick, gebr., verklaren dat zij van heer Godfrid, prior van het convent te Zypekelo hebben ontvangen eene vrouw, wonende op het erve Meyneldinck te Holthem, in het kerspel van Hardenberge met al hare kinderen, aan het convent hoorachtig en eigen, in ruil tegen Fenne Meijneldinck, dochter van wijlen Albert M. en Szwanne diens vrouw, met hare kinderen.
Int jair onses Heren duesent vijffhondert acht ende dertich up dach Scholastice virginis.
Met het uith.z. van Johan v. St. in br.w. | o.n. Sibculo CLXXI. Ook cart.v.Sibculo fol. 144 | v.Doorn.Reg.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 636 | 10-02-1538

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 637 | 14-02-1538
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Ffenne Wychmijncks, , dochter van Rotgher en Lutgart W., hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom. [Wiegmink Bergentheim]
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXXVIII upp dach Valentini des hilligen Martelers.
Cart.v.Sibculo fol. 144vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 638 | 19-02-1538

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 639 | 19-02-1538

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 640 | 21-02-1538

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 641 | 24-03-1538

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 642 | 28-07-1538

Stadsgericht Hardenberg | Regest 10 | 14-04-1539
Bruyn Blanckvord, richter te Hardenborch, verklaart dat hij in de tijd dat hij richter is geen personen van buiten de vrijheid van de stad berecht heeft | op Mandach post Quasimodo | NB: Oorspr. op papier in inv.nr. 15. Met rest van het zegel van de richter. Afschrift in inv.nr. 7, p. 322, 323.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 643 | 13-05-1539
Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Willem Wychmijnck, zoon van Rotgher en Lutghardt W. te Bergenthem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom. [Wiegmink Bergentheim]
Gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert unde neghen ende dertich Servatii Episcopi.
Cart.v.Sibculo fol.148 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 644 | 21-05-1539

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 645 | 21-10-1539

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 646 | 06-11-1539 (zie charter 130)
Henrick van Steenwijck verklaart, als leenheer, beleend te hebben, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster te Zybekeloe, Johan Holterman met de grove en smalle tienden over Maghes goed, vroeger bezeten door Ever Vierling, en met dito tienden over het erve ten Poezen, beide gelegen in het kerspel van Herdenberch, buurschap te Aenwede. [Anevelde, Maagdesgoed, Ter Poeren]
Leenmannen van Utrecht: Bruno Blanckefaert, schulte te Hardenberge, en Evert die Braicke.
Int jair ons Heren dusent vijfhondert neghen ende dertich den sesten dach van November.
Met het uith.z.v.Henr.v.St. in gr.w. | o.n.Sibculo CLXXII | v. Doorn.Reg.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 647 | 11-11-1539
Godffridus Dellden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sybekeloe verklaren dat zij Henryck, dochter van Hermen Gertzon, geboren op het erve Waterynck te Berchthem, in het kerspel van Hardenberch, ontslagen hebben van allen eigendom en hoorigheid aan het klooster. [Waterink Bergentheim]
Inn den jaer unses Heren dusent vijffhundert unde negen unde dertich upp dag Martini Episcopi.
Cart.v.Sibculo fol. 148vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 648 | 01-01-1540

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 649 | 24-08-1540
Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Arent Wychmynck, zoon van Rotgher en Lutghart W., hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
Gegheven ynt jaer ons Heren dusent vijfhondert viertich up Suncte Bartholomeusdach Apostel.
Cart.v.Sibculo fol. 149vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 650 | 01-01-1541

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 651 | 05-02-1542
Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Sybekloe verklaren dat zij Hylle Weerssynck, dochter van Johan en wijlen Mette W., met hare dochter Mette, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, terwille van de goede diensten door Johan W. bewezen, blijvende zij echter keurmedig aan het convent.
Geschreven int jair uns Heren dusent vijffhondert ende twee en ffeertich up dach Agathe der heilgihen Jonckffrouwen.
Cart.v. Sibculo fol. 150vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 652 | 01-04-1542

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 653 | 06-04-1542

Stadsbestuur Hasselt | nr. 465 | 19-05-1542
Bruijn Blanckvordt, richter ten Hardenborch, citeert magistraat en burgers van Hasselt op verzoek van heer Vrederick van Twijckeloe.
am Vrijdage ascensionis Domini.
Oorspr. in Inv. no. 316. Met rest van opgedrukt zegel van de richter.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 654 | 24-06-1542

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 00-06-1542 | Up sonendach post baptista

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 11-07-1542 | Up den manendach post nativitatys marie virginis.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 24-07-1542 | Up manendach post marie magdalene.

Klooster Zwartewater | Regest 132 | 08-10-1542
Erfgenamen en ingezetenen des kerspels Hardenberg, mitsgaders kerkvoogden, schepenen en raad brengen den proost Albert van den Hardenberch in herinnering, dat zij reeds vroeger met elkaar hebben geconfereerd over de aanstelling van een nieuwe “capellanus”, dat beide partijen zouden uitzien naar een dergelijk geschikt persoon, dat zij tot nu toe niets van de proost en het convent Zwartewater hebben vernomen en dat zij daarom juffer van Coeverden naar hun toezenden, die namens hen een geschikte persoon zal presenteren.Actum then Hardenborch den VIIIten dach Octobri Anno etc. XLII. 
Oorspr. archief Zwartewater, inv.no. 17.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 25-09-1542 | Up mandach post Matei apostili.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 16-10-1542 | Upden mandach [post] als dach galli.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 655 | 28-10-1542

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 04-12-1542 | Upden mandach post andree

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 05-12-1542 | Up avondt nicolae apostoli

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 658 | 1543 absque dato
Bruijn Blanckvort, richter te Hardenberch, verklaart, dat Roloff Jansz, geboren van Wermelinck te Heemse en “beghenne bruder” te Zibkloe, met Andries Roloffsz, coster ten Hardenberch als momber, aan het convent van Galilea in Zibkeloe al zijne bezittingen heeft geschonken, wegens weldaad hem door dat convent bewezen “want sic hem met den meesten arbeid net beswaert hebbt.”.
Keurnoten: Henrick Odinck en Henrick Coster in Heemse.
Gegeven inden jaer ons Heren M vijfhondert ende XLIII.
Deze acte is gebiffeerd als hier niet behoorend, met bij bijvoeging: vacat quaere in alio libro.
Cart.v.Sibculo fol. 152 | v. Doorn.M.S.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 02-01-1543 | Upden dinxdach post Circumcisionis Domini

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 08-01-1543 | Up den manendach post epiphanie domini

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 10-01-1543 | Up wondesdach post epiphanie domini

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 21-02-1543 | Op mandach ante petri ad catadram

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 12-03-1543 | Up maendach post judica.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 18-03-1543 | Op palm dach.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 02-04-1543 | op manendach nader octave van paeschen.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 12-06-1543 | up dach sacramenti

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 656 | 14-10-1543

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 657 | 14-10-1543

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 658 | 1543 absque dato

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 659 | 1543 absque dato

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 660 | 25-01-1544

Stadsbestuur Hasselt | no. 469 | 06-02-1544
Heer Albert van Hardenberg, proost van Zwartenwater, staat toe, dat de graven, waardoor de marken Hasselt, Holte en Genne schade lijden, gedamd wordt en dat de Hooidijk hersteld wordt.
Oorspr. op papier in Inv. no. 842.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 661 | 22-02-1544

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 31-03-1544 | op manendach post judica.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 662 | 04-04-1544
Broeder Lambertus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Hermen en Aleijt Waterijnck kinderen van wijlen Hermen W. en Swane diens vrouw, hebben ontslagen om godswil van allen eigendom aan het klooster.
Ghegeven int yaer ons Heren dusent vijffhondert en vier en viertich up dach Ambrosii Episcopi.
Cart.v.Sibculo fol. 154 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 663 | 15-07-1544

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 664 | 07-08-1544

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 665 | 07-11-1544

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 666 | 11-11-1544

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 667 | 25-11-1544

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 668 | 25-11-1544

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 669 | 09-03-1545
Roelof van Lennep en Henrick van Besten, moetzoenslieden en vanwege Otto van Vilsteren ter eene en Mr. Jan Duijsterbeeck en Johan van Uuterwijck, moetzoenslieden van wege broeder Johannes van Utrecht kellener te Zybekeloe, en broeder Gheert ten Coette, ambtman, en het convent ter andere zijde, beslechten een twist over een coette in Olthem gelegen, met rogge en hooiland enz. krachtens brieven, vroeger door de gebr. van Reze verkocht bij bezegelde brieven van de schulte in Hardenberch.
Ghegheven inden jair ons Heren MVcXLV op Maendach na den Sondach Oculi in der heijliger Vasten.
Cart.v.Sibculo aanh.fol.2 | v. Doorn.M.S.

Stadgericht Hardenberg | Regest 11 | 11-05-1545
Bruyn Blanckvort, schout te Hardenberg, oorkondt dat Wolter ten Bussche, Johan Loze en Johannes van Almeloe, zegslieden voor de stad hardenberg en Johan van den Kampe, Johann Bake en Thymen Henrickssen van Dalffzen namens Hermen Janssen van Bergenthem en Lutgert e.l., een schikking treffend over het zonder toestemming door Hermen buiten de stad over de beek gebouwde huis | NB: Oorspr. in inv.nr. 38. Met losgegaan zegel van de schout; dat van Hermen Janssen verdwenen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 670 | 24-02-1546

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 671 | 02-05-1546

Huis Batinge | Regest 47 | 27-05-1546
Johan van den Kampe bleent, als stichtsch leen, Evert de Baecke met het erf en goed den Pothoff c.a. in het kerspel en het gericht van den Hardenbergh te Ennevelde, het erf Schultingh te Koltheem, de tienden te Meene grof en smal in het kerspel Velthuijsen, 2 tienden grof en smal over de Laer en Braeme en 2 tienden in het kerspel Oldenseel grof en smal, nl. over Rosteringh en Besteringh in de buurschap Gamenicken. Met vermelding als ,,twie stichtesmannen? van Lubbert Blanckvort en Johan van Steenwych Henrichssone.
NB:Gegeven in den jare onses Heeren 1546, den 27 dach Maij.
Copia copiane (17de eeuw) (Inv. nr. 549), op papier, naar een afschrift gewaarmerkt door J. Vriesens. Het oorspronkelijke stuk was bezegeld in groene was.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 28-06-1546 | avondt petri et pauli apostolori

Stadgericht Hardenberg | Regest 12 | 14-08-1546
1546 up unser Leven Frouwen Avent Assumptionis.
Gordt Poeck (ook Pock), rentmr. en richter te Nyenhuis oorkondt dat Johan Jungerynck, Lambert van Ittersum, Johan Schouwe alias Buckes, Johan Dericksen Wyltschutt en Johan Gerliges alias de Rydder t.o.v. Lambert van Lynge en Gerardus Randen, keurnoten, ter instantie van burgemeesters van Hardenberg en hun voorspraak Johannes van Almelo een verklaring afleggen betreffende het gebruik van de mars bij Hardenberg door inwoners van de stad | NB: Oorspr. in inv.nr. 17. Met licht beschadigd zegel van de richter.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 672 | 20-08-1546

Stadgericht Hardenberg | Regest 13 | 30-09-1546
Goeszen ter Avest, richter te Emninchem (?), oorkondt dat Henrick Dobberler en Claess Gossensszonne t.o.v. Volcker Schroer en Lambert Smyt, keurnoten, ter instantie van schepenen van Hardenborch verklaren dat in ’t verleden ook de herders van Hardenborch, Hiemse en Calendorn de mars bij de stad tussen de Vecht en het Veerwater gebruikten en dat de vissers plachten te vissen in de Toge bij de Veerbrugge | NB: Oorspr. in inv.nr. 17. Met beschadigd zegel van de richter.

Regesten Overijssel collectie diverse charters | nr. 53 | 13-10-1546
Bruyn Blanckvordt, richter te Hardenborch, oorkondt aaan zijn neef Lubbert Blanckvordt te hebben overgedragen de helft van den Spijkerberch in het gericht Hardenborch, kerspel ’t Heemse, buurschap Calendorn, die hun gezamenlijk toebhoorde. [Spijkerberg Collendoorn]
Oorspr. met de onderteekeningen van de keurnoten Lambert Smyt en Andreas Rolofszen, koster, en het geschonden zegel in groene was van den oorkonder.

Stadgericht Hardenberg | Regest 14 | 26-10-1546
Bruyn Blanckvordt, richter oorkondt dat Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenberg en Arendt Blanckvordt en Berndt Alertssen als mede erfgenamen van Hiemse en Calendorn t.o.v. Engelbert Henrickssen en Henrick Oding, keurnoten, een verklaring afleggen betreffende de visserij door Hardenbergers in de Vecht, het meer van ter Ulene en de Thoege | altera die Crispini | NB: Oorspr. op papier in inv.nr. 16. Het zegel verdwenen.
Gedrukt in ‘Nader adstructoir request voor burgemeesteren, schepenen en raaden der stad Hardenbergh, aan de E.M.H. Ridderschap en Steden, de Staaten van Overijssel, ter zaake van de jagt, overgegeven op het tweede reces van den ordinaris landdag gehouden binnen Zwolle in de maand October 1782’ (Zwolle, 1782), inv.nr. 13, p. 29, 30.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 673 | 18-01-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 674 | 10-02-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 675 | 10-02-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 676 | 01-03-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 677 | 06-03-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 678 | 17-04-1547
Broeder Franciscus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij de nagelaten kinderen van wijlen Herman en Mette Waterings, nl. Geert, Henrick, Johan en Zwane, om godswil hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster.
Int jair uns Heren dusent vijffhondert XLVII up Sondach Quasimodo.
Cart.v.Sibculo fol. 156vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 679 | 23-04-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 680 | 02-07-1547

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 681 | 04-07-1547
Broeder Frans, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekelo, verklaren een moetzoen te hebben aangegaan met Johan van Laer in Honlo, ter zake van het door diens voorvader Henrick van Laer, Boldewijnszoon, aan het convent verkochte leengoed Wedelijnck, c.a. gelegen in de buurschap Diffele, kerspel Hemse, gericht Hardenberch, zullende dat goed nu worden verheergewaad met 2 gouden rijsche gld., terwijl nu hulder is Roloff Wullijnck, burger te Deventer.
Int jair ons Heren dusent V hondert XLVII op dach Translation Martini dat is den vyrden der maent Julij.
Cart.v.Sibculo fol. 157vo | v. Doorn.M.S.NB:De acte is gebiffeerd: in margine: vacat.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 682 | 04-07-1547
Broeder Franciscus, prior, Albertus Swollis, supprior, Johannes Utrecht, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekelo, verklaren, dat zij Johan van Laer te Honlo als leenheer hebben erkend voor het goed Wedelynck, dat zij dat goed zullen verheergewaden met 2 gouden keurv.geld., en dat zij als hulder gesteld hebben Roloff Wullynck, burger te Deventer.
Int jair ons Heren MVcXLVII up dach Translationis Martini de vyrde dach yn maent Julio.
Leenmannen: Gosen van Rasvelt en Uniko Ripperda.
Cart.v.Sibculo fol. 158 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 683 | 04-07-1547
Johan van Laer toe Hoenloe verklaart het convent van Galilea in Zibekeloe beleend te hebben met het erve Wedelinck, gelegen in de buurschap Diffele, kerspel van Heemse, gericht van Hardenberch, als een Stichtsleen van Utrecht, 2 overld. gouden rijnsche gld. als heergewade te hebben ontvangen, en Roloff Wullinck, burger te Deventer als hulder te hebben aangenomen.
Int jair uns Heren dusent vijffhondert soeven ende viertich up dach Translationis Martini den vierden dach in Julio.
Stichtsleenmannen: jr. Goessen van Raesfelt, drost van Twenthe, en jr. Unyko Ropperda.
Het z.v.den leenheer is afgevallen | Sibculo No. CLXXX a. cfr.cart.v.S. fol. 158 | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 684 | 01-10-1547

id=”15481114″>

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 685 | 10-01-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 686 | 25-01-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 687 | 18-02-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 688 | 22-02-1548

Stadgericht Hardenberg | Regest 15 | 29-04-1548
Bruyn Blankvordt, richter, oorkondt dat Hermen Berntssen, Geerdt Henrickssen, Henrick Berntssen en Johan Henrickssen t.o.v. Geerdt Woestcamp en Hermen van Ane, keurnoten, ter instantie van markerichter, schepenen en erfgenamen van Hardenbercher en Baler marcke, verklaren welke beesten er op die marken geschut werden | NB: Oorspr. op papier in inv.nr. 22. Met beschadigd ouwelzegel van de richter.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 689 | 07-05-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 690 | 18-09-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 691 | 11-11-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 692 | 14-11-1548
Bruijn Blanckvordt, richter te Hardenberch, verklaart dat Johan Mensing uit Larewolt met Griete diens vrouw, mede volmachtig van zijnen broeder Henrick Gerrijtss, anders van Laer, nu wachtmeester te Yewerden, blijkens volmacht bezegeld door Ffloeloff van Middorch, drost te Jewerden, dd. 4 November 1548 hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zibkeloe alle rechten op eenige perceelen lands gelegen te Oltheeme, aan des convents katerstede en aarden, binnen of buitentuinen c.a.
Keurnoten: Thijas Derckssz en Andreas Roloffsz.
Actum den viertijnden Novembris anno acht ende viertich.
Cfr. 1549 Junij 12. Cart.v.Sibculo aanh.fol.3 verso | v. Doorn.M.S. (datum onjuist).

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 693 | 22-11-1548

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 694 | 22-12-1548

Stadgericht | Regest 16 | 03-03-1549
Bruyn Blanckvordt, richter, oorkondt dat Derck van Wylsems en Johanna e.l. t.o.v. Lubbert Blanckvordt en Gerryt Henrickssen, keurnoten, transporteren aan Johan van Uuterwyck het recht van narecoop (nakoop) van het hooiland of de maat genaamd Wylsemes maet, mits zij die zolang hij onverkocht is in huur mogen houden | NB: Oorspr. in inv.nr. 10 collectie Jongsma. Met rest van het zegel van de richter.

Leemgraven Archief | Regest 05 | 01-04-1549
Roloff Sconecamp als leenheer oorkondt, dat een “komenscup” (koopmanschap) is geschied in dier voege, dat Agnesa weduwe van Egbert van Rechteren schout ter Heyne met de gebroeders Henrick van Rechteren heer van Almelo, Zeyger van Rechteren en Johan van Rechteren als voogden der minderjarige kinderen van Agnesa, heeft verkocht aan Geerdt Bertering te Zwolle ten behoeve van wijlen Johan ten Leemgraven en diens vrouw Aleidt, de twee delen van de tienden grof en smal van dess Vosses goed Remmering en den Leemgraven, waarna wijlen ’s oorkonders vader Johan Sconecamp met goedvinden van zijn vrouw het derde deel heeft verkocht; dat nu voor Roloff Sconecamp als leenheer zijn verschenen de weduwe Van Rechteren voornoemd met haar broer Hermen ter Kemmenade als momber en tevens gemachtigde van de voogden voornoemd, die van de twee delen der tienden opdracht hebben gedaan aan de leenheer, die in aanwezigheid van de Utrechtse leenmannen Otto van Vylsteren en Lubbert Blanckvordt heeft beleend Henrick van Vylsteren ten behoeve van Aleit weduwe ten Leemgraven (aangezien Aleit niet “gelodet”.is en daarom Henrick van Vylsteren (in haar plaats) had gesteld) met alle drie delen der tienden.
1549 maendages na Letare.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 695 | 14-04-1549

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 696 | 01-05-1549

Famlie Heerkens | Regest 31 | 31-05-1549
Egbert Haco van den Rutenberge oorkondt, dat hij in tegenwoordigheid van mr. Henrick van Thill en mr. Johan Oostendarp, leenmannen, joffer Lucia van Goor, weduwe van Reede, onder huiderschap van haar zoon Johan van Reede, drost van Lage, Diepenheim en Blanckenborch, beleend heeft met de gehele Grooten Hoff ten Velde, met de daarbij behorende tienden en met De Lutticken Hoff ten Velde, gelegen in het kerspel van Dalffsen in de buurschap Ancken, alsmede met de tienden, rustende op de hof te Diffele, gelegen in kerspel en buurschap van den Hardenberch.
Authentiek uittreksel uit het leenregister van het huis Zuthem door notaris D. van Luik, leenschrijver van dat huis, 1654, (inv. nr. 1085).
Datering: den lesten maij.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 697 | 12-06-1549
Bruijn Blanckvordt, richter te Hardenberch, verklaart, dat op den 1en January 1545 Gheerdt ter Scheer met zijne huisvrouw Robert Willing, voor zich zelven en voor zijne moeder Geese Wijlling, goedgekeurd heeft den afstand van land door Johan Menssen, bedoeld bij de acte van 14 November 1548, en dat den 12 Juny 1549 Luken Pijper te Veldhuissz voor zich en Ffenne zijne vrouw en Lefferdt Swijnsche te Dalen, mede voor zijne vrouw Johan afstand hebben gedaan van hunne aanspraken op de in de genoemde acte bedoelde perceelen, zijnde zij deswegen voor het convent behoorlijk voldaan.
Keurnoten (op: Jan.) : Johan Holterman en Andreas Roloffs, en (op 12 Juny) Lambert Smijt en Andreas Roloffsz.
Gegeven unde besegelt den twelfften Juny in dijt sulve jair van neegen ende viertich.
Cart.v.Sibculo aanh.fol. 4vo | Niet bij v.D.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 698 | 08-09-1549

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 699 | 29-03-1550

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 700 | 30-03-1550

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 701 | 23-04-1550

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 702 | 21-09-1550

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 703 | 21-09-1550

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 704 | 21-09-1550

Stadgericht Hardenberg | Regest 17 | 03-11-1550
op Manendach na Omni Sanctorum.
Bruyn Blanckvordt, richter, oorkondt dat Rolof Aimsing, Geerdt Jenting, Henrick ten Nyenhuyss, Geerdt Hanning, Johan ter Bocket, Geerdt Oelreking en Lambert en Johan Watering, ingezetenen en geërfden van Brucht t.o.v. Geerdt de Wyse en Geerdt Costerszonne, keurnoten, een verklaring afleggen betreffende het verloop van een grens. [zie galgenveld]

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 705 | 05-04-1551
Broeder Ffranss, prior, broeder Hermannus van den Hardenberch, kelner, en het convent van het klooster te Zibkeloe verklaren dat de eerbare maagd Geertruidt Tymermans hen een tijdlang te Zwolle in hun huis trouw heeft gediend, en geneigd is dit verder levenslang te doen, weshalve zij haar vergunnen in het huis te blijven, waar zij onderhoud en verzorging zal genieten terwijl zij over hetgeen zij nu bezit mag beschikken, maar wat haar later opkomt aan het klooster zal blijven.
Inden jair onss Heren Christi dusent vijffhondert een ende vijfftich den vijffden dach der manth Aprilis.
In margine: vacat quia obiit LIIII | Cart.v.Sibculo fol. 164 | v. Doorn.M.S.

Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg | inv.nr. 01 | 22-05-1551 | vrijdags na pinksteren.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 706 | 18-06-1551

Huisarchief Batinge | regest 54 | 21-07-1551
Bruin Blanckvoort, richter ten Hardenberch, oorkondt, dat voor hem en keurnooten Gerdt de Wihe, die Koening te wesselse gend Berent, Roleff Cmperbeecke, Albert Vierlicks, Roleff Amsick, Evert Roberts, Gerdt Roberts, Arent Blanckvoort, Gerdt Ter Hurne, Hendrick Bertelingh, Albert Toe Radedwick, Hendrick Veltman, Hermen Mollingh, Gert Ratenering, Evert Heynen, Heyno To Luessen, Hendrick Ten Grotenhuys En Lueken Hildertick, Wolter Reyners, Gert Mollencat, Gerryt Ghysberts, Jacob Luken, Gert Lamberts En Heyno Rullers -, op vordering vna Hermen Bake, voor zich en zijne broeders en zusters, – omtrent het visschen van Echteler tot Bergentem of Mariënberch (door de Baken, de Wysen of de bezitters van het huis te Gramsberge) en het jachtrecht (door Gosen de Baecke en zijne kinderen Evert en Derck of de bezitters van het huis Gramsberg) , – getuigden als de acte inhoudt. Met vermelding als keurnooten van Johan van Hiemse en Andreas Roleffesen; en mede-bezegeling door burgemeesteren, schepenen en raad der stad Hardenberch met het stadszegel. Gegeven int jaer onses Heeren 1551, den 21 dach der maendt Julij.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 707 | 17-09-1551

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 708 | 21-12-1551

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 709 | 02-01-1552

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 710 | 06-04-1552

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 711 | 19-07-1552
Broeder Frans van Zwolle, prior, en broeder Hermannus Hardenbarch, kellener, broeder Evert Moellerinck, amptman, en het convent van het klooster Galilea in Zibbikeloe, verklaren verpacht te hebben het erve Rosinck, c.a., gelegen in de buurschap Vasse, kierspel en gericht van Oetmersen, aan Berndt Rosinck en Fenne diens vrouw, levenslang tegen eene jaarlijksche pacht van 12 mudden rogge, en onder eenige andere voorwaarden.
Int jair onsses Heren duysent vijffhondert und twe und vijfftich den negentijden ach der maent July.
Cart.v.Sibculo fol.166vo | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 712 | 14-09-1552 (zie charter 130)
Albert van Steenwijck, verklaart, als leenheer, beleend te hebben, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster te Zibikeloe Wyllem Holterman met de tienden grof en smal over het “Magesgueth”, vroeger door Evert Vierlynghe bezeten, en dito tienden over het erve ten Poeren, beide in het kerspel van Hardenbarch, buurschap Anewede gelegen. [Anevelde, Maagdesgoed, Ter Poeren]
Leenmannen van ’t Sticht: Otto van Vilsteren en Henrick van Vilsteren.
Int jair onss Heren duisent vijffhondert twe und vijfftich op dach Exaltationis sancte Crucis.
Met het (besch.) uith.z. van Albert v.St. in gr. w. | o.n.Sibculo CLXXXII | v. Doorn.Reg.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 713 | 11-11-1552
Prior, kellener, en het convent van het klooster Galilea in Zibikeloe verklaren dat Reijndt van Azewijn heer tot Brakell met consent van alle kinderen van Herman de Wijse of hunne volmachten, voor welk consent Johan van Uterwijck en Johan Brantlich getuigen zijn, heeft betaald de somma van 600 goudgld. welke het klooster had geschoten op een mate, gelegen in Holthemermarke, volgens de brief waarbij deze transfix is |
Int jair onsses Heren duisent vijffhondert twe und vijfftich op dach Martini hiemalis.
Cart.v.Sibculo fol.167vo | v. Doorn.M.S. | De principale brief is niet afgeschreven. Blijkens het opschrift heette de mate de Lenckhorst.

Stadgericht Hardenberg | Regest 18 | 12-11-1552
Johan Rotgerstsszone, Wyllem Egbertssen, Geerdt Lambertssen en Engelbert Henrickssen als burgemeester, schepenen en raad van Hardenberg transporteren aan Andreas Roloffzonne en Roloff e.l. een jaarlijkse geldrente van 2 1/2 goudgulden in plaats van de vier mud rogge’s jaars die Gysele Geerts dochter anders Helkinges ontving, overigens op dezelfde voorwaarden | op dach Lebuini conffessoris wesende des anderen dages Martini episcopi | NB: Oorspr. in inv.nr. 57. Met rest van het stadszegel. Gecancelleerd. Zie ook reg.nr. 9, met welk charter dit een transfix vormt.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 714 | 24-02-1553

Toegang 0189.1 Abdij St. Mariënhorst te Ter Hunnepe | Regest 511 | 15-05-1553
Johan van Huls, abt van het klooster te Camp, oorkondt, dat Lutgarth van Keppell, juffer in het klooster ter Hunnepe, in zijn tegenwoordigheid verklaard heeft, dat het erf de Khorhorst en Keppelsgoed, gelegen in de Veluwe in het kerspel Wilp en in het ambt van Voorst, rechtens toekomt aan het klooster. Int jaer ons Heren duesent en vifhundert drie ind viftich, op Manendach post Ascensionis Domini.
a. Oorspr. (Inv. nº. 420). Onderteekend door Arnoldus Provestinck, prior te Burlo, door Franciscus van Zwol, prior te Sibculo, Johan van Huls, abt te Camp. Met het opgedrukte zegel van den abt te Camp. R.A.O. 4127. b. Afschr. R.A.O. 4146.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 715 | 25-07-1553

Stadgericht Hardenberg | Regest 19 | 03-10-1553
Burgemeesters, schepenen en raad van Deventer geven die van Hardenberg kwijting voor een jaarrente van vijf goudgulden die aan Deventer was bewezen ten behoeve van de St. Lebuinuskerk aldaar en die nu afgelost is met honderd goudgulden | NB: Oorspr. in inv.nr. 58. Het secreet stadszegel van Deventer verdwenen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 716 | 24-10-1553

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 717 | 06-11-1553

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 718 | 06-12-1553

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 719 | 13-12-1553

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 720 | 04-07-1554

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 721 | 22-07-1554

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 722 | 21-02-1555

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 723 | 21-02-1555
Johan van Laer te Honloe verklaart, als leenheer, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Sybbekeloe, beleend te hebben na doode van Roloff Woltynck, burger te Deventer, Symon Claesz met het goed Weedellynck, buurschap Dyffelen, kerspel Hiemse, gericht van Hardenberch.
Leenmannen van ’t Sticht: Harmen van Langen en Henrijck Wanijnck.
Actum Anno dusent vijffhundert und vijff unde vijfftich up sunt Peters ad Cathedram avent.
Met het uih.z.v. Johan v.L. in br.w. | o.n. Sibculo CLXXXIII | v. Doorn.Reg.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Charter 40 | 16-11-1555
Acte van aankoop eener jaarlijksche rente van 6 overl. gouden rijnsche gld., uit het ambt en de borchvrede van de Venebrugge, van Vijncentius van Uuterwijck c.u.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 724 | 16-11-1555
Bruijn Blanckvordt, richter ten Hardenberch, verklaart dat Vyncentius van Uuterwijck en zijne vrouw Anna van Menckholt hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Sybkeloe eene jaarlijksche rente van 6 overlandsche, gouden rijnsche gld., uit het ambt en de Borchvrede van de Venebrugge, deels leengoed, deels eigen.
Koernoten: Johan Smijt en Mr. Peter Barberer.
Gegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende vijff ende vijfftich den sestijnden dach der maendt Novembris.
Met de uith.zz.v.d.richter en Vincentius van U. in gr. w.o.n.Sibculo CLXXXIV | v. Doorn.Reg.M.S.

Stadgericht Hardenberg | Regest 20 | 24-02-1556
Bruyn Blanckvordt, richter te Hardenborch en Lubbert Blanckvordt en Lubbert Smyth, keurnoten maken het vonnis bekend van Joanchim Asskens in de zaak tussen Reyner van Aesswijn, heer toe Brankel, eiser en Geerd de Wijse to Lozen met Johan zijn zoon, beklaagden, betreffende de eigendom van een stuk land in Gramsberger Wueste of Lozer Mercke en daaruit voorvloeiende kwesties zoals kappen van bomen en jagen op veldhoenders en hazen | NB: Gedrukt in ‘Request deductoir voor burgermeesteren, schepenen en raaden der stad Hardenberg aan de E.M.H. Ridderschap en Steden, tweede reces van den ordinaris landdag, gehouden binnen Campen in de maand October 1781’ (Zwolle, 1782), inv.nr. 12, p.18-22.
Met vermelding dat het charter zelf, met zwart waszegel met een klimmende leeuw van Bruin Blanckvort berustte bij de boer Swijse te Loozen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 725 | 13-01-1557
Broeder Sanderus Suer, prior, Gherardus Vredis, supprior, Hermannus Hardenborch, kelner, en het convent van het klooster van Sibkeloe verklaren verkocht te hebben aan juffer Lutgart van Itterssum, wed. Dr. Hermen Knoppert, eene jaarlijksche rente van 20 goudgld., uit des convents uithof te Marienborch, behoudens het recht van terugkoop voor 400 goudgld.
Gegeven int jair onss Heren dusent vijffhondert soven unde vijfftich op den derthenden dach dess maendes Januarii.
In margine: redempti anno LX. Het opschrift heeft onjuist: de quator florensis. In calce staat genoteerd dat zekere vrouw Pijls een brief heeft in denzelfden vorm van 300 goudgld., rentende 18 goudgld. in ’t jaar 1562 | Cart.v.Sibculo fol. 172vo. | v. Doorn.M.S.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 726 | 02-07-1557

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 727 | 17-09-1557

Familiearchief Heerkens | Regest 35 | 18-09-1557
Johan van den Bootzeler (Boetzelaer) oorkondt, dat hij namens zijn neef Adolph van den Rutenberch, de onmondige zoon van wijlen Egbert Haco van den Ruytenberch, in tegenwoordigheid van zijn medemomber Unico Ripperda, drost van Zallant, en van Johan van Laer to Hoenlo en mr. Henrick van Thill, als leenmannen, Godert van Reede, ridder, en schout te Utrecht, als oudste zoon van wijlen de maarschalk Ariaen van Reede, beleend heeft met De Grooten Hoff ten Velde en met De Lutticken Hoff ten Velde, gelegen te Dalffsen, met de tienden onder de hof te Diffele, gelegen in het kerspel van den Hardenberge, voorts met de hof te Wycheringh, gelegen in het kerspel van Dalffssen, en met het erve Pothoff, gelegen te Hardenberch, met de daarbij behorende tienden.
Authentiek uittreksel uit het leenregister van het huis Zuthem door notaris D. van Luik, leenschrijver van dat huis, 1654, (inv. nr. 1085).

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 728 | 12-03-1558

Huis Batinge | Regest 59 | 09-04-1558
Bruin Blancvoort, richter te Hardenbergh, oorkondt, dat voor hem en keurnooten Berent Alberts met zijne kinderen Herick, Goosen en Rotger, Goosen met Aleydt e.l. , Gisbert van Laer met Aleyt E.L. Willem Smit met Heijle e.l. verklaarden, door Rotger Alberts den (voor)koop van het erf en goed den Pothoff te Aenwede te hebben aangeboden aan hun oom Goosen Baecke Evertssoone, die hem aannam. Gegeven in den jare onses Heeren duysent vijffhondert ende achtenvijfftich, op Paes-avont.
NB: Copia copiae (17de eeuw ) (Inv. nr. 549), op papier, naar het afschrift gewaarmerkt door J. Vriesens. Het oorspronkelijke stuk was bezegeld ,,met uijthangende segelen?in goene was en onderteekend door Henrick Alerts, Goosen Allers, Rotgert Allerts, Gijbert van Laer, Willem Smit en Bruin Blanckvort.

Stadsbestuur Zwolle | 3367 | 1559
Blanckvoort tegen Herman van den Clooster over een vordering in geld.

Stadgericht Hardenberg | Regest 21 | 26-05-1561
Robert van der Beeck, rentmr.-generaal van Salland beleent ten verzoeke van burgemeesters van Hardenberch Willem Jansz in plaats van de overleden Hermen Jansz met het erve Coldehoff te Badeler, t.o.v. de vrijlieden van het hof van Ommen Egbert Hermensz en Herman Vedelinck | NB: Oorspr. in inv.nr. 42. Met beschadigd zegel van de rentmr. [Koldenhof Baalder]

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 729 | 07-06-1561

Stadgericht Hardenberg | 42 | 1761
Akte waarbij Robert van der Beeck, rentmeester-generaal van Salland, in tegenwoordigheid van Egbert Hermens en Herman Vedelinck, vrijlieden van de hof van Ommen, Willem Jansz. Smidt op verzoek van burgemeesters van Hardenberg als hulder beleent met het erf Coldehof | NB: Met beschadigd zegel van de rentmeester. Zie regestnummer 21. [Koldenhof Baalder]

Stadsbestuur Hasselt | no. 513 | 11-11-1561
Heer Hermen van Zwolle, pater, Anna van Wijnsum, priorinne, Anna Stuermans, subpriorinne, Anna van Keppell, procuratrix van het convent van Depenvenne, verklaren, dat zij verzet hebben aan Albert Helleijnck en Jutte e.l. en Loeffert, hun zoon, hun tienden uit het erve Overtuig, gelegen in het gericht Hardenborch in het kerspel Hemse in de buurschap Reedtze, behorende aan de H. Stede te Hasselt. [Overinghesguet, Avertink Rheeze]
Afschriften in Inv. no. 343. Een afschrift van Laurentius Hollander, schoolmeester te Hardenberg.
op Martini in den Wijnter.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 730 | 07-01-1562

Stadsbestuur Hasselt | nr. 517 | 26-03-1562
Bruijn Blanckvordt, richter them Hardenborch, geeft een bewijs van goed gedrag af ten behoeve van Egbert Johans, mulder bij den Hardenberch.
Oorspr. in Inv. no. 318. Met zegel van de richter.

Stadgericht Hardenberg | Regest 22 | 17-04-1562
Lubbert Blanckefoert als volmacht van leenheer Harman van den Campe beleent in tegenwoordigheid van de mannen van leen Engelbertus van Ensse, drost te Coverden en Jan die Baecke, juffer Lutghert van den Gruithuys met de grove en smalle tienden over de erven en goederen Koeldoenhoff en Groetenhuys in de buurschap Hemse, zoals haar broer Gaerdt van den Gruithuys deze in leen bezeten heeft en waarvoor Wyllem van Iselstein, drost te Genemuyden, leenhlude doet | Coverden | NB: Afschrift, 1588, in inv.nr. 11 collectie Jongsma.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 731 | 07-05-1562
Johan van Laer te Hoenloe verklaart, als leenheer, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Sijbbijkeloe, te hebben beleend, na doode Symon Claessen, Johan Veerkamp met het erve Wedelynck, gelegen in de buurschap Diffelen, kerspel Heenssum, gericht van Herdenberrych.
Leenmannen van het Sticht: Harmen van Keppell en Albert van Wylsteren.
Actum anno duesent vijffhondert ende twe en sestich, up Donderdach des soevenden dach van den Meij.
Met het uith.z.v .d. leenheer in gr. w | Cfr. 1555 febr. 21 | n. Sibculo CLXXXVII | Niet bij v.D.

Huis Batinge | regest 63 | 18-01-1563
In verband met het blijken bij de deeling der naltenschap van Berent Alers en Herman Baecke e.l. – door hunne kinderen Goosen Alers voor zich en zijne vrouw Alijdt van der Lippe, Rotger Alerdts, Aleydt Alers met haren man Gijsbert van Laer, Heijle Alers met haren man Eillem Smit – dat Goosen Baecke te Anwede, de oom der kinderen, dezen geld had voorgeschoren op het huis, de gaarden en een stuk land gen d.. de Wissener te Baedeler, door de ouders bewoond doch nu in gebruik bij Johan Auinges de junge en toegescheiden aan G.A. c.u., – komen ,,vrunden, kinderen ende erffgenamen?overeen, dat de oom G.B. ter afsossing zal ontvangen he huis, de gaarden en de Wissener c.a, in het gericht van Hardenbergh in de buurschap Badeler. Gegeven in den jaere onses Heeren duysent vijffhondert ende drieensestich, den 18 dach Januarij 1563.
NB:Copia copiae (17de eeuw) (Inv. nr.549), op papier, naar het uittreksel gewaarmerkt door J. Vriesens. Het oorspronkelijke stuk was bezegeld met 2 zegels in groene was.

Stadgericht Hardenberg | Regest 23 | 27-06-1563
Stadhouder, Ridderschap en Steden doen uitspraak in het geschil tussen de ingezetenen van Heemse en Calendoren en de burgers en ingezetenen van Hardenberch betreffende eigendom en gebruik van de marsch | NB: Oorspr. (?) in inv.nr. 18. Ongezegeld. Uit niets is op te maken of dit een afschrift is.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 1 | 24-07-1563
Philips, Koning van Spanje enz. enz. gelast Stadhouder, Kanselier en Raden van Gelre en Zutphen alom te doen publiceeren dat het verboden is kerken, kloosters of gestichten af te breken of derzelver goederen te vervreemden buiten zijn consent.
17e eeuwsch afschrift van een afschrift (op papier). In dorso: Sibkeloe | Zie: Inventarisnummer 3077 | NB: Gedrukt: Groot Geldersch Placaetboeck I, 302.

Regesten Overijssel collectie diverse charters | nr. 64 | 11-08-1563
Bruijn Blanckvordt, ricthter van Hardenborch oorkondt dat voor zijn substituut richter Andreas Roloffsoon en keurnoten David ten Broeck en Johan van Elene door Arendt Sager en zijn vrouw Geertruijdt Vierlinges een eerdere lijftocht van 29-6-1559 nogmaals is bekrachtigd.
Na het uithangend zegel van de oorkonder, ernstig gehavend. (Den elfften dach der maendt augusti 1563)

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 732 | 08-01-1564

Stadsbestuur Zwolle | 3727 | 1565-1566
Wynolt Greven te Deventer tegen Wilhelm Mensen te Hardenberg wegens eis tot levering van gekocht koopmansgoed.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 733 | 07-12-1566

Stadsbestuur Zwolle | 3728 | 1566
Tonnis Schoemaker en zijn vrouw Femme, dochter van wijlen Berend ten Haverkamp, tegen Derk Stubmans, wegens de nalatenschap van overleden oom Geert ten Haverkamp.

Erve Leemgraven | 134 | 1567, 1600
Akte van erfwinning door de rentmeester-generaal van Twente aan Johan Leemgraven en zijn vrouw Jenneken als erfopvolgers op het erve Leemgraven.

Stadsbestuur Zwolle | 3729 | 1568, 1578
Jutte Stevens, verlaten vrouw van kleermaker Geert Egberts, tegen haar zwager Hendrik Egberts wegens uitkering van haar aandeel in de huwelijksgemeenschap bezeten goederen.

Stadgericht Hardenberg | Regest 24 | 25-03-1569
Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenborch verklaren schuldig te zijn aan Henrick van Velthuysen 885 Jochemdalers wegens de aankoop van het dubbel gewaard erve en goed ten Grotenhuyss in de buurschap Baeler op 17 juli 1567. | NB: Oorspr. in inv.nr. 59. Gecancelleerd. Het stadszegel verdwenen.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 734 | 02-05-1569

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 735 | 02-05-1569

Huis Batinge | regest 71 | 15-07-1569
Bruijn Blackvort, richter ten Hardenbergh, oorkondt dat, volgens ,,revelatie? van zijn ten dezen gemachtigde Andries Rolofs, voor dezen en keurnooten Geert de Wijse te Loesen, Roeleff Campferbeecke, Henrick Joh(a)n Reijners en Johan ten hoffstede -, op vordering van Goosen Bake te Anwede, met betrekking tot het vrij zijn van wijlen Evert de Baecke en zijn voorouders en kinderen (als beziters van die Pothoff) van schattingen, ongelden en heerendiesten en het door hen uitgeoefend jacht- en vischrecht, – getuigden als de acte inhoudt. Met vermelding als keurnooten van Gijbert van Laer en Henrick Amssick.
NB: Den XVen Julij ao. 1569.
Afschrift (17de eeuw) (Inv. nr. 549), op papier. Het oorspronkelijke stuk was voorzien van een opgedrukt zegel in groene was.

Huis Batinge | regest 72 | 16-08-1569
Verklaring, dat op datum Eggerich Ripperda drost van het land Zallandt, Goosen van Raesfeldt die jonge drost van Twente, Eusebius Bentick dorst van Isselmuijden, Berent de Beure ,,compteur?, Johan van den Boetselier, Herick Mulert, Jan van Laer, Zeyne van Brenen, Johan van Rechteren, Reoleff van Langen, Adolff van Weickel, Wolter van Heyden, Christoffer van Averhaegen, Roeleff van Oostenwolde, Bertelt Sloots, Adolph van den Ruitenborgh, Johan Ripperda, Lubbert Blanckvort, Hendrick van Laer, Geert van Laer, Jovob van Coeverden, Johan Mulert, Peter Mulert, Peter Mulert (Sic), Macharis van Oldeniel, Vincentius van Uitterwyck, Johan Uytterwyck, Jocob van Vterwijck, Keppel te Olst, Henrick Schaerp, Johan van Buchorst, Jasper Scheel, Herman van Voorst zoon van wijlen Derrick van Voorst, Jochim van Armeloo, Johan van Steenwijck, Robbert van Ittersum, Geert Rengers, Goosen de Baecke, Bruin Baeck, Jorriën van Bermentlo, Jorriën van der Marck, Roeleff van Hoevel, Johan van Eschede, Geerlich de Bever, Jan van Echten, Berent Moerbeke,? Grubbe, Lubbert van Winshem, Steven van Reemen docter van Deventer, Hendrick de Wilff, Arent Toe Boecop van Campen, Wolff van Ittersum en Johan van Haerst (van Zwolle), als Ridderschap en gedeputerden der Steden te Nijerbrugge vergaderd, besloten, aan den stadhouder den graaf van Megen toe te zenden een verzoekschrift tot opheffing van eenige door den hertog van Alve voorgenomen ,,nijrheiden.?
NB: Op Dinxdagh den 16 Augustj anno LXIX ??.
Copia copiae (17de eeuw) (Inv. nr. 549), op papier, naar een uittreksel uit het ,,Keyserboeck?der stad Swoll, gewarmerkt door Joannes Holt sectetaris. In het ,,Keyserboeck?volgde het verzoekschrift.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 736 | 06-05-1570

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 737 | 09-03-1571
Pauwell Blanckfvoirdt, richter ten Hardenborch, verklaart dat Hermannus Daventriensis, prior van het convent Zybekeloe en de seniores en conventsheeren uitgebreide volmacht hebben gegeven aan den kellener des convents Sebastianus Mertens van Oldenzall en aan broeder Everdt, ambtman van het convent, om de belangen van het klooster overal en te allen tijde voor te staan.
Gegeven in den jaer onss Heren dusent vijffhundert ende enensoeventich den negeden dach van Meerte 1571.
Keurnoten: Berndt Lansing en Andreas Roloffzen | Het opgedr.z. van den richter is afgevallen | Oorspr. (op papier) Algm.beh. | v. Doorn.M.S.

Huis Batinge | regest 73 | 09-08-1571
Verklaring dat op datum als gemeene Ridderschap en gedeputeerden van de Steden te Nijerbrugge vergaderden: Eggerich Ripperda drost van het land Zallandt, Eusebius Bentick drost vn het ambt van Isselmuijden, JOHAN SLOOT drost van het land Vollenhoo, Roebet van Ittersum, Jochem van Armelo, Wolter van Ittesum, Herman van Voorst, Keppel, Seijno van Bremen, Hend. Mulert, Johan van Ittersum, Goossen van Goeverden, Johan van Rechteren, Jendrick Schap, Bartolt Loots, Uyttewijck te Gramsbergen, Johan Rammelman Macharis van Oldeniel, de richter Bermentloo, Bruin Baecke, Hendrick van Bremen, Goosen de Baeck, Echten, Henrick van Essen, Johan van Laer, Vincent van Uytterwijck enz.
NB: Opten 9 Augustj ao. LXXI??
Copia copiae (17de eeuw)(Inv. nr.549), op papier, naar het uittreksel uit het ,,Vers. Boek?der stad Zwol, gewaarmerkt door Johannes Holt, secretaris.

Stadgericht Hardenberg | Regest 25 | 12-11-1571
Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenberg transporteren aan Johann Stubbeman een jaarrente van 3 goudgulden over de stadsinkomsten | NB: Oorspr. in inv.nr. 9 collectie Jongsma. Gecancelleerd. Met beschadigd stadszegel.

Stadgericht Hardenberg | Regest 26 | 26-06-1572
Burgemeesters schepenen en raad van Hardenborch oorkonden dat Wylhelm Hoterman en Griethe e.l. verklaren schuldig te zijn aan Johan Stubmans en Geesken e.l. 100 goudgulden tegen 51/2 % ’s jaars met hun huis in de stad als onderpand | NB: Oorspr. in inv.nr. 64. Met beschadigd stadszegel.

Stadgericht Hardenberg | Regest 27 | 23-11-1572
Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenborch verklaren schuldig te zijn aan Dirck Mersing en Lubbe e.l. 100 goudgulden tegen 5% ’s jaars onder verband van de stadseigendommen | NB: Oorspr. in inv.nr. 60. Gecancelleerd. Met het stadszegel.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 738 | 16-07-1573
Lubbert Blanckevoerdt verklaart, als leenheer, beleend te hebben, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, Jacob van Utterwijck Johanssz met het erve Vrijling c.a. gelegen in de buurschap van Diffell, kerspel van Hijemse, benevens met het erve Velsert, c.a., gelegen in de buurschap en het kerspel van Hijemse, en beide in het gericht van Hardenberge. [Vrijlink Diffelen, Velsink Heemse]
Leenmannen van ’t Sticht: Wylhelm Holterman en Wylhelm Johanssz, anders Smijt, burgemr. te Hardenborch.
Gegeven in den jaer onss Heren dusent vijffhondert ende drie ende tsoffentich den sestijnden dach der Monndt July.
Met het uih.z.v. Lubbert B1 in gr. w. | n.Sibculo CXCIV | Niet bij v.D.

Huis Batinge | regest 74 | 06-09-1574
Herman van den Campe, leenheer van de leengoederen ten Pothoff, Reijnert van Aesewijn heer te Braekel, Lubbert Blanckefoort en Pouwel Blanckevoort schulte te Hardenberg bepalen -, als ,,moetsoensluyden? voor de ,,erffdieling? tussen Johan die Baecke en de weduwe van Goossen de Baecke met hare kinderen en Lambert Golt met Heyle e.l. met betrekking tot het erf en goed ten Potthof in het gericht ten Hardenberch in de marke en buurschap ter Ane en Anwede, – dat J.D.B. zal hebben het huis ,,mitter stede staende op de rechte ,,saelstede, mit den poll ende graffte daerom gaende?, het daarop binnen de singelgracht staand hout, den gond aan de andere zijde van het huis ,,ader saelstede? met de turfschuur en het houtgewas, de gaarde bij het huis langs de gracht bij de schuur tot de andere gaarde bij het hek; dat de weduwe en L.G. zullen hebben de schuur met den grond en het stamhout, van de gracht af langs het andere huis dat blijkens acten der weduwe en haren kinderen behoort, tot aan het hek, waardoor men naar de esch rijdt.
NB: Copia copiae (17de eeuw) (Inv. nr. 549), op papier, naar het afschrift gewaarmerkt door Henr. Holt secretaris der stad Swolle. Het oorspronkelijke stuk was onderteekend door E.D.B.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 739 | 01-05-1575

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 740 | 27-05-1576

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 741 | 03-07-1576

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 742 | 24-07-1576

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 743 | 06-09-1576 (zie charter 130)
Lubbert Blanckvoerdt verklaart, als leenheer, beleend te hebben, ten behoeve van Prior en Convent in Zybekeloe, Wylhelm Holterman met de grove en smalle tienden over het Magesgoed te Anwelde, en de dito tienden over het erve ten Paren, beide gelegen in het gericht en kerspel Hardenborch, buurschap Anwede. [Anevelde, Maagdesgoed, Ter Poeren]
Mannen van ’t Sticht: Jacob van Uuterwijck Johanssz en Derck ten Hulzebuijsch.
Gegeven inden jaer onss Heren dusent vijffhundert ende sessen de tsoeventich den sesten dach Septembris.
Met ht uith.z.v.Lubbert B1. | n.Sibculo CXCV | Niet bij v.D.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 744 | 17-09-1576

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 745 | 15-02-1577

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 746 | 01-07-1577

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 747 | 13-12-1577

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 748 | 1577 absque dato

Stadsbestuur Zwolle | 3730 | 1577
Mauritius van Almelo te Coevorden tegen Lucas Geerts te Hardenberg wegens een vordering in geld voor geleverde haver.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 749 | 25-07-1579

Stadsbestuur Zwolle | 1549-CH579.08 | 1579
Proces-verbaal van getuigenverklaring door Vincentius van Uterwyck en zijn vrouw op verzoek van burgemeester Johan van Haersolte van Zwolle betreffende de heffing van tol op de Venebrugge in het schoutambt Hardenberg | NB: Zie: Regest no 06831 | Omvang: 1 charter

Stadsbestuur Zwolle | 3731 | 1579
Hendrik van Reede tegen Hendrik Weerdes c.s. wegens achterstallige pacht.

Stadgericht Hardenberg | Regest 28 | 03-05-1580
Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenborch verklaren schuldig te zijn aan Hermen Egbertssen en Aleydt e.l. 100 daler tegen vier mud rogge’s jaars, onder verband van de stadseigendommen | NB: Oorspr. in inv.nr. 61. Gecancelleerd. Met het stadszegel.

Afbeeldinge ende beschryvinghe van alle de veldslagen, belegeringen ende and’re notabele geschiedenissen ghevallen in de Nederlanden. Geduerende d’oorloghe teghens den coningh van Spaengien: onder het beleydt van den Prince van Oraengien, ende Prince Maurits de Nassau.
Teksten over de slag op de Hardenberger heide op 17 juni 1580 door Willem Baudartius en Lodovico Guicciardini.

Gelders Archief | 5555 | 19-06-1580 [nazien invoeren op kalender]
Missive van B. S. en R. van Zutphen aan het Hof, begeleidende copie van een schrijven uit Deventer over den ongelukkigen afloop van het gevecht bij Hardenberg. Zij achten het van groot belang, dat met spoed troepen uit Gelderland gezonden worden om het ontzet van Groningen te beletten. | zie 925

Gelders Archief | 4411 | 21-09-1580 [nazien invoeren op kalender]
Missive van die van Hattem aan het Hof, dat de vijand met achterlating van vele paarden en vee, levend en geslacht, de omgeving van Zwolle verlaten heeft en in de richting van Hardenberg is afgetrokken| zie 994

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 372 | 02-08-1582

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 371 | 10-11-1582

Stadsbestuur Zwolle | 2541 | 1582
De juffers Otto en Lutgert van den Gruethuys tegen Herman Mensinck en Evert Harms, snijder, over enige tienden te Hardenberg.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 373 | 09-10-1583

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 750 | 17-10-1583

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 377 | 17-10-1583

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 374 | 15-12-1583

Stadsbestuur Zwolle | 3732 | 1583
Johan op den Hof tegen de voogden van zijn minderjarige kinderen bij wijlen Lubbe Engelberts wegens de nalatenschap van de laatstgenoemde.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 376 | 02-01-1584

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 358 | 23-02-1584

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Ter Kuile 375 | 24-02-1584

Stadsbestuur Zwolle | 3480 | 1585
Derk Jans, molenaar, tegen Gerrit Hendriks, molenaar te Heemse, over een vordering in geld wegens het niet leveren van een molen.

Toegang 0342 Koets, collectie, regestnummer 14 | 24-07-1587 | Sibculo

Stadsbestuur Hasselt | Regest 687 | 26-01-1588
Henrick Everts, burger van Hardenborch, draagt t.o.v. Pauwei Blanckvordt, richter te Hardenborch, en keurnoten, krachtens volmachtsbrief d.d. 1587 november 31 (!) van Fenne Everts, matersche van St. Mariënklooster te Hasselt, over aan Steven Blanckvordt het erve Volkering, gelegen in de marke en buurschap Anwelde, met recht van lossing. [Volkerink Anevelde]
Oorspr. in Inv. no. 1394. De zegels van richter en volmacht verdwenen.

Stadsbestuur Hasselt | Regest 715 | 01-08-1591
Hermen Egberts, burger te Hardenborch, draagt t.o.v. Pauwell Blankvordt, richter te Hardenborch, en keurnoten krachtens volmachtbrief van 1590 december 7 (regest no. 713) over aan Arendt de Baeke, vaandrig, en juffer Henrick Splijnters e.l. het voornoemde erve Volkering. [Volkerink Anevelde]
Oorspr. in Inv. no. 353. De zegels van richter, convent en stad Hasselt verdwenen (in het stuk staat 1590, maar blijkens de inhoud zal het 1591 moeten zijn).

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 751 | 29-12-1591
Willem van Camphuis, leenheer, verklaart dat hij, door zijn gecommiteerde Derrick van der Beecke, beleend heeft Gijsbrecht Bouuhuis, ten behoeve van het klooster Sibbekeloe, met de grove en smalle tienden over het erve Voerwerck, gelegen gericht van Herdenbarch, benevens met dito tienden uit het erve Reinninck, gelegen in het kerspel van Heemse, hebbende, namens het klooster Everardt van Vlodorp eed en hulde gedaan. [Voerwerk Hardenberg, Reinink]
Leenmannen: inden jare onss Heren duisent viffhondert enentnegentich den negenundtwintichsten van December.
Met het (afgesl.) uith.z.v.d.leenheer in gr. w. | n.Sibculo CXCIX.{ Niet bij v.D.

Gelders Archief | 6932 | 22-12-1592 [nazien en invoeren op kalender]
Missive van het Hof aan Derck van Suylen ten Hardenberch, met verzoek om Johan Rattringhen te contenteeren | zie 930

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 752 | 26-11-1593

Stadgericht Hardenberg | Regest 29 | 01-09-1595
(Burgemeesters) en gemeensluiden van Othemerssen verlenen de schoenmakers aldaar het recht om buiten de marktdag als enigen schoenen te verkopen en te repareren binnen de stad | NB: Afschrift, (1778) in inv.nr. 8 collectie Jongsma.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 753 | 21-12-1595

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 754 | 21-12-1595

Stadsbestuur Zwolle | 12536 | 1596
Stukken betreffende de verpachting door de administrator van de goederen van de vicarie van St. Anthonius in Onze Lieve Vrouwenkerk te Zwolle aan Gerhard ter Borch, namens zijn zwager Steven Blanckvoort, van een erve en goed in de buurschap Rheeze in het schoutambt Hardenberg.

Stadsbestuur Zwolle | 3515 | 1596-1597
De rentmeester van het stift Zwartewater tegen Herman Egberts en Klaas Hendriks, alias de Baecke van Hardenberg, over enkele tienden.

Stadgericht Hardenberg | Regest 30 | 21-02-1597
Burgermeesters, schepenen en raad van Hardenborch transporteren aan Albert van Ittersum vann Nyenhuis, zijn vrouw en hun erfgenamen een jaarrente van 4 goudgulden en 1 oort over de stadsinkomsten, die Johann Stubbemann vroeger heeft bezeten, maar die wegens wanbetaling verhoogd is | NB: Oorspr. in inv.nr. 9 collectie Jongsma. Gecancelleerd. Het stadszegel verdwenen.

Stadgericht Hardenberg | Regest 31 | 23-07-1597
Albert van Ittersum drost van Ampt-Lingen transporteert aan Lubbert Ulgher en Judith e.l. een jaarrente van 4 goudgulden over de inkomsten van de stad Hardenberg | NB: Oorspr. in inv.nr. 9 collectie Jongsma. Gecancelleerd. Met rest van het zegel van de drost.

Klooster Galilea Maior te Sibculo | Regest Rutgers 755 | 15-11-1597

Stadsbestuur Zwolle | 2608 | 1597
Fenne van Steenwijk, weduwe van Jacob van Uterwyck, tegen Steven Blanckvoort over de betaling van een jaarlijkse rente in rogge, naar ‘Zwolssche mercktmate’, gaande uit enkele landerijen in de Meene [Ane].

Stadgericht Hardenberg | Regest 32 | 22-01-1598
Burgemeesters, schepenen en raad van Hardenbergh transporteren aan Gerhardt van Warmelo, drost van Salland en Judith Rengers then Oldenhuis e.l. de windmolen met grond en de drift van de marke en visserij van de beek | NB: Oorspr. in inv.nr. 48. Het stadszegel verdwenen.
Gedrukt in ‘Nader adstructoir request voor burgermeesteren, schepenen en raaden der stad Hardenbergh, aan de E.M.H. Ridderschap en Steden, de Staaten van Overijssel, ter zaake van de jagt, overgegeven op het tweede reces van den ordinaris landdag, gehouden binnen Zwolle in de maand October 1782’ (Zwolle, 1782), inv.nr. 13, p.27, 28.

Stadgericht Hardenberg | 48 | 1598, 1613, 1667
Akte van transport t.o.v. schout en keurnoten van Hardenberg door de erfgenamen van Rabo Harmen Scheele tot de Veenbrugge en Welborch, drost van IJsselmuiden, aan burgemeesters en gemeente van Hardenberg van de windmolen te Heemse met al zijn toebehoren, waaronder de visserij, waarvan de verkoop al in 1664 had plaatsgevonden. Met retroacta | Omvang: 4 charters | NB: Met min of meer beschadigde zegels van Hermannus Holt, schout te Hardenberg en Joest van Welevelt, keurnoot (1667) en van Oldenbokum van Asscheberg en Johan van Welvelde (1613), het stadszegel (1598) verdwenen. Zie regestnummer 32.

Stadgericht Hardenberg | Regest 33 | 12-06-1598
Arendt Krull, richter, oorkondt dat Henrick ter Hoffstede, Berendt Egberting te Anwelde en Derck Thias t.o.v. Hermen leffers en Joannes Andree Custodis, keurnoten, ter instantie van Henrick Tswerdes als volmacht van de burgers en ingezetenen van Hardenberg, verklaren dat zij niet weten dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn | NB: Afschrift (extract) waarschijnlijk gelijktijdig, in inv.nr. 24. [Anevelde Baalder Zweers]

Stadgericht Hardenberg | Regest 34 | 12-06-1598
De schultes (Arendt Krull) oorkondt dat Heyne ten Paeren ter instantie van Henrick Tswerdes verklaart, dat hij niet weet dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn | NB: Afschrift (extract), waarschijnlijk gelijktijdig, in inv.nr. 24.

Stadgericht Hardenberg | Regest 35 | 12-06-1598
Burgemeesters van Hardenberg oorkonden dat Heyne ten Pateren ter instantie van Henrick Tswerdes verklaart dat hij niet weet dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn | NB: Afschrift (extract), waarschijnlijk gelijktijdig, in inv.nr. 24.

Stadgericht Hardenberg | Regest 36 | 17-06-1598
Arendt Krull, richter, oorkondt dat Johan Bartelinck te Ane en Berent Egberting te Anwelde t.o.v. Albert ter Hoffstede en Joannes Andree Custodis, keurnoten, ter instantie van de burgemeesters van Hardenberg, verklaren dat zij niet weten dat Hardenberger koeien en paarden ooit op Baerle geschut zijn | NB: Afschrift (extract), waarschijnlijk gelijktijdig, in inv.nr. 24.

Stadgericht Hardenberg | Regest 37 | 19-06-1598
Arendt Krull, richter te Hardenberg, wijst in tegenwoordigheid van de keurnoten Johan van Gronningen en Joannes Custodis vonnis in het geschil tussen Henrick Tswerdes als volmacht van de burgers en ingezetenen van Hardenberg enerzijds en de markerichter en erfgenamen van de marke Baerlo anderzijds betreffende het recht van het weiden van koeien op de marke | NB: Afschrift (extract), waarschijnlijk gelijktijdig, in inv.nr. 24.

Stadsbestuur Zwolle | 3527 | 1599
Helmich van Twenhuysen tegen Woelert van Oldenburg wegens levering van goederen te Hardenberg.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 03 | 13-09-1603
Lubbert Blanckvordt, als leenheer der nabeschr. goederen verklaart dat hij Jorigen (Jorgen) Sticke, rentmr. van Overijssel heeft belijd en beleend met het erve Vrijling c.a. in de buurschap van Dijffel, kerspel van Hemse gelegen, en met het erve Velschet c.a., in hetzelfde kerspel zooals vroeger Otto Rentinck ten behoeve der geestelijken van Chalilaea in Sijbijkloe en convent met die twee erven was beleend. Leenmannen: Steven Blanckvordt en Bruijn van Wterwijck. [Vrijlink Diffelen, Velsink Heemse]
Gegeven in den jare onsers Heeren sesteijnhundert unde drie den dertienden Septembris 1603.
Met het uith.z.v.d. leenheer in gr. wasse | Zie inventarisnummer 3077.| Zie 1645-04-13

Regesten Overijssel collectie diverse charters | Regest 4 | 13-06-1604
Lubbert Blanckvordt, leenheer der nabeschr. goederen verklaart dat hij Jorgien Stijcke, rentmr. van Overijssel heeft belijd en beleend met de grove en smalle tienden over het “Mages guet” te Anwelde, en met de grove en smalle tienden over het erve ten Paren, beide gelegen in het gerecht en kerspel van Hardenborch, zooals vroeger Willem Holterman, ten behoeve der geestelijken van Galilea in Zijbijkloe en convent met die tienden was beleend. [Anevelde, Ter Poeren, Maagdesgoed]
Leenmannen: Steven Blanckvordt en Herman van der Becke.
Gegeven in den jaer ons Heeren sestijnhondert unde vijeere den dertijenden dach des mantz Junij 1604.
Met het uith. (besch.) z. van den leenheer L.B. | Zie inventarisnr. 3077 | Zie 1658-11-18

Stadsbestuur Zwolle | 5008 | 1604-1780
Verklaring van de schout van IJsselmuiden ten behoeve van Johan Blanckvoort, dat het Grote Steenhuis met het bouwhuis en met de kamp te IJsselmuiden, gelegen bij de Voorst, gevrijd werd in de schatting en contributie, zoals het toebehoorde aan Gerhard Blanckvoort, die het goed in 1604 had gekocht van Johan van Steenwijk tot de Grote Scheer.

Stadsbestuur Zwolle | 2641 | 1605
Gerrit van Luyck tegen Steven Blanckvoort wegens het onrechtmatig hakken van hout in de buurschap Rheeze onder Hardenberg.

Stadsbestuur Zwolle | 3563 | 1605-1612
De waard Jacob Geerlichs tegen Arend Crull, schout te Hardenberg, over een vordering in geld wegens de kost van gevangenen.

Staten van Overijssel | regesten van charters behorend tot inventarisnummers 3077-3080 | regest 5 | 08-06-1609
Herman Pinninck, leenheer, verklaart beleend te hebben, ten behoeve van het klooster Sipkeloe, Georgie Sticke, rentmr. van dat gesticht met de grove en smalle tienden over het Voerwerck, gelegen in het kerspel Hardenberch, en met dito tienden over Reyminck, in het gericht van Heemse, c.a.
Leenmannen: Johan de Baeck, rentmr. in Twenthe ende Alard Hellendoern, jur. licent. [Voerwerk, Reinink]
Actum anno 1609 den 8 Juny olden stijls.
Met het uith. (besch) z.v. den leenheer.
n. Sibculo CCIII. Niet bij v.D. | Datering:1609 Juny 8. stil.vet.
Zie: Inventarisnummer 3077. NB: Zie voorts 1652 Novemb. 17

Gelders Archief | 165 | 16-09-1613 [nazien invoeren op kalender]
De Edelen en Erentveste Maurits Lose voor hem zelf en als gemachtigde van zijn broeder de ook Edele en Erentveste Wijnant Loese vermogens volmacht, op 16-06-1613 gepasseerd voor Arent Croll, scholtis te Hardenberch, heeft gesubstitueerd en substitueert mits dezen Mr. Peter van Chous om van der constituanten wege in rechte tam agendo quam defendo waar te nemen waar te nemen en te verdedigen alle hun zaken en questies aan de gerichten van Veluwe, tegenwoordig gemoveerd of nog te moveren en in specie de zaak tussen in- en uitlediing voor de gerechte van Ermel, de constituenten gemoveerd door Johan van Angeren en Hartoch van Rijswijck aan de goederen, gekomen van wijlen Jofferen Fenne en Gertruidt Schenincks, gezusters; zie 414

Regesten Overijssel collectie diverse charters | nr. 84 | 01-11-1615
Arendt Krull richter van Hardenborch oorkondt dat voor hem en de keurnoten Laurens Hollenden en Joannes Andree door Werner Thela en Egbert Egbertzon offte Loshaer, beide te Ane, is getransporteerd aan Steven Blanckvordt een stuk groenland in het kerspel Hardenborch buurschap Callendoren, tussen Blanckvordtz land en Monnickemeyers landt in Callender weijdelandt, belend ten oosten de graaf van Heemse, en Callender haevermoerss, en ten westen Blanckvordtz harde maeth. [Loshaar Ane, Collendoorn]
Met het uithangend zegel van de oorkonder en Engebert van Ensse ten verzoek van verkopers.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 6 | 22-11-1617
De Gedeputeerde Staten van Overijssel bekrachtigen de door Derck Cost vertoonde brieven van 1455, 1549 en 1594 betreffende een rente van 6 mud rogge uit het erve Kromhoeve te Heemse, behoorende tot het convent Sipkeloe, – waarvan bij abuis de zegels waren afgesneden – en zulks na vergelijking met de registers en reekeningen. [Krommenhof]
Gegeven binnen der stadt Zwolle den twie ende twintichsten Novembris anno sesthienhondert seventiene.
Zie: Inventarisnummer 3077 | NB: Het stuk is gecancelleerd; het zegel ontbreekt.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 7 | 30-04-1619
Johan van Rechteren tot Rechteren en Breenhorst, heer tot Almeloe, leenheer, verklaart beleend te hebben, ten behoeve van het convent Sipkeloe, Georg. Stick, rentmr van dat convent, met het erve Roesinc, genoemd, gelegen in ’t kerspel en gericht van Ootmerssum, buurschap Vasse c.a. Leenmannen: Gerard Bellinchoff en Diderick Reijger tot Glattbeck.
Geschiet tot Almeloe int jaer unses Heren Salichmakers duijsent seshundert ende negentijn den letsten dach dess maents Aprilis.
Met het uith.z.v.Joh.b.R. in r.w. | n. Sibculo CCIV. | Niet bij v.D. | Zie: Inventarisnummer 3077.

Stadsbestuur Zwolle | 489 | 1621
Overige schouten en richters | Betreft: Staphorst en Rouveen (1580), Hardenberg (1621), Almelo (1639 en 1789), Enschede (1639), Oldenzaal (1740, 1762 en 1788), Kedingen (1747), Ootmarsum (1771 en 1772)

Stadsbestuur Zwolle | 3642 | 1621-1622
Arend Crull, schout te Hardenberg, tegen Gese Wichers, weduwe van Johan van Groningen, over een vordering in geld.

Stadsbestuur Zwolle | 3645 | 1622-1623
Hendrik Jans tegen Jan Venebrugge te Hardenberg over een schuld van wijlen Willem Holterman.

Families Ter Poorten en Voomberg | 1 | 07-06-1625
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Johan Jansen met zijn vrouw Effse verklaren verkocht te hebben aan Anneken Engbers een nader omschreven stuk groenland, gelegen in de Koppele | NB: Met het zegel van den schout Arendt Krull | Omvang: 1 charter.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 1 | 1625
Krull, Arend, schout v. Hardenberg.

Stadsbestuur Zwolle | 1588 | 1625-1780
Stukken betreffende de door de postwagen op Lingen te betalen tollen aan de Berkummerbrug en de brug te Hardenberg.

Stadsbestuur Zwolle | 3975 | 1625
Hendrik Walraven, als volmacht van zijn broer Lodewijk Walraven, tegen Albert Jaspers Dwars wegens belediging.

Stadsbestuur Zwolle | 3656 | 1627
Evert Harms (Folckers) tegen Albert Harms (Hanninck) te Brucht onder Hardenberg over een vordering in geld wegens een levering van hout.

Stadsbestuur Zwolle | 3661 | 1628-1629
Derk Lamberts en Jan Venebrugge, beide te Hardenberg, tegen Hendrik Meerhoff, koopman te Munster, over een vordering in geld wegens verkochte koopwaar.

Stadsbestuur Zwolle | 3949 | 1630
Hendrik van Essen tegen Willem Blanckvoort tot Collendoorn wegens het bezit van een akker land in de buurschap Collendoorn, schoutambt Hardenberg.

Families Ter Poorten en Voomberg | 3 | 1631
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij de gezamentlijke erfgenamen van Brucht en Bruchter marke verklaren verkocht te hebben aan Eskenn Wolters en zijn vrouw Aeltienn zeker stuk land, gelegen achter Bruchter Nijelandt, zooals verkoopers dit indertijd hadden aangekocht | Omvang: 1 charter

Stadsbestuur Zwolle | 3977 | 1632
Hendrik Jans, als man en voogd van Aleid Everts, eertijds weduwe van Tonnis Hendriks, tegen Hendrik Tonnissen over de nalatenschap van de eerder genoemde Tonnis Hendriks.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 9 | 28-02-1634
Johan Luiloff en Steven van Rhemen, schepenen van Deventer verklaren dat Berent Jan Warnders, Claes ten Brinchuis en Geese zijne vrouw, in leven meijeren op ’t erve ten Brinchuis op Vriesenveen, behoorende aan het convent Sipkelo, erkenden dat Dr. en burgemeester Wilhelm Marienborch, vroeger rentmr. van genoemd convent heeft afgelost en gerestitueerd zoodanige penningen waarvoor het gezegde erve verpand was, bij den brief dd. 1593 April 28, waardoor deze is getransfigeerd. Geven in den jare XVIc vier en dertig den acht en twintigsten Februarii.
Met de uith.z.z. der beide schepenen in gr.w. | Is transfix bij 1593 April 28 | n.Sibculo CCa. | Niet bij v.D. | Zie: Inventarisnummer 3077.

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 54 | 1634
Akte, verleden voor schout Johann Krull te Hardenberg, waarbij Egberdt Geersen en huisvrouw Gese verklaren het halve Spanskampken (Spaanskamp) over te dragen aan Everdt Luickassen en zijn huisvrouw.

Ter Poorten en Voomberg | 2 | 23-02-1635
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Henderick Thonisen en zijn vrouw Aleith verklaren verkocht te hebben aan Anna Hermsen, wed. van Hinderick Gerlichs twee nader omschreven stukken land, gelegen in de Koppele | NB: Met het zegel van den schout Hans Krull | Omvang: 1 charter

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 2 | 1635
Krull, Hans, schout v. Hardenberg.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 10 | 24-06-1635
Gedeputeerde Staten van Overijssel verklaren, dat aan Berent Jan Schulte, als hoogste bieder bij openbaren opslag, weder is verpand en in handen gesteld de halve hoeve van het convent Sibekelo, genoemd Schulten-erve op ’t Vrieseveen, in de heerlijkheid Almelo vroeger verpand aan zijnen vader Jan S., bij brief dd. 1595 Jan. 21, waardoor deze getransfigeerd is; zijnde de penningen afgedragen aan den rentmr Wilhelm Marienborch terwijl nog eenige bepalingen in het stuk zijn gestipuleerd.
Gegeven binnen der stadt Swolle den 24 Junij int jaer onses Heeren duisent ses hondert vijff ende dertich.
Het landschapszegel is afgescheurd | Het stuk is gecancelleerd, en transfix bij 1595 Jan. 21 | n.Sibculo CCIa. | Niet bij v.D.

Erve Leemgraven | 1 | 1635
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Willem Ubbinge en Fennigje Leemgraven, 1634. Met een nadere regeling.

Stadsbestuur Zwolle | 1177 | 1636
Akte van scheiding en deling door de erfgenamen van de marke Rheeze in het schoutambt Hardenberg van de onlangs ontgonnen heidelanden, waarbij aan de stad Zwolle een stuk van ruim twee morgen wordt toegedeeld.

Stadsbestuur Zwolle | 3976 | 1640
Willem Wolters, Jan Loefsinck, Eske Wolters en Willem Edelinck tegen Jan Lucassen en Arend Hansen wegens het naleven van een contract tot levering van hout.

Families Ter Poorten en Voomberg | 4 | 28-07-1641
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Jr. Ingerman van Camphuisen, luitenant, en zijn vrouw Geertruit van Twenhuisen benevens Jr. Lodowick van Twenhuisen verklaren te hebben verkocht aan Tonnys Albers muller te Marryenberch en zijn vrouw Anna Lambers eenige nader omschreven stukjes hooiland en haverland, afkomstig uit het bij stukken verkochte erve Clein Waeterinck te Brucht [molenaar Mariënberg, Waterink] | NB: Met de zegels van den schout Henrick Holt en van Jr. Ingerman van Camphuisen | Omvang: 1 charter

Lijst van zegels | 4 | 1641
Holt, Hendrik, schout v. Hardenberg.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges. | Regest 12 | 05-07-1642
Johan Godtfridt van Ensse tot de Groote Scheere, leenheer, verklaart beleend te hebben door zijn substituut jr. Johan van der Marsche, ten profijte van het klooster Sipkeloe, na doode van George Sticke, Willem Condewijn, als gevolmachtigde van Dr. Wilhelm Marienborch, burgemr. van Deventer en rentmr. van Sipkeloe, met de Bijsteren tienden over de vier Haeren, gelegen op Ommeresch. c.a. Leenmannen: Henrick ter Cuijlen, schulte van Swolle en Swoller kerspel en Albert van Sonsbeecke. Actum Swolle aº 1642 den vijfften Julij.
Met het uith.z. van den leenheer in r.w. | n. Sibculo CCVI. | Niet bij V.D. | Zie: Inventarisnummer 3078.
Zie 1649 September 8.

Erve Leemgraven | 135 | 1644, 1647
Akte van erfwinning door de landrentmeester van Twente voor Hendrik Leemgraven en zijn vrouw Jenna op het halve erve Rembertink of Leemgraven.

Staten van Overijssel | Regesten van charters behorend tot inventarisnummers 3077-3080 | Regest 13 | 03-04-1645
Willem Blanckevort toe Collendoren, leenheer, verklaart beleend te hebben, ten behoeve van het convent Galilea in Sibekeloe. Esken Wolters, te Hardenbarch, met het erve Vrijlinck c.a., gelegen in de buurschap van Diffelen, kerspel van Hiemse, zoomede het erve Velschet c.a., gelegen in de buurschap en kerspel van Hiemse, en beide in het gericht van Hardenbarch. [Vrijlink, Velsink Heemse]
Leenmannen: Lucas Splijdtloff en Goddert van Tellichuisen te Duvelde.
Datum Collendoren desen 3en Aprilis anno 1645.
Met het (afgesl.) uith. z. v. den leenheer in r. w. | n. Sibculo CCVII. | Niet bij v. D. | Zie: Inventarisnummer 3078. NB: Zie 1603 Sept. 13 en 1656 Octob. 18.

Staten van Overijssel | Regesten van charters behorend tot inventarisnummers 3077-3080 | Regest 16 | 17-11-1652
Herman Pinninck, erfgeseeten op den Buscamp, als leenheer verklaart beleend te hebben Henrick Marienborch als rentmeester van het klooster Sipkeloe met de grove en smalle tienden over Voerwerck, kerspel Hardenberch en met die over Reijninck in het gerichte van Heemse. [Voerwerk, Reinink]
Leenmannen: Jr Herman Kockman ende Alhardt Hellendoern, Dr. ………. den 17 November 1652.
Zie: Inventarisnummer 3078. NB:Het zegel van den leenheer afgevallen.
Zie 1609 Juni 8 en 1785 Dec. 16.

Staten van Overijssel | Regest 14 | 08-09-1649
Johan Godtfridt van Ensse tot de Groote Scheere, leenheer, verklaart beleend te hebben, ten profijte van het klooster Sipkeloe na doode van Dr. Willem Marrienburch, Johannes Rouse, als gevolmachtigde van Henrick Marrienburch, nu rentmr. van Sipkeloe, met de Bijsteren tienden over de vier Haeren, gelegen op Ommersch.c.a. Leenmannen: Henrick ter Cuijlen, schulte van Swolle, en Johan ten Velde, rentmr. van Winsem. Actum Swoll aº sestienhondert negen ende veertich den achten Septembris.
Met het uith.z.v. den leenheer in r.w. | n.Sibculo CCVIII. | Niet bij v.D. | Zie: Inventarisnummer 3078. | NB: Zie 1642 Juli 5.

Staten van Overijssel | regesten van charters behorend tot inventarisnummers 3077-3080 | Regest 17 | 18-10-1656
Willem Blanckevoort te Collendooren, leenheer, verklaart beleend te hebben Henrick Marrienburch, in zijne qualiteit als rentmr van Sibbickeloe, en ten behoeve van het convent Galilea in Sibbickeloe, met het erve Vrijlinck c.a., gelegen in de buurschap Diffelen kerspel van Heemse, benevens met het erve Veltschet c.a., gelegen in de buurschap en het kerspel Heemse en beide in het gericht van Hardenbarch.
Leenmannen: Godthart van Tellichuisen en Engbert Henricksen. [Vrijlink Diffelen, Velsink Heemse]
Actum Hardenbarch den 18 October in den jare 1656.
Met het (geheel versleten) uith. z. v. d. leenheer in r. w. | n. Sibculo CCX. Niet bij v.D. | Zie: Inventarisnummer 3078. NB: Zie 1645 April 3.

Huis Batinge | regest 502 | 20-11-1656?
Uittreksel uit de resolutiën van de Gedeputeerden der Staten van Overijsel houdende verleening in erfpacht aan jonker Joan Blanckvoort tott Collendoirn van de waren der Staten (of de ?Heern- Whaern??) te Collendoorn, tegen eene erfpacht (ook voor 2 ?touslagen?) aan het rentambt van Salland.
Omvang:1 stuk.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 5 en 6 | 1658, 1663
Edelinck, Willem, verw-schout v. Hardenberg

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 5 en 6 | 1658, 1663
Holt, Herman, schout v. Hardenberg

Families Ter Poorten en Voomberg | 5 | 05-04-1658
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Willem van Twenhuijsen, burger van Zwolle verklaart verkocht te hebben aan Harmen Geerlicks en zijn vrouw Hendrickjen Hendrickx twee dagwerken hooiland in het Bruchter Vlier, gesproten uit het bij stukken verkochte erve Groot Waeterinck (Vgl. invent. no 17) | NB: Met de beschadigde zegels van den schout Harmanus Holten den verwalter-schout Willem Edelinck [ Waterink] | Omvang: 1 charter.

Huis Batinge | regest 530 | 1656-1659
Stukken afkomstig van Hidde van Voorst tot Hagenvoorde, Laer ende Bergentheim als landdrost van Salland, betreffende het door hem verrichte in het geschil tusschen de ingezetenen en de markegenooten van Arriën en Zuidowolde over den eigendom van lage groenlanden aan de Reest; 1656-1659.
NB: Hierbij een brief aan den secretaris van Drente W. Sichterman | Omvang:1 dossier.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 18 | 18-11-1658
Willem Blanckevoert te Collendooren, leenheer, verklaart beleend te hebben, ten behoeve van het convent Galilea in Sibeckeloe, Henrick Esskenszoon te Marrijenbarch met de grove en smalle tienden over het Magedesgoed te Ennevelde, en met de dito tienden over het erf ten Puiren, beide gelegen in het gericht en kerspel van Hardenbarch. Leenmannen: burgemr Willem Edelinck en burgemr Engbert Henricks. Actum Hardenbarch den 18 November 1658. [Collendoorn, Mariënberg, Anevelde Maagdesgoed, Ter Poeren]
Met het (geheel versleten) uih. z.v.d. leenheer in r.w. | n. Sibculo CCXI. Niet bij v.D. | Zie: Inventarisnummer 3078. | NB: Zie 1604 juni 13.

Staten van Overijssel, Ridderschap en Steden, en de op hen volgende colleges | Regest 19 | 06-05-1659
Gerrard Wijer, ambtman van Abdisse en Capittel van Essen, verklaart beleend te hebben, ten behoeve der kloosters Sibbekeloe en Albergen, Henrick Marrienborch, als rentmr van die stichtingen met het erve Noordinck, te Daerle gelegen, in het kerspel Hellendoren c.a. Leenmannen: Rodolphus Wijer I.U.L. t en Arent Moll. [rentmeester Mariënberg]
Actum Zwoll aº 1659 den 6 Mei | Met het uith.z. van Gerrard W. in br.w. n. Sibuclo CCXII. en Alb.
Niet bij v.D. Datering: 1659 Mei 6 | Zie: Inventarisnummer 3079. | NB: Zie 1603 juni 29.

Stadsbestuur Zwolle | 1178-KD000263 | afbeelding ca. 1660
[Zonder titel] Gebied tussen Hardenberg, rivier de Vecht en Drenthe. Het geeft de situatie weer van de scheiding tussen de marke Heemse en de omliggende marke Ane, Rheeze en Diffelen. Windroos in het midden aan de bovenrand, het noorden is linksboven. Links de (provincie) grens met Drenthe, verder worden vermeld de Reeser Marckt, Lutten, Anevelder Marckt, Hardenberg, Heemser Hoijlanden en Reeser Hoijlanden langs de Overijsselse Vecht die de rechterkaartrand begrenst. De afstand op de kaart tussen de kerken van Hardenberg en Heemse is 80 mm. De reden waarom deze kaart gemaakt is, was om het gebruik van de grond weer te geven en wie de grond in bezit had en welke dorpelingen er vee mochten drijven. Met noordpijl en schaalstok.

Stadsbestuur Zwolle | 2975 | 1662
Luichje Ulrichs te Brucht onder Hardenberg tegen koopman Michiel Dreesman te Lingen wegens een vordering in geld voor geleverde honing.

Families Ter Poorten en Voomberg | 6 | 03-10-1663
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij de momber der onmondige kinderen van wijlen Reiner Hardenstein te Zwolle en dr. Joannes Buis met zijn vrouw Hermanna Wijferding verklaren, na afkoop der hofhoorigheid, verkocht te hebben aan Jan Stapelman en zijn vrouw Jennegien Essies (?) drie schepel zaailand, gesproten uit het erve Amsinck en nog eenige kleine stukjes land [Amsink] | NB: Met de beschadigde zegels van den schout Harmanus Holt en den verwalter-schout Willem Edelinck | Blijkbaar betreft dit transport een der stukken land, waarvan ook in invent. no. 9 en 13 sprake is | Omvang: 1 charter.

Huis Batinge | regest 549 | 1664?
“Deductie voor jr. Grevelinck” – Deductie, met bijlagen, van jonker Ditmar de Grevingh aan Ridderschap en Steden van Overijsel ten betooge van zijn recht op zitting ten landdage als eigenaar van het goed de Pothoff te Aneveld in het kerspel Hardenberg. Met afschriften van enkele stukken d.d. 1663 en 1664 betreffende deze zaak. [Anevelde]
NB:De bijlagen zijn retroacta d.d. 1503-1662. Zie regesten Nos. 22, 47, 54, 59, 63, 71-74 | Omvang:1 bundel.

Stadsbestuur Zwolle | 12583 | 1666
Akte van volmacht door de goedsheren en erfgenamen van de kerspelen Ommen en den Ham, Hellendoorn, Hardenberg, Dalfsen, Wijhe, Olst, Raalte, Heino, Bathmen en Holten op Herman Gosen Grubbe tot Herinkhave om met de bisschop van Munster te onderhandelen over de maandelijkse contributie.

Stadsgericht Hardenberg | 47a | 1669
Akte van belening door Johan Rutger van den Camp tho den Clooster, leenheer, van Engbert Hendricksesn, hulder, burgemeester uit naam van Hardenberg, met het leenhorige erf en goed Veerlinck in de buurschap Badelaer, t.o.v. de mannen van leen jonker Ditmar Grevinck en burgemeester Bernerdus Omas; te Coevorden | NB: Met zegel van Van den Camp. [Vierlink Baalder]

Stadsbestuur Zwolle | 3733 | 1672-1675
De crediteuren van de nalatenschap van Hendrik Willems, burgemeester te Hardenberg, wegens concurrentie en preferentie.

Erve Leemgraven | 2 | 1685, 1695
Akte van scheiding en deling tussen Hendrik Hendriks (Leemgraven), zijn broers Jan Hendriks en Melgert Hendriks en zijn zusters Annigje Hendriks en Jannigje Hendriks van de nalatenschap van hun ouders, 1685. Met bijgeschreven kwitanties voor Hendrik Leemgraven wegens de uitbetaling aan zijn broers en zusters.

Families Ter Poorten en Voomberg | 7 | 12-03-1689, 23-04-1689
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Hendrick Scheper en vrouw verklaren verkocht te hebben aan Hannus Waterinck, zijn broeder, l dagwerk hooiland, het Westenmaatje genoemd, in de buurtschap Brucht; met gelijktijdig transport aan Henriek Eskens a Marrienbergh. Annex de transportbrief van het overige 0,25 dagwerk hooiland (getransfigeerd) [Waterink, Mariënberg] | NB: Met de zegels van den schout Thomas Huete | Omvang: 2 charters.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 7, 9 en 10 | 1689, 1690
Huete, Thomas, schout v. Hardenberg.

Families Ter Poorten en Voomberg | 8 | 23-08-1689
Koopbrief, waarbij Henrick Bentinck tot Diepenheim en Statius Reiner van Haeften, heer tot Gramsbergen, als markerichters van Bergentheim verklaren, dat de gezamentlijke erfgenamen van Bergentheim hebben verkocht aan Henrick Essies ter Merrienbergh en zijn vrouw Jennegien de helft van de nieuw opgeworpen mate in het Flier naast de Merrienberger mate en zulks ter aflossing van een obligatie ten laste der boerschap Bergentheim | NB: Met het opgedrukt zegel van S.R. van Haeften | Omvang: 1 charter.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 8 | 1689
Haeften, statius Reinier, heer v. Gramsbergen.

Families Ter Poorten en Voomberg | 9 | 1689, 1698, 1699
Hypotheekakten, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij het huis c.a. benevens de andere in invent. no. 6 genoemde landerijen door Asse Amsinck worden verhypothekeerd aan Hendrick Assies van de Marienbergh en zijn vrouw, 1698 en 1699, met andere hypotheekakte van 1689. (Vgl. invent. no. 13) [Amsink, Mariënberg] | NB: Met de zegels van de schouten J. Molckenboer en Thomas Huete | Omvang: 2 charters en 1 stuk.

Families Ter Poorten en Voomberg | 10 | 1690, 1695, 1696
Hypotheekakten, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg waarbij Gerrit van Riemsdijk als gemachtigde van Agnes van Coeverden, douarière Schele, wegens van onderscheidene personen opgenomen penningen tot een hypotheek stelt het erve Bosmans in de buurtschap Radewijck [Bosman Radeijk] |NB: Met het zegel van den schout Thomas Huete en de opgedrukte zegels van den schout Johan Molckenbour, van Agnes van Coeverden en van Gerrit van Riemsdijk. Het erve Bosmans werd in 1713 aangekocht door de erfgenamen van Henrick Assies van de Marienberg en de obligaties in 1714 afgelost | Omvang: 1 charter en 2 stukken

Familie Greven | regest 4 | 1692
Herman Meeuwsen, schout van Zwolle en Zwollerkerspel, verklaart in aanwezigheid van Evert Rietbergh en Jan Driesen als gerichtslieden en van Gerrit Holt, gerichtschrijver, dat Joan Molkenbour, schout van Hardenbergh, en Christina van Kuyck, zijn vrouw, aan Joan Jellen en Agnis Schuirman, zijn vrouw, 1000 Carolusguldens van 20 stuivers per stuk schuldig zijn, wat na een opzeggingstermijn van een kwartaal van weerszijden opgezegd kan worden, waarvoor zij ieder jaar op 1 maart 60 Carolusguldens als rente zullen betalen, waarvoor zij de helft van het vrij eigen erve en goed, waarvan de andere helft aan Gerryt Molkenbour, doctor, toebehoort als onderpand stellen, dat bestaat uit 7 waren of koeweiden en 21 1/2 morgen bouwland, dat bezwaard is met een bedrag van 700 Carolusguldens, verstrekt door juffrouw van Ittersum en een bedrag van 50 Carolusguldens, verstrekt door Servaas Witkop en waarvan de helft van Joan Molkenbour en Christina van Kuck, zijn vrouw, bovendien nog bezwaard is met een bedrag van 500 Carolusguldens, verstrekt door de kinderen van wijlen Geurt Greven, hopman, en een bedrag van 500 gulden, verstrekt door Albert Molkenbour, schout van Dalfsen, broer van Joan Molkenbour, en dat in de buurschap van Schelle gelegen is, terwijl Jan Driesen als pachter belooft zijn pacht steeds op tijd te zullen betalen en Albert Molkenbour, schout van Dalfsen, en Gerhard Molkenbour, medisch doctor, als broers verklaren, dat het testament van wijlen Hendrick Molkenbour, hopman, en Lebuina Greven, hun ouders, zich hier niet tegen verzet, 1 charter.Datering:1692NB:Zie Ch. coll. 692.01.

Stadsbestuur Zwolle | 3831 | 1694
Tegen Marten en Berend Jans wegens huisvredebreuk en diefstal in het huis van de weduwe Crull te Hardenberg.

Stadsbestuur Zwolle | 1550 | 1695, 1699
Stukken betreffende het verzoek van de magistraat van de stad Hardenberg aan de Staten van Overijssel om in het vervolg ook de handelswaar van en naar Zwolle uit Duitsland door ingezetenen van Hardenberg niet te belasten met tol.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 9 en 14 | 1699, 1719
Molckenbour, J. schout v. Hardenberg.

Erve Leemgraven | 3 | 1701
Aantekeningen van Hendrik Leemgraven betreffende de afrekening met verschillende familieleden betreffende de nalatenschap van Melcher Leemgraven.

Families Ter Poorten en Voomberg | 12 | 18-11-1702
Leenbrief voor Gerrit Henricks van de Marrienbergh, waarbij hij door den leenverwalter van het huis Gerner na doode zijns vaders beleend wordt met de tienden grof en smal over het goed Marrienbergh, zijnde een gedeelte van de tienden over de geheele boerschap Bergentheim {Mariënberg] | NB: Met het iets beschadigd zegel van den leenverwalter Jan van Muijden | Omvang: 1 charter.

Families Ter Poorten en Voomberg | 13 | 17-12-1702
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Asse Amsinck verklaart verkocht te hebben aan de erfgenamen van Hendrick Assies en Jenneghien Frericks zijn huis, hof, schuur, schaapschot en nog drie schepel zaailand volgens voorwaarden van de publieke verkooping, op den 16 Januari 1699 gehouden, behoudens enkele nadere condities (Vgl. invent. no. 9 en 6), | NB: Met het opgedrukt zegel van den schout Johan Molckenbour | Omvang: 1 charter.

Stadgericht Ommen | Proces 67 | 1703
Gesina te Welscher
ca
De burgemeesters van Hardenberg
Inzake rekening en verantwoording van door het stadgericht verkochte goederen van wijlen Egbert ter Welscher | NB: Procedure is aangevangen voor het stadgericht Hardenberg | Oude Orde: 52

Stadsbestuur Zwolle | 3791 | 1704
Ontvangstbewijzen van de magistraten van de steden Hardenberg en Steenwijk voor de secretaris van de stad Zwolle wegens terugontvangen processtukken in verband met zaken in appèl.

Stadsbestuur Zwolle | 5000 | 1705-1711
Gerrit Jacob Blanckvoort vanwege de havezate Pothof [Anevelde]

Huis Batinge | regest 709 | 18-09-1706
Concept-missive van ….. te Binkhorst aan den rentmeester van Gramsbergen over de grensscheiding in de venen tegen Bentheim | Omvang:1 stuk.

Familie Greven | charter 6 | 1712
Albert Assing, cameraar van Zwolle en schout van Zwolle en Zwollerkerspel verklaart in aanwezigheid van Gerrit Leuseveld en Herman van der Horst als gerichtslieden en van Otto Meuwsen als gerichtschrijver, dat Gerhardt Molckenbour, medicine doctor en burgemeester van Zwolle, en van Willemina Greven, zijn vrouw, aan Henrick Royer, griffier van de provincie Overijssel, en Anna Paulina Vriesen, zijn vrouw, 2000 Carolusguldens van 20 stuivers per stuk schuldig zijn, wat na een opzeggingstermijn van drie maanden van weerszijden afgelost dient te worden, waarvoor zij ieder jaar op 30 januari 5% rente zullen betalen en waarvoor zij de helft van het erve en goed als onderpand stellen, dat tegenwoordig door Arent Petersen en Lysabeth Peters, zijn vrouw, als meiers gebruikt wordt en waarvan de andere helft het eigendom is van Joan Molckenbour, schout van den Hardenberg, broer van Gerhardt Molckenbour, en dat in de buurschap van Schelle in het kerspel van Zwolle gelegen is, 1 charter. NB:Zie Ch. coll. 712.01.

Families Ter Poorten en Voomberg | 11 | 01-10-1713
Pachtcedel van het erve Bosmans, verhuurd voor den tijd van zes jaren door de erfgenamen van Hendrick Assies van de Marienberg aan Gerrit Dercks voor 105 car. gl. ’s jaars | Omvang: 1 stuk

Erve Leemgraven | 4 | 1715
Taxatie door de schout van Hardenberg van 1000 gulden in de provinciale belasting van de 1000ste penning voor Leemgraven.

Familie Greven | regest 7 | 1715 [schout Hardenberg]
Albert Assinck, burgemeester en cameraar van Zwolle en plaatsvervangend richter van Zwolle en Zwollercarspel, verklaart in aanwezigheid van Joan IJsels en Joan Golts, secretarissen en gerichtslieden, dat Joan Molkenbour, schout van Hardenbergh, en Christina van Kuyck, zijn vrouw, aan Henrick Royer, griffier van de provincie Overijssel, de helft van het erve te Schelle verkocht hebben, dat tegenwoordig door Arent Peters als meier bewoond wordt.
1 charter | NB:Zie Ch. coll. 715.02.

Erve Leemgraven | 136 | 1716
Akte van belening door Johan Edelinck, leenheer van het huis en erve Schonekamp-Ridderink, aan Hendrik ten Leemgraven met de tiende grof en smal over het erve ten Leemgraven en de grove tiende over het erve Vosses te Holtheme.

Erve Leemgraven | 137 | 1717
Akte van erfwinning door de landrentmeester van Twente voor Hendrik Leemgraven van het erve Leemgraven.

Families Ter Poorten en Voomberg | 14 | 23-03-1719
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Johan Molckenbour, schout van Hardenberg, als daartoe bij resolutie van Gedeputeerde Staten van 30 April 1717 geauthoriseerd, verklaart namens dezelve te hebben gecedeerd en getransporteerd aan de erfgenamen van Hendrick Assies van de Marienbergh het door laatstgenoemden op de publieke veiling te Zwolle op 6 November 1716 aangekochte erve en goed Richterinck in de buurtschap Brucht | NB: Met het zwaar beschadigd zegel van den schout | Omvang: 1 charter.

Families Ter Poorten en Voomberg | 15 | 20-04-1719
Leenbrief, waarbij Berend Amsinck als hulder voor Gerrit van de Marienbergh door den verwalter-hofrichter des hoves (Ommen) beleend wordt met het hofhoorige erve Wijcherinck of Jentinck, gelegen in de buurtschap Brucht | Omvang: 1 charter.

Stadsgericht Hardenberg | inv.nr. 1 | 24-11-1720 tot 29-07-1782
zie onze website

Families Ter Poorten en Voomberg | 16 | 05-09-1721
Hypotheekbrief, groot 475 car. gl. rentende 4 percent, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Jennegien Gerrits wed. van Jan Amsinck aan Assuerus Hendricks van de Marienbergh tot een hypotheek voor bovengenoemde verschuldigde som stelt haar nieuw gebouwde oliemolen benevens een stuk land, groot 6 schepels gelegen bij den molen in de buurtschap Brucht, | NB: Met het zwaar geschonden zegel van den schout Johan Molckenbour.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 17 en 18 | 1722, 1732
Voltelen, Arnold, schout v. Hardenberg .

Collectie diverse Charters | Regest 134 | 15-05-1723
De Staten van Overijssel verklaren, dat zij door hun leenbank Berent Edelink hebben beleend met het erf en goed Schonekamp tot Ridderink in het kerspel Hardenberg, buurschap Holtheem, gelijk wijlen zijn vader Jan Edelink daarmede 5 maart 1692 was beleend. [Holtheme]
Oorspr. met de onderteekening van den leengriffier Gisb(ert) Ten Brink en het geschonden leenzegel in roode was van de Staten van Overijssel.
NB: Aanwinst 1920, niet in VROA. Overgedragen door Rijksarchivaris in Drente.

Stadsgericht Hardenberg | 47b | 1725
Akte van belening door Antoni Camerlingh wegens Elbert Anton Geerhard baron van Hekeren, heer tot Batingen etc., stadhouder der horige lenen onder de huizen Batingen en ten Clooster, van Frerik d’Olde, burgemeester uit naam van Hardenberg met het erfgoed Vierlink in de buurschap Badeler, t.o.v. mannen van leen de ette Jan Huijsingh van Waghtum en Willem ter Theije; te Hoogeveen | NB: Met zegel van Camerlingh. [Baalder]

Families Ter Poorten en Voomberg | 17 | 08-08-1728
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Jan Jansen Boss en zijn vrouw Jennegien Geertsen verklaren krachtens een in 1727 gemaakt koopcontract over te dragen aan Assuerus Hendriks van de Marienberg de helft van drie dagwerken hooiland in het Bruchter Vlier, gesproten uit het erve Groot Waterink (Vgl. invent. no. 5) | NB: Met het uithangende en het opgedrukte zegel van den schout Arnold Voltelen | Omvang: 1 charter.

Stadsbestuur Zwolle | 3273 | 1729
Herman Gerrits van Hardenberg en Gerrit Bouwmeester tegen de vrouw van Jan Willem Brok wegens een vordering in geld.

Families Ter Poorten en Voomberg | 18 | 07-07-1732
Transportbrief, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij de door de Staten van Overijssel aangewezen liquidateuren van den Gramsberger boedel overgedragen aan Gerhard van de Marrienbergh de Heerinkmate, gelegen bij Gramsbergen, gelijk dezelve op 11 Juli 1726 publiek is verkocht | NB: Met het zegel van den schout Arnold Voltelen | Omvang: 1 charter.

Stadsbestuur Zwolle | 12517 | 1735, 1747
Stukken betreffende de verkoop van landerijen en erven in Mastenbroek, Herfte, Wytmen, Haerst, Berkum, Heino, Raalte, Hardenberg, Avereest, Herxen, Lente, Welsum, Schelle, etc. door de Administratie.

Erve Leemgraven | 5 | 1740
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Hendrik Hendriks Leemgraven en Fennigje Egberts Bruinink.

Collectie diverse Charters | Regest 157 | 21-04-1746
De Staten van Overijssel oorkonden, dat de stadhouder van de lenen Elbert Antoni van Pallandt toe Zuithem van Vasen en Jellis van Stegeren beleend heeft Jacoba Henrietta van Uiterwijk douariere van Raesfeld bijgestaan door Jan Lindenhof als momber en hulder met: de tiende grof en smal over de erven Roedelink, Vrijlink en toe Nienhuys te Diffele buurschap Heemse gericht Hardenberg; een tiende grof en smal over de erven Volkerinck en Aanink buurschap Heemse gericht Hardenberg; de halve spannerie gelegen in het gericht Hardenberg. [Welink?, Vrijlink, Nijenhuis, Diffelen, Volkerink, Aarnink]
Met het uithangend leenzegel van Overijssel | NB:Aanwinst 1944 B III VROA 1944 91.

Stadsgericht Hardenberg | 47c | 1751
Akte van belening door Adolf Jacob Hendrick baron van Heeckeren, heer tot Netelhorst als leenheer over de huizen Batingen en ten Clooster, van Berent Gerhard Cramer, secretaris van Hardenberg, met het erf en goed Vierlink in de buurschap Badelaar, t.o.v. de mannen van leen dr.J.L. Solner en burgemeester Wilhelm de Wolf; te Ommen | NB: Met zegel van Van Heeckeren. [Vierlink Baalder]

Stadsbestuur Zwolle | 1584 | 1752
‘Convenant’, akte van overeenkomst tussen de postmeesters te Lingen, Neuenhaus en Hardenberg, ter ene zijde, en de gezamenlijke voerlieden te Zwolle, ter andere zijde, om een regelmatige dienst van postwagens van Zwolle op Lingen op te richten.

Stadgericht Ommen | Proces 68 | 1752-1758
Jan van der Scheer, waarmee zich voegen de Graven van Rechteren tot Gramsbergen en Collendoorn
ca
Willem Lemnes Boerrigter
Inzake het kosters-, voorzangers- en schoolmeesterambt te Hardenberg |NB: Deze procedure is aangevangen voor het stadgericht Hardenberg | Oude Orde: 52

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 63 | 1755, 1766
Akte, verleden voor Roelof Haafken, schout te Coevorden, waarbij Jan Munnekemeijer van Lutten en Annegien zijn huisvrouw verklaren 300 gulden schuldig te zijn aan Wildrick Wildriks van Coevorden en diens erfgenamen en daarvoor in onderpand geven vier dagwerken hooiland, Smeetsmate genaamd, in het Heijnengoor onder de jurisdictie van Coevorden; akte geroyeerd in 1766.

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 65 | 22-06-1760
Onderhandse akte betreffende de verhuur van een huis en goed te Brucht door Silvester Diederik Smook en Hendrica Petronella Tijdeman aan de knecht Jan (wonende bij burgemeester Van Borne) en Geertien Stegemans.

Stadsbestuur Zwolle | 3283 | 1761
Adam Sigismund von Netzar tegen burgemeester Hendrik Molckenbour van Hardenberg wegens een vordering in geld.

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 68 | 30-04-1762
Akte, verleden voor Van Marle, van de overdracht van het eerste perceel van het erve Mensink, gehorende onder de goederen van het Rentampt van Windesheim (verkoop van de provinciale goederen) aan Jan en Derk Santman

Erve Leemgraven | 138 | 1763
Akte van erfpacht door de verwalter-rentmeester van Twente aan Hendrik Leemgraven en zijn vrouw Fennigje Bruinink van het erve Leemgraven te Holtheme, horig in de hof te Ootmarsum.

Erve Leemgraven | 139 | 1765
Kwitantie van H. van Beverforde, hofrichter, voor Hendrik Plas, die namens het erve Leemgraven hofdiensten verricht heeft.

Erve Leemgraven | 6 | 1766
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Warsse Maarlink en Fennigje Egberts Bruinink, weduwe van Hendrik Leemgraven.

Erve Leemgraven | 7 | 1767
Schuldbekentenis van vijftig gulden van Luggert Brant voor Warsse Leemgraven.

Stadsgericht Hardenberg | 47d | 1767
Akte van belening door Evert Christiaan Carel Willem baron van Heeckeren, heer van Nettelhorst en Batingen etc., van Warner Cremer, volmacht van Ber. Gerh. Cramer, secretaris van Hardenberg, met het erve Vierlink gelegen te Badeler, t.o.v. de mannen van leen J.Prins, scholtus van Dwingelo en G. Solner | NB: Met zegel van Van Heeckeren. [Baalder]

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 66 | 21-08-1770
Akte waarbij Isaak Reinder baron van Raesfelt volmacht geeft aan Barent van Borne, burgemeester van den Hardenberg, om namens hem te verschijnen op de vergadering in de kerk van Heemse om daar rekening te doen van ontvangst en uitgaven wegens diezelfde kerk.

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 67 | 05-12-1772
Akte, verleden voor verwalter schout Jacobus van Riemsdijk, waarbij Gerrit Goris als gevolmachtigde van de hoogwelgeboren heer Maurits Willem van den Appell en echtgenote Adriana van der Merwede de overdracht doet aan burgemeester Barend van Borne en echtgenote H.E. van Niel, van de helft van de Groote en Kleine Bongerties, gelegen bij de Melenberg en de helft van een stuk land genaamd het Lammaatjen, gelegen bij de koeweide van Camphuis, beide in de boerschap Ane.

Erve Leemgraven | 8 | 1775
Schuldbekentenis van vijftig gulden door Hendrik Bruggman en zijn vrouw Engele aan Warsse Leemgraven en zijn vrouw Fennigje Bruinink.

Stichting Oudheidkamer Hardenberg | 69 | 21-05-1777
Akte, verleden voor burgemeesteren, schepenen en raden der Stad Hardenberg (secretaris Jacobus van Riemsdijk), van de overdracht door burgemeester Evert Santman en echtgenote Harmanna Elizabeth Baerslag, van een half huis met grond en wheere, staand en gelegen aan ’t Zand te Hardenbergh, aan burgemeester Derk Santman en echtgenote Aaltjen van Munster (het gehele eigendom heeft toebehoord aan wijlen Hendrik Santman en diens vrouw).

Erve Leemgraven | 9 | 1777
Schuldbekentenis van dertig gulden door Jan Timmer en zijn vrouw Annigje Smits aan Warsse Leemgraven.

Stadsgericht Hardenberg | 47e | 1778
Akte van belening door Evert Christiaan Carel Willem baron van Heeckeren, heer van Nettelhorst en Batingen etc., van Berent Campherbeecq als volmacht van Frederik Bussemaker, burgemeester van Hardenberg, met het erve en goed Vierlink in de buurschap Badeler, t.o.v. mr. J.L. Solner junior en Matthias Greve | NB: Het zegel van Van Heeckeren verdwenen. [Baalder]

Families Ter Poorten en Voomberg | 19 | 20-05-1779
Hypotheekakte, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarbij Jacob Leeuw en zijn vrouw G.H. ter Poorten, wonende te Coevorden, verklaren wegens door de momberen van haar zuster Petronella ter Poorten aan hen verstrekte penningen schuldig te zijn de somma van FL. 531-13-, rentende 3 percent, waarbij zij tot onderpand stellen hare erfportie in de nalatenschap van wijlen hun oudoom Gerh. van de Marrienberg, thans in lijftucht bezeten door diens weduwe Maria Westhof | NB: Met de opgedrukte zegels van den verw. schout J.v. Riemsdijk en Jacob Leeuw| Omvang: 1 stuk

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 19 | 20-05-1779
Riemsdijk, J. van, verw-schout v. Hardenberg.

Erve Leemgraven | 12 | 1781
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Jan Hendrik Egberink en Berendina Leemgraven.

Stadsgericht Hardenberg | inv.nr. 2 | 05-08-1782 tot 22-06-1784 | zie onze website

Stadsgericht Hardenberg | inv.nr. 7 | 1782
‘Boek van Privielegiën, octroyen, handvesten en gerechtigheden mitsgaders van andere zaken en handelingen der stad Hardenbergh’ | NB: Op dezelfde wijze ontstaan als inv. nr. 6 (zie aldaar); bevat afschriften van allerlei akten en extracten van 1362 af, ook uit andere steden, afgeschreven om diverse rechten te bewijzen | Zie ook inv.nr. 2 collectie Jongsma en regestnrs. 1, 10 en 17
Het hierin voorkomende stadsrecht (stadswillekeuren) is uitgegeven door de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis; Overijsselsch Stad-, dijk- en markeregten, 1e deel 16e stuk. | Zie inv.nr. 19 collectie Jongsma.

Huis Batinge | Regest 36 | 1782, 1789-1794
Stukken betreffende het geschil tusschen E.C.C.W. baron van Heeckeren en J.R. van Raasfelt tot Heemse, namens zijne vrouw, over de leenroerigheid van de Hofstede te Heemse aan het huis te Batinge; 1782, 1789-1794 | NB:Van Heeckeren beweerde, dat de Hofstede een leen was van Batinge; Van Raasfelt ontkende niet de leenroerigheid, doch beschouwde de Hofstede als leen van Collendoorn en achterleen van Batinge. Het is niet zeker, dat alle stukken op de zaak betrekking hebben, omdat sommige brieven verwijzen naar onder partijen bekende, doch niet nader aangeduide, zaken | Omvang:1 dossier.

Stadsbestuur Zwolle | 5040 | 1782
Stukken betreffende de deductie van de magistraat van de stad Hardenberg voor de Staten van Overijssel betreffende de jacht.

Stadsgericht Hardenberg | inv. nr. 3 | 12-07-1784 tot 29-07-1786 | zie onze website

Stadsbestuur Zwolle | 4445 | 1784-1788
Stukken betreffende de provinciale vergaderingen, de samenstelling en de uitrusting van de in Overijssel aanwezige exercitiegenootschappen en gewapende vrijcorpsen [Hardenberg wegens de schutterij].

Huis Batinge | Regest 35 | 1785
Missive, met bijlagen, van mr. J.L. Solner, advocaat te Lochem, aan E.C.C.W. baron van Heeckeren over het vervolgen van de bezitters der tienden van Koldenhof en Grootenhuis onder Hardenberg wegens het niet verheffen dezer leengoederen aan den heer van Batinge. [Koldenhof en Grotenhuis te Baalder]
NB:Vergelijk nr. 398 | Omvang:1 omslag.

Staten van Overijssel | regesten van charters behorend tot inventarisnummers 3077-3080 | regest 21 | 16-12-1785
Gerhard Dumbar, j.u.d., stadhouder der leenkamer Lutzeveld, toebehoorende Joan Herman baron van Hoëvell, heer van het Wezeveld en Cretier, oorkondt dat hij Frederik Theodorus baron van Pallandt tot Egede in diens kwaliteit van rentmeester van Sipkulo en Albergen heeft beleend met de tienden, grof en smal, geheeten het Vaarwerk, gelegen in het kerspel Hardenberg, en Reininck, gelegen in ’t gericht van Heemse, gelijk Frederik Alexander baron van Ittersum tot Oosterhof in dezelfde kwaliteit daarmede 30 Juni 1759 beleend is. ….. binnen Deventer den 16 December 1700 vijf en tagtig. [Voerwerk Hardenberg, Reinink Heemse]
Oorspr. (op papier) met het opgedrukt zegel van Gerh. Dumbar in rood lak. | Zie: Inventarisnummer 3079. NB: 1609 Juni 8 1652 Nov. 17 en 1786 December 7.

Stadsgericht Hardenberg | inv.nr. 4 | 12-08-1786 tot 30-12-1791 | zie onze website

Staten van Overijssel | regesten van charters behorend tot inventarisnummers 3077-3080 | regest 24 | 07-12-1786
Paulus Putman als stadhouder der leenkamer van Lutzeveld oorkondt dat hij Adolph Warner baron van Pallandt, heer van Beerse als gemachtigde van Frederik Theodorus baron van Pallandt tot Egede in diens kwaliteit van rentmeester van Sipculoo en Albergen met lediger hand heeft beleend met de tienden grof en smal, geheeten het Vaarwerk en Reinink, gelegen in het kerspel Hardenberg zulks uit den naam van Otto Ernst baron van Hoëvell, heere van het Wezevelt, etc. etc. en na doode van Joan Herman van Hoëvell, heere van Weezevelt, Cretier en leenkamer van Lutzevelt | …….. binnen Deventer den 7den December 1700 ses en taggentig. [Voerwerk Hardenberg, Reinink Heemse]
Oorspr. met het opgedrukte zegel van P. Putman in rood lak | Zie: Inventarisnummer 3079. NB: Zie 1785 December 16.

Families Ter Poorten en Voomberg | Lijst van zegels | 21 | 1786
Pruim, J.G. verw-schout v. Hardenberg

Families Ter Poorten en Voomberg | | 24 | 17-03-1788
Approbatie door den stadhouder der Overijsselsche leenen van de huwelijksvoorwaarden tusschen ds. H.J. Krop, predikant te Gramsbergen en Silvestra Diderica ter Poorten, den 30 April 1786 opgericht voor zoover betreft het leenroerig erve Loelvink in het gericht Ootmarsum | NB: Met het gebroken groote leenzegel van Overijssel | Omvang: 1 charter.

Families Ter Poorten en Voomberg | 21 | 25-05-1789
Hypotheekakten, gepasseerd voor het schoutengericht van Hardenberg, waarop de momberen van Petronella ter Poorten verklaren ten behoeve van voorzeide pupil onder zekere voorwaarden te hebben opgenomen van H.H. ter Poorten de somma van 1000 car. gl. rentende 3 percent, waarbij zij het onderpand stellen hare erfportie van de nalatenschap van wijlen haar oudoom Gerh. van de Marjenberg alsmede de hypothecaire schuldvordering van F.531-13- op Jacob Leeuw en echtgenoote (zie invent. 10. 19) 1786 Juni 20. Annex afschrift van de ten protocolle geregistreerde aflossing a f 400,- | NB: Met de opgedrukte zegels van den schout J.G. Pruim en de mombers B. van Borne en W. Stolte | Omvang: 2 stukken.

Stadsgericht Hardenberg | inv.nr. 5 | 04-01-1792 tot 18-03-1794 | zie onze website

Stadgericht Ommen | Proces 69 | 1802-1804
Dr. B.J. Kronenberg, fiscaal van Salland
ca

Stadgericht Ommen | Proces 66 | 1810
Jan Willem Führman te Hardenberg
ca
Meyer Mozes
Inzake betaling van geleverde koopmansgoederen | Oude Orde: 51

Families Ter Poorten en Voomberg | 20 | 1815
Briefje van H.H. ter Poorten aan J.G. Pruim te Hardenberg, verzoekende hem mede te deelen het bedrag der rente, in de afgeloopen 35 jaren op het onder invent. no. 19 vermelde kapitaal vervallen, met het antwoord van J.G. Pruim | Omvang: 1 stuk.