In het zgn. register van de 50e penning van verkopingen en collaterale successiën staat bij 24 november 1735:
Is mede aengegeven door Hermen Sierink dat op den 3 october voor sijn moeder de weduwe van wijlen burgemeester Gerrit Sierink van de heeren van de geestelijkheid der stad Zwolle hadde aengekoft Huttenplaetse te Baelder voor f. 1200,-
In het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutamt Hardenberg vinden we deze akte, gedateerd 25 november 1782:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh cum annexis, doe cond en certificere bij dezen dat voor mij en keurnoten, die waren Arend Sierink en Arend Hendriks, persoonlijk in den gerigte gecompareerd en erschenen is Gerrit Hutten en deszelvs huisvrouw Zwaantien Hanekamp, tutore marito, woonagtig te Baalder; en verklaarden zij comparanten wegens opgenomene en aan haar verstrekte penningen opregt en deugdelijk schuldig te wezen aan Gezina Noorink, weduwe van wijlen Gerrit Venebrugge, woonagtig op den Belt, een capitale somma van eenduisend en vierhonderd car. guldens ad twintig stuivers het stuk, zegge 1400 guldens. Aannemende en belovende zij comparanten dezelve jaarlijks en alle jaaren tot de aflosse toe te zullen verrenten met drie gelijke guldens van ieder honderd gerekend; zullende het eerste jaar interesse hiervan wezen vervallen op den vijfentwintigsten november 1700 drie en tachentigh, en zoo vervolgens tot de aflosse continueren. Verklarende zij comparanten, onder renuntiatie van alle exceptien die dezen mogten contrarieren, daarvoor niet allen tot een generaal verband te verbinden haare personen en goederen, geene uitgezonderd, maar daarvoor ook bij dezen tot een speciaal hijpotheecq en onderpand te verbinden en te stellen haar comparanten eigendommelijke woonhuis, schuure en gooren, benevens tien mudden zaaijland op den Baalder Esch, als eerstelijk een stuk groot vijf schepel genaamd het Heegestukke, ten tweden het Langestuk groot drie schepel, ten derden het Kruisstukjen groot een en een half schepel, ten vierden het Pollegien groot een schepel, ten vijfden het Breekstukjen groot een en een half schepel, ten zesden de Woerte groot drie mudden lands, ten zevenden het Doornheegjen groot een half schepel, ten agtsten het Smalle Stukjen in den Bonendal groot een en een half schepel, ten negenden ’t Vegtenstukjen groot een half schepel, ten tienden een stuk op ’t Kleine Eschjen groot een mudde, ten elfden ’t Rotstukke groot zes schepel, ten twaalfden het Smalle Stuk in Konings Esch groot drie schepel, en ten dertienden een stuk in Konings Esch aan de weg gelegen groot een mudde. En dan nog vijf koeweiden in de Baalder koeweiden, langs de Veghte, tegens des boerschap Anevelde en in de goorne gelegen, benevens een halve whaare in de Baalder en Hardenberger Markte; zijnde deze goederen alle gehorende onder het door haar comparanten zelvs bewoond en gebruikt wordende erve Pelgrim of Hutten genaamd, gelegen in de boerschap Baalder in dit Schoutampt; ten einde om in geval van onverhoopte misbetalinge, zo van capitaal als renten, als dan het bovengemelde capitaal van eenduisend en vierhonderd guldens, met de onbetaalde interessen, daaraan ten allen tijden kost en schadeloos te kunnen en mogen verhalen. In kennisse der waarheid is dezen door mij verw. Scholtus voornoemd met de comparanten getekend en door mij gezegeld, en omdat zij comparanten geen zegels en hadden, zoo hebbe op haar verzoek dezen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 25 november 1700 twee en tachentigh.
Gerrit Hutten en Zwaantje Hanekamp waren op 22 november 1750 te Hardenberg in ondertrouw gegaan. De bruid was afkomstig van ’t erve Hanekamp in Radewijk.
Notaris Antoni van Riemsdijk verbleef op 26 september 1818 op het erve Hutten te Baalder om een boedelinventaris op te stellen op verzoek van Willem Hutten, weduwnaar van Jennechien Höltink, mede uit naam van zijn minderjarig zoontje Egbert Hutten. Jennechien was op 17 februari 1817 overleden (aktenr. 167).
Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve vermeld als eigendom van landbouwer Jan Hutten en echtgenote Henderica Kelder. Zij waren op 30 september 1815 getrouwd te Hardenberg. De boerderij staat op legger 168 onder sectie C-255.
Legger 168/16: Sectie C-255. Huis en erf. Eigendom van landbouwer Jan Hutten en Henderica Kelder. Zij overleed op 30 augustus 1856.
Notaris Willem Swam te Gramsbergen passeerde op 8 november 1856 een hypotheekakte op verzoek van de weduwnaar Jan Hutten en diens kinderen. Zij verklaarden gezamenlijk 6500 gulden schuldig te zijn aan Berend Tiebert te Duits Wielen. Als onderpand voor de lening en de verschuldigde renten verbonden ze o.a. de boerderij op sectie C-255 en het huis op de katerstede op sectie C-208 (aktenr. 2399).
Op 13 november 1856 verleed notaris Swam het testament van Jan Hutten. Deze verklaarde verschillende onroerende goederen te bezitten, waaronder de boerderijen op sectie C-208 en C-255 en een-vierde waardeel in de marke van Baalder. Alle onroerend goed werd geschat op een waarde van 8000 gulden. Oudste zoon Egbert Hutten, bij hem inwonend, zou na Jans dood alle onroerende bezittingen erven, onder de verplichting om dan genoemde 8000 gulden in de gemeenschappelijke boedel te brengen ten behoeve van het ‘uitboedelen’ van zijn zusters (aktenr. 2401).
In 1872 afgaand legaat. Over op:
Legger 2181/17: Sectie C-255. Huis en erf. Eigendom van landbouwer Egbert Hutten en tweede echtgenote Jennegien Meilink. Huisnr. H-44.
Vervolgens eigendom van landbouwer Jan Hutten en Hermina Waterink. Zij zijn op 2 mei 1895 getrouwd te Ambt Hardenberg (gemeentehuis in Heemse). In 1921 vernieuwd. Over op:
Legger 2181/39: Sectie C-255. Huis, schuur en erf. Baalder H-44. In 1948 boedelscheiding. Over op:
Legger 11759/5: Eigendom van landbouwer Egbert Hutten en tweede echtgenote Annigje Makkinga. Zij zijn op 11 juni 1931 getrouwd te Ambt Hardenberg (gemeentehuis Heemse). In 1948 stichting. Over op:
Legger 11759/16: Sectie C-255. Huis, schuren en erf. In 1951 gedeeltelijke vernieuwing. Over op:
Legger 11759/18: In 1960 vereniging van percelen. Over op:
Legger 11759/19: Nieuwe sectie C-1418. Huis, schuren en weiland. In 1964 ruiling deel van perceel. Over op:
Legger 11759/22: Nieuwe sectie C-1488. Huis, schuren en grasland. In 1969 boedelscheiding. Over op:
Legger 15382/8: Eigendom van landbouwer Berend Jan Hutten aan de Geugiesdijk 2. In 1974 verkoop aan de gemeente Hardenberg. In 1976 vereniging van percelen. Over op:
Legger 14300/3104: Sectie C-1574. Huis, bouwland, schuren, grasland, weiland, sloot en erf. In 1977 sloping.
Tegenwoordig moeten we het verdwenen erf situeren ten westen van de Geugiesdijk, ter hoogte van sportcentrum De Baalderslag.