Notaris Antoni van Riemsdijk begon op 24 juni 1819 met de openbare veiling van vaste goederen op verzoek van het bestuur van de stad Hardenberg, ter aflossing van schulden. Koning Willem I had er op 16 oktober 1818 zijn persoonlijke toestemming voor gegeven. Kavel nr. 1 betrof het erfjen het (klein) Hakkers, bestaande uit deszelfs behuizinge numero 17, den gaarden, het groenland, den Vierlings- en den Nieuwenhoek, tezamen groot 7/12 morgen, zijnde tiendvrij, gelegen in deszelfs bekende bepaalingen ten westen van en aan het erfjen het Blankvoorts te Baalder, bemeijerd door Herm Veldman. Het kavel werd ingezet door Antoni Santman, rentenier te stad Hardenberg, voor f. 650,50. Kavel nr. 2 betrof den Asschert, veld-, bos- en groengrond, gebruikt door Herm Veldman, hebbende ten zuidoosten het erfjen Blankvoorts, ten noordoosten de landen van Harm Koning, ten zuiden den Vierlings-hoek van ’t eerste kavel. Ook dit kavel werd ingezet door Antoni Santman, voor f. 105,-. Kavel nr. 5 betrof het erfjen het Timmerroelofs, bestaande uit den gaarden, groenland en den Nieuwenhoek, in gebruik bij Roelof Zandman. Dit kavel werd ingezet door Albert Kampherbeek te Baalder voor f. 700,-. Kavel nr. 10 betrof het erfjen het Spijkers, bestaande uit den gaarden in den Asschert, den zogenaamden Kleine Gaarden en het Vaaltgaardentjen met de bosheggen rechts en links hetzelve, in gebruik bij Gerrit Reints. Het werd ingezet door Derk Schutte, landbouwer te Baalder, maar verhoogd door Gerrit Reints tot f. 255,- (aktenr. 66). Een week later, op 1 juli, vond de definitieve veiling plaats (aktenr. 70). Op 3 augustus 1819 werd e.e.a. nog bekrachtigd (aktenr. 86).