Bij de aanvang van het kadaster in 1832 werd het perceel geregistreerd als sectie D-566 ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, de toenmalige eigenaar van de havezate Gramsbergen. Het perceel was in erfpacht gegeven aan timmerman Gerrit Huisken en consorten en deze bezaten op het perceel een woonhuis.
Legger 119b/
Notaris Antoni van Riemsdijk verleed op 28 januari 1839 een obligatie met hypotheek op verzoek van grondeigenaar Klaas Olthuis uit Gramsbergen. Deze verklaarde 1000 gulden schuldig te zijn aan predikant Lubbertus Bosch te stad Hardenberg. Als onderpand voor de lening en de verschuldigde rente verbond hij zijn huis en erf te Gramsbergen, staande en gelegen aan de Dwarsstraat, sectie D-566, hebbende aldaar ten oosten de oprijweg na den Huize Gramsbergen, ten zuiden een woonhuis van Hendrik Krikke aldaar, ten westen de voormelde Dwarsstraat en ten noorden de school (aktenr. 1332).