Bij de aanvang van het kadaster, anno 1832, werd dit perceel geregistreerd als sectie D-623a en D-624 op legger 119a ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, heer van Gramsbergen. Het daarop staande dubbele woonhuis was in erfpacht van Gerrit Beenen.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1832 (sectie D-623a en D-624).

Het dubbele woonhuis werd verkocht aan landbouwer Jan Koenderink en mede-eigenaren.
Legger 580/2: Sectie D-623a. Huis en erf.
Legger 580/3: Sectie D-624. Huis en erf.

Op 12 februari 1840 verleed notaris Willem Swam de transportakte waarbij winkelier Roelof Hermannus Boerink, wonende in het Laar, voor 600 gulden zijn eigendommelijke halfscheid van een huis en wheere, mandelig met Jan Heerspink, bestaande in twee woningen aldaar, tusschen de huizen van den heer Willem Swam ten westen en Jan Heerspink voorschreven ten oosten, bekend bij het kadaster ten name van Jacob van Foreest van Heemse als eigenaar en van Gerrit Beenen als erfpachter, sectie D-623a verkocht en overdroeg aan linnenwever Jan Koenderink (aktenr. 861).

In 1841 werd de havezate Gramsbergen verkocht. De ondergrond onder het dubbele woonhuis ging over op Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. De fam. Koenderink had het dubbele woonhuis nog in erfpacht. In 1842 ging de eigendom over op linnenwever Jan Koenderink en echtgenote Zwaantjen Heerspink. Zij waren op 13 september 1815 getrouwd in Gramsbergen.

Legger 669/8: Sectie D-623a. Huis en erf.
Legger 669/9: Sectie D-624. Huis en erf.

Op 12 december 1853 verleed notaris Willem Swam een hypothecaire akte op verzoek van brievengaarder Albert Grooters, de echtgenoot van Lamberta Koenderink. Deze verklaarde 300 gulden te hebben geleend van en schuldig te zijn aan de gereformeerde diaconiestaat van Gramsbergen. Tot zekerheid en waarborg verbond hij het achtste gedeelte van 2 woonhuizen onder één dak, met de daarachter gelegen tuin, staande en gelegen ter stede Gramsbergen, sectie D-623, D-623a en D-624 (aktenr. 2082).

In 1868 vond vereniging van artikelen plaats. Over op:
Legger 1147/16: Sectie D-623a. Huis en erf.
Legger 1147/17: Sectie D-624. Huis en erf.

Eigendom van de erfgenamen van Jan Koenderink en Zwaantjen Heerspink. Jan was op 11 juli 1848 en Zwaantjen op 4 februari 1868 overleden.

Op 30 december 1868 begon notaris Swam met de eerste openbare veiling van het dubbele woonhuis. Hij deed dat op verzoek van de erfgenamen Koenderink. Het eerste kavel betrof het dubbele woonhuis, waarvoor een jaarlijkse erfpachtcanon van 4 gulden moest worden betaald aan de weduwe Löhnis-s’Jacob te Rotterdam, naast drie dagen dienst (of anderhalve gulden). Het werd veertien dagen later bij definitieve veiling voor 374 gulden gemijnd door schoenmaker Johannes van der Hulst en echtgenote Margaretha Koenderink. Zij waren al voor een-vierde eigenaar (aktenr. 3094 en 3095).

Over op:
Legger 1644/1: Sectie D-623a. Huis en erf.
Legger 1644/2: Sectie D-624. Huis en erf.

In 1877 werden de percelen samengevoegd tot sectie D-1935. Huis en erf.

Kadastrale hulpkaart, 19 januari 1877 (sectie D-1935).
Fragment van aanvullende minuutkaart, anno 1880 (sectie D-1935).

Legger 1644/4: Nieuwe sectie D-1935. Twee huizen en erf. Huisnr. A-2 en A-3. In 1884 redresberekening. Over op:
Legger 2601/2: Eigendom van schoenmaker Johannes van der Hulst. De ondergrond was in erfpacht van de weduwe Löhnis-s’Jacob te Rotterdam. In 1905 verkoop. Over op:
Legger 3389/3: Eigendom van houthandelaar Frederik van der Hulst. De ondergrond was in erfpacht van de weduwe Löhnis-s’Jacob te Rotterdam. In 1906 volledige herbouw. Over op:

Kadastrale hulpkaart, oktober 1906 (sectie D-2431 en D-2432).

Legger 3389/4: Nieuwe sectie D-2431. Huis en erf. Eigendom van houthandelaar Frederik van der Hulst. De ondergrond was in erfpacht van aanvankelijk de weduwe Löhnis-s’Jacob te Rotterdam en naderhand van de Maatschappij tot Exploitatie van de Havezathe Gramsbergen en aanhoorigheden. In 1921 verkoop. Over op legger 4155/2.
Legger 3389/5: Nieuwe sectie D-2432. Idem. Over op legger 4155/3.
Legger 4155/2: Sectie D-2431. Huis en erf. Eigendom van kantoorhouder der posterijen Gerrit Jan Snel. De ondergrond was in erfpacht van de Maatschappij tot Exploitatie van de Havezathe Gramsbergen en aanhoorigheden. In 1948 boedelscheiding. Over op legger 4829/5.
Legger 4155/3: Sectie D-2432. Idem. Over op legger 4829/6.
Legger 4829/5: Sectie D-2431. Huis en erf. Eigendom van Enne Snel, kantoorhouder der posterijen. In 1951 verenigd met perceel sectie D-2432.
Legger 4829/6: Sectie D-2432. Huis en erf. Eigendom van idem. In 1951 verenigd met perceel sectie D-2431.

Kadastrale hulpkaart, februari 1951 (sectie D-3457).

Legger 4829/7: Sectie D-3457. Twee huizen en erf. In 1952 vereniging. Over op:

Kadastrale hulpkaart, november 1952 (sectie D-3487).

Legger 4829/11: Nieuwe Sectie D-3487. Twee huizen en tuin. In 1953 verkoop. Over op:
Legger 5453/1: Eigendom van kapper Albert Breukelman G.J.zn. In 1955 verbouwd. Over op:
Legger 5453/2: Sectie D-3487. Huis en tuin. In 1957 verkoop deel van perceel en vereniging. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1957 (sectie D-3609).

Legger 5453/3: Nieuwe sectie D-3609. Huis en tuin aan de Voorstraat 5. In 1986 boedelscheiding. Over op:
Legger 8728/1: Sectie D-3609. Winkel, woonhuis, magazijn, showroom en tuin. Eigendom van kapper G.J. Breukelman.