In de notulen van de municipaliteit van Gramsbergen over de periode 1807-1808 wordt gewag gemaakt van een overeenkomst met Willem Grimmelius om diens grote kamer als vergaderzaal te gebruiken. In 1811 werd een gemeubileerde kamer in het huis van Willem Grimmelius verhuurd aan de gemeente Gramsbergen tot het locaal van het gemeentehuis gebruikt wordende. De tapperij van Nicolaas Wilhelmus Grimelius (Grimmelius) was bekend als huisnr. 56 in Gramsbergen. Hij was op 30 augustus 1792 te Gramsbergen getrouwd met Johanna Marrienberg (Merjenburgh).
Bij de aanvang van het kadaster, anno 1832, werd het perceel geregistreerd als sectie D-521 op legger 119v1 ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse. Het perceel was in erfpacht uitgegeven aan kastelein Nicolaas Wilhelmus Grimmelius, weduwnaar van Johanna Merjenburgh.
Legger 119v1/1: Sectie D-521. Huis en erf. Eigendom van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse. Erfpachter: kastelein Nicolaas Wilhelmus Grimmelius, weduwnaar van Johanna Merjenburgh. Over op:
Legger 607/1: Sectie D-521. Huis en erf. Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: kastelein Nicolaas Wilhelmus Grimmelius.
Legger 703/1: Sectie D-521. Huis en erf. Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: koopman Jan Harmen Venebrugge en echtgenote Geesjen Waterink te Heemse.
Bij onderhandse akte van 2 april 1846 werd het vastgoed verkocht aan Jan Haandrikman en echtgenote Hendrikjen Kwant. Zij zijn op 10 mei 1838 getrouwd te Gramsbergen.
Op 5 mei 1846 verleed notaris mr. Albertus Slingenberg te Coevorden een hypotheekakte op verzoek van het echtpaar Haandrikman, waarbij zij ten behoeve van de hypotheekverstrekker Willem Swam tot onderpand verbonden het huis en erf, het Roode hert genaamd, te Gramsbergen, sectie D-521.
Legger 730/1: Sectie D-521. Huis en erf. Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer en logementhouder Jan Haandrikman.
Jan Haandrikman overleed op 5 mei 1848, op 40-jarige leeftijd.
In 1851 naamsverandering. Over op:
Legger 884/1: Sectie D-521. Huis en erf. Eigendom van Theodora Jacoba Rochussen, weduwe van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer Jan Haandrikman (later Gerrit Jan Haandrikman en mede-erfgenamen).
Weduwe Hendrikjen Haandrikman-Kwant overleed op 28 juni 1853, slechts 36 jaar oud. Ze liet vier kinderen na.
Notaris Willem Swam verleed op 29 juli 1853 de akte van boedelinventarisatie, op verzoek van Jannes Haandrikman als voogd over de nagelaten minderjarige kinderen van zijn broer en schoonzus. Het onroerend goed bestond uit: een woonhuis met de daarachter gelegene schuur en tuin, staande en gelegen voor in de straat te Gramsbergen, het Roode hert genaamd, sectie D-521 en D-522. Uit de akte blijkt dat de erfgenamen van de overleden huisarts Immink, voor kost, inwoning en vertering nog een rekening ad f. 112,60 moesten betalen. Verder stonden er nog rekeningen open voor de levering van wijn, punch en bitter door Hens & Schaepman, Kemmerling & Canoij en Doyer en Van Deventer te Zwolle (aktenr. 2035).
Op 10 januari 1856 begon notaris Willem Swam met de openbare verhuur van het vanouds bekende logement het Roode Hert, op verzoek van Jannes Haandrikman en Berend Habers, als voogd en toeziend voogd over de nagelaten kinderen van Jan Haandrikman en Hendrikje Kwant. Per 1 mei 1856 werd landbouwer Jan Nabers, wonend op de Striepe, voor drie jaren ad 115 gulden per jaar de nieuwe uitbater van het etablissement (aktenr. 2317). Kort voor de huur inging, trouwde weduwnaar Jan Nabers met Johanna Bernarda Koring uit Uelsen. In het Roode hert werden hun twee kinderen, Johanna Hendrika en Bernarda Christina, geboren.
Op 9 december 1858 verleed notaris Swam een akte betreffende de verhuur van het logement het Roode hert door Jannes Haandrikman en Berend Habers, handelend als voogd en toeziend voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Haandrikman en Hendrikjen Kwant, met namen Fennegien, Gerrit Jan, Hendrik Jan en Gerhard Haandrikman. Het etablissement werd met ingang van 1 mei 1859 voor drie aaneengesloten jaren voor 70 gulden per jaar verhuurd aan Lambert Grootoonk, landbouwer te Holtheme (aktenr. 2542)
Notaris Willem Swam begon op 4 mei 1860 met de eerste inzate van de publieke veiling van het logement in opdracht van landbouwer Jannes Haandrikman, als voogd over de minderjarige kinderen van Jan Haandrikman en Hendrikjen Kwant. Het betrof het woonhuis met grond en wheere, het logement het Roode hert genaamd, staande en gelegen in de Voorstraat, sectie D-521, zoo en indiervoegen als het was aangekocht door de vader der minderjarigen van Jan Harmen Venebrugge, blijkens onderhandse akte van 2 april 1846. Het te verkopen vastgoed was en bleef belast met een jaarlijkse erfpachtcanon van f. 5,25 en drie dagen ‘dienst’ of f. 1,50 aan contanten. Twee weken later, op 18 mei, vond de definitieve veiling en toewijzing plaats, waarbij het werd gemijnd door molenaar Gerrit Jan Kamphuis voor een bedrag van 838 gulden. Naderhand gaf deze te kennen de koop te hebben verricht in opdracht van winkelier Hendrikus Gerhardus Krikke en bakker Gerhard Frederik Krikke (aktenr. 2642 en 2646).
Legger 1283/1: Sectie D-521. Huis en erf. Eigendom van Theodora Jacoba Rochussen, weduwe van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachters: winkelier Hendrikus Gerhardus Krikke en bakker Gerhard Frederik Krikke. In 1869 over op:
Legger 1705/1: Sectie D-521. Huis, erf en schuur. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette ‘s-Jacob, weduwe van Herman Theodoor Löhnis te Rotterdam. Erfpachters: winkeliers Hendrik Krikke en Hendrik van der Hulst (en echtgenote Frederika Gesina Krikke) en mede-eigenaar winkelier Hendrikus Gerhardus Krikke. Huisnr. A-92.
In 1903 boedelscheiding. Over op:
Legger 3334/1: Sectie D-521. Huis, erf en schuur. Eigendom van Jeanne Josine Antoinette ‘s-Jacob, weduwe van Herman Theodoor Löhnis te Rotterdam. Erfpachters: winkeliers Hendrik Krikke en Hendrik van der Hulst en mede-eigenaar koopman en winkelier Gerhard Frederik Krikke. Huisnr. A-92. In 1907 oprichting vennootschap. Over op:
Legger 3494/1: Sectie D-521. Huis, erf en schuur. Eigendom van de Maatschappij tot Exploitatie van de Havezathe Gramsbergen. Erfpachters: winkeliers Hendrik Krikke en Hendrik van der Hulst en mede-eigenaar koopman en winkelier Gerhard Frederik Krikke. Huisnr. A-92. In 1910 boedelscheiding. Over op:
Legger 3666/1: Sectie D-521. Huis, schuur en erf. Eigendom van de Maatschappij tot Exploitatie van de Havezathe Gramsbergen. Erfpachter: gemeenteontvanger Hendrikus Gerhardus Krikke. Huisnr. A-92. In 1910 herbouw. Over op:
Legger 3666/3: In 1911 herbouw en vereniging. Over op:
Legger 3666/4: Nieuwe sectie D-2897. Huis, schuur, tuin en weiland. In 1911 verklaring en redreskaart. Over op:
Legger 3666/5: Nieuwe sectie D-2927. Huis, schuur, erf en grasland. In 1915 herbouw. Over op:
Legger 3666/6: Huis, schuren en erf. In 1917 herbouw. Over op:
Legger 3666/7: Huis, schuur en erf. In 1930 stichting. Over op:
Legger 3666/8: Sectie D-2927. Huis, schuren en erf. In 1932 verbouw. Over op:
Legger 3666/9: Sectie D-2927. Huis, schuren en erf. In 1938 vereniging van percelen. Over op:
Legger 3666/10: Nieuwe sectie D-3246. Huis, schuren en erf. In 1953 aanbouw. Over op:
Legger 3666/11: In 1964 afstand recht van eigendom. Over op:
Legger 4935/60: Sectie D-3246. Huis, schuren en erf. Eigendom van de gemeente Gramsbergen. In 1965 overdracht enz. Over op:
Legger 4972/14: Nieuwe sectie D-3810. Huis, tuin en schuur. Eigendom van gemeenteontvanger Hendrikus Gerhardus Krikke en echtgenote Antje Wijlhuizen.
Het Noord-Oosten van 10 september 1965:
Gramsbergen. De heer Krikke, oud-ontvanger van de gemeente Gramsbergen, is in de ouderdom van 78 jaar overleden. Met hem is een typische figuur heengegaan, die veel goeds voor de gemeenschap bedoelde te bewerkstelligen. In zijn streven werd hij niet altijd begrepen, terwijl hij moeilijk eigen fouten kon onderkennen. Naast zijn ambt als gemeenteontvanger was hij ontvanger van de waterschappen De Meene en Holtheme en lange tijd penningmeester van het Groene Kruis. Ook werkte hij in vroegere jaren actief mee bij de organisatie van sportiviteit in zijn gemeente. Het is de heer Krikke in zijn leven moeilijk gevallen om de ontwikkeling der tijden in het hedendaagse verloop te aanvaarden, zodat hij ergens de onbegrepen strijder voor betere verhoudingen is gebleven.
In 1970 boedelscheiding. Over op:
Legger 6336/1: Sectie D-3810. Huis, tuin en schuur aan de Voorstraat 12. Eigendom van Antje Wijlhuizen (geb. 17-01-1906), weduwe van Hendrikus Gerhardus Krikke. In 1976 verkoop. Over op:
Legger 6860/1: Sectie D-3810. Huis, tuin en schuur aan de Voorstraat 8. Eigendom van E.T.M. Krikke te Alkmaar. In 1985 verkoop. Over op:
Legger 8534/1: Eigendom van J.A.M. Juurlink, In 1988 verkoop. Over op:
Legger 8916/1: Eigendom van J.M. Scholten en J. Tegelaar aan de Voorstraat 8.